|
Rotterdam, 2 maart. Van Vlissingen meldt men van den 27 passato: Het schip DE VRIENDEN, T. Noster (opm: Nosten), van Port-au-Prince (opm: zie RC 240221), is van zijn quarantaine ontslagen en de Schelde opgezeild. Sedert den 22 zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen l’AIMABLE PAULINE (opm: brik, thuishaven Antwerpen), kapt. L.J. Luijtjes, van Buenos Aijres; DE LIEFDE, M. Bakker, le CHARLES (opm: brik, thuishaven Antwerpen), J.C. Rasmussen, HENRIETTA (opm: bark), G. Abrahams, en VRIESLAND, E.J. Drent, van Liverpool; de TWEE GEBROEDERS, E.R. Borchers, van Noirmoutier; de JUFVROUW ELIZABETH (opm: JONGE JUFFROUW ELISABETH, kof, b.j. 1779 [!], thuishaven Antwerpen), J.F. Witteveen, van Morea (opm: mogelijk Mória, Lesbos; 39º7’ N.B. 26º30’ O.L.), en de TWEE GEBROEDERS, T. Pronk, van Calianubing (opm: niet te traceren). Van de rede naar zee gezeild de TWEE GEBROEDERS, J. van der Niet, en de VRIENDSCHAP (opm: tjalk), C.W. Sloff, van Havre-de-Grace naar Hamburg gedestineerd. Voorts tot heden de Schelde af en naar zee gezeild VERHILDERSUM, J.C. Visser, de ZEELUST, J. Lissnijder, JOHANNES VAN LETTE, H.J. Spans, LOUISE, D. Guijt, NEPTUNES, H.S. Leedig en de JONGE JAN, J. Petit, naar Londen; de HARMONIE, B.J. Wijgers, naar Noirmoutier; AURORA, S.J. Brouwer, en THERESIA, J.H. Arends, naar Liverpool; VENTROSE, J. ALLE, naar Charlestown; DELPHINE, C.D. Ludwigse, naar Napels; JEANNETTE JOSEPHINE, J. van Haverbeeke, naar Port-au-Prince; le VOLTIGEUR (opm: brik, thuishaven Antwerpen), W. de Ruyter, naar Rio-Janeiro; HORTENSE (opm: fregat, ex-brik GOEDE TROUW, thuishaven Gent), J.Y. van der Zweep, naar Havana; de DAME COLLETTE (opm: hoeker JEUNE COLETTE, thuishaven Oostende), C. Nierijnck, naar Cette (opm: Sète); WILHELMINA LAURENTIA, J.J. Swart, naar Oleron, en GEORGINE, N.E. Siemsen, naar Lissabon. (opm: uitsluitend de waarschijnlijk Noord- en Zuid-Nederlandse schepen opgenomen)
|