Inloggen
GOUVERNEUR-GENERAAL S'JACOB - ID 10714


Kroniekberichten

Datum 01 augustus 1883
Krant JB - Javabode

Men heeft de beleefdheid gehad ons toe te zenden the Glasgow News van 28 juni jl. waarin gewag gemaakt wordt van het te water laten te Greenock van het schroefstoomschip GOUVERNEUR GENERAAL ‘S JACOB, gebouwd voor rekening van de Nederlandsch Indische Stoomvaartmaatschappij en bestemd door de Indische dienst. Het schip zal een sieraad worden van de reeds zo schone vloot dier maatschappij. Bij de inwendige bouw is in alle opzichten rekening gehouden met de eisen van het tropisch klimaat en met bijzondere zorg is voor een goede ventilatie zorg gedragen. De afmetingen van het schip zijn, lengte 285 voet, breedte 37 voet, diepte 25 voet, terwijl het ruimte bevat voor 32 eerste klasse passagiers in het achterdek en voor 16 tweede klasse passagiers. De stomer is verder voorzien van 6 boten en een steamlaunch en loopt 15 knopen.
Met het toezicht bij de bouw is belast geweest kapt. Van Emmerik, wiens jongste dochter het schip op de gebruikelijke wijze gedoopt heeft.

Afbeelding
Datum 15 augustus 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Greenock, 13 augustus. Het stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL ’S JACOB geraakte bij het afvaren der rivier (opm: de Clyde) in aanvaring met het bij de Tail of the Bank ten anker liggende barkschip ALLINE, hetwelk daardoor een groot gat in het stuurboordsachter-
schip boven de waterlijn kreeg. Het stoomschip leed geen schade.
(opm: een aan de Clyde gebouwd stoomschip voor rekening van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij)

Afbeelding
Datum 17 augustus 1883
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Greenock, 13 augustus. Het Nederlands-Indisch stoomschip GOUVERNEUR GENERAAL ’S JACOB, heeft door de plaats gehad hebbende aanvaring aan beide zijden 2 boegplaten ingedrukt.

Afbeelding
Datum 12 september 1883
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 12 september. De nieuwe boot der Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij, de GOUVERNEUR-GENERAAL S’JACOB, kapt. De Hart, is heden van Port Said vertrokken en kan 5 oktober te Singapore komen.

Afbeelding
Datum 12 oktober 1883
Krant JB - Javabode
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

De Glasgow Herald van 25 augustus geeft het volgend verslag van de proeftocht van de nieuwe stomer GOUVERNEUR GENERAAL ’S JACOB te Greenock door de firma Caird en Co gebouwd voor rekening van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij:
De stomer is de elfde, door deze uitnemende scheepsbouwmeesters voor rekening van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij gebouwd, en in ieder opzicht werd hij gisteren verklaard bewonderenswaardig geschikt te zijn voor de dienst, waarover hij bestemd is. De laadruimte is zeer groot, terwijl de voortbewegende kracht voldoende is om een snelheid van elf knopen te waarborgen. De romp van het schip en de ketels zijn van staal, terwijl de voornaamste afmetingen zijn: lengte 285 voet, breedte 37 voet, en hoogte 25 voet.
De bruto tonnenmaat is 2250 ton en alle machine-toestellen om vlug te lossen en te laden zijn aangebracht. De machines zijn direct-werkende, de middellijn der stoomcilinders zijnde 45.080. [opm: waarschijnlijk een verschrijving]. De grote salon is zeer gerieflijk en zeer elegant ingericht, geheel volgens de eisen van het klimaat. De slaaphutten, 32 in getal, zijn ruim en goed geventileerd, terwijl de afdelingen en hutten voor de officieren en het scheepsvolk onbekrompen zijn. Het schip heeft verder ruimte voor 16 tweede klas passagiers. Op het dek is een uitstekende promenade en bij warm weder kan een zonnetent over het gehele schip worden aangebracht. Zeven reddingsboten van teakhout gemaakt hangen aan de davits, een daarvan is een steamlaunch. Met een diepgang van 19 voet, inhoudende 2.400 ton lading, liep de stomer van Clerh naar Cumbrae, zijnde de gemiddelde snelheid van twee proeftochten, 11 ½ knoop.
De nieuwe stomer zal gevoerd worden door kapt. De Hart, de oudste officier van genoemde maatschappij.

Afbeelding
Datum 22 oktober 1883
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 22 oktober. Naar wij vernemen, zal de nieuwe en prachtige boot der Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij, de GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB, op zondag aanstaande (opm: 28 oktober) door Z.E (opm: de gouverneur-generaal) plechtiglijk worden gedoopt.

Afbeelding
Datum 29 oktober 1883
Krant JB - Javabode

Gisteren morgen heeft ter rede alhier de doopplechtigheid plaats gehad van het nieuwe stoomschip der Nederlandsch-Indische Stoomvaartmaatschappij GOUVERNEUR GENERAAL S’JACOB. Des morgens ten 7 uur verliet Z.E. de Gouverneur Generaal met gevolg, vergezeld door de Algemeen Secretaris , den Schout-bij-nacht van Alphen met gevolg en de Havenmeester den Kleinen Boom aan boord van het door de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij ingehuurde stoomscheepje TJITARUM.
Ofschoon Z.E. uitdrukkelijk verzocht had van officiële eerbewijzen te mogen verschoond blijven, waren toch alle ter reede liggende schepen met vlaggen getooid, waaronder die van genoemde Maatschappij door hun grote en schone vlaggenrijkdom bijzonder in het oog vielen.
Aan boord van het nieuwe stoomschip gekomen, had dadelijk op de campagne de plechtige in ontvangst name plaats van de vlaggen, die Z.E. zelve voor een geschenk aan zijn drijvende naamgenoot had medegenomen. Geassisteerd door de Havenmeester verzocht de heer Schröder Z.E. om persoonlijk het zijden omhulsel los te knippen, waarin de schone vlaggen gewikkeld waren. De naamvlag werd aangeslagen en bij de grote mast gebracht, waar de fles erewijn prijkende met een zijden lint, waarop de naam van het schip in gouden letters was geborduurd, gereed stond.
Nadat het gezelschap zich op het benedendek voor de grote mast verzameld had, nam de heer Schröder het woord. Hij drukte zijne ingenomenheid uit met het hoge bezoek, dat de nieuwe stomer der Mij. was te beurt gevallen, verklaarde dat de Directie ten zeerste de welwillendheid apprecieerde, waarmede Z.E. het verzoek had ingewilligd om het schip Haren naam te doen voeren en nodigde Haar uit alsnu tot zijnen doop te willen overgaan.
Z.E. nam daarop de fles erewijn op en sloeg die met forse hand tegen de grote mast, onder het uitspreken van de woorden: “Ik doop dit schip GOUVERNEUR GENERAAL ’S JACOB.”
Terwijl daarop de standaardvlag langzaam en statig gehesen werd, dankte de heer Schröder in schone bewoordingen Z.E. voor de hoge eer, die de N.I. Stoomvaartmaatschappij was te beurt gevallen en drukte hij de hoop uit dat dit schip zijn hooggeplaatste naamgenoot eer zou aandoen, waarop Z.E. in toepasselijke woorden antwoordde.
Een tochtje werd met de nieuwe stomer gemaakt naar Onrust, waar zich de Directeur van het Marine etablissement, de overste Marinkelle, bij het gezelschap voegde, dat, door hem rondgeleid, het gehele etablissement in ogenschouw nam.
Aan boord teruggekeerd werd aan een lunch deelgenomen.
De opgewekte en aangename stemming die aan tafel heerste droeg er niet weinig toe bij, dat Z.E. langer aan boord verbleven is dan aanvankelijk het voornemen was. Eerst ten half drie, even voor de geweldige regenbui, was Z.E. in het Paleis teruggekeerd.

Afbeelding
Datum 19 november 1883
Krant SH - Soerabaijasch Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Soerabaija, 19 november. Naar men ons bericht is door de Gouverneur-Generaal aan de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij de door haar gevraagde vergunning tot het in de vaart brengen van het met grote plechtigheid gedoopte nieuwe stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL s’JACOB voorlopig geweigerd. De commissie van keuring, waarin de ingenieur van scheepsbouw te Onrust zitting heeft, moet namelijk verklaard hebben, dat zij de zeewaardigheid van de bodem niet kan beoordelen of berekenen, zolang de tekeningen van het schip niet in haar bezit zijn. Die tekeningen zijn nog in Engeland en zullen herwaarts worden opontboden, zodat er minstens wel drie maanden zullen kunnen verlopen voor de stomer in de vaart kan worden gebracht.

Afbeelding
Datum 28 december 1883
Krant SH - Soerabaijasch Handelsblad

Naar wij vernemen is aan de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij vergunning verleend om het stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL s’JACOB voorlopig in de vaart te brengen, doch uitsluitend tussen Batavia en Soerabaija te laten varen, tot tijd en wijle de tekeningen van het schip uit Engeland zullen zijn aangekomen en de berekeningen kunnen gemaakt worden, waarvan de zeewaardigheid voor andere vaarwaters zal afhankelijk worden gesteld.

Afbeelding
Datum 29 december 1883
Krant JB - Javabode

Bij een besluit van 24 dezer is aan de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij tot wederopzeggens door de Regering vergunning verleend om het haar toebehorend stoomschip GOUVERNEUR GENERAAL ’S JACOB in de vaart te brengen tot het doen van reizen tussen Batavia en Soerabaja, langs Java’s Noordkust op de volgende voorwaarden: Dat onder in het schip zal zijn gestuwd 250 ton ballast;
Dat in de kolenruimten minstens een hoeveelheid van 350 ton steenkolen aanwezig moet zijn;
Dat het schip zodanig gestuwd worde, dat het recht ligt zonder slagzijde naar stuurboord of bakboord, zullende om zulks te controleren in de kaartenkamer een clinometer aanwezig moeten zijn, terwijl een dergelijk instrument zich zal moeten bevinden in de machinekamer om het machinepersoneel te kunnen leiden bij het verstoken van de kolenvoorraad;
Dat geen lading tussendeks wordt ingenomen, alvorens de ruimten zullen zijn volgestuwd;
Dat in geen geval met deklading worde gevaren;
Dat steeds de meeste zorg worde gedragen, dat er geen lenswater in de ruimten staat;
Dat voor vertrek van Batavia of Soerabaja de kolenvoorraad steeds geheel worde aangevuld;
Dat genoemd stoomschip niet van Batavia of Soerabaja zal vertrekken, dan na een schriftelijke verklaring te hebben bekomen van de betrokken havenmeester, waaruit blijkt dat, voor zover nodig, aan de bovenbedoelde eisen is voldaan; van welke verklaring onverwijld door tussenkomst van het Hoofd van Gewestelijk bestuur een exemplaar moet worden ingediend aan de Commandant der Zeemacht en aan de Directeur van Binnenlands Bestuur.

Afbeelding
Datum 01 januari 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 27 november. De nieuwe stomer GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij kan niet voetstoots in de vaart gebracht worden. De stabiliteit moet eerst nauwkeurig onderzocht en berekend en daartoe tekeningen en afmetingen van de Engelse bouwmeesters afgewacht worden.

Afbeelding
Datum 18 februari 1886
Krant JB - Javabode

Heden zal hier van Soerabaija aankomen de stomer van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB, die zich eigenlijk op dit ogenblik in de Molukken moest bevinden. De oorzaak van zijn terugkeer naar Java is de volgende. De stomer SUMBAWA van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij kwam de 27e januari j.l. met gebroken cylinder-zuiger te Bima, en kon de reis niet vervolgen. De gezagvoerder stationeerde een sloep onder commando van de 3e officier in Straat Sapie met opdracht om de verwacht wordende Molukkenboot GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB op te wachten en assistentie te vragen. De sloep heeft laatstgenoemde stomer niet ontmoet en de commandant van Zr.Ms. stoomschip BORNEO, door de gezagvoerder van de SUMBAWA aangezocht om hem naar Makasser te convoyeren, verklaarde dit niet op zijn verantwoordelijkheid te willen doen, daar de BORNEO niet bij machte zou zijn de SUMBAWA op sleeptouw te nemen, wanneer zulks nodig zou blijken. De GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB, te Makasser aankomende, brak zijn reis af, vertrok naar Bima, nam de SUMBAWA op sleeptouw naar Soerabaija, kwam de 12e dezer daar aan en wordt heden met de passagiers en goederen van die plaats hier verwacht. De directie van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij alhier heeft onmiddellijk de stomer KARANG naar Makasser gezonden ter vervanging van de GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB.

Afbeelding
Datum 15 mei 1886
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 15 mei. Het Nederlands-Indische stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB, van de Molukken naar Batavia, gisteren alhier aangekomen, heeft 20 uren vast gezeten op het Djeroek rif.

Afbeelding
Datum 02 februari 1887
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 2 februari. Omtrent het ongeval, het stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL ’S JACOB op zijn laatste reis herwaarts overkomen, deelt men ons het volgende mede:
Benoorden het eiland Dwars-in-de-weg geraakte het stoomschip in een sterke stroming, welke het meer naar de ten westen van genoemd eiland gelegen Stroomklip dreef. De kapitein bevond zich op de brug en stuurde zoveel mogelijk noordwaarts om te trachten vrij te blijven van die klip, doch al spoedig bleek het schip niet meer naar het roer te luisteren. Alleen in de snelheid kon daarom behoud worden gezocht en men bleef met volle kracht doorstomen. Omstreeks een kwartier voor vijven zagen de passagiers op het achterdek plotseling de rotsen, welke ongeveer een meter boven water uitstaken, op weinige meters afstand ter zijde van het schip, zodanig dat het schuim der hevige branding hen in het gezicht spatte. Enkele seconden later voelden zij een hevige schok, gevolgd door enige lichtere. De ’S JACOB had gestoten en helde sterk naar bakboord over. Het schip bleef evenwel voortgaan, kwam na enige schommelingen weder in de vorige stand en spoedig lagen de klippen ver achterwaarts. Gelukkig was er geen lek ontstaan en werd de reis verder voortgezet zonder enige stoornis. Bij onderzoek door een duiker te Telok-Betong en te Kroë bleek evenwel, dat een der schroefbladen was afgebroken, maar de huid van het stoomschip was daarentegen onbeschadigd. De kapitein verzekerde de passagiers de gewone koers te hebben gevolgd en niet te kunnen verklaren wat de oorzaak dier buitengewone sterke stroming is geweest.

Afbeelding
Datum 01 augustus 1888
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 1 augustus. Het stoomschip BANTAM van de Stoomvaart-Maatschappij Holland is heden morgen niet naar Nederland kunnen vertrekken, daar het een scheur in de krukas gekregen heeft, en zal nu de eerste reis van die maatschappij geschieden door de GOUVERNEUR-GENERAAL s’JACOB, die de 6e augustus van hier gaat.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 8 augustus. Volgens een heden ontvangen telegram is het eerste stoomschip, de GOUVERNEUR-GENERAAL ´S JACOB, varende voor de Stoomvaart-Maatschappij Holland, van Batavia via Genua naar Amsterdam vertrokken.

Afbeelding
Datum 05 september 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 4 augustus. Het stoomschip BANTAM, van de Maatschappij Holland, dat op 1 augustus naar Amsterdam moest vertrekken, ligt met gescheurde krukas te Tandjong Priok. De lading werd op het stoomschip GOUVERNEUR GENERAAL ’S JACOB van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij overgescheept.

Afbeelding
Datum 06 september 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 september. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram vertrok het stoomschip GOUVERNEUR GENERAAL ’S JACOB, van Batavia via Genua naar Amsterdam, de 5e september van Suez, en het Nederlandse schoenerschip CLARA, kapt. Harding, de 4e van Goole naar Demerara.

Afbeelding
Datum 13 oktober 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 12 oktober. Wij vernemen, dat, ofschoon de GOUVERNEUR GENERAAL ’s-JACOB van de Maatschappij Holland pas met volle lading vertrok, er reeds ongeveer 2.000 ton voor de BANTAM derzelfde maatschappij gereed ligt, terwijl de BURGEMEESTER DEN TEX met volle lading morgen de reis aanvangt, en twee schepen der Stoomvaart-Maatschappij Nederland, n.l. de PRINSES MARIE en de SOENDA, aangewezen zijn om een tussenreis te doen.

Afbeelding
Datum 22 januari 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Advertentie. Stoomvaart-Maatschappij Holland. Maandelijkse dienst tussen Nederland en Nederlands-Indië, via Genua. Eerst afvaarten van Amsterdam naar Padang, Batavia, Semarang en Soerabaja:
13 februari 1889, ss BORNEO. Geclassificeerd 100 A 1 Lloyd.
13 maart 1889, ss GOUVERNEUR-GENERAAL ’S JACOB. Geclassificeerd 100 A 1 Lloyd.
10 april 1889, ss BANTAM. Geclassificeerd 100 A 1 Lloyd.
Adres voor passage aan het kantoor van de hoofdagenten F. Bogaardt & Co., Keizersgracht no. 410 te Amsterdam; voor lading bij de cargadoors, de heren Breuker & Wambersie te Amsterdam; Vroege & De Wijs te Rotterdam, Wambersie & Zoon te Rotterdam.
Met bovengenoemde stoomschepen die ook voor en te Genua laden en waar alle inlichtingen te verkrijgen zijn bij de heren Fratelli Wilde, agenten der Maatschappij, bestaat gelegenheid goederen met overlading te verladen en worden passagiers aangenomen naar alle plaatsen in de Indische Archipel, die door de stoomschepen van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij worden aangedaan, zomede naar Singapore, Penang, Saigon, Hongkong en Amoy. Passagiers kunnen naar verkiezing hier, dan wel te Genua embarkeren, in welke laatste geval zij vrij spoorwegvervoer genieten. Passage eerste klasse NLG 700, tweede klasse NLG 375.
De stoomschepen vertrekken te 10 uur voormiddags van de Handelskade.

Afbeelding
Datum 11 juni 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 11 mei. Vrachten. Sedert het bericht van 27 april bleef de markt flauw en bestond er bijna geen vraag. Naar Nederland werd een vóór aankomst bevracht schip aangelegd, om arak en andere producten te laden, en wordt voor enige partijtjes koffie ruimte gezocht per zeilschip. Naar Kanaal v.o. werd een klein schip opgenomen voor losse coprah, te laden te Padang, en bestaat nog vraag naar een enigszins groter vaartuig voor dergelijk emplooi. Een schip van middelbare grootte zou ook nog te plaatsen zijn voor restanten stroopsuiker. Naar Amerika werd een scheepje bevracht voor koffie en lichtgoed van Padang. Naar Australië ging niets om en bestond ook geen vraag. Het stoomschip ARIADNE maakt een zoutreis van Sumenap naar Tjilatjap tot NLG 12 per koyang. De laatste bevrachting is Nederlands stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL ’S JACOB gemengde lading tot geheime vrachten naar Holland via Genua.

Afbeelding
Datum 20 september 1889
Krant JB - Javabode

Wij kunnen met zekerheid meedelen dat de schikking tussen de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij en de Nederlandsch Indische Stoomvaart-Maatschappij tot stand is gekomen. Zestien stoomschepen, thans in de Indische Archipel voor deze maatschappij varende, worden met 1 januari 1891 door de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij overgenomen. Voor de gesubsidieerde gouvernementsdienst worden hier te lande nieuwe stoomschepen gebouwd, maar het belangrijke vervoer op de particuliere lijnen in de archipel en van daar op Singapore, kan nu goed en ruim worden bediend door de nieuwe maatschappij, die een grote vloot tot haar beschikking krijgt. Het zou voor beide maatschappijen schromelijke verliezen hebben opgeleverd, indien op de particuliere lijnen een tarievenstrijd was ontstaan. Indien er geen schikking was tot stand gekomen, zou de Paketvaart zich waarschijnlijk in hoofdzaak tot de contractreizen hebben bepaald. Maar voor de ontwikkeling van de handelsbeweging in de archipel is het zeker meer afdoende dat een krachtige maatschappij die taak om voor het vervoer te zorgen en daartoe haar gehele organisatie en haar verbindingen met de Europese vaart beschikbaar stelt, dan dat zij zich daarvan moet onthouden, omdat er alle kans bestaat dat een ander maait wat zij gezaaid heeft. Het nieuwe kapitaal dat de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij voor deze uitbreiding besteedt, bedraagt drie miljoen gulden, terwijl zij reeds over zes miljoen gulden beschikte voor de uitvoering van haar contract. De Nederlandsch-Indische Stoomvaartmaatschappij zal zich na 1 januari 1891 geheel terugtrekken uit de vracht- en passagiersvaart in de Nederlandsch-Indische archipel en van daar op Singapore en terug. Door deze schikking wordt haar een geleidelijke en vermoedelijk niet onvoordelige liquidatie verzekerd; met het oog op de langdurige diensten, die zij aan de regering en aan particulieren in Nederlands Indië heeft bewezen, is dit een voldoening ook voor de voorstanders van de geschiede concessie-vereniging waartoe wij behoren en die het stoomverkeer in Nederlands Indië niet in vreemde handen mochten laten. Onder de overgenomen schepen behoren ook de BANTAM, de CELEBES, de BORNEO en de GOUVERNEUR GENERAAL ’S JACOB, die thans nog varen in de lijn van de Stoomvaartmaatschappij Holland tussen Amsterdam en Java. Deze zullen nu spoedig beschikbaar worden voor andere diensten en daar het zich niet laat aanzien dat er voortdurend emplooi voor zal zijn in de vaart op Java, is het te wensen dat zij voor de ontwikkeling van de Nederlandse stoomvaart op andere gewesten zullen gebruikt worden. Wij hebben niet zoveel stoomschepen in de Trans-Atlantische vaart, dat wij onverschillig kunnen zijn voor hetgeen er met de stoomschepen onder Nederlandse vlag gebeurt. De verkoop aan het buitenland van de vijf grote stoomschepen van de Stoomvaartmaatschappij Insulinde werd terecht betreurd en men vroeg zich toen af waarom Hamburger reders kans zagen er geld mee te verdienen en de Nederlandse ondernemingsgeest daarvoor niet wakker was geworden. Deze schepen blijven thans voorlopig in Nederlandse handen, maar wij hopen dat er een middel zal worden gevonden om hen ook te doen strekken tot bevordering van de Nederlandse vrachtvaart. De opheffing van een derde lijn op Java, die zonder voordeel voor zich zelf, afbreuk moest doen aan de ontwikkeling van de bestaande lijnen en aan haar kracht tegenover buitenlandse concurrentie, kan niet beschouwd worden als een nadeel voor de algemene welvaart, doch wij zullen eerst geheel tevreden zijn als nieuwe ondernemingsgeest op ander gebied ons ook positieve voordelen verzekert.

Afbeelding
Datum 15 oktober 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 12 september. De belading van het naar Nederland bestemde stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL ’s JACOB is overgenomen door de maatschappijen Nederland en Rotterdamsche Lloyd. De GOUVERNEUR-GENERAAL ‘s JACOB valt weder in de Nederlands-Indische lijnen.

Afbeelding
Datum 24 april 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Mededelingen. Aan het verslag van de directie van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland over het jaar 1889 ontlenen wij het volgende: De reizen van de stoomschepen (de maatschappij bezit er 14) hebben een bate opgeleverd van NLG 1.489.996,41. Voltooid werden in 1889 26 mailreizen van de veertiendaagse dienst, 4 extra reizen met eigen schepen en 1 extra reis met het gecharterde Nederlandse stoomschip ADRIADNE. Het totaal van de reizen is gestegen tot 430. De duur van de mailreizen was als volgt:
Gemiddelde uitreis: 1889 1888
Stoomdagen 36 dagen, 8 uur 36 dagen, 8 uur
Reisdagen 42 dagen, 11 uur 43 dagen, 16 uur
Kortste uitreis:
Stoomdagen 32 dagen 16 uur 38 dagen, 19 uur
Reisdagen 38 dagen, 19 uur 40 dagen, 17 uur
Gemiddelde thuisreis:
Stoomdagen 37 dagen, 22 uur 38 dagen, 14 uur
Reisdagen 40 dagen, 9 uur 41 dagen, 2 uur
Kortste thuisreis:
Stoomdagen 33 dagen, 23 uur 34 dagen, 21 uur
Reisdagen: 35 dagen, 13 uur 37 dagen, 5 uur
De maatregel om extra stoomschepen te bestemmen voor het vervoer naar de Koninginnebaai, zoals thans de naam is geworden van de ligplaats van de schepen bij de nieuwe haven van Padang, heeft goede gevolgen gehad op de duur van de uitreizen van de mailschepen. Het oponthoud van deze laatste te Padang is daardoor weer normaal geworden. De veertiendaagse maildienst via Genua werd ongestoord volbracht binnen de bepaalde tijd. De onderhandelingen met de regering over een gewijzigd postcontract, waardoor geleidelijk meer snelheid zal worden verkregen, zijn thans zover gevorderd dat de vaststelling eerstdaags zal volgen. Alle stoomschepen van de maatschappij waren voortdurend in dienst. Zeven stoomschepen werden voorzien van elektrisch licht, dat goed voldeed. De kosten daarvan waren reeds verleden jaar op reparatie-rekening geboekt. Twee nieuwe stoomschepen zijn in november l.l. bestemd om in het volgend najaar te worden geleverd. Zij worden gebouwd bij de firma Caird & Co te Greenock. Zij worden voorzien van zeer krachtige machines van het triple expansie systeem en zullen aan de grotere snelheid, in het nieuwe postcontract in uitzicht gesteld, kunnen voldoen. Het laadvermogen zal groter zijn dan dat van het grootste bestaande schip van de maatschappij en de passagiers-inrichtingen zullen geheel in overeenstemming zijn met de eisen des tijds. Zij zullen genaamd worden: PRINS HENDRIK en PRINSES SOPHIE. Het verslag maakt melding van de overeenkomst, in het afgelopen jaar gesloten tussen de Nederlandsch-Indische Stoomvaart-Maatschappij, die tot het einde van 1890 de stoomvaartdienst in de Nederlands-Indische archipel onderhoudt en de Koninklijke Paketvaart Maatschappij, die van 1891 af met die dienst belast is. Een gedeelte van de vloot van eerstgenoemde maatschappij werd door de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij overgenomen en in verband daarmee werden vier schepen van die vloot, die destijds door de Stoomvaart Maatschappij Holland werden gebruikt voor een vaart tussen Nederland en Indië, in een nIeuwe maatschappij ingebracht die zich constitueerde onder de naam van de Stoomvaart-Maatschappij Phoenix en bestuurd wordt door twee van de directeuren van de Maatschappij Nederland en een een directeur van de Rotterdamsche Lloyd. De overdracht van drie schepen, de BANTAM, BORNEO en CELEBES, heeft plaats gevonden in de aanvang van dit jaar; het vierde schip, de GOUVERNEUR-GENERAAL 'S JACOB, vaart nog in Indië en wordt eerst in 1891 overgedragen.
“Onze maatschappij”, zegt de directie, “zal in de Stoomvaart-Maatschappij Phoenix voor een bedrag van hoogstens NLG 986.000 geïnteresseerd zijn en hoewel de betaling eerst geschiedt in dit jaar, zo hebben wij de rekening van afschrijving op ultimo december met NLG 250.000 gecrediteerd, ten einde daaruit een mogelijke mindere waarde van deze aandelen op het einde van dit jaar te kunnen dekken, zonder nadeel te doen aan de winstrekening van 1890”. De stoomschepen van de Maatschappij Phoenix, die voor velerlei vaarten geschikt zijn, worden thans gebezigd als bestaande Nederlandse lijnen een extra beurt te vervullen hebben. De BANTAM en CELEBES worden reeds voor een extra reis op onze lijn bestemd; de BORNEO zal onder charter van de Koninklijke West-Indische Maildienst een reis doen op haar lijn. Behalve de boven reeds vermelde bate van NLG 1.489.996,41, wijst de winst- en verliesrekening aan haar credit-zijde een som van NLG 48.175,97 aan, vormende het voordelig saldo van de rekening: assurantie eigen risico, na aanvulling van de assurantie-reserve-rekening tot NLG 800.000 en voorts, met inbegrip van het saldo uit 1888 ad NLG 424,89, verschillende baten ten gezamenlijke bedrage van NLG 17.567,88, zodat het totaal aan de creditzijde NLG 1.555.740,26 bedraagt. De winst- en verliesrekening werd daarentegen belast met : NLG 11,170 voor afschrijving op de etablissementen te Amsterdam (Handelskade); NLG 467.630 voor afschrijving op de stoomschepen: NLG 250.000 reserve op rekening van afschrijving; NLG 6518,48½ voor nadelig saldo op interest-rekening; NLG 4666,09 op wisselrekening en NLG 137.370 voor afschrijving op rekening dienst van de geldlening. In het geheel dus NLG 877.354,93½ . Er blijft dus derhalve een nettowinst van NLG 678.385,31½, waarvan een uitdeling van 10% kan worden gedaan aan de deelhebbers, bedragende over het geplaatste kapitaal aan NLG 4.984.500 een som van NLG 498.450. Het aandeel van 40% in de extra winst boven 5% waarover beschikt wordt volgens art. 24 der statuten bedraagt NLG 166.150; de patentbelasting voor de uitdeling vereist NLG 12.760,32 en het saldo op de nieuwe rekening wordt NLG 1.025,00½ . Uit de toelichtingen tot enkele balansposten blijkt het volgende. De resultaten van de rekening: assurantie eigen-risico waren als volgt: geboekte premies, na aftrek van restituties, NLG 199.653,93; af betaalde schades ad NLG 101.477,96; blijft batig saldo NLG 98,175.97, waarvan NLG 50,000 bestemd werd tot vermeerdering van de assurantie-reserve-rekening (die thans, gelijk boven gezegd, tot NLG 800.000 geklommen is).
Kapitaal. In 1889 werden 499½ obligaties 1872 geruild tegen aandelen. Het kapitaal bedroeg op 31 december 1889 NLG 4.985.000, zijnde NLG 7.000.000, na aftrek van NLG 2.015.000 ongeplaatste aandelen. “Wij voorzagen”, zegt de directie, “de waarschijnlijkheid dat van de nog in omloop zijnde obligaties 1872 velen tot conversie zouden worden aangeboden en ten einde geen latere bezwaren te ondervinden wegens het disagio, dat bij zodanige conversie op de winst- en verliesrekening moeten worden afgeschreven, besloten wij in overleg met heren commissarissen om het gehele bedrag, waarvoor de dienst van de geldlening wegens de lening 1872 gedebiteerd stond, uit de winsten van dit jaar af te schrijven”. Van de 5% obligaties 1872 is nu nog uitstaand NLG 787.000 en van de 4% 1881 nog NLG 1.643.000, tezamen NLG 2.430.000. Het reservefonds bedroeg op 1 januari 1890 NLG 139.348,81; het vermeerderde door gekweekte rente met NLG 4936,25 en werd na het opmaken van de winst- en verliesrekening gecrediteerd met 10% van de overwinst ad NLG 41.537,50, zodat het op nieuwe rekening werd overgeboekt met NLG 185.817.56. Na 1 januari is de belegging van het reservefonds tot dit bedrag aangevuld. Op ultimo december 1889 was aan vracht- en passagegelden wegens toen lopende maar nog niet afgeboekte reizen NLG 715.045,70 ontvangen. Aan reiskosten voor lopende reizen van de vloot is NLG 349.312,30½ uitgegeven en aan gages van de equipage voor idem NLG 87.646,40. Het ondersteuningsfonds voor personeel is in 1889 met NLG 25.656,33 gestegen tot NLG 95.073,89; voor onderstand aan nagelaten betrekkingen van personeel, aan invaliden en werkvolk werd NLG 6439,27 uitgegeven; blijft op ultimo december 1889: NLG 88.634,62.
De stoomschepen van de maatschappij staan te boek voor NLG 5.000.000; hun inventarissen voor NLG 198.328,78 en de stoomschepen in aanbouw voor NLG 201.624,94. Als commissarissen zijn aan de beurt van aftreden de heren C.F. Quien en A.A. Bienfait, beiden herkiesbaar.

Afbeelding
Datum 10 februari 1891
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Makassar, 9 februari. Het stoomschip SUMBAWA, dat de 20e december 1890 van hier vertrok is, na Banda, Amboina, Gisser en Sekar te hebben aangedaan, de 30e december op de rede van Skroë (opm: Nieuw Guinea) totaal verbrand. Een van de schepelingen verloor daarbij het leven, de overigen konden het schip verlaten met achterlating van al hun goed. De kapitein ging de 4e januari met een paar matrozen in een prauw om hulp te halen naar Ambon, waar zij de 16e januari aankwamen. Daarop heeft het stoomschip AREND de bemanning van Skroë afgehaald en naar Amboina gebracht, vanwaar zij verder de 8e februari met de G.G. s'JACOB (opm: GOUVERNEUR-GENERAAL S’JACOB) naar Makassar is gekomen. Morgen gaat zij door naar Soerabaja. De oorzaak van de brand is onbekend; het vuur woedde dagen lang (opm: zie o.a. JB 160291 en NRC 080491).

Afbeelding
Datum 05 juni 1892
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

In zijn verslag over 1891 deelt de raad van bestuur van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij het volgende mede:
Tengevolge van zijn benoeming tot minister van binnenlandse zaken, legde in de loop van het jaar de heer Mr. J.P.R. Tak van Poortvliet, lid en tevens voorzitter van de raad van bestuur, zijn betrekking neer. Voor onze maatschappij betreuren wij dat heengaan ten zeerste, en node missen wij de ervaren hand, die de paketvaart in het moeilijke tijdperk van haar oprichting en eerste organisatie met zoveel beleid wist te besturen. In zijn plaats werd door ons tot voorzitter van de raad van bestuur benoemd de heer J.T. Cremer.
Ter algemene vergadering zal moeten worden voorzien in de vacature, door het aftreden van de heer Tak ontstaan, terwijl voor de periodieke aftreding aan de beurt is jhr. P. Hartsen, die herkiesbaar is.
Onze vloot, zegt de raad van bestuur, bestond bij de aanvang van het jaar uit 13 in Nederland aangebouwde stoomschepen, waarvan 12 reeds afgeleverd waren, en één nog in aanbouw was. Buitendien zouden 16 stoomschepen van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij worden overgenomen. Door het verbranden van het stoomschip SUMBAWA verviel echter de aankoop van dat schip. De overige 15 stoomschepen kwamen, na 1 januari, geleidelijk in ons bezit. Tengevolge van de brand op de werf van de Maatschappij De Maas te Rotterdam, ondervond de aflevering van het stoomschip SWAERDECROON een belangrijke vertraging, zodat het eerst de 1e juli 1891 te Tandjong Priok uit Europa aankwam, en eerst sedert die tijd aan de vaart kon deelnemen. Op 22 januari 1891 verging bij Boeton het nieuwe stoomschip REYNST, dat door assurantie gedekt was. Het overgenomen stoomschip ATJEH werd naar Europa gedirigeerd en te Londen verkocht. Daarentegen werd van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij nog nader aangekocht het stoomschip BAWEAN. Tegen het einde van het jaar, in verband met een door ons met de Ned. Indische regering afgesloten contract voor het vervoer van zout, werd verder onze vloot vermeerderd met het stoomschip GOUVERNEUR-GENERAAL 'S JACOB, dat wij van de Stoomvaart Maatschappij Phoenix overnamen. Op 31 december bestond derhalve onze vloot uit 28 stoomschepen. De in Nederland aangebouwde schepen hebben uitstekend voldaan, en strekken onze vaderlandse nijverheid tot eer. De overgenomen stoomschepen ondergingen merendeels belangrijke voorzieningen, en kunnen thans geacht worden aan hun bestemming te voldoen. Voor enkele van die schepen zijn voorzieningen nog in uitvoering of in voorbereiding.
De raad brengt hulde aan de hoofdagent in Ned.-Indië, de heer Op Ten Noort, aan wie het grotendeels te danken is dat alle diensten zonder noemenswaardige stoornis aangevangen en voortgezet konden worden. De overeenkomst met de regering voor de bediening van de paketvaart werd door de maatschappij met de meeste stiptheid nagekomen. Buitendien werd, door het inrichten van vele regelmatige diensten, ook buiten contract, het algemeen verkeer krachtig bevorderd. In 1891 werden door de schepen van de maatschappij afgelegd: 90.296 geogr. mijlen, voor welke subsidie is betaald; 76.177 geogr. mijlen buiten contract: en 21.639 geografische mijlen op extra reizen. Ter vergelijking diene, dat, blijkens het koloniaal verslag van 1891, door de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij werden afgelegd: In 1889 78.113 geogr. mijlen in verplichte dienst en 39.702 buiten contract: In 1890 83.154 geogr. mijlen in verplichte dienst en 51.317 buiten contract.
Het aantal van de extra reizen was in 1891 bijzonder groot en zal vermoedelijk in het volgende jaar belangrijk minder zijn. Dergelijke reizen, zegt de raad van bestuur, zijn somtijds noodzakelijk, maar niet altijd winstgevend; o.a. waren in het begin van het jaar verscheidene extra reizen nodig om de schepen naar de verschillende stations te brengen, en moesten onze grote stoomschepen meermalen naar Singapore worden gezonden, alleen met het doel om aldaar te dokken. Dit laatste zal voortaan niet meer nodig zijn, nu te Tandjong-Priok een reparatiewerf met dok is tot stand gekomen. De regering had in het afgelopen jaar geen behoefte aan bijzondere scheepsruimte voor de overvoer van militaire expedities. Het doorvoerverkeer van en naar Europa, in verbinding met andere stoomvaartondernemingen, was reeds vrij belangrijk.
Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat het voordelig saldo van de reizen NLG 394.118,86 beloopt, en in staat telt tot de volgende afschrijvingen: op de dienst van de geldlening 1888 NLG 5.000; het nadelig saldo van de interest rekening over 1891; NLG 116.730,90½; op kosten van eerste aanleg enz. NLG 49.637,77½; op de nieuwe stoomschepen van de maatschappij NLG 217.460; op meubilair NLG 4.769,08. Daarna blijft er een saldo van NLG 521,10 voor de nieuwe rekening.
De afschrijvingen worden in het verslag als volgt toegelicht: van de post kosten van eerste aanleg enz. is 1/15 afgeschreven, in verband met de duur van het regeringscontract. De afschrijving op de post dienst van de geldlening 1888 geschiedt op dezelfde grondslag als de aflossing van de genoemde lening, zodat ook deze post binnen 15 jaren zal verdwijnen. De afschrijving op de stoomschepen betreft de nieuwe schepen; de overgenomen stoomschepen werden in 1891 achtereenvolgens op verschillende tijdstippen in onze vloot gebracht, en de afschrijving daarvoor zal eerst met de dienst van 1892 aanvangen.
De assurantie-reserve-rekening toont de bate aan die in 1891, door het lopen van eigen risico op de stoomschepen van de maatschappij, kan geboekt worden. Deze bate is NLG 48.705,80. De stoomschepen van de maatschappij staan te boek voor NLG 7.172.963,78; de etablissementen in Indië voor NLG 154.891,47.
De raad van bestuur besluit als volgt:
Al kan het jaar 1891 niet volkomen als maatstaf van een vol jaar van exploitatie dienen, omdat in het begin van dat jaar de schepen nog naar de aanvang-stations moesten worden gebracht, en omdat niet alle stoomschepen dadelijk in dienst zijn gekomen, zo menen wij toch aan de uitkomsten van de exploitatie enige beschouwingen te moeten vastknopen.
In vele opzichten stemt een terugblik op dat jaar tot tevredenheid. De bronnen van onze inkomsten, het gouvernements-subsidie, het gouvernementsvervoer en de particuliere vracht- en passagegelden, hebben baten opgeleverd, die, niettegenstaande de concurrentie, waartegen ook onze maatschappij te strijden heeft, niet beneden onze ramingen zijn gebleven en waarvan men verwachten mag, dat zij in de toekomst zullen toenemen, een verwachting, welke zich in het nieuwe dienstjaar aanvankelijk schijnt te verwezenlijken. Daarbij moet men bedenken, dat, in het algemeen, bij het in werking brengen van een nieuwe zaak als deze, de exploitatiekosten het eerste jaar altijd hoog zijn, en dat de niet onaanzienlijke verlaging van de steenkolenprijzen voor de naaste toekomst besparingen in het vooruitzicht stelt. (opm: zie ook JB 050792 voor enkele aanvullingen)

Afbeelding