Inloggen
SIAK - ID 10675


Kroniekberichten

Datum 12 juni 1883
Krant JB - Javabode

Deli, 30 mei. Met groot genoegen vernemen wij, dat de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij eindelijk het verstandige besluit genomen heeft ons een goede boot te geven, namelijk de prachtige en comfortabel ingerichte SIAK. Tot nog hebben wij zulke ellendige schuiten gehad, dat er slechts gebruik van gemaakt werd door hen, die daartoe verplicht waren, door ambtanaren.
De particulieren maakten steeds gebruik van de GANYMEDE, een Engels bootje, dat geregeld tussen hier en Singapore vaart, en zo groot was het onderscheid tussen dit bootje en die van de Maatschappij, dat men het eerste, op zijn Engels GANYMEED noemende, de laatste betitelde als ga-niet-mee. Tegen de SIAK zal de GANYMEDE echter een moeilijke mededinging hebben en wij twijfelen niet of de laatste zal spoedig ten minste de lelijke naam wegnemen, die de Maatschappij – en terecht - hier had.

Afbeelding
Datum 26 mei 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het verslag van de raad van bestuur van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij over 1899 vangt aan met een herdenking van wijlen de heer W. van Hasselt, die, behoudens de goedkeuring van de minister van koloniën, als administrateur wordt opgevolgd door de heer J.H. Hummel, tot dusver inspecteur van de maatschappij in Indië. Het verslag herinnert voorts aan de wet van 19 mei 1899 (Staatsblad nummer 122), welke de regering gemachtigd heeft met de maatschappij een overeenkomst aan te gaan tot verlenging van de bestaande overeenkomst voor de bediening van de paketvaart met tien jaren, tegen een reeds met 1 januari 1899 ingaande vermindering van subsidie ad ongeveer NLG 250.000 ’s jaars. Op 3 maart 1900 is de nieuwe overeenkomst te Batavia getekend. De gemaakte regeling loopt nu tot 31 december 1915. Bij de in de maand juli gehouden uitbesteding voor het vervoer van zout is dit transport voor een tijdvak van 10 jaren aan de maatschappij toegewezen. Die overeenkomst loopt nu tot 31 december 1909. Bij gouvernementsbesluit van 18 september 1899, is de contractuele dienst nummer 3, tussen Batavia en Singapore, ingetrokken tegen november daaraanvolgend. “Terwijl onze vloot in het verslagjaar voor materiële rampen bewaard bleef, hebben wij” – zegt de raad van bestuur – “een treurig ongeluk te melden. In december jl., terwijl het stoomschip GENERAAL PEL zich bevond voor Sileraka ( Nieuw Guinea), werden drie van de opvarenden, de 3e officier J.F. van der Plaat en de machinisten F. Leemans en L.F. van Breemen, die zich aan wal hadden begeven, door inboorlingen gevangen gehouden. De pogingen tot hun bevrijding aangewend bleven vruchteloos en volgens de laatste berichten zijn de drie gevangenen vermoord en elf van de daders gearresteerd”. In de loop van het jaar kwamen de nieuwe stoomschepen VAN IMHOFF, MOSSEL en VAN DER PARRA in dienst. In aanbouw zijn hier te lande drie stoomschepen gebracht, welke de namen ALTING, VAN RIEMSDIJK en DE KLERK hebben ontvangen. Voor de vaart op de Bandjermasing-rivier is bij Yarrow & Co. te Londen een hekwielstomer besteld, genaamd BARITO. Behalve het stoomschip G.G. MIJER, zijn nu nog de stoomschepen PRINS ALEXANDER en SIAK van de hand gedaan. Aan het nieuwe kantoor van de maatschappij te Weltevreden wordt met kracht gewerkt; het zal vermoedelijk tegen het einde van 1900 betrokken kunnen worden. Het aantal geografische mijlen, door de schepen van de maatschappij afgelegd, bedroeg in 1899, 1898, 1897, 1896 op lijnen voor welke subsidie is betaald 83.800, 89.987, 94.999, 95.142. Op regelmatige dienst, buiten contract, 171.645, 157.029, 140.334, 126.055. Op extra reizen 30.571, 29.512, 25.733, 29.071. En buitendien voor de verrichtingen op Atjeh: nihil, 7.681, nihil, en 6.193.
Het verslag herinnert met een enkel woord aan de vergroting van het maatschappelijk kapitaal tot NLG 9 miljoen en de uitgifte van de 1.000 nieuwe aandelen 3e serie tegen de koers van 150 %. Over het daarbij verkregen excedent boven de parikoers, ad NLG 494.302,84 is op de volgende wijze beschikt: in het credit van de winst- en verliesrekening is geboekt NLG 42.500 als aandeel in de winst over 1899 over de maanden, voorafgaande aan die, waarop de storting plaats greep. Voorts werd de reserve-rekening aangevuld met NLG 33.509, ten einde de verhouding van deze rekening tot het kapitaal op dezelfde hoogte te houden. Verder werd geboekt op een rekening van afschrijving NLG 200.000, terwijl het restant ten bedrage van NLG 218.293,84 gebracht werd op de assurantiereserve-rekening. Het voordelige saldo van de reizen van de stoomschepen bedraagt NLG 1.371.831,27 tegen NLG 1.714.018,84 in 1898. NLG 1.641.865,11 in 1897 en NLG 1.817.312,12 in 1896. Het bedrag in 1899 is zoveel lager ten gevolge van de vermindering van subsidie en van het sterk verminderd gouvernements-vervoer, terwijl ook de exploitatiekosten hoger waren; het particulier vervoer is daarentegen in het afgelopen jaar zeer belangrijk toegenomen. Ingevolge artikel 26 van de statuten is de afschrijving vastgesteld op: NLG 25.000 op kosten van eerste aanleg enzovoort; NLG 6.850 op dienst van de geldlening 1888; NLG 637.129,23½ op stoomschepen en NLG 10.003,62 op etablissementen. In verband met de verlenging van de overeenkomst met de regering voor de bediening van de paketvaart in Nederlands-Indië tot ultimo december 1915 is de afschrijving op kosten van eerste aanleg, enz. zo geregeld, dat deze kosten na expiratie van genoemde overeenkomst, geheel zullen zijn afgeschreven. Op de reserverekening volgens artikel 27 van de statuten wordt, behalve de hiervoor genoemde bijdrage uit het agio op de aandelen 3e serie, nog uit de winst een bedrag van NLG 35.981 gebracht, waardoor deze rekening op NLG 270.546 komt te staan. De assurantiereserve-rekening, gevormd door het lopen van eigen risico op de stoomschepen, bedroeg op 31 december 1898 NLG 712.024,36; bij: uit het agio op aandelen 3e serie, NLG 218.293,84; samen NLG 930.318,20 waarbij werden gevoegd de in 1899 geboekte premies, onder aftrek van betaalde schades NLG 144.913,69; totaal NLG 1.075.231,89. Hiervan is overgeboekt in het credit van de winst- en verliesrekening NLG 75.231,89; blijft NLG 1.000.000, welk bedrag de raad van bestuur, met het oog op de lopende risico’s alleszins voldoende acht. De liquidatie van de in de afgelopen jaren uit de boeken afgevoerde stoomschepen heeft een voordelig saldo gelaten van NLG 129.237,55 welk bedrag thans onder het hoofd “liquidatie-rekening stoomschepen” in het credit van de balans voorkomt en waaruit, bij verkoop van stoomschepen, eventuele tekorten op de boekwaarde kunnen bestreden worden. De raad van bestuur stelt thans een uitdeling voor ad 8½ % van het geplaatste kapitaal, dit is NLG 85 per aandeel; als wanneer op de bewijzen van winstaandeel, uitgegeven krachtens artikel 30 van de statuten, NLG 39,80 betaalbaar zal zijn. De stoomschepen van de maatschappij staan op de balans per 31 december voor NLG 6.490.000 en die in aanbouw voor NLG 277.168,63.

Afbeelding