1804
RC 220504
Amsterdam, 20 mei. Aan deze stad gearriveerd H.J. Lever van Kopenhagen.
UCO 191004
Amsterdam, 17 oktober. Te Hamburg H.J. Lever van hier.
1805
RC 270405
Amsterdam, 25 april. Aan deze stad is gearriveerd H.J. Lever van Hamburg.
1814
Op 20 april 1814 wordt voor de VIER GEBROEDERS door kapt./ eig. Hendrik Jans Lever uit Wildervank een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
1815
OHC 300915
Amsterdam, 28 september. Den 25 dezer van Terschelling uitgezeild H.J. Lever naar Hamburg
1816
Op 25 mei 1816 wordt voor de VIER GEBROEDERS door kapt./ eig. Hendrik Jans Lever uit Wildervank een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.
1818
monsterrol d.d. 16 maart 1818 Scheepsnaam: Vrouw Fennechien
Achternaam Voornaam Rang Gage Woonplaats Leeftijd
Lever Hindrik H. stuurman 17.5 niet vermeld niet vermeld
Lever Stoffer Hindriks Kok 6.67 niet vermeld niet vermeld
Oostra Simon Roelfs schipper niet vermeld niet vermeld niet vermeld
Monsterrol: 1818-60
Datum: 16-03-1818
Scheepsnaam: VROUW FENNECHIEN
Scheepstype: niet vermeld
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Veendam, Gemeentearchief (Veendam)
Achternaam |
Voornaam |
Rang |
Gage |
Woonplaats |
Leeftijd |
Lever |
Hindrik H. |
stuurman |
17.5 |
niet vermeld |
niet vermeld |
Lever |
Stoffer Hindriks |
Kok |
6.67 |
niet vermeld |
niet vermeld |
Oostra |
Simon Roelfs |
schipper |
niet vermeld |
niet vermeld |
niet vermeld |
RC 040818
Amsterdam, 2 augustus. Het schip de VROUW FENNECHYA, Oostra, van Groningen naar Londen, was door een Deens schip overzeild en gezonken. (opm: de tjalk VROUW FENNECHIEN, bouwjaar 1801, is op 9 juli door een Deens schip overzeild, waarbij kapt. Simon Roelfs Oostra is verdronken; de overige opvarenden, stuurman Hindrik Hindriks Lever en kok Stoffer Hindriks Lever, zijn door de Deen gered en in Hamburg aan land gebracht; de waarde van het schip bij vertrek werd door deskundigen vastgesteld op NLG 4.000)
1 september 1818
Afgelegde verklaring: Fennechien Hindriks Bontekoe, weduwe Simon Roelfs Oostra, zonder beroep te Veendam, verklaart dat haar echtgenoot met zijn tjalk de VROUW FENNECHIEN met een lading haver van Groningen naar London gedestineert, op 7 juli 1818 uit het Friesche Gat naar zee gelopen “dat volgens de verklaring van zijn scheepsvolk, zijnde met name Hindrik Hindriks Lever (opm: stuurman) en Stoffer Hindriks Lever (opm: kok), op den negenden juli daaraanvolgende, zij, van een Deens schip waren overgezeild, waardoor hun schip was gezonken en haren gemelde eheman mede verongelukt; hebbende het gemelde scheepsvolk zich op dit Deens schip gered, waar mede zij te Hamburg zijn aangekomen.
Dat zij, ten gevolge, de, naar de usantie der Zee te vorderen schade vergoeding, verplicht was de waarde van het schip, bij zijn vertrek te Groningen, had verzocht drie getuigen, aan wie, het schip zeer wel bekend was, zijnde Hindrik Jans Lever, van wie haren eheman gemelde tjalk de VROUW FENNECHIEN gepasseerde winter had aangekocht, Hindrik Goukes en Rudolf B. Winters om heden voor ons te compareren en hunne verklaring dien aangaand af te leggen. ”Deze deskundigen taxeren het schip op f. 4.000,--. (opm: zie RC 040818)