|
Vlissingen, 10 juni. Den 8 en 10 dezer zijn van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild: THE FRANCIS, kapt. D. Walker en THE HARDY, kapt. P. Shirley, beide van de Havanna; DE ONDERNEMING, kapt. F.G. Klip van Charlestown. Van den 7 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: FREDERIK HENDRIK, kapt. P. Zink met stukgoederen en LE GASTON, kapt. P. Louriol met koffie, beide van Rio de Janeiro; LE JEUNE CAMILLE (opm: pleit JONGE CAMILLE) kapt. J. Walters, van Londen met stukgoederen; DE VROUW ANNA, kapt. H.J. Korter, van Tremblade met zout; DE WILLEM, kapt. H.W. Kiers; DE GEZINA, kapt. R.F. Taay; DE VROUW HELENA, kapt. D.J. Greeven en DE EENDRAGT, kapt. E.M. de Jonge, alle vier van de Marennes met zout; DE HARMINA, kapt. A.J. Hubert van Noorwegen met houtwaren; DE VICTORIE, kapt. G. Kuper, van Tremblade met zout; DE JONGE JACOBA, kapt. L. Jansen (opm: hoekersloep DE JONGE JACOBUS, kapt L. Janssen), van Liverpool met katoen; GEZINA CHARLOTTE, kapt. G. van Veen, van Dantzig met hout en vlas. Voorts zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en sedert onze laatste van onze rede naar zee gezeild: CUMBERLAND, kapt. C. Morill naar St. Ubes en VROUW ANNA, kapt. H.K. Wijkmeijer, naar Tremblade, beide met ballast; LOUISE, kapt. P.J. Colas, naar Rio de Janeiro met stukgoederen; JOHANNA HAZINA, kapt. D.T. de Jonge, naar Dantzig met mechanieke goederen; MARIA JOHANNA ELISABETH, kapt. H.G. Boekhout, naar de Marennes, de HEMMINA, kapt. S.F. Taay, naar Noirmoutier en LE JULES, kapt. F. Fournij, naar Duinkerken, alle drie met ballast; SOPHIA EN ELISA, kapt. P. Petersen, naar Marseille met stukgoederen; WILHELM EN JEANNE, kapt. R. ’t Anker, naar St. Martin; DE JONGE NIKOLAAS, kapt. H. Peters, naar de Marennes, AGENORIA, kapt. F. Crediford naar Kannibunk (opm: waarschijnlijk Kennebunk, Maine), DIANA, kapt. L.A. Bergman naar Bergen en L’HERCULES, kapt. J. Wittevronghel naar Ostende, alle vijf met ballast; DE VROUW ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, naar Liverpool met boomschors; DORIS, kapt. R. Burcham, naar Newcastle met ballast. Den 13 dito. Van den 11 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: GANGES, kapt. G.H. Bawlby, van Riga met timmerhout; DE JONGE CESAR, kapt. M. Schalk, van de Marennes met zout; DE VROUW MARTHA, kapt. J.K. Vlas, van Memel met houtwaren; HERSTELD HOLLAND, kapt. J. van Wijk, met zout en DE DRIE GEBROEDERS, kapt. C.J. Klaasen met wijn en zout, beiden van de Marennes; LE SANS REPOS, kapt. C. Pethers, van Londen met stukgoederen; JOHAN GEORG, kapt. W.D. Kleininga, van de Marennes met zout. Ook zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen, en gisteren van onze rede naar zee gezeild: LIBRA, kapt. G.R. Engelsman en CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, beide naar de Marennes met ballast; MEDUSA, kapt. J. Lubbing, naar Londen met boomschors en stukgoederen.
|