Inloggen
ONDERNEMING - ID 12391


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1816-05-30 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 18??
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Construction Data

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1816
Datum agenda: 1816-05-30
Register nr: 18160457
Scheepsnaam: ONDERNEMING
Type: Brik
Lasten: 0
Gebouwd in binnen- of buitenland: Buitenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Gullen, Jan
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Wiggle Swart Jacobs Zoon
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1816-05-30 ONDERNEMING
Manager: Hendrik Gullen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Hendrik Gullen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Ship Events Data


Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

de “Hoop”

 

Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a bevat monsterrollen met als gezagvoerder Wig(ge)le Jacobsz Swart en Wiggele Jz Swart op de:

“Hoop”, dd 11 mei 1814;

“Curacau”, dd 03 maart 1816;

“Onderneeming”, dd 30 mei 1816

“Vriendsbeleid”, dd 24 maart 1818.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 03 november 1814114

Amsterdam, den 1 October. Schipper W. Swart voerende het schip de HOOP, gisteren bij Terschelling aangekomen, van Koningsbergen naar Dordrecht gedestineerd, heeft lekkagie en meer andere schade. Helzelve is hedenmorgen naar Harlingen gezeild om te repareren en heeft een loodsschuit bij zich tot adsistentie.

 

Rotterdamsche Courant 21 maart 1816114

Amsterdam, 19 maart. In den storm van laatstleden vrijdagavond (opm: 15 maart) is op den Spekhoek, bij Wieringen, gestrand het Schoonerschip CURAÇAO, kapt. W. Swart Jacobsz, van Amsterdam naar Curaçao gedestineerd; hetzelve heeft zwaar gestoten, men is bezig de lading te bergen.

 

Rotterdamsche Courant 23 maart 1816114

Volgens rapporten is het op de Spekhoek bij Wieringen zittende Schoonerschip CURAÇAO, kapt. W. Swart Jacobsz, van Amsterdam naar Curaçao gedestineerd, vol water en hetzelve zal denkelijk weg zijn.

Staan deze meldingen van de “Curacao” wel bij de juiste kapitein?

 

Rotterdamsche Courant 09december1817114

Amsterdam, 6 december. Kaptein W. Swart, den 2 dezer in Texel van Surinamen binnengekomen, is den 23 oktober van daar gezeild, en heeft de uit- en thuisreis in 4 maanden en 8 dagen volbragt.

Gemelde kaptein heeft den 30 november bij Wight in goede staat gepraaid het schip ADRIANA JACOBA, kapt. J.C. Reus, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Bordeaux.

 

Rotterdamsche Courant 27 maart 1819114

Amsterdam, 25 maart. In het begin van februari zou van Surinamen vertrekken het schip MARIA FREDRIKA, kaptein Wigle Swart of Kerkhoven, en in de helft dier maand het schip ALIDA HESTER, kaptein P.J. Vlieger, beide naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 06 april 1819114

Amsterdam, 4 april. Den 30 maart is te Medemblik zeer lek binnengelopen het schip VRIENDSBELEID, kaptein W. Swart Jr, van de Berbice naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 07 september 1819114

Amsterdam, 5 september. Te Surinamen zijn gearriveerd de kapiteins W. Swart en M. Koos van Amsterdam, eerstgemelde in 33 dagen.

 

Leeuwarder Courant 21 maart 1820114

In het vorige jaar hadden wij het genoegen te zien aflopen het op onze Werf, voor Amsterdammer rekening, gebouwde schooner kofschip van circa 200 lasten (opm: MARIA FREDERIKA, zie LC 020419), gevoerd bij kapt. Wigle Swart, bestemd voor de vaart op de West-Indiën; dit schip is zo snelzeilend, dat hetzelve in 25 dagen van Texel te Surinamen gearriveerd is; heden is weder te water gelopen het, voor rekening van de heren Barend Visser en Zoon, alhier gebouwde kofschip, gevoerd zullende worden bij kapt. Hendrik van Wijk, hetwelk wij verwachten, dat niet minder aan het oogmerk voldoen zal.

In staat, om op onze, zijnde de gewezen Lands Werf, schepen, onverschillig van welke constructie, te bouwen, recommanderen wij ons daartoe aan alle Reders en Uitrusters van schepen, in de hoop, dat de thans kwijnende staat, waarin de scheepvaart zich bevindt, spoedig mag verkeren in vrolijker uitzigten, opdat er nieuwe lust gevoeld worde tot het hervatten van een tak van nijverheid, welke door deszelfs omvang meer dan enig ander de algemene welvaart bevordert en wij alzo spoedig vereerd worden met nieuwe bestellingen.

Harlingen, den 16 maart 1820                                   Johannes & Pier Dirks Alta

 

Rotterdamsche Courant 16 september 1820114

Londen, 12 september. Op 31 augustus is gepraaid het schip MARIA FREDERICA, van Surinamen naar Amsterdam…..

 

Rotterdamsche Courant 07 december 1820114

Amsterdam, 5 december. Kapt. J. van Ulphen, van Bordeaux den 2 december in Texel binnen, heeft den 26 november, op de hoogte van Bevesier (opm: Beachy Head), in goede staat zeilende, gepraaid het schip MARIA FREDRIKA, kapt. W. Swart, den 22 dito uit Texel gezeild naar Surinamen.

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Swart, Wig(Ge)Le Jacobs
Overige informatie: 1816-05-30

Familiegegevens en opleiding

J.J.Bart werd geboren te Groningen op 11 februari 1784.

Hij huwde met Engeltje Kraay, geboren te Zandvoort op 01 december 1784. Zij kregen een zoon geboren op 20 december 1830 en een dochter op 22 oktober 1815.003

J.J.Bart overleed in 1839. Zie hierna

 

Provinciale Groninger Courant 04 juni 1839

Amsterdam 30 mei. De volgende berichten heeft men ontvangen uit Batavia. Te Batavia zijn op 20 december j.l verongelukt de gezagvoerder J.J. Bart, voerende het op die rede aangekomen zijnde schip WALCHEREN, benevens de scheepsdoctor, een der stuurlieden en een matroos, bij het met de sloep naar de wal varen. Hun lijken heeft men later opgevist, met een zak postpaketten en een 45 tal brieven.

 

Uit. JACOB OLIE Jbz (1834-1905). Monografieën van Nederlandse fotografen nr. 10

Anneke van Veen. Focus Publishing Amsterdam. 2000, 268 pp.

p.200

Barts vader, Jacob Jans Bart was ook koopvaardijkapitein geweest. Op een dramatische reis met het fregat Walcheren in 1838-1839 verloor Johan Jacob Bart, die als eerste stuurman op het schip voer, op de rede van Batavia zijn vader. Ook elf leden van de oorspronkelijk 35 koppen tellende bemanning van het schip kwamen om. De 24 jarige Bart moest het schip naar huis varen. …”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Bart werd met vlagnummer 73 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”. Zijn schip was de “Walcheren”. Aangiftedatum en referentie zijn niet vermeld002.

In de Algemene Ledenvergadering van het college op 21 september 1824 werd Jacob Jansz Bart (vóórnamen juist overgenomen!), 40 jaar, wonende op de Bikkersgracht, aangenomen als effectief lid van het college met vlagnummer 73 op voordracht van Pieter Kraay023.

J.J.Bart was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1824 t/m (wellicht) 1840 met de vlagnummers 73 (1824 t/m 1836) en 40 (1836 t/m 1840).

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 11 oktober 1825003.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 januari 1826 wordt een opmerking vermeld van de heer Kooy, dat naast de kapiteins Krayer, Sipkes, Zeijlstra, Pakes en Heyde, ook andere kapiteins zich bij de hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnoodramp in 1825, zich “door onverschrokkenheid, moed en zelfsopoffering hadden onderscheiden” zoals de kapiteins J.J.Bart, J.Ingerman, Gribbert de Jong e.a.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juni 1826 is vermeldt dat het Bestuur machtiging tot aanwinning van buitenlandse honoraire leden in de “koloniën Suriname, Demerarij, Curacao & Batavia” heeft verstrekt aan Th.Pietersz, J.J.Bart, P.S.Matzen en L.F.Heyde.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 augustus 1827 staat berichten van zowel B7W van Amsterdam als de Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, waarin de ontvangst wordt gemeld van “4 bewijzen van Z.M. hoge tevredenheid over het gedrag van de kapiteinen Gt de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart geduurende de watervloed van 1825.” 042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 09 januari 1840 vraagt Johan J.Bart een uitkering voor zijn broer Simon Bart, zoon van wijlen kapitein Jaccob Jan Bart en Engeltje S.Kraaij. Deze wordt toegestaan in de vergadering van 27 februari 1840042

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 04 september 1827 werden missiven ingebracht van Burgemeesters en Wethouders van Amsterdam dd 16 en 21 augustus 1827 “wegens de uitkeering van bewijzen van Zijne Majesteits tevredenheid over het gehouden gedrag bij de watersnood in 1825 aan de kapiteinen G.de Jong, J.Ingerman, P.Bakker en J.J.Bart”.023

In de notulen van de Algemene Vergadering vn Zeemanshoop dd. 21 april 1840 staat het verzoek van Simon Bart, zoon van wijlen kapitein Jacob Jans Bart en E.S.Kraay om een uitkering welke werd toegekend ingaande 01 februari 1840.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

         73                1825-1828            brik         Maria en Jacoba                Buys, de Bordes en Jordan

                               1829-1834            fregat     Wilhelmina en Maria         Insinger en Co

                               1835    geen opgave van schip en boekhouder

         40                1836-1838            fregat     Walcheren                           Buys, de Bordes en Jordan

 

Bouma025 vermeldt J.J.Bart als gezagvoerder gedurende:

*    1822 t/m 1829 op de brik “Maria en Jacoba”, gebouwd in 1812, 150 ton o.m., varend voor Buys, de Bordes & Jordan te Amsterdam;

*    1830 t/m 1835 op het 3/m schip “Wilhelmina Maria”, gebouwd in 1826, 275 ton o.m., varend voor Insinger & Co te Amsterdam;

*    1835 t/m 1839 op het 3/m schip de “Walcheren”, gebouwd in 1829 te Middelburg, 717 ton o.m., varend voor Buys, de Bordes & Jordan te Amsterdam. Het schip werd in 1839 verkocht.

      Van Sluijs013 vermeldt omtrent J.J.Bart een advertentie in de Amsterdamsche Courant van 17 april 1816, waarin de mededeling: ”29 April 1816 te A’dam in veiling het galjasschip Natalia, kapt. J.J.Bart  lang 80 vt, wijd 25 vt  hol 12½ vt”.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van Jacob Jansen Bart op de:

“Natalia”, dd 21 februari 1815 (Russische vlag);

“Nadeschada”, ddd 16 juni 1817”

“Maria & Jacoba”, dd 15 november 1819; 22 september 1820; 16 augustus 1821; 09 april 1822; 18 november 1822; 25 september 1823; 26 april 1824; 08 april 1825; 13 oktober 1825; 08 juni 1826; 26 maart 1827; 28 september 1827, 01 april 1828; 20 oktober 1828 en 23 juli 1829;

“Wilhelmina & Maria”, dd 22 december 1829; 23 juni 1830; 05 april 1831; 17 oktober 1831; 11 mei 1832; 31 oktober 1832; 04 november 1833, 31 mei 1834 en 11 november 1834.

“Walcheren”, dd 01 maart 1836 en 30 maart 1837.

Tevens wordt de “Walcheren” op 17 juli 1838 vermeld met als kapitein Jan Jacob Bart.

 

Overige bijzonderheden

Op 15 december 1834 overleed te Curacao  de soldaat Dirk van Wijk, een voorvader van de voetballer Coen Moulijn. Dirk vertrok op 21 november op de “Wilhelmina en Maria” als soldaat naar Suriname,

Uit: Gens Nostra, 66, p. 321, 2011.

 

In het begin van de 19e eeuw, na de Franse tijd, zocht de Nederlandse koopvaardij naar nieuwe afzetmarkten o.a. in Zuid-Amerika vanwege het ontstaan van Zuidamerikaanse staten. Daarbij werd gebruik gemaakt van de route via Kaap Hoorn naar de Zuidamerikaanse westkust. In 1826/27 maakte een Amsterdamse koopvaarder, de “Wilhelmina en Maria” van het huis Insinger een reis met Nederlandse en Duitse “fabrijksgoederen”. “Ook dit schip maakte de ronding van Kaap Hoorn in de zuidelijke zomer. Het lag daarbij niettemin 21 dagen onder dubbel- en dichtgereefde marszeilen. Na een bezoek aan de westkust van Zuid-Amerika onderzocht het ook de afzetmogelijkheden van produkten uit dat gebeid in China. De “Wilhelmina en Maria” keerde in Nederland terug met lijsten van gevraagde artikelen en gangbare prijzen, doch met een negatief saldo voor wat betreft de meegevoerde lading.”007

Uit de vaargegevens hiervoor ontleend aan 001 blijkt dat de gezagvoerder op deze reis kapitein Johan Jacob Bart is geweest.

J.J.Bart verzorgde per 01 mei 1836 vanuit Veere met de “Walcheren” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 augustus 1836 na 103 dagen065*.

 

Voorstelling der door-ijzing van eenige koopvaardijschepen, door het Groot Noord-Hollands Kanaal nabij Purmerend op den 9 Januarij 1830 opgedragen aan de gezamenlijke reeders dier schepen.” van J.H.Koekkoek en H.W.Hoogkamer

In de Provinciale Atlas van Noord-Holland, Collectie Prenten en Tekeningen, Purmerend 082a.

Ansicht uit het Rijksarchief van Noord-Holland

In Onderschrift staat:

namen der schepen                             namen der heeren reeders

De Louisa Agatha                             

De Maria en Jacoba                          De Heer J.van Beeck Vollenhoven  De Heeren Buys, de Bordes & Jordan   -

    Willem Ernst                  

 -  Welvaart                                         De Nederl.Scheepsreederij                De Heer L.Schumacher

Jonge Lodewijk Antonie –

 Diana                                                  De Heren L.Bienfait & Zoon           De Heeren J.A.Westerloo & Comp.

Wilhelmina en Maria         -

 Twee Gebroeders                                   Insinger & Comp.                              H.& C van de Stadt

 

Uit een bezoek aan de nog steeds bestaande sluis in het Noordhollands kanaal in Purmerend op 05 augustus 1997 kon ik afleiden dat de schepen met de boeg in de richting van Alkmaar-Den Helder liggen. Zij waren dus op 09 januari 1830 op weg naar hun buitenlandse bestemming.

Monsterrol in Archief van de Amsterdamse Waterschout dd 22 december 1829, kapitein Jacob Jansen Bart, 17 bemanningsleden, bestemming Suriname, boekhouder Insinger & Co. Stuurman is Jan Cornelis Atkens, die later kapitein van hetzelfde schip zal worden

 

Rotterdamsche Courant 27 april 1816114

Advertentie. J. van Olivier en F. der Kinderen, makelaars, zullen, op maandag den 29 april 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra-ordinair welbezeild Galjasschip, genaamd NATALIA, kapt. J.J. Bart, lang over steven 80 voet, wijd, bij de eerste balk voor het grote luik binnen zijn huid, 25 voet, hol, in het ruim bij de uitwatering, 12 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat, liggende ten einde van de Bikkerstraat. Breder bij de inventaris omschreven. Nader onderrigting bij voornoemde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 16 december 1819114

Amsterdam, 14 december. Den 29 november lag onder Noord-Voorland (opm: North Foreland), bij Margate, ten anker het schip MARIA EN JACOBA, kapt. J.J. Bart, van Amsterdam naar Curaçao, met nog wel 50 anderen.

 

Rotterdamsche Courant 10 oktober 1820114

Amsterdam, 8 oktober. Van Texel uitgezeild J.J. Bart, aan boord hebbend Zijne Exell. de Heer Cantzelaar, nieuw benoemde Gouverneur van Curaçao en onderhorige eilanden; is den 5 dezer uit Den Helder derwaarts gezeild (opm: zie RC 270121).

 

Rotterdamsche Courant 27 januari 1821114

Amsterdam, 25 januari. Te Curaçao zijn gearriveerd R. Smit en J.J. Bart (opm: zie RC 101020) van Amsterdam; te Kadix (opm: Cadiz) J.R. Kuiper van Amsterdam; nog was een Hollands schip bij zware storm zonder loods in de Baai gekomen, zijnde waarschijnlijk J.C. Jansen van Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 31 januari 1822114

Amsterdam, 29 januari. Het schip MARIA EN JACOBA, kapt. J.J. Bart, zou, volgens de laatste berigten van Curaçao, media januari de reis van daar naar Amsterdam aannemen.

 

Rotterdamsche Courant 09 maart 1822114

Amsterdam, 7 maart. Kapt. J.J. Bart, voerende het schip MARIA JACOBA, in 36 dagen van Curaçao in Texel binnen, heeft den 2 februari laatstleden in de Monapassa  in goede staat gepraaid het schip ALBERTA JACOBA, kapt. D.J. de Groot, van Curaçao naar Amsterdam; den 4 dezer, in het Kanaal bij Wight, kapt. P. Muntendam en een brik en een driemastschip, voerende Antwerpse nummervlag 77; ook passeerde hij daar nog een pink; alle deze schepen zeilden onder Nederlandse vlag voor Z.Z.W. om de West met mooi weer.

 

Rotterdamsche Courant 12 maart 1822114

Amsterdam, 10 maart. Het schip (opm: brik) MARIA EN JACOBA, kapt. J.J. Bart, van Curaçao in Texel binnen is in de nacht tussen den 6 en 7 maart, met verlies van ankers en touwen en enige schade, door adsistentie van een schuit en sloep in het Nieuwe Diep gebragt.

 

Rotterdamsche Courant 10 september 1822114

Amsterdam, 7 september. Volgens berigt van kapt. P. Bostijn, te Texel binnen, waren den 31 juli tegelijk met hem van Curaçao gezeild Zr.Ms. oorlogsbrik MERKUUR, kapitein De Kwartel, benevens de schepen de ZEEMEEUW, kapt. R.J. Bönning, ALMELO, kapt. R. Smit, MARIA ELISABETH, kapt. W. Swart, en MARIA JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), kapt. J.J. Bart, allen naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 17 september 1822114

Amsterdam, 15 september. Kapt. J.J. Bart, voerende het schip MARIA EN JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), van Curaçao in Texel binnen, meldt van de rede van Texel van den 11 september, dat hij, den 31 juli, des morgens, van Curaçao vertrokken zijnde, tegen de avond aangezeild is geworden door het schip MARTA EN ELIZABET (opm: MARTHA EN ELISABETH), kapt. G. Swart, mede van Curaçao naar Amsterdam bestemd; beide de schepen hadden schade bekomen; kapitein Bart had de zijne, welke aan het schip en tuig was, zo goed mogelijk hersteld, doch zou dezelve bezigtigd moeten worden; het schip was echter volkomen digt.

 

Zeepost 23 april 1839 – 372114

Volgens brief van kapt. S. van Delden (opm: bark JAVA’S WELVAREN) in dato Batavia 22 december, is een sloep, waarmede kapt. J.J. Bart, voerende het schip (opm: fregat) WALCHEREN, zich naar de wal wilde begeven, en waarin zich buiten hem, de dokter, de 3e stuurman en een matroos bevonden, in een hevige branding omgeslagen en waarbij gemelde vier personen zijn verdronken. De lijken zijn gedeeltelijk opgevist en aangespoeld en op het kerkhof aldaar bijgezet. (opm: zie ook ZP 240439 en ZZC 300439)

 

Zierikzeesche Courant 30 april 1839114

In een brief van Batavia van de 22e december, wordt het volgende gemeld: kapt. Jacob Jansz. Bart, voerende het schip WALCHEREN, in de namiddag van de 20e dezer, van Amsterdam ter rede alhier binnengekomen, en dadelijk met de grote sloep, bemand met de 2e stuurman, de scheepsheelmeester en zes matrozen naar de wal wilde begeven, en bereids bij het Zeehoofd genaderd zijnde, is door het omslaan derzelve ten gevolge van een hevige stortzee, met alle de aan boord zijnde manschappen, uitgezonderd vijf matrozen, in weerwil van alle van de wal aangewende pogingen tot redding verdronken; de lijken derzelven waren nog die zelfde namiddag opgevist en de volgende dag te Batavia begraven, als ook de medegenomen scheepspapieren en brievenzak, ofschoon geheel nat, aangespoeld. (opm: zie ook ZP 230439)

 

 

Datum vanaf: 1817
Kapitein: Bart, Jacob Jansz
Overige informatie: 1817-04-09

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1817-04-07
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ONDERNEEMING
Schipper: Bart, Jacob J.
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1816

Op 30 mei 1816 wordt voor de ONDERNEMING door Jan Gullen uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Wiggle Swart Jacobs zoon.

RC 090716
Amsterdam, 7 juli. Volgens ingekomen tijding was het schip de ONDERNEMING, Kapitein W. Swart Jr., den 27 juni uit Texel naar Suriname gezeild, den 30 dito op de hoogte van Wight in goeden staat zeilende.

1817

Op 09-04-1817 wordt voor de ONDERNEMING door Jan Gullen uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jacob Jans Bart.

LCO 250417
Amsterdam, 23 april. Den 22 april van Texel uitgezeild ONDERNEMING, J.J. Bart naar Londen.

Op 25 maart 1818 gaat kapt. J.J. Bart varen op de MARIA JACOBA.

Akten

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5181/7152-1816-42

DVD 6 – VI – 35-37

ACTE AAN-/VERKOOP
Naam schip the ENTERPRISE

plaats en datum acte onderhandse verkoop, Londen, … mei 1816

soort schip brik

Bouwwerf/verkoper William Dalrymple Dawson, koopman te Londen (opm.: er staat Douson)

Gevoerd door kapt. Christopher Wilson

eigenaar/aankoper John Pullen, koopman te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen 223 47/94e ton

tuigage en aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen lang van voorste gedeelte van voorsteven tot achterste kant van achtersteven 84 voet 6 duim, breedte bij het breedste gedeelte boven de hoofdberkhouten 25 voet, een duim, diepte in het ruim 16 voet, een duim, alles volgens meetbrief Londen 23 april 1816

kiellegging

tewaterlating schip is in 1816 gebouwd te Stockton volgens bijlbrief in dato 1 april 1816, door de scheepsbouwmeester Henry Mackham en opzichter Joseph Preston

plaats en datum van registratie

nummer van registratie

notaris

prijs (bij aan-/verkoop) GBP. 1899/15 (1899 pond, 15 shilling)

bijzonderheden: translaat uit het Engels, Amsterdam, 22 mei 1816
Thuishaven ENTERPRISE Londen, schip was bij deze transactie op zee.


researcher/datum research ML/250707

Naam ENTERPRISE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1816
Toegang 5181
Inventaris 7152
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 1816
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
LCO = Leydsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant