|
Rotterdam, 26 juli. Van Vlissingen meldt men den 23 juli, dat, sedert onze laatste, voor Antwerpen bestemd aldaar ter rede gekomen zijn de schepen NEPTUNES (opm: NEPTHUNUS), W.A. Bakker, van Dantzig (opm: Gdansk); le LOUIS MARI, J. Hewe, van Nantes; de VROUW ANNEGINA (opm: kof), H.J. Potjer, van Liverpool; de HOOP, E.G. Jonker, van Noirmontier; la BONNE AMITIÉ, C. Pelletier, van St. Jago-de-Cuba, en van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, en de VROUW ENGELINA, H.T. de Jongh (opm: kof, kapt. Harm Tjebbes de Jonge), naar Londen; de JUFVROUW MEES, G.L. Doornbos, naar Londen; VRIESLAND, E.N. Drent (opm: E.J. Drent), en WILHELMINA CATHARINA, P.B. de Jong, naar Bristol; de VIJF GEBROEDERS, D. Steur, naar Havana; de DRIE VRIENDEN, A.R. de Groot, naar Bayonne; de VROUW ENGELINA, E.H. de Groot, naar Londen; AURORA, S.J. Brouwer, naar North Shields; de TWEE GEBROEDERS, E.R. Borchers, naar Bergen; JOHAN GEORG (opm: kof JOHAN GEORGE), W.D. Kleininga, naar Mainhead; FORTUNA (opm: FORTUIN), J. Jans, naar Sandwich; le JEUNE GUILLAUME, J.B. Coster, naar Harborough; de ANNA, F. Schulte, naar Petersburg, en l’ÉTOILE, J. Jolly, naar Bordeaux. Ook is aldaar ter rrede gekomen het schip de TWEE GEBROEDERS, D.H. van Wijk, van Caen naar Brussel gedestineerd.
|