|
Rotterdam, 7 mei. Den 4, na posttijd, zeilden uit de Maas de schepen THE GEORGE, T. Gibbs, naar Londen; de VIER ZUSTERS, C. Nielsen, naar de Oostzee; THE GEORGE BECKWORTH, J. Berrith, naar Havana, en arriveerden THE JANE AND ISABELLA, J. Watzon, van Hull; THE PRINS OF SAXEN-COBURG, J. Ladd, van Londen; de TWEE GEZUSTERS, R.R. Rochaug, van Bandholm, en de JONGE SOPHIE, J.W. Moesker, van Elbing (opm: Elblag). Den 4 is door een vissersbom van Katwijk, gevoerd door schipper H. de Vreugd, het in de vorige courant gemelde kofschip alhier op de haven gebracht. Den 5 zeilden THE HOPE, W. Tulloch, naar Leith; GOVERNOR CARVER, J. Tuller, naar Boston; LA SOCIETÉ, M. Rose, naar Rouaan; LE CHARLES, T. Guilbert, naar Havre; de ELIZA EN FREDRIK, J.A.F. Man, en de CARL FREDRIK, J. Dachn, naar …. (opm: niet vermeld). Voorts meldt men van den 6: de vorige uitgezeilde schepen zijn wel in zee gekomen, behalve kapt. Dachn, die op de rede terugkwam. Den 5 arriveerden DE GOEDE HOOP, L.B. Flonk, van Heiligenhaven; de ELLEGINE (opm: smak VROUW HILLEGINA), A.H. Tap, van Memel (opm: Klaipeda). Den 6 arriveerde de TWEE GEBROEDERS, H.J. Swart, van Libau (opm: Liepaja); de ONDERNEMING, J. Rooderkerk, van Cette (opm: Sète); de WAAKZAAMHEID, G.C. Luurts, van Jersey; de MINERVA, C.C. Bos, van Bordeaux, en zeilden de VROUW GEBINA, R.J. Nagel, ZELDEN RUST, T.T. Visser, en de CARL FREDRIK, J. Dachn, naar …(opm: niet vermeld), en de CHRISTINA MARIA, J.C. Kornbeek, naar Corsoer; de wind van ZZO tot ZZW en ZW.
|