Inloggen
CONCORDIA - ID 10442


Kroniekberichten

Datum 21 april 1863
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Delfzijl, 19 april. De 16e dezer, arriveerde alhier het kofschip METTINA JACOBA, aan boord hebbende de equipage van het kofschip HELENA, gevoerd door kapt. Schreuder (opm: kapt. Harmannus Jans Schreuder), welk schip op  11 april op 55º28’ NB en 06º 30’ OL was gezonken met een harde wind, gereefde zeilen en hoge zee. Des nachts om 12½ uur werd het schip lek. Men pompte zonder lens te komen. Door het vele toenemende water in het ruim werden de pompen verstopt, door het lopen der ballast begon men met putsen water te scheppen, maar toch wies het water steeds, zodat men genoodzaakt werd omstreeks vier uur de boot over boord te zetten om het schip daarmee te verlaten en alzo het leven te redden, na vooraf nog met alle spoed een kompas, een kaart, enige kledingstukken en wat brood en water in de boot te hebben geborgen. De equipage heeft niets van de klederen kunnen redden. Het volk was omstreeks 3 uur in de morgen in de boot achter het schip en zag kort daarna, dat de HELENA eerst op zijde sloeg en daarna in de afgrond verdwijnen en zo dreven zij zaterdag 11 april de gehele dag in zee en hielden zich voor een klein mastzeil zoveel mogelijk van de zee, kregen enige schepen in het gezicht, doch gene zo nabij, dat zij zich konden bekend maken, hoewel zij een noodsein gehesen hadden. Op een kleine afstand zagen zij, zo het hun toescheen een Noorse brik, maar die ongemerkt zijn koers voortzette. Nu brak de bange nacht aan, met harde wind, hoge zee en geen vooruitzicht om gered te kunnen worden, maar gelukkig bij het aanbreken van de dag was de wind wat bedaard en kregen ze tot hun grote vreugde weder enige schepen op verre afstand te zien.
Des morgens om acht uur poogden zij een der schepen te kunnen bereiken en bemerkten zij alras, dat ook een zijn koers naar hen richtte, waarna zij tot hun grote vreugde werden opgenomen door kapt. Nielsson, voerende de Zweedse schoener CAROLINA, komende van Landskrona, die hen zeer goed behandelde en van het nodige voorzag. Zij bleven tot maandag de 13e op genoemd schip, dewijl zij naar gissing de METTINA JACOBINA zagen, waarop zij kapt. Nielsson verzochten hen op die bodem over te geven, waarin hij terstond bewilligde. De kapitein van de METTINA JACOBINA was ook dadelijk bereid om hen op te nemen. Hij zette zijn boot af en bracht de gehele bemanning van de HELENA aan boord van zijn schip, dat op de 16e dezer alhier is binnengekomen.

Afbeelding