Inloggen
JONGE FREDRIK (DE) - ID 12019


Kroniekberichten

Datum 15 augustus 1816
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Amsterdam, 13 aug. Kapt. C. Riesen, van Kadix te Amsterdam gearriveerd, is den 12 juli, op 36 gr. 8 min. N.B. 7 gr. 48 min. W.L, west van Greenwich ontmoet door een oorlogs schoonerbrik, voerende 10 stukken, voorgevende een Amerikaan te zijn, doch geen vlag tonende, dewelke hem van boord liet halen, en een luitenant aan boord van het schip zond, die enige visitatie deed, en naar Spaanse couranten vroeg, zonder nogtans iets mede te nemen.

Afbeelding
Datum 09 oktober 1819
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Amsterdam, 7 oktober. Te Malaga is gearriveerd J. Polle, van Amsterdam, laatst van Kadix (opm: Cadiz); moet quarantaine houden; te Randers H.S. Thijgesen en te Riga Ebe Jans Kluin, K.Y. Parma, T. Wilkinson, J.H. Uiling, M.M. Pot Jr, J.J. Pranger (opm: Jan Jacobs Prange, kapitein van de schoenerkof WEMELINA KRANENBURG) en G.J. Kluin, van Amsterdam.

Afbeelding
Datum 26 mei 1821
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 24 mei. Het Zeemans Collegie, te Amsterdam, berigt, dat door een van deszelfs leden, C. Riesen, onlangs in Texel binnen, op 41º N.B. 13º lengte West van Greenwich, gezien is een driemastschip, tonende Nederlandse vlag en daarbij een blauwe vlag, no. 65 (zijnde die van kapt. P.J. Sturk, voerende het schip de VREDE, van Amsterdam naar Demerarij), zeilende met een stijve koelte voor de wind om de west.

Afbeelding
Datum 12 maart 1822
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 10 maart. In de storm van 7 en 8 maart zijn op de Zuidwal van Texel aan de grond geraakt (opm: buitenlandse schepen niet opgenomen)
J. Cremer (opm: fregat JOHANNA) naar Batavia, op de Rug bij de Balg; heeft ligters aangenomen om te lossen;
F. Olferts (opm: fregat NEPTHUNUS, zie RC 210522) naar Port-au-Prince, met verlies van fokke- en bezaanmasten;
K. Riesen naar St. Thomas, dezelve is echter spoedig weder in vlot water gebragt;
J.C. Visser (opm: VERHILDERSUM), naar Lissabon; heeft een schuit tot adsistentie.
Deze schepen hebben allen, behalve andere schade, ankers en touwen verloren.
Van de bovenstaande schepen kan men nog het volgende melden:
J. Cremer naar Batavia is sedert in de grond gestoten, zo dat het schip denkelijk weg zal zijn; van de lading en tuigagie als anderszins is men bezig te bergen. (opm: het schip verongelukte inderdaad; de zeebrief werd op 9 april 1822 geretourneerd: ‘verongelukt’)
De staat van het schip van R. Hancock (opm: naar Baltimore) is mede zodanig, dat men aan deszelfs behoud twijfelt.
K. Riesen van (opm: eerder schrijft men naar, dat is waarschijnlijker) St. Thomas is sedert, met verlies van ankers en touwen, lekkagie en andere zeeschaden, door behulp van een loodsschuit in de haven van Texel gebragt; zal lossen om te repareren.

Afbeelding
Datum 04 mei 1822
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 2 mei. Volgens brief van kapt. K. Riesen, voerende het schip de VRIENDSCHAP, van Amsterdam naar St. Thomas, geschreven uit zee den 28 april, des avonds te 6 uren, was hij die avond uit Texel in zee gezeild.

Afbeelding
Datum 27 augustus 1822
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 25 augustus. Volgens een brief, den 20 dezer geschreven aan boord van het Deense brikschip DISCO, gevoerd door kapt. J. Jacobsen, den 3 juli van St. Thomas naar Hamburg vertrokken, toen in goede staat op de hoogte van de Breeveertien (zandbank voor de Nederlandse kust van Scheveningen tot Texel, ca 30’ uit de wal en gemiddeld 14 vadem onder water) zeilende, lagen aldaar zeilklaar het galjootschip de VRIENDSCHAP, kapt. C. Riese (opm: Claus Riesen), en HERMAN, kapt. Clausen, naar Amsterdam, alsmede het schip de DOLFIJN naar Rotterdam en onderscheiden andere schepen naar Bremen en Hamburg.

Afbeelding
Datum 11 januari 1823
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 31 december 1822 en 3 januari:
Bij Eastbourne is aan strand gedreven een gedeelte van de achtersteven van een schip, gemerkt VRIENDSCHAP, van Amsterdam, alsmede verscheiden kisten met laarzen en schoenen. Een grote ra is te Rye opgevist, en men denkt derhalve, dat het schip, hetwelk waarschijnlijk verongelukt is, zeer groot moet geweest zijn (opm: galjas, kapt. Klaus [ook wel Claus] Riesen, zie RC 040223 en 290323).
Het schip WILLEM DE EERSTE, kapt. Johannesen, van Amsterdam, is den 29 december te Dartmouth in het droge dok gekomen, doch twee dagen later daaruit gebracht als zijnde deszelfs schade hersteld.
Het schip de WILHELMINA MARIA, van Nantes naar Brussel, is den 1 januari zeer lek en zwaar beschadigd te Plymouth binnengelopen. Het moest lossen.

Afbeelding
Datum 04 februari 1823
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

In een brief van Newhaven van den 15 dezer wordt gemeld, dat te Eastbourne zijn aangebracht diverse vaten met traan en een doos, bevattende 86 paren schoenen. Men veronderstelde, dat zo te Hastings als te Rye enz. omtrent 150 vaten traan bij elkander zouden zijn. Die, welke te Boulogne zijn, waren van dezelfde lading afkomstig en door Franse vissers op de Engelse kust gevist. Bovenstaande vaten zijn geladen geweest in het schip de VRIENDSCHAP, kapt. K. Riesen, van Bergen naar Dordrecht, weshalve men het voor genoegzaam zeker kan houden, dat dit schip geheel verongelukt is (opm: zie RC 110123 en 290323).

Afbeelding
Datum 29 maart 1823
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 27 maart. Volgens een bekendmaking van de opperstrandvonder over de eilanden Voorne, Goedereede en Over-Flakké is den 20 dezer aan de stranden van West-Voorne aangespoeld en vervolgens aldaar begraven het lijk van een manspersoon, gekleed in blauwe Friese peijekker, het hemd gemerkt J.P, hebbende bij zich een zilver horologie en drie gouden buitenlandse geldstukken. Men vermoedde deze persoon de stuurman of ander beambte te zijn geweest van het galjas de VRIENDSCHAP, kapt. K. Riesen, den 28 april 1822 uit Texel naar St. Thomas gezeild, alzo hij in een zeildoek op de borst had het dagverhaal van het gezegde schip, begonnen in april en voortgezet tot den 17 december 1822. Dit bericht laat geen twijfel over aan het verongelukken van die bodem op de reis van Bergen naar Dordrecht. (opm: zie RC 110123 en 040223)

Afbeelding