|
Te Batavia zijn aangekomen: De 27e maart het Nederlandse schip PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, met zes passagiers, de 4e maart vertrokken van Passaroean; de 28e maart dito schip AURORA kapt. J.A. de Haas, met zeven passagiers, de 5e maart vertrokken van Soerabaija; de 29e maart dito bark NEDERLANDER, kapt. J. Lloyd, met Zr.Ms. troepen, van een verloren reis naar Padang (opm: dit betekent wellicht terug te Batavia met schade) Van Batavia zijn vertrokken: De 28e maart het Nederlandse schip HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens, met 18 passagiers, naar Rotterdam; dito schip OEY SINJO, kapt. Oey Jiet, naar Pekalongan, en de civiele (opm: gouvernements) schoener ZEEMEEUW, commandant SD.J. Swart, koers stellende om de oost. De 29e maart een buitenlands schip. De 30e maart de Nederlandse brik TARTAR, kapt. P. Rough, met Zr.Ms. troepen naar Sinkapoera; dito brik ALLEN, kapt. F.J. Harms, naar Pontianak; dito schoener CALYPSO, kapt. J. Stokhekker, met enige passagiers, naar Padang. Ter rede van Batavia liggende schepen: Zr.Ms. fregat PALEMBANG, Zr.Ms. schoener ARGO en de koopvaardijschepen PRINS VAN ORANJE, PERLE, MINERVA, OEMAR OSMAN, PLEIADES, de barken KALIEMAAS en NEDERLANDER, de brikken DANKBAARHEID en LA LUCILE, de schoeners BERTHA WILHELMINA en GOANHIEN, en vier buitenlandse vaartuigen. Het mede alhier ter rede liggende schip VROUW HELENA is hernaamd ATIJE FORACHMAN, en het dito schip JADUL BARIE is wederom hernaamd in BARON VAN DER CAPELLEN. Te Samarang zijn aangekomen: De 21e maart het Nederlandse schip de GEZUSTERS, kapt. J.C. Schmidt, met enige passagiers en Zr.Ms. troepen, de 1e maart vertrokken van Soerabaija; dito stoomboot VAN DER CAPELLEN, kapt. W. Muhldorff, met enige passagiers, de 19e dito vertrokken van Batavia; de 22e maart de dito brik De SNOEK, kapt. Tjoempong, de 14e dito vertrokken van Batavia; dito schip DORTENAAR, kapt. H.P. Visser, de 15e dito vertrokken van Soerabaija; de 23e maart dito bark BOEROONG, kapt. McIver, met Zr.Ms. troepen, de 14e dito vertrokken van Batavia; de 24e maart dito civiele schoener CALYPSO, commandant J. Corbet, van Cheribon, de dito schoener AMELIA, kapt. Dudman, de 22e dito van Batavia en twee buitenlandse vaartuigen; de 25e maart dito schip HOK-HAY, kapt. Ralph, met een passagier, van Batavia en Cheribon de 21e dito vertrokken. Van Samarang zijn vertrokken: De 21e maart het Nederlandse schip PEKALONGANG, kapt. Tan Inhok, naar Batavia; de 23e maart dito bark CHARLES, kapt. J. Zoccola, met drie passagiers naar Batavia; de 24e maart dito stoomboot VAN DER CAPELLEN, kapt. W. Muhldorff, met Zr.Ms. troepen naar Batavia, en dito schip GEZUSTERS, kapt. J.C. Schmidt, met een passagier en Zr.Ms. troepen naar Batavia; de 25e maart de civiele schoener CALYPSO, commandant J. Corbet, naar Soerabaija, en dito schoener AMELIA, kapt. W,H, Dudman, met een passagier naar Batavia; de 26e maart dito bark BOEROONG, kapt. McIver, naar Banjermassing, en dito schip VRIENDSCHAP, kapt. D.G. Doeksen, met twee passagiers, over Batavia naar Rotterdam. Te Soerabaija zijn aangekomen: De 19e maart: de Nederlandse schoener DOLPHIJN, kapt. Sengo Semodro, met een passagier, de 13e maart vertrokken van Sumanap; de 23e maart Zr.Ms. fregat DIANA, ccommandant kapt.t.zee J.C. Koopman; de 24e maart: het Nederlandse schip ONDERNEMING, kapt. J.P. Middel, de 20e maart vertrokken van Passaroeang; dito schip ESPERANCE,a kapt. J. Worthington, de 8e dito vertrokken van Batavia, en een buitenlands schip; de 25e maart de Nederlandse brik ONG INGTJOAN, kapt. Ong Liauw, de 13e maart vertrokken van Samarang, en de dito brik POLLUX, kapt. W.E. Looker, van een verloren reis. Van Soerabaija zijn vertrokken: De 20e maart de Nederlandse bark ALEXANDER, kapt. F.S. Harris, met een passagier, naar Makasser en Amboina, en de civiele schoener HAGEDIS, commandant Wobben, koers stellende om de oost; de 21e maart een buitenlandse brik, het Nederlandse schip LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. J. Keijzer, met vijf passagiers naar Dordrecht; en het dito schip LOUIZA, kapt. H.J. Poortenaar, met Zr.Ms. troepen naar Makasser en Amboina; de 22e maart de Nederlandse bark POLLUX, kapt. W.E. Looker, naar Batavia, dito schoener DOLPHIJN, kapt. J. Zeep, met Zr.Ms. troepen naar Pontianak; dito schip GRACE, kapt. J.F. Grum, met zeven passagiers naar Samarang, Indramaijoe en Batavia; de 24e maart de Nederlandse (opm: N.O.I.) brik DOROTHEA, kapt. C. Boyle, met een passagier, over Batavia naar Benkoelen; dito schip ORTELIUS, kapt. D.G. Niesen, over Passaroeang en Samarang naar Batavia en dito schip FACTORIJ, kapt. J. Parlevliet, over Samarang naar Nederland. Ter rede van Soerabaija liggende schepen: Zr.Ms. fregat DIANA, Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. schoener PILADES, en Zr.Ms. kanonneerboten No.8, No. 9 en No. 15, en de Nederlandse koopvaardijschepen JULIA, JOHANNA FREDERIKA, MADORA, EUGENIE, HENRIETTE EN HENRY, THETIS, VEREENIGING, ONDERNEMING, ESPERANCE, MARGARETHA CATHARINA, IDA ALIJDA, de barken VILLA, CAROLINA EN JACOBA, BERKAT, BLORA, RADJA WALIE, ELEONORA, FATAL JAWAD en POLLUX, de brikken JAVA, OLIE OESOOR, VAN SPEIJK, TEKSING, TWEE GEZUSTERES, PRINS FREDERIK, de schoeners DOLPHIJN en CAROLINA en vier buitenlandse schepen.
|