Inloggen
WILHELMINA LUCIA - ID 10414


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1838-10-11 / 1862-06-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1838
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Commercie-Compagnie, scheepsbouwer Fredrik Haverkamp, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Date Laid Down: 1836-12-24
Launch Date: 1838-08-24
Delivery Date: 1838-10-04
Technical Data

Gross Tonnage: 421.00 lasts
Gross Tonnage 2: 798.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 38.90 Meters Registered
Beam: 7.62 Meters Registered
Depth: 6.06 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1838
Datum agenda: 1838-10-11
Register nr: 18380580
Scheepsnaam: WILHELMINA LUCIA
Type: Fregat
Lasten: 421
Gebouwd in provincie: Zeeland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Bosch Reitz, G.C.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Ipsen, B.F.
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1838-10-04 WILHELMINA LUCIA
Manager: Gijsbert Christiaan Bosch Reitz, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Gijsbert Christiaan Bosch Reitz, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

bijlage bij acte 4 van 1838, schip WILHELMINA LUCIA
eigenaren per ultimo september 1838:

G.C. Bosch Reitz, Amsterdam (boekhouder en 6/32e part)
J.E., C.E. en E.P. Bonnike, Amsterdam (tesamen 4/32e part)
H.L. Bisschop Czn., Amsterdam (2/32e part)
A. Bredius, Amsterdam (2/32e part)
Zacharias Kemper, Amsterdam (2/32e part)
L.J.J. Serrurier, Amsterdam (2/32e part)
P.J. Haedel, Amsterdam (2/32e part)
J.H. Hackman Asschenbergh, Amsterdam (1/32e part)
firma Wed. Van der Voort & Co., Amsterdam (1/32e part)
L. Crayvanger, Utrecht (2/32e part)
W.J. Junius van Hemert, ’s-Gravenhage (2/32e part)
J. Kol, Utrecht (2/32e part)
De Vos van Steenwijk van den Havenhorst, Meppel (2/32e part)
F.N. van Bern, Zeist (1/32e part)
P.A. Baronesse de Vos van Steenwijk, Zwolle (1/32e part)

Ship Events Data

1861-07-31: Damaged
Port Louis (Mauritius), 6 augustus. Het schip (opm: fregat) WILHELMINA LUCIA, kapitein D.R. Nolles, van Batavia naar Amsterdam is op 31 juli hier binnengelopen, hebbende zeer slecht weder en een hoge zee gehad, waardoor het schip zwaar lek werd, Fokke- en bezaansmasten braken en zeilen en ra’s en rondhout verloren gingen. Het schip moet lossen om te repareren.
1862-05-19: Sold at auction
Advertentie. B.D. Bosscher en E.G. Bosscher, makelaars, zullen op maandag de 19e mei 1862, des avonds ten zes ure te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte verkopen: het extra ordinair welbezeild gekoperd en kopervast barkschip WILHELMINA LUCIA, gevoerd door kapt. D.R. Nolles, varende onder Nederlandse vlag volgens Nederlandse meetbrief lang 38 ellen 35 duimen, wijd 7 ellen 41 duimen, hol 5 ellen 98 duimen, en alzo gemeten op 755 tonnen of 399 lasten, liggende aan de werf Het Wapen van Harlingen in de Groote Wittenburgerstraat. Breder volgens inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars.
1862-06-00: Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen als "PATRIOT ".

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Bandick Friedrich Ipsen werd geboren te Hooge in het Holsteinische op 07 augustus 1798.

Hij trouwde met Maria Frederica de Bruyn, geboren te Amsterdam 02 oktober 1803.

Bandick overleed in 1839

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.F.Ipsen werd met nr.304 effectief lid van Zeemanshoop per 17 november 1829 op voorspraak van D.Krayer. Zijn schip was de "Sophia Cecilia"002.

Bandik Frederik Ipsen, wonende in de Grote Wittenburgerstraat te Amsterdam op de werf de Vrede, oud 32 jaar, voerende de brik Rosina, werd op 10/17 november 1829 met vlagnummer 304 voorgedragen/benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.Krayer023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 09 juli 1832003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 oktober 1839 vraagt de wed. van kapitein B.F.Ipsen, geb. M.H. de Bruijn om een uitkering voor haar en haar 3 kinderen. Deze wordt haar in de vergadering dd 28 november 1839 toegekend met ingang van 01 augustus 1839 042

 

In de notulen dd. 17 december 1839 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat het verzoek van M.F.de Bruijn, de weduwe van kapitein B.F.Ipsen, om en uitkering voor haar en haar drie kinderen welke werd toegestaan per 01 augustus 1839.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       304                        1829-1830     brik                   Rosina                                                   geen opgave

                                           1831           brik                   Sophia                                                   G.C.Bosch Reitz

                                      1832-1833     barkentijn       Sophia Cecilia                                      idem

                                      1834-1835     bark                 Sophia Cecilia                                      idem

       199                        1836-1837     bark                 Sophia Cecilia                                      idem

                                           1838           fregat               Wilhelmina Lucia                                idem

 

Bouma025 vermeldt B.F.Ipsen als gezagvoerder gedurende:

*    1830 t/m 1838 van de brik “Rosina”, gebouwd in 1809, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor F.Machielsen te Amsterdam;

      Volgens Verhoeff086 is deze brik in 1809 gebouwd te Amsterdam als “Amalia Elisabeth”, in 1829 verkocht aan F.Machielsen te Amsterdam, die het schip herdoopte in “Rosina”. Dezelfde reeder herdoopte het schip in 1831 in “Sophia”.

*    1831 van de brik “Sophia”, gebouwd in 1809, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

*    1832 t/m 1837 van hetzelfde schip maar nu varend voor F.Machielsen te Amsterdam;

*    1833 t/m 1838 van de barkentijn “Sophia Cecilia”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

      Uit de diverse vaarperioden van kapitein B.F.Ipsen blijkt dat hier iets niet klopt. Ook de vergelijking met de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 (zie hiervoor) duidt daarop. Ik houd het erop dat de opgaven uit de AAKZ correct zijn en die uit Bouma niet. En zie ook de bovenstaande opmerking van Verhoeff.

*    1839 t/m 1840 van het 3/mschip “Wilhelmina Lucia”, gebouwd in 1838 te Middelburg, 755 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

13 december 1837      "... heden vertrok hier Captijn Ipsen bark Sophia Sesilia ...".

Monsterrol dd. 27 oktober 1836 van de bark "Sophia Cecilia" onder gezag van Remke de Weerd pp. van Bi.F.Ipsen en met 15 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder Bosch Reitz011.

p.p.=plaatsvervanger. De datering van de monsterrol is vrij lang vòòr de vertrekdatum uit Paramaribo i.c. 14 maanden eerder. Vermoedelijk heeft er nog een reis tussen gezeten die onder gezag van Ipsen stond.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Ipsen, Bandick Friedrich
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jeppe Pieters Carst werd geboren te Schiermonnikoog op 07 juli 1802 als zoon van Pieter Jeppes Carst en Martje Jacobs Meyer..

Hij huwde te Schiermonnikoog als kapitein op 02 oktober 1828 met Christina Christiaans Jaski, geboren te Schiermonnikoog op 21 september 1805 als dochter van Christiaan Jans Jaski en Geertruida Remts Coerkamp. Zij overleed de Haarlem op 29 oktober 1877.

Jeppe overleed op 10 januari 1861 te Batavia.060

 

Javabode 19 januari 1861

         Op den 10den Januarij ll, is alhier na eene kortstondige doch hevige ziekte overleden, de Heer J.P.Carst, in leven gezagvoerder van het Nederl. Schip Argonaut.

                            R.JASKI CARST

 

         Eenige en Algemeene kennisgeving

 

Jeppe Pieters Carst werd geboren te Schiermonnikoog op 07 juli 1802 als zoon van Pieter Jeppes Carst en Martje Jacobs Meyer. Hij huwde te Schiermonnikoog op 02 oktober 1828 met Christina Jaski, geb./ged. te Schiermonnikoog op 21-09/06-10 1805 als dochter van Christiaan Jansz Jaski (zie aldaar) en Geertruida Remts Courcamp. Jeppe was, net als zijn schoonvader koopvaardijkapitein, en overleed te Batavia op 10 januari 1861. Zijn vrouw Christina overleed te Haarlem op 29 oktober 1877046.

Op pagina 163 van: Louise Mellema - "Schiermonnikoog Lytje pole". Uitgave Fryske Akademy nr.438. 1973. 280pp. staat een portret van Jeppe Pieters Carst

 

“Die Kapt. J.P.Carst was de eeste kapitein van de “Argonaut” en stierf in Hongkong nadat het schip daar was aangevaren”. (schriftelijke mededeling T.F.J.Pronker - Vlieland, dd 18 juli 2002).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.P.Carst werd met nr.373 effectief lid van Zeemanshoop per 14 januari 1834 op voorspraak van P.J.Carst. Zijn schip was de "Thetis"002.

In de Algemene Vergaderingen van 07/14 januari 1834 van het College Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Jeppe Pieters Carst, oud 31 jaar, wonende in de Groote Bikkerstraat te Amsterdam, voerende de schoenerkof Koophandel, op voordracht van kapitein Pieter J.Carst. Zijn vlagnummer werd 373023.

Jeppe Pieters Carst werd lid van het Weldadig Zeemanfonds per 09 maart 1841003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1861 doet de wed. J.P.Carts-Jaski een verzoek om een uitkering welke haar in de vergadering van 25 juli 1861 is toegestaan met ingang van 01 februari 1861.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 augustus 1861 staat vermeldt dat per 01 februari 1861 een uitkering  in de 1e klasse is toegekend aand de wed. J.P.Carst geb. Jaski voor haar en 1 kind “mits overleggende doodacte van haren man en moge blijken dat het kind geregtigd was.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         373                           1834           sch.kof            de Koophandel                                     Salm,Heemskerk en Co

                                           1835           pink                  Nederland                                             idem

         260                           1836           pink                  Nederland                                             idem

                                      1837-1839     sch.brik            Thetis                                                     B.Kooij Jz

                                      1840-1853     fregat               Wilhelmina Lucia                                G.C.Bosch Reitz

          75                       1854-1858     fregat               Wilhelmina Lucia                                idem

                                      1859-1860     bark                 Argonaut                                               de Coning en Co

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

J.P.Carst                       Argonaut                                  29 maart 1858                                      01 mei 1861

 

Bouma025 vermeldt J.P.Carst als gezagvoerder gedurende:

*    1833 van de sch.kof “Jonge Reintje”, gebouwd in 1826 te Veendam, 104 ton o.m., varend voor de Vries & Co te Amsterdam;

*    1834 t/m 1836 van de schkof “Koophandel”, gebouwd in 1833, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor Salm, Heemskerk & Co te Amsterdam;    

*    1836 t/m 1837 van de pink “Nederland”, gebouwd in 1807, bouwgegevens niet vermeld, 363 ton o.m., varend voor de Groenland en Straat Davis Visserij te Harlingen;

*    1838 t/m 1840 van de schbrik “Thetis”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 130 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;

*    1841 t/m 1852 van het 3/mschip “Wilhelmina Lucia”, gebouwd in 1838 te Middelburg, 755 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

*    1853 t/m 1859 van hetzelfde schip maar nu getuigd als bark;

*    1860 van de bark “Argonaut”, gebouwd in 1858 op de weerf van F.F.Groen te Amsterdam 387 ton o.m., varend voor Brantjes & v/d Drift te Purmerend.

 

Overige bijzonderheden

Pieter Derk Hendrik Bernardus de Haan werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op de Wilhelmina Lucia onder kapitein Karst(sic) voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde terug op 28 februari 1846004(533/1962).

 

Op 13 april 1859 vertrok van de rede van Texel het nieuwe clipperschip ("op de eerste reis") "Argonaut" van Brandjes en van der Drift te Purmerend onder kapitein J.P.Carst025 en arriveerde te Batavia op 19 juli na een reis van 96 dagen026(38/049).

 

In een e-mail dd 02 juni 2005 van de heer R.R. van Staveren staat de mededeling, dat hij in de nalatenschap van J.Teensma (die de korte kapiteinsstukjes schreef in de Schiermonnikoger Dorpsbode061) een foto vond van de “Wilhelmina Lucia”, 1840, kapitein Carst “komende ter Rheede van Batavia.” Het schip draagt de nummervlag 373 van “Zeemanshoop”.

 

In een boekwerkje “Nederlandse Zeilschepen 1813 – 1880”, van L.Smit en H. Hacquebord, staat op blz. 43 o.m. het volgende:

“De “Argonaut” was in 1858 gebouwd op de werf van F.F. Groen te Amsterdam, voor rekening van rederij Brandjes en Van der Drift te Alkmaar. De tonnemaat was 387, de lengte 39,30 m, de breedte 5,60 m en de holte 3,94 m. De verhouding van lengte tot breedte duidt op de klippervorm en de illustratie (een foto van de Argonaut is eveneens afgebeeld in genoemd boekwerkje) laat ook voldoende zien hoe fijn de belijning van de bark was. Intussen was de dood van kapitein J.P. Karst onnodig gebleken, daar de “Argonaut” werd gelicht en naar Amsterdam teruggezeild (In 1860 werd het gloednieuwe schip in de haven van Hongkong aangevaren door het stoomschip “Manilla”, waardoor ze tot aan het dek zonk. Kapitein Karst was door dit ongeval zo geraakt, dat hij spoedig er na is overleden). In 1861 zeilt de bark in 78 dagen van Texel naar Batavia. In 1868 voer ze de haven van Yokohama uit om spoorloos te verdwijnen.”

 

In "Het Nederlandsche Zeewezen" 4e jaargang, 1925, p.181-184 staat een artikel onder de titel “Hoe kapitein Carst naar Japan ging en wat hij daar mee maakte”  Het artikel geeft geen auteur. In dat artikel staan een reeks gegevens over andere kapiteins, o.a de vader van Jan de gezagvoerder Jeppe Pieters Carst, en die gegevens heb ik bij die persoon opgenomen.

“Een van de meest bekende en waarschijnlijk wel de meest populaire Nederlander in Yokohama is Kapitein Jan Carst. Door een onzer lezers hiertoe in staat gesteld, geven wij gaarne eenige bijzonderheden weer uit het leven van dezen zeeman en uit dat van zijn vader, beiden mannen, die niet weinig bijdroegen om in het Verre Oosten respect te verwekken voor het Nederlandsche gezag. ….

De vader van kapitein Carst had in 1859 met de Heeren de Coning en Lels de firma Carst, Coning en Lels opgericht. Hij was een van die ondernemende Hollanders, die niet voor een kleintje vervaard zijn. Om zich in die tijd blijvend in Japan te vestigen, was namelijk niet iets waartoe ieder gaarne over ging, omdat de toestand voor vreemdelingen er nog weinig behaaglijk was, hetgeen moge blijken uit het hieronder volgende stuke historie:

31 Maart 1854 sloot commodore Perry een tractaat van vrede en vriendschap tussen Amerika en Japan, en in 1858 sloot Lord Elgin, opperbevelhebber der Britsche zeemacht, een tractaat te Jedo (later Tokio genaamd) en daarna volgden de tractaten met Frankrijk, Rusland en Nederland. Gevolg hiervan was, dat in 1859 de haven van Kanaguwa voor de vreemdelingen geopend werd.

De openstelling van Japan voor de vreemdelingen was niet naar den zin van een groot deel der Japanners, vooral de Daimio’s landheeren zagen hun macht bedreigd, zij werden vreemdelingenhaters en zetten hun onderhoorigen op tegen de vreemdelingen. Door hen en ook door de Ronins, onslagen officieren van de landheeren , werden verscheidene moorden op vreemdelingen bedreven.

Beschrijving van een verscherping van de situatie en een verzoek van de Nederlandse consul om wapens te mogen dragen. Beschrijving van de moord op de Hollandse kapiteins Wessel de Vos en Jasper Nanning Dekker. Zie aldaar.

“Kapitein Jeppe Pieters Carst, gezagvoerder van de Argonaut sedert 5 Sept. 1854 te Yokohama, ontsnapte door een toeval, daar hij juist een paar minuten na het vertrek der heeren de Vos en Dekker, bij den scheepshandelaar kwam, om hem te halen. Even daarna kwam er een Japanner, die vertelde, dat er twee Russische matrozen vermoord waren. IJlings liep kapitein Carst, gevolgd door de heeren Gerlach en Schnell, naar de plaats van het ongeval en bij het licht der maan zagen zij tot hun groote ontsteltenis de lijken van de Vos en Dekker. De slachtoffers waren afgemaakt door sabelhouwen, de heer de Vos was het eerst aangevallen in den rug, had verder sabelhouwen in den nek, boven de dij, boven de knie en eenige houwen op het hoofd. De heer Dekker had de meeste houwen in het gezicht en hoofd en was zijn rechterhand afgeslagen. …”

Verdere beschrijving van de handelingen van de consulen de begrafenis van de twee Nederlandse kapiteins.

“Later werd de Heer J.P.Carst in de door hem opgerichte firma vervangen door een zoon, waarna genoemde firma mede door het uittreden van den Heer de Coning, Carts, Lels en Co werd herdoopt.

In 1864 kreeg Carst, Lels en Co. opdracht om voor Japansche rekening een schip te koopen. De opdracht werd doorgegeven naar Amsterdam, waar een 400 ton metende brik werd aangekocht, die onder de naam Nippon naar Yokohama moest worden gebracht.

Het bevel over dit schip werd aangeboden aan den jeugdigen kapitein Jan Carst, dien we op 27 October 1864 op het schip zien uitvaren. … ” (zie verder bij Jan Jeppeszoon Carst)

 

NRC 28 mei 1861114

Advertentie. J.J. van der Meulen en W. Bakker Bz, makelaars, presenteren op maandag de 10e juni 1861, des avonds ten 6 ure precies, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van de deurwaarder J. Dupont Noordbeek, te verkopen: een buitengewoon snelzeilend, gekoperd en kopervast, in het jaar 1858 nieuw gebouwd barkschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ARGONAUT, laatst gevoerd door wijlen kapt. J.P. Carst; volgens Nederlandse meetbrief lang 39 ellen 50 duimen, wijd 5 ellen 60 duimen,hol 3 ellen 94 duimen en alzo gemeten op 387 tonnen of 205 lasten. En dat verder met al deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, touwen, zeilen, enz. als breder bij inventaris vermeld. Het schip ligt te Amsterdam in het Oosterdok aan de dijk.

Nader bericht bij bovengemelde makelaars of bij de cargadoors de Coningh & Co te Amsterdam.

 

 

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Carst, Jeppe Pieters

Familiegegevens en opleiding

George Poolman werd door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling "ingenomen" per 01 september 1838004(532/1874). Hij werd geboren te Amsterdam op 17 december 1825 als zoon van Jurriaan Poolman "Cargadoor en convooyloper te Amsterdam" en Catharina Boukamp, wonende op de N.Z.Voorburgwal bij het Klimopstraatje nr.106.

Van de vorderingen werden in de periode 1839-1841 drie-maandelijkse rapporten uitgebracht in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels, frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen specifieke opmerkingen geplaatst. Voorts is vermeld:

" 4 febr.1841  geplaatst als ligtmatr. op het schip Anna Eliza Capt.C.Arenspoot naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦12,-

  22 Jan.1842  terug van de reis met goed attest

  14 Maart 1842  aangen. tot Lidm der Evang.Luth.Gemeente door Do Loman

  24 Maart 1842  gepl. als Ligtmatr. op het schip Jupiter Captn K.de Jong naar Batavia voor Amst.  ¦14,-

  22 April 1843  terug van de reis met goed attest

  26 dito  eervol ontslagen".

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Poolman werd met vlagnummer 607 effectief lid van Zeemanshoop per 14 november 1854 op voordracht van S.S.van Dam. Zijn schip was de "Thetis". Toegevoegd is "bedankt"002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 07/14 november 1854 staan vermeld dat tot effectief lid zijn voorgedragen/benoemd George Poolman, geen leeftijd vermeld, voerend de bark “Thetis”, op voordracht van kapitein S.S.van Dam.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1859 vraagt H.M.Poolman-Kluter de contributie te mogen betalen, wanneer haar man terug is van de reis op 01 juli. Het verzoek is inmiddels vervallen, omdat de contributie is betaald.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 september 1860 verzoekt kapitein G.Poolman na opzeggen van het effectief lidmaatschap toch de vlag te mogen blijven voeren. Dit wordt afgewezen als zijnde in strijd met het Reglement.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 16 oktober 1860 staat een: “Brief van Kapt. G.Poolman, bedankende voor het Effectief lidmaatschap doch verzoekende de vlag te mogen blijven voeren welk verzoek is afgewezen als in strijd met het Reglement.”023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         607                      1854-1856     bark                 Thetis                                                     Boissevain & Kooy

                                      1857-1858     geen vermelding van schip en boekhouder

                                           1859           fregat               Wilhelmina Lucia                                G.C.Bosch Reitz

                                            1860           bark                 Calypso                                                 idem

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

G.Poolman                                           Calypso                 12 september 1860                       01 augustus 1861

                                                                Calypso                 01 februari 1861                            geen vermelding

 

Bouma025 vermeldt G.Poolman als gezagvoerder gedurende:

*    1854 t/m 1856 op de bark “Thetis”, gebouwd in 1844 te Alblasserdam, 319 ton o.m., varend voor Boissevain & Kooy te Amsterdam;

*    1860 van het 3/mschip “Wilhelmina Lucia”, gebouwd in 1838 te Middelburg, 755 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

*    1861 t/m 1862 van de bark “Calypso” ex Cornelia, gebouwd in 1847 te Maassluis, 326 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam. Het schip verongelukte op thuisreis vanuit Japan.

 

Overige bijzonderheden

De bark “Thetis” onder kapitein G.Poolman was op 15 november 1854 te Amsterdam, op 21 februari 1855 te Texel en op 02 mei 1855, via Kaap Hoorn. Te Valparaiso. Op 21 juli 1855 voer het van Chincha naar Callao. Van de terugreis zijn geen meldingen.121

 

 

Datum vanaf: 1860
Kapitein: Poolman, George

Familiegegevens en opleiding

Dirk Roelof Nolles werd geboren te Woudsend op 14 februari 1812.

Hij huwde met Margaretha Bodemeyer, geboren te Haarlem op 13 oktober 1820 (of 1821?). Zij overleed op 18 december 1888.003 en 118

Hij overleed op 07 juli 1881.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Nolles (adres: J.van Wezel & Zn) werd met vlagnummer 577 effectief lid van Zeemanshoop per 13 april 1841 op voorspraak van D.J.Wiersma. Zijn schip was de “Minister Verstolk”002. Ten tijde van de inschrijving waren Nolles en zijn vrouw 29 en 21 jaar. Ingeschreven staan 7 kinderen en wel Roelof uit 1840; Elisabeth van 15 februari 1843; Pieter van 20 december 1844; Dirk van 01 augustus 1847; Tjeerd van 15 maart 1853; Arnoldus van 05 november 1854 en Roelof van 09 oktober 1850002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 06/13 april 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Dirk Nolles, oud 29 jaar, voerend de kof “Minister Verstolk”, wonend in Woudsend, adres bij de Wed. J.van Wezel & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.J.Wiersma. Zijn vlagnummer werd 577.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 27 januari 1852003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 februari 1872 staat een verzoek om onderstand door kapitein D.R.Nolles welke hem in de vergadering dd 18 maart 1872 wordt toegekend ingaande 01 mei 1872.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juli 1881 verzoekt de wed. D.R.Nolles, geb. Bodemeyer om de reglementaire onderstand welke haar in de vergadering dd 25 augustus 1881 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1881, onder de conditie dat zij de achterstallige contributie betaald. 042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” dd 09 april 1872 staat vermeld dat per 01 mei 1872 een uitkering in de 1e klasse werd toegekend aan kapitein D.R.Nolles. 023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 september 1881 wordt per 01 augustus 1881 een uitkering in de 1e klasse toegekend aan de wed. D.R.Nolles geb. Bodemeijer.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam             naam reder/boekhouder

       577                        1841-1845     kof                   Minister Verstolk      A.H.& H.A.Tromp te Woudsend

                                      1846-1849     sch.kof            Minister Verstolk      idem

                                      1850-1853     bark                 Europa                       J.Boelen

       246                        1854-1855     brik                   Geertruida                  geen opgave

                                      1855-1859     bark                 Calypso                      G.C.Bosch Reitz, Amsterdam

                                      1860-1861     bark                 Wilhelmina Lucia     idem

                                           1862           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1863-1865     brik                   Adriana Johanna      C.Mackenstein, Amsterdam

                                      1866-1881     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

D.R.Nolles                   Wilhelmina Lucia                   17 september 1860                              04 februari 1862

                                      Adriana Johanna                     20 augustus 1864                                 30 juli 1866

 

Bouma025 vermeldt D.R.Nolles als gezagvoerder gedurende:

*    1841 t/m 1850 van de kof “Minister Verstolk”, gebouwd in 1841 te Lemmer, 144 ton o.m., varend voor A.H. & H.A.Tromp te Woudsend. Het schip voer in 1850 voor P.Koumans Smeding te Leeuwarden en was herdoopt in “Gustaaf”;

*    1851 t/m 1854 van de bark “Europa”, ex Johanna, gebouwd in 1840 te Dantzig, 358 ton o.m., varend voor J.Boelen te Amsterdam. Het schip is op reis van Callao naar Engeland met guano lek geraakt en afgekeurd;

*    1856 t/m 1860 van de bark “Calypso” ex Cornelia, gebouwd in 1847 te Maassluis, 326 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

*    1861 t/m 1862 van het 3/mschip “Wilhelmina Lucia”, gebouwd in 1838 te Middelburg, 755 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam. Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen als “Patriot”;

*    1864 t/m 1866 van de brik “Adriana en Johanna”, gebouwd in 1864 te Amsterdam, 208 ton o.m., varend voor C.Mackenstein te Amsterdam;

Het schip liep op 23 april 1864 te water van de werf “Zwarte Werf”, scheepsbouwmeester E.Bok.023.

 

Overige bijzonderheden

Op 11 november 1858 vertrok vanuit Batavia de “Calypso” van de Reederij G.C.Bosch Reitz te Amsterdam onder kapitein D.R.Nolles. Het schip arriveerde te Texel op 02 maart 1859 na een reis van 110 dagen026(38/075).

D.R.Nolles wordt genoemd als aandeelhouder in de N.V.Friesche Kofscheepsreederij te Woudsend. In de “Lijst van Deelnemers” staat hij vermeld met nr.91, wonende te Amsterdam, met beroep “Zeekapitein”  en met de aandelen 105 en 206041.

“Op 16 februari 1812 werd Dirk Roelofs Nolles geboren. Zijn ouders waren Roelof Tjeerd Nolles en Jeltje Dirks Noorderwerf. Het gezin woonde in Woudsend en vader Nolles voer als kapitein op het kofschip de “Tromp” van Age Solkes Tromp. Zoon Dirk trad op 1 juli in dienst van de rederij (de N.V.Friesche Kofscheepsreederij et Woudsend) en het was zijn eerste betrekking als kapitein. Hij kreeg het meteen met de directie aan de stok. Die was gewend dat de kapitein, nog voor dat ze in dienst van de rederij waren, allerlei hand- en spandiensten voor haar verrichtte. Nolles voelde daar weinig voor. Liever maakte hij nog een reis als stuurman. Hij deelde de directie mee dat hij geen onbetaald sjouwerman was en dat werd hem niet in dank afgenomen ... Maar afgezien van deze terreinverkenning konden de heren in de daarop volgende jaren uitstekend met elkaar overweg. Nolles bleek een zeer bekwaam kapitein. Vrij snel na de verkoop van de “Minister Verstolk” werd Nolles kapitein op de bark “Europa” van rederij Boelen. In 1854 werd hij kapitein op de brik “Geertruida” en van 1856 tot 1860 had hij het commando op de bark “Calypso” van rederij Bosch & Reitz. In 1860 vinden we hem terug op de Wilhelmina Lucia” ... Dit schip kwam voor op de beurtlijst van de N.H.M. (Nederlandsche Handel Maatschappij) ...In 1862 ... verhuisde de familie Nolles (vrouw en zeven kinderen) naar Amsterdam. Tot slot van zijn succesvolle carriëre kreeg Nolles het commando over een gloednieuwe brik, de “Adriana Johanna” van rederij Mackenstein. Vanaf 1866 was hij zeeman in ruste. Hij overleed op 7 juli 1881 in zijn woning aan de Zeedijk in Amsterdam041-p.81.

“Vooral in de herfst en winter was het verblijf aan boord geen pretje. Toen kapitein op 3 januari 1843 in Genua arriveerde, schreef hij de directie: “... de koude en het weer met het diep geladen schip en over het water zwalken, uit de natte kooi aan de hals toe in het water ...”041-p.79.

“... op 14 april 1841 voer de “Minister Verstolk” (onder kapitein Nolles) ... naar de Oostzee.” Het schip “voer met dikke mist in het Skagerrak boven op een driemaster. Ondanks een gebroken boegspriet en veel versplinterd hout in de boeg, kon de kapitein de reis voortzetten”041-p.73.

De bark “Europa” onder kapitein D.R.Nolles staat op 29 juli 1852 geregistreerd te Cardiff en vervolgens Panama en op 19 maart 1853 te San Francisco. Het schip heeft dus Kaap Hoorn gerond. Op 17 september 1853 was het schip in Callao, vertrok met guano maar keerde in de haven terug op 02 oktober. Het schip was dermate lek dat het werd afgekeurd. 121.

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Nolles, Dirk Roelofs

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1838-09-08
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: WILHELMINA LUCIA
Schipper: Ipsen, Bandix Frederik
Scheepstype: fregat
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: WILHELMINA LUCIA, aquarel gemaakt in 1841, gezagvoerder J.P. Carst (vlagnummer 260)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: WILHELMINA LUCIA, aquarel gemaakt in 1846, gezagvoerder J.P. Carst (vlagnummer 260)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: WILHELMINA LUCIA, aquarel gemaakt in 1847, gezagvoerder J.P. Carst (vlagnummer 260
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: WILHELMINA LUCIA, kapitein J.P. Carst (vlagnummer 75), binnengekomen op den 14 Dec. 1856
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1838.4

DVD - XI – 204, 205
BIJLBRIEF

Naam schip WILHELMINA LUCIA


plaats en datum acte bijlbrief, Middelburg, 4 oktober 1838

type schip fregat, gebouwd van eikenhout en gekoperd

bouwwerf/verkoper directeuren van de Commercie-Compagnie, Middelburg, op hun werf, scheepsbouwer Frederik Haverkamp

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Gijsbert Christiaan Bosch Reitz, koopman en scheepsreder te Amsterdam

te voeren door kapt. Bandick Friedrich Ipsen

grootte in tonnen 798 tonnen of 421 lasten

tuigage / aantal dekken twee dekken

afmetingen 38,90 x 7,62 x 6,06 meter

kiellegging 24 december 1836

tewaterlating 24 augustus 1838

plaats / datum registratie Middelburg, 4 oktober 1838

nummer van registratie deel 26, folio 164, recto, vak 3 en 4.

notaris verklaring voor burgemeester van Middelburg.

prijs NLG.

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 170708

Naam WILHELMINA LUCIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1838
Toegang 198
Inventaris 3179

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3168.1838.4
foto IMG 1914 - 1916

CEDULE

Naam schip WILHELMINA LUCIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 21 september 1838

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Bandik Friedrich Ipsen

grootte in tonnen 421 lasren of 798 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te (niet vermeld)

plaats / datum registratie Amsterdam, 2 oktober 1838

nummer registratie deel 36, folio 53, verso, vak 4

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage vermelde eigenaren en ligt thans te Middelburg, doch behoort thuis te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868
De eed wordt afgelegd door Barend Dirk Bosscher, Amsterdam, voor en namens de in de bijlage genoemde eigenaren.


1838.10.11 Eerste zeebrief voor een schip WILHELMINA LUCIA, kapt. B.F. Ipsen

researcher/datum research: ML / 040616

bijlage bij acte 4 van 1838, schip WILHELMINA LUCIA
eigenaren per ultimo september 1838:

G.C. Bosch Reitz, Amsterdam (boekhouder en 6/32e part)
J.E., C.E. en E.P. Bonnike, Amsterdam (tesamen 4/32e part)
H.L. Bisschop Czn., Amsterdam (2/32e part)
A. Bredius, Amsterdam (2/32e part)
Zacharias Kemper, Amsterdam (2/32e part)
L.J.J. Serrurier, Amsterdam (2/32e part)
P.J. Haedel, Amsterdam (2/32e part)
J.H. Hackman Asschenbergh, Amsterdam (1/32e part)
firma Wed. Van der Voort & Co., Amsterdam (1/32e part)
L. Crayvanger, Utrecht (2/32e part)
W.J. Junius van Hemert, ’s-Gravenhage (2/32e part)
J. Kol, Utrecht (2/32e part)
De Vos van Steenwijk van den Havenhorst, Meppel (2/32e part)
F.N. van Bern, Zeist (1/32e part)
P.A. Baronesse de Vos van Steenwijk, Zwolle (1/32e part)

ML / 040616

Naam WILHELMINA LUCIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1838
Toegang 198
Inventaris 3168

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF: Noord-Hollands Archief - Haarlem / Archiefnummer Amst.198.3179-1838.4
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk