ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7147-55
DVD 6 – 125
__________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: een smakschipshol, naam niet genoemd. In 1814 TWEE GEBROEDERS
Plaats en datum acte bijlbrief, Hogezand, 27 december 1805.
Soort schip smakschipshol. Nieuw van de bijl
Bouwwerf / verkoper Hendrik G. Potjer, scheepstimmerman te Sappemeer
Gevoerd door kapt.
Eigenaar / aankoper Jacob Swijrs en Geertien Tjaerts, ehelieden te Hogezand
Te voeren door kapt.
Groot volgens meetbrief
Tuigage en aantal dekken
Afmetingen
Kiellegging
Tewaterlating
Plaats en datum van registratie
Nummer van registratie
Notaris Mr. Scato Gockinga, drost te Sappemeer
Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 5350,-
Bijzonderheden: Eerste Nederlandse zeebrief 11 februari 1814
Researcher/datum research ML/220507
GRONINGER ARCHIEVEN Archiefnummer Appingedam 143.236.340
DVD L – 234-239 – foto 7158 - 7163
Scheepsverklaring
Naam schip TWEE GEBROEDERS
Scheepstype: smak
Gevoerd door: Jacob Swiers
plaats en datum acte 26 september 1823
Het schip was op 22 augustus te Elbing beladen geworden met een lading tarwe voor Amsterdam en ’s nachts vertrokken. De 24e passeerde kapt. Swiers Pillau, de 25e augustus was hij in zee en de 30e bereikte hij de Sont, waar hij vanwege een sterke N.W. wind tot 3 september ten anker bleef liggen. Op 5 september nam de wind zodanig toe dat hij topzeil en fok moest neerhalen en het schip moest laten drijven waarna hij terugkeerde in de Sont bij Koll.
Op 12 september werd de wind gunstig en stak hij met een vloot schepen in zee, met vrij harde wind uit wisselende richtingen. Op 20 september bevond hij zich op een breedte van 55º22’ en vanwege de hemelhoge zee en harde Z.W. wind stak hij een tweede rif in het grootzeil. De volgende dag bespeurde Swiers een lek, waarna ze onophoudelijk moesten pompen, terwijl er veel water stortte over het schip. Op de 23e maakten ze het topzeil vast en namen het grootzeil weg.
Op 24 september kreeg hij het vuur van Borkum in zicht. Vanwege het slechte weer slaagde hij er niet in het schip van het land weg te krijgen, waarna tijdens scheepsberaad werd besloten te proberen het anker te laten vallen om niet rechtstreeks op land te komen; in uiterste nood zouden de boegspriet en de grote mast worden gekapt.
Gelukkig verbeterden de omstandigheden zich in de middag, waarna de kapitein alsnog besloot voor de wind door de branding naar de Eems te zeilen. Hierbij heeft het schip bij herhaling aan de grond gestoten terwijl een stortzee van achteren het hennegat insloeg. In de namiddag bereikte hij de rede van Delfzijl, waar hij tijdens het wenden, op een kabellengte van de haven, aan de grond kwam. Door de bezorging van de heer P.J. Vos kreeg hij een sloepje met enige manschappen om het schip met pompen weer vlot te krijgen.
In de nacht van 25 op 26 september slaagde men erin het schip binnen de haven te brengen, waar de kapitein vanwege oververmoeidheid van de bemanning het schip dadelijk in het slijk heeft doen zetten.
Comparant verklaart mitsdien te protesteren tegen alle reeds gemaakte en nog te maken onkosten, welke door dit gedwongen binnenlopen reeds zijn of bij vervolg zouden kunnen worden veroorzaakt, als zijnde dezelve aangewend tot behoud van schip en lading.
(opm: dit zijn kosten gemaakt tot behoud van schip en lading, zgn. in averij grosse, welke pro rata naar de waarde worden gedeeld door belanghebbenden in het schip resp. de lading)
Geregistreerd te Appingedam 1 oktober 1823
researcher/datum research: GM / 09.09.2011