Familiegegevens en opleiding
Dirk Ary de Jong werd geboren te Vreeland (zal wel Vlieland zijn) op 10 december 1801. Hij huwde met Jantje Hielkes Prins, geboren te Harlingen op 08 oktober 1809. Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde hij maar de naam van de tweede vrouw is niet vermeld.
Hij wordt als "vermist" opgegeven.
Dirk Aris de Jong werd geboren op Oost-Vlieland op vrijdag 10 december 1802 als zoon van Aris/Arie de Jong (geb. te Bremen in 1757, overleden op Oost-Vlieland op 23 september 1827) en Neeltje Klaas Visser (geb. Oost-Vlieland 23 augustus 1761, overleden aldaar op 15 juni 1849).
Hij trouwde te Vlieland op 27 juli 1827 met Grijtje Walburg, geboren 12 november 1802, overleden op Oost-Vlieland op 23 juni 1828. Hij trouwde voor de tweede maal te Harlingen op 24 november 1831 met Jantje Hielkes Prins, (geb/ged te Harlingen op 08/29 oktober 1809, Grote Kerk als dochter van Hielke Hendrik Prins en Maaike Simons de Haan. Overleden te Harlingen op 30 januari 1852. Hij ging voor de derde maal in ondertrouw op 28 juli 1853 met Henderica Jacobus Posthuma (c. 25 jaar oud, geboren rond 1828) en trouwde te Harlingen op 28 juli 1853, op 50 jarige leeftijd.
Gegevens ontleend aan het archief van de heren Kees Stada te Kropswolde en Hugo ter Avest (conservator van het Hannemahuis) te Harlingen, verkregen door tussenkomst van Ton Pronker te Vlieland dd 07 februari 2003. Pronker deed nader onderzoek naar kapitein de Jong en zijn vrouw Jantje Prins, vanwege de aanwezigheid van portretten van beiden in het Hannemahuis, geschilderd door P.F.Greive in 1831 (Dirk de Jong) resp. 1835 (Jantje Prins)
Foto’s gemaakt van beide portretten in het Hannemahuis juni 2009
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.A.de Jong (adres Bultman) werd per 27 januari 1835 op voordracht van R.Maalsteed met vlagnummer 407 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving is geen scheepsnaam vermeld. Toegevoegd is "vermist"002.
In de Algemene Vergaderingen van 20/27 januari 1835 werd voorgedragen/benoemd Dirk Arij de Jong, oud 32 jaar, voerend het schip “Wilhelmina”, afkomstig uit Rotterdam en met adres bij S.Boon te Harlingen, op voordracht van kapitein R.Maalsteed023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 maart 1839003.
(Een) D.A.de Jong was met vlagnummer R66 in de periode 1837 t/m 1842 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van “Zeemanshoop” dd 25 april 1833 is vermeld een brief van ene D.C. de Groot die aan het Bestuur raad vraagt “in een verschil tusschen hem en Kapt. D.A. de Jong”. “Gehouden buiten deliberatie als behoorende niet tot den Werkkring van het College.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 januari 1839 staat het volgdend: “Verzoek van Kapt. D.A. de Jong om niet verpligt te zijn als voortdurend Deelnemer drie Leden Donateurs te geven in afwachting dat zal zijn beslist uit welke Haven hij zal gaan varen Toegestaan tot tijd en wijle hij weder gaat varen.” 042.
In de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1844 meldt D.A. de Jong dat hij op reis gaat als supercarga voor een loon van f 100,- en vraagt daaarvoor toestemming met behoud van zijn rechten. Het Bestuur gaat accoord.042
Een supercarga is een persoon die toezicht houdt op de lading van het schip.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
407 1835 geen vermelding van schip en boekhouder
294 1836-1837 fregat Mary en Hillegonda E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam
1838-1844 geen vermelding van schip en boekhouder
1845-1846 sch.kof De Waakzaamheid de kapitein
1848 geen vermelding van schip en boekhouder
1849 sch.kof Zes Gebroeders de kapitein
1850-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
91 1854 geen vermelding van schip en boekhouder
1855-1856 fregat Koningin der Nederlanden J.Korthals Wz te Dordrecht
1857-1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt D.A.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1835 van het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd in 1820 in de Oostzee, 388 ton o.m., varend voor Reijn, Varkevisser & Dorrepaal te Rotterdam. Verhoeff, april 2005 meldt als bouwjaar 1818 en als tonnage 589.
* 1837 t/m 1838 van het 3/m schip “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
* 1846 van de kof “Waakzaamheid”, gebouwd in 1824 te Groningen, 210 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen;
Verhoeff086 vermeldt dat de “Vrede en Vrijheid” in 1839 werd overgenomen van A.S.Lammerts te Amsterdam en werd herdoopt in “Waakzaamheid”.
* Bouma vermeldt D.A. de Jong niet als kapitein van een schip “Zes Gebroeders”, maar wel als reder te Harlingen van de kof “Zes Gebroeders” ex Henrika Jacoba Grouw, ex Eyzo de Wendt, gebouwd in 1830 , bouwlocatie niet vermeld, 166 ton o.m.. Hij reedde dit schip van 1847 t/m 1855 en verkocht het schip toen aan A.Profumo & Co te Livorno. In de periode van zijn reederij werd het schip gevoerd door de kapiteins M.F. Munning (1847 t/m 1849) en D.D.Visser (1850 t/m 1854). Gezien de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 (zie hiervoor) heeft D.A.de Jong toch ook zèlf als gezagvoerder/eigenaar het schip bevaren.
* 1856 t/m 1857 van het 3/m schip “Koninging der Nederlanden”, gebouwd in 1830 te Dordrecht, 750 ton o.m., varend voor de Dordrechtsche Scheepsreederij te Dordrecht. Het schip strandde in 1857 en werd te Milford afgekeurd.
Overige bijzonderheden
Het fregat “Koningin der Nederlanden” onder kapitein D.A. de Jong was op 22 maart 1855 te Cardiff, passeerde op 06 juni Kaap Hoorn en was op 07 augustus 1855 te San Francisco. Na verblijf in enkele zuid-amerikaanse havens aan de westkust staat op 11 juni 1856 Rio de Janeiro vermeld en is het schip dus via Kaap Hoorn op de terugweg. Op 14 oktober 1856 staat Milford vermeld “leaking & sprung mast”.121
Familiegegevens en opleiding
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden vóór maar ook ná 1835 (het sterfjaar van de hiervoorgenoemde H.Glazener) ene kapitein H.Glazener. Mevr. I.Glazener uit Ede, die zich met de genealogie van het geslacht Glazener bezighoudt, meldt me per brief van 04 augustus 1999: "Hessel sr had inderdaad een zoon Hessel, echter geboren in 1826, dus te jong. Een andere H.Glazener is mij (nog) niet bekend".
De schepen van de kapitein
De vermeldingen van van Sluijs013 en Bouma025 zijn a.h.v.:
* kapitein op de "Kortenaer" van 1830-1835. De "Kortenaer" was een fregat dat op 04 september 1830 op de St.Joriswerf te Rotterdam te water werd gelaten voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam. Scheepsbouwmeester waren de Jong, Kortlandt en Anthony. Het schip mat 310 last resp.580/590 ton o.m..
* kapitein op het fregat "Mary en Hillegonda" in 1836 en van 1838-1843. Dit fregat werd op 08 augustus 1835 op de werf van St.Joris te Rotterdam te water gelaten. Scheepsbouwers waren de Jong, Kortlandt en Anthony. Het schip mat 400 lasten resp 750 ton o.m.. Boekhouders waren E.Suermondt & Zn en Co te Rotterdam. Het schip werd in 1857 verkocht aan C.Smit te Alblasserdam en herbenoemd als "Bijenkorf".
Bouma025 vermeldt H.Glazener als gezagvoerder gedurende:
* 1830 t/m 1834 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 590 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
* 1836 van het 3/mschip “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
* 1839 t/m 1842 van het 3/mschip “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Familiegegevens en opleiding
Johannes Martens werd geboren te Amsterrdam op 19 november 1816 als zoon van Broder Johannes Martens en Christina Bondix. Uit de geboorteaangifte van 20 november blijkt zijn vader Broder Johannes als scheepskapitein op het Bikkersplein N8 te wonen.
Als getuigen worden genoemd Richard Bondix, kantoorbediende 37 jaar Haarlemmerhouttuinen N90 en Jacob Bondix houtkoper 30 jaar, Haarlemmerdijk N202. 4
Hij bleef ongehuwd.
Zijn overlijden is vermeld in de Javaasche Courant 15 februari 1851; “Op reis van Nederland naar Java, aan boord van de bark “Neerlands Koning” overleed tot onze diepe smart op den 22 january 1851 onze beminde broeder Johannes Martens, oud ruim 34 jaren, in leven gezagvoerder van het schip Mary en Hillegonda.
Alle vrienden van den overledene zullen beseffen hoe zwaar dit verlies ons treft.” J. Martens en M. J. Martens.”
In de overlijdensakte staat als plaats van overlijden; “Zeilende op de Indische Oceaan van Rotterdam naar Batavia des voormiddags 3 uur op 101 Z.breedte en 101.5 O. lengte van Greenwich”
Op de begraafplaats Tanah Abang afd. V te Batavia is hij begraven onder een zerk met de tekst;
“Hier rust Johannes Martens / geboren den 19 november 1816 / overleden den 21 januari 1851 “Diep betreurd door zijne betrekkingen en vrienden”. De akte is getekend door zijn vader B. J. Martens. Het schip werd gevoerd door kapitein P. Admiraal.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Martens (adres J.Bondix) werd met vlagnummer 386 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 22 augustus 1837 op voordracht van P.Kraay. Zijn schip was de "Helene Christina". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 15/22 augustus 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd, Johannes Martens, oud 21 jaar, voerend het fregat “Helena Christina”, afkomstig uit Rotterdam, met adres J.Bondix te Amsterdam, op voordracht van P.Kraaij023.
J.Martens was met vlagnummer R90 in de periode 1837 t/m 1851 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1851 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1851 is overleden058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
386 1837-1841 fregat Helena Christina E.Suermondt & Zn & Co
1842-1850 fregat Mary en Hillegonda idem
In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart te Rotterdamstaat dat kapitein J.Martens in dat jaar gezagvoerder was van de bark “Mary en Hillegonda”, 395 last, varend voor E.Suermondt & Zonnen & Co te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt J.Martens als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1841 van het 3/mschip “Helena Christina”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 650 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Co te Rotterdam;
* 1843 t/m 1851 van het 3/mschip “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
"Het Fregatschip Mary & Hillegonda ... maakte onder Kapitein J.Martens verschillende snelle reizen tusschen Nederland en Indië, Amerika en Australië. Des avonds om 11 uur van den 10den December 1848 liep dit schip ... te Brouwershaven binnen en had de reis van Batavia in 92 dagen afgelegd. Kapt.Martens rapporteerde dat hij vanaf de Westereilanden tot in het Kanaal met tegenspoed en storm en verschrikkelijke hooge en moeilijke ze te kampen had gehad. De matroos H.Huyser werd overboord geslagen en de matroos P.Lund overleed aan bekomen verwondingen. Hij roemde de nieuwe lichten bij Brouwershaven en zou desnoods in den nacht en zonder een loods binnen durven loopen"026(37/318).
NRC 13 december 1848114
Rotterdam, 12 december. Kapt. Martens van het schip MARY EN HILLEGONDA, de 10e december des avonds ten 11 ure na een reis van 92 dagen van Batavia te Brouwershaven gearriveerd, meldt, dat hij van de Wester-eilanden (opm: Azoren) tot aan het Kanaal met een verschrikkelijke hoge en moeilijke zee heeft te kampen gehad, waarbij de matroos H. Huyser is over boord geslagen en verdronken, en schip en tuigage veel hebben te lijden gehad. Ook is nog overleden de matroos P. Lund. Gemelde kapitein schrijft verder het volgende:
‘Ik kan niet met stilzwijgen voorbijgaan de uitmuntende verbetering van deze zeehaven (Brouwershaven) door de nieuw opgerichte vuren, welke de toenadering zo gemakkelijk maken, dat ik in geen geval zou aarzelen om vereist wordende zonder loods binnen te lopen. Het schijnt, dat de MARY EN HILLEGONDA het eerste schip is, dat bij nacht hiervan geprofiteerd heeft.’
Familiegegevens en opleiding
Leendert Visser werd geboren te Stellendam op 06 oktober 1813.
Hij trouwde met Rosalie Guillelmine Pauline Nieuwveen, geboren te Brugge op 13 oktober 1816. 003
Leendert Visser uit Stellendam werd per 01 september 1826 “ingenomen” als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij was toen 1 el/41½ duim lang en 13 jaar oud. Hij was volgens het geboorte-extract 1608 geboren op 06 oktober 1813 als zoon van Frans Visser, landbouwer uit Stellendam en Jacoba Koppenaal, beiden gereformeerd en ten tijde van de inschrijving nog in leven.
In de periode 1 april 1827 - 01 juli 1831 werden 3-maandelijkse rapporten opgesteld over der vorderingen in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (i.c. nederlands, frans en duits) en scheepswerk. Daarbij werden tevens de volgende opmerkingen gemaakt:
05 augustus 1828 “bekomt eenen Prijs in de Zeev.kunde”.
22 augustus 1829 “geplt als kajuitwachter op het schip Adrianus Jacobus kaptn J.Parlevliet
naar Batavia van Rotterdam .à ƒ10,- ’s maands.
02 oktober 1830 “terug van de reis met goede attestatie”.
02 juni 1831 ‘geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop Capt.Meyer naar Batavia voor Rotterdam …”.
03 augustus 1832 “terug van de reis met goede attestatie”.
08 augustus 1832 “eervol ontslagen”004-1608.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.Visser werd met vlagnummer 656 per 14 maart 1849 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Als zijn schip is vermeld de : Helena Christina”. Toegevoegd is “bedankt” 002.
In de Algemene Vergaderingen van 07/14 maart 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Leendert Visser, oud 29 jaar, voerend de bark “Helena Christina”, wonend te Rotterdam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 27 februari 1849. Bedankt in 1863003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 juni 1862 van Zeemanshoop staat het bericht dat kapitein L.Visser aan de wal zal blijven maar effectief lid en deelnemer wil blijven. Het Bestuur gaat accoord.003
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
656 1843-1850 bark Helena Christina E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam
1851-1853 bark Mary en Hillegonda idem
297 1854 bark Mary en Hillegonda idem
1855-1861 bark Copernicus idem
1862 geen vermelding van schip en boekhouder
L.Visser was met vlagnummer R149 in de periode 1842 t/m 1867 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1867 is overleden.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein L.Visser met vlagnummer R149 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 bark “Helena Christina” 230 last varend voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
* 1851 bark “Mary & Hillegonda” 395 last varend voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 bark “Copernicus” 392 last varend voor E Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
* 1862 t/m 1866 geen vermelding van schip en reder
Vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
L.Visser Copernicus 29 maart 1861 06 maart 1862
Bouma025 vermeldt L.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1851 van het 3/mschip “Helena Christina”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 650 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Co te Rotterdam. Vermelding vanwege opgave in Rotterdamse Jaarverslagen – zie hiervoor. Bouma vermeldt J.L Visser als kapitein)
* 1852 t/m 1855 van het 3/mschip “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
* 1856 t/m 1862 van de bark “Copernicus”, gebouwd in 1853 te Alblasserdam, 742 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Op 09 juli 1858 vertrok van Hellevoetsluis de bark "Copernicus" van rederij E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam onder kapitein L.Visser en arriveerde te Batavia op 16 oktober 1858 na een reis van 98 dagen026(38/161).
Dutch ship "Mary & Hillegonda", arrived at Albany on 18 May 1854, having left Hartlepool, England on 6 September 1853. Called at Simons Bay, Cape of Good Hope, and departed there on 14 April 1854. Master = L. Visser. Tonnage = 767 tons. Crew = 24. Steerage passengers = 4. Mails = 2. Cargo = coals for the P. & O. Company. 105
Familiegegevens en opleiding
Teunis Vogelsang werd geboren op of 15 januari 1825 te Alblasserdam als zoon van de koopman Adriaan Vogelsang en Pieternella Mulder.
Hij trouwde op 29 april 1854 te Alblasserdam met Stijntje Verheul, geboren in 1830 te Alblasserdam als dochter van Arie Verheul, scheepstimmerman, en Ariaantje Oosterom.
Hij overleed op 05 februari 1897 te Rotterdam 064, 062 en 005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Vogelezang was met vlagnummer R458 van 1857 t/m 1883 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1883 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld, dat “het Bestuur in de onaangename verplichting (was) Art. 37 van het reglement toe te passen op Kapt. T. Vogelesang, en werd deze alzzo als Effectief Lid der Maatschappij afgevoerd”. Dit Reglementsartikel regelde het royemant wegens het niet nakomen van de financiële verplichtingen058.
De schepen van de kapitein
T(eunis) Vogelsang was gezagvoerder op de “Hugo Grotius” en zeilde op 23 december 1863 in de Indische Oceaan op 30o03’ZBr en 43o50’OL (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Overlijden Rotterdam 1864 Deel B folio 102, aktenr. 1440).
Teunis Vogelsang woonde te Rotterdam en was schipper van de “` President van Rijckevorsel”. Op 04 november 1864 lag hij op de rede van Lossarang bij Indromasjo (Bron: Idem, Deel B.folio 125 aktenr. 1293)062a.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein T.Vogelezang met vlagnummer R458 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de bark “Bijenkorf” 381 last varend voor erven C.Smit te Alblasserdam
* 1862, 1863 van het fregat “Hugo Grotius” 356 last varend voor H.Veder te Rotterdam
* 1864 t/m 1867 van het fregat “President van Rijckevorsel” 449 last varend voor H. Veder te Rotterdam
* 1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1882 geen vermelding van schip en boekhouder
Op 07 februari 1858 vertrok van Brouwershaven de bark "Beyenkorf" van de rederij C.Smit te Alblasserdam onder kapitein T.Vogelesang en arriveerde te Batavia op 13 mei 1858 na een reis van 95 dagen026(38/161).
Bouma vermeldt T.Vogelsang als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1859 van de bark “Bijenkorf”ex Mary & Hillegonda, gebouwd in 1835 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam. Het schip werd in 1859 gesloopt;
* 1862 t/m 1864 op het fregat “Hugo Grotius”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 673 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;
* 1865 t/m 1869 op het fregat “President van Rijckevorsel”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;
* 1870 t/m 1874 van de bark “Maasnymph” ex Pladda, gebouwd in 1867 te Quebec, 1304 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam;
* 1876 t/m 1877 van de bark “Jonge Jan” ex Johannes Lodewijk, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 770 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1877 verkocht naar Soerabaya.
Overige bijzonderheden
Zierikzeesche Courant 23 maart 1864
Op 19 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Hugo Grotius”, kaptein F.Vogelesang, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam.
|