1823
Op 27-03-1823 wordt voor de TITIA ALBERDINA door kapt./ eig. Geert Roelofs Klein uit Sappemeer een eerste zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
1825
Op 25-03-1825 wordt voor de TITIA ALBERDINA door kapt./ eig. Geert Roelofs Klein uit Sappemeer een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
OHC 270825
Arrivementen: Te Swinemünde G.R. Klein van Delfzijl.
1827
Op 23-04-1827 wordt voor de TITIA ALBERDINA door kapt./ eig. Geert Roelofs Klein uit Sappemeer een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
1828
LCO 020628
Te Terschelling binnengekomen G.R. Klei van Libau.
1829
GRC 060329
Uit de hand te koop: een lading Oostzee hout, laatstleden herfst aangebracht door schipper G.R. Klein, van Sappemeer. bestaande in masten, molenroeden en zaaghout, liggende te Foxham. Nadere informatie bij de heer J. Veenhoven Hz., te Hoogezand.
OHC 070529
Arrivementen: Te Danzig G.R. Klein van Groningen.
OHC 040629
Terschelling, 29 mei. Binnengekomen G.R. Klein van Danzig.
Op 06-06-1829 wordt voor de TITIA ALBERDINA door kapt./ eig. Geert Roelofs Klein uit Sappemeer een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
OHC 270629
Vlie, 24 juni. Uitgezeild G.R. Klein naar Riga.
RC 280729
Arrivementen: Te Riga G.R. Klein van Zwolle.
OHC 050929
Terschelling, 30 augustus. Binnengekomen G.R. Klein van Riga.
PGC 061129
De schepen TITIA ALBERDINA, kapt. G.R. Klein, van Arendal naar Nederland, en de VROUW ANTINA, kapt. L. Bouman, van Koningsbergen naar Amsterdam, laatst van Christiansand, zijn voor 16 oktober wegens tegenwind te Flekkerøy binnengelopen.
1830
OHC 060530
Arrivementen: Te Pillau G.R. Klein van Groningen.
OHC 030730
Vlie, 24 juni. Binnengekomen G.R. Klein van Kiel.
RC 190830
Arrivementen: Te Pillau G.R. Klein van Zaandam.
OHC 300930
Arrivementen: Te Emden G.R. Klein van Elbing.
1831
AH 090431
Delfzijl, 5 april. Uitgezeild TITIA ALBERDINA, Klein naar Riga.
AH 260531
Riga, 8 mei. Binnengekomen TITIA ALBERDINA, Klein van Delfzijl.
AH 210631
Delfzijl, 9 juni. Binnengekomen: TITIA ALBERDINA, kapt. Klein, van Riga, ligt in quarantaine.
OHC 060831
Het schip TITIA ALBERDINA, kapt. G.R. Klein van Riga is van quarantaine ontslagen.
Op 15-08-1831 wordt voor de TITIA ALBERDINA door kapt./ eig. Geert Roelofs Klein uit Sappemeer een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
GRC 300931
Uit de hand te koop, voor het geheel of bij gedeelten: een lading extra beste smeedkolen, dezer dagen door de kapt. G.R. Klein, van Newcastle, in deszelfs schip (opm. TITIA ALBERDINA) aangebracht. — zo mede een partij best Engels aardewerk. Nadere informatie deswege is te bekomen bij de heer P.J. Vos, te Delfzijl.
LCO 051231
In het Vlie binnengekomen G.R. Klein van Larvik.
1832
GRC 080632
Sont, 26 mei. Gepasseerd TITIA ALBERDINA (Sappemeer), G.R. Klein van Schiedam naar Libau.
GRC 310732
Sont, 27 juli. Gepasseerd TITIA ALBERDINA (Sappemeer), G.R. Klein van Libau naar Duinkerken.
1833
AH 291033
Warnemünde, 18 oktober. Gepasseerd TITIA ALBERDINA, G.R. Klein naar Amsterdam.
RC 211133
Rotterdam, 20 november. De smak TITIA ALBERDINA, kapt. G.R. Klein, van Rostock naar Amsterdam, is, volgens brief van Fedderwarden van de 7e dezer, de 2e bij Norderney gezonken, doch het volk door Oldenburger loodsen gered.