Inloggen
KOLONEL KOOPMAN - ID 10013


Kroniekberichten

Datum 23 januari 1836
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Batavia, 21 januari. Alhier zijn gearriveerd: de 19e dezer de Nederlandse bark de JAVAAN, kapt. J.P. Meijer, van Amsterdam de 6e september; de 21e dezer het Nederlandse schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. F.H. von Lindern, van Rotterdam de 30e september.

Afbeelding
Datum 04 augustus 1836
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Hellevoetsluis, 1 augustus. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: KOLONEL KOOPMAN, kapt. F.H. von Lindern, van Batavia; ’s LANDS WELVAREN, kapt. L. den Breems, van Tromsoe; ENIGHEDEN, kapt. C.J. Raske, van Borgo.
Den 2 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: PRINSES VAN ORANJE, kapt. P. van Dijk, van Duinkerken, en JEANNETTE, kapt. H.G. Winter, van Riga.
Brielle, 1 augustus. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: WILLIAM, kapt. R. Monkman, van Newcastle. Heden morgen arriveerde uit zee: BATAVIER, kapt. D. Dunlop, van London.

Afbeelding
Datum 27 oktober 1836
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 26 oktober.
Kapt. A.J. Hubert, te Helvoetsluis gearriveerd, rapporteert, de 22e dezer, tussen Bevezier en Whigt, gepasseerd te zijn de schepen PIET HEIN, kapt. E. Wylde, naar Suriname; DE ADELAAR, kapt. W. Smith en GENERAAL BARON VAN GEEN, kapt, J.J. Kortrijk, naar Batavia.
Kapt. F.B. Nepperus, te Helvoetsluis binnen, rapporteert, dat hem de 18e dezer, af St. Albanshoek, gepasseerd zijn een bark tonende de Rotterdamse nommervlag met no. 9, zijnde die van kapt. M.D. Meyer, voerende de NEDERWAARD; de 22e, bij de Singels, een bark, tonende dezelfde vlag met no. 35, zijnde die van kapt. A.L. van der Valk, voerende de KOLONEL KOOPMAN en een dito, met dezelfde vlag tonende met no. 99, zijnde die van kapt. W. Smith, voerende DE ADELAAR, allen naar Batavia bestemd en in de beste staat zeilende.
Het schip DIE HOFFNUNG, kapt. J.K. Romeling, van Amsterdam naar Stettin, is volgens brief van Delfzyl van de 22e dezer, aldaar met schade binnengelopen; moest lossen om te repareren.
Het schip EENIGHEDEN, kapt. J.C. Glad, van Nerva naar Amsterdam is de 1e dezer te Kleve, bij Mandal binnengelopen.
Het schip DE MAAS, kapt. P.J. Bakema, van Amsterdam naar La Rochelle, is, volgens brief van Deal van de 18e dezer op het Goodwinsand bezet geweest, doch had daarbij geen schade bekomen.

Afbeelding
Datum 01 november 1836
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Kapt. F.B. Nepperus, van Baltimore te Helvoet binnen, heeft den 18 oktober, op de hoogte van St. Albans Head, in goede staat zeilende gezien een bark, tonende Rotterdamse vlag, met No. 9, zijnde die van kapt. M.D. Meijer, voerende het schip NEDERWAARD, van Rotterdam naar Batavia, en den 22 dito, bij de Singels, een andere bark, tonende dezelfde vlag, met No. 35, zijnde die van kapt. A.L. van der Valk, voerende het schip KOLONEL KOOPMAN, van Rotterdam naar Batavia.

Afbeelding
Datum 28 januari 1837
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 26 januari. De 24e dezer zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GENERAAL BARON VAN GEEN, kapt. J.J. Kortrijk, met een passagier, de 21e oktober vertrokken van Dordrecht, dito schip PALEMBANG, kapt. G.L.J. van der Hucht, met enige passagiers, de 18e oktober vertrokken van Amsterdam, en dito schip HELENA CATHARINA, kapt. B.J. Martens, met drie passagiers, de 22eoktober vertrokken van Rotterdam.
Gisteren is hier aangekomen het Nederlandse schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. A.L. van der Valk, met drie passagiers en Zr.Ms. troepen, de 21e oktober vertrokken van Rotterdam.
Heden zijn hier aangekomen Zr.Ms. korvet CASTOR, kapt.luit.t.zee F.H. Ampt, met een passagier, de 6e oktober vertrokken van Texel, het Nederlandse schip PRINCES MARIANNE, kapt. A. Plug, met Zr.Ms. troepen, de 15e september vertrokken van Rotterdam, en het dito schip MIDDELBURG, kapt. C. Riekels, met Zr.Ms. troepen, de 6e oktober vertrokken van Middelburg.

Afbeelding
Datum 13 juni 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 12 juni. Den 10 februari lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. fregatten DIANA en BELLONA, brik ORESTES en corvet CASTOR; civiele schoeners POSTILLON, NIOBẾ en HAGEDIS; Nederlandse schepen de IJSTROOM, JAVA’S WELVAREN, de DRIE MARIA’S, BARON VAN DER CAPELLEN, GRACE, ATYE TORACHMAN, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, HENDRIKA, JOHANNA SUSANNA, MEDORA, TALSUM, BOEROENG, PALEMBANG, HELENA CHRISTINA, KOLONEL KOOPMAN, PRINSES MARIANNE, MIDDELBURG en ATIAT; brikken CLEMENTINE, NIJVERHEID, DOROTHEA, DE NOORD, DE COCK en VAN SPYK; barken JADUL KARIM, ANNA AUGUSTUNA, REMBANG en BANTAM; schoeners HAPSOEN, GOANSOEN, DIANA, CALYPSO en MARY; kotter TOLERANTIE; Engelse schepen PATRIOT KING en LONDON; brik ISABELLA, bark ORWELL; Amerikaanse schepen ST. LAWRENCE, ARNO, MERCHANT, TALMAN en TRESCOTT; Hamburgs schip SOPHIE.
Van Batavia zijn gezeild de Nederlandse schepen KONING DER NEDERLANDEN en ’S GRAVENHAGE naar Nederland en de NEDERWAARD naar Soerabaya.
Te Soerabaya zijn gearriveerd de Nederlands schepen ANTOINETTA MARIA en HET SCHOON VERBOND van Batavia.
Van Banjoewangi zijn gezeild de Nederlandse schepen de STAD SCHIEDAM en CASTOR naar Nederland.
Straat Balie doorgezeild het Nederlandse schip PAULINA naar Middelburg.
Den 31 januari lagen ter rede van Soerabaya Zr.Ms. corvetten AJAX en ZWALUW; stoomschepen WILLEM DE EERSTE en HEKLA; brik SIWA; schoeners SIREEN, KROKODIL, JANUS, CASTOR en ANADYOMENE; Nederlandse schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, MARY EN HILLEGONDA, L’ESPERANCE, ERICH, SUMATRA, NAWAN ELJOESOOR, ATHAIET, ULMAULAH, ANTOINETTE MARIA en HET SCHOON VERBOND; Stoomboot VAN DER CAPELLEN; Brikken DE HOOP, RIO DE JANEIRO PACKET, TEKSING, ONDERNEMER en ALIE OESOOR; barken JANE, FATAL KARIEM, VILLA, FATAL BARIE, SHEVA, RADJA WALLE, CAROLINA EN JACOBA en NEDERLANDER; schoeners SINGBRE, CORINGA, IRIS en CAROLINA; Amerikaanse schepen AZIA, HENRY TAKE en TARTAR.

Afbeelding
Datum 01 juli 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 30 juni. Alhier zijn aangebragt de Javasche Couranten tot den 4 maart.
Den 23 februari heeft Z.K.H. Prins Willem Frederik Hendrik zich weder, onder de bepaalde eerbewijzingen, aan boord van Zr.Ms. fregat BELLONA begeven, en den 25, vergezeld van Zr.Ms. brik DE SNELHEID, de reis naar de Molukko’s voortgezet. (opm: bekort)
Uit de laatstelijk ontvangen bijzondere berichten van Batavia verneemt men, dat Z.K.H. Prins Willem Frederik Hendrik, waarschijnlijk, niet voor in de maand mei van het volgende jaar in het vaderland zal terugkeren.
Men verneemt met genoegen, als een bewijs van de toenemende productie van het vruchtbaar eiland Java, dat de uitvoer van rijst in het verleden jaar veel groter is geweest dan vroeger. Het blijkt uit officiële opgaven bij het departement van de inkomende en uitgaande regten, dat in 1836 van Java is uitgevoerd 36.420 koyangs (opm: à 1 last = 1976 kg), zijnde de grootste hoeveelheid tot dusver bekend, en bijna 11.000 koyangs meer dan in 1835.
Straat Sunda zijn doorgezeild de Nederlandse schepen NIJVERHEID en DE NOORD naar Rotterdam.
Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. fregat DIANA, stoomschip WILLEM DE EERSTE, brik ORESTES, en roeikanonneerboot No. 15; civiele schoener POSTILLON; Nederlandse schepen MEDORA, PALEMBANG en HERMINA;
brik CLEMENTINE; barken DE JAVAAN, INDIAAN en DE ONDERNEMING; schoeners HAPSOEN, GOANSOEN, CALYPSO en OMEGA; kotter TOLERANTIE;
Amerikaanse schepen MERCHANT, ALASCO en PROPONTIS, schoener THEODORA.
Van Batavia zijn gezeild de Nederlandse schepen DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, naar Rotterdam, en OCEAAN naar Soerabaya.
Van Samarang is gezeild de Nederlandse bark KOLONEL KOOPMAN naar Soerabaya.
Te Soerabaya lagen den 22 februari ter rede Zr.Ms. corvetten AJAX en ZWALUW, stoomschip HEKLA en brik SIWA, schoeners SIREEN, KROKODIL, JANUS, CASTOR en ANADYOMENE; Nederlandse schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, L’ESPERANCE, SUMATRA, ERICH, ELEONORA, MIDDELBURG, HELENA CHRISTINA en PRINSES MARIANNE; stoomboot VAN DER CAPELLEN; brikken TEKSING, ONDERNEMER, ALIE OESOOR, DE HOOP, TWEE GEBROEDERS en TWEE GEZUSTERS; barken JANE, FATAL KARIEM, VILLA, CAROLINA EN JACOBA, en TALSUM; schoeners SINGBRE, CORINGA, IRIS, CAROLINA en MARY;
Engels schip LADY NUGENT en Amerikaans schip HENRY TAKE.
Van Soerabaya zijn vertrokken de Nederlandse schepen NEDERWAARD en MARY EN HILLEGONDA naar Nederland.
Te Banjoewangie zijn gearriveerd de Nederlandse schepen RIO-DE-JANEIRO-PAKET en HET SCHOON VERBOND van Soerabaya.

Afbeelding
Datum 20 juli 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 19 juli. De Javasche Couranten tot den 25 maart behelzen het volgende:
Door de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië is benoemd tot divisie-commandant, haven- en equipagemeester te Batavia, en super-intendent van het maritiem etablissement op het eiland Onrust, de kapitein-luitenant bij de coloniale marine J.N. Olyve, thans gevoerd wordende als luitenant-kolonel bij het op te rigten corps mariniers.
Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. fregat DIANA, stoomschip WILLEM DE EERSTE;
brik ORESTES en corvet CASTOR; civiele schoener DORIS; Nederlandse schepen JULIA, MARY EN HILLEGONDA, HELENA CHRISTINA, VROUW JEANNETTE en OEY SINJO;
brikken TARTAR en CHARLOTTA; barken SEGAF en JANE;
schoeners CATHARINA CORNELIA, NIJVERHEID, OEY TEKSING, the INGMAN en GOANKIEN; kotter TOLERANTIE; Amerikaanse schepen MANDARIN, STAG en PARIS;
Chinese jonk JIETHIENG.
Te Batavia zijn gearriveerd de Nederlandse schepen INDIA van Rotterdam, en OUD-ALBLAS van Dordrecht, beide naar Soerabaya gezeild.
Den 9 maart lagen ter rede van Soerabaya Zr.Ms. corvetten AJAX en ZWALUW,
stoomschip HEKLA, brik SIWA, schoeners SIREEN, KROKODIL, CASTOR en JANUS;
Nederlands schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, L’ESPERANCE, ERICH, SUMATRA, MIDDELBURG, KOLONEL KOOPMAN en OCEAAN; Stoomboot VAN DER CAPELLEN; brikken FATAL BARAKAT, DE HOOP, TWEE GEBROEDERS, TWEE GEZUSTERS, HARRIET, COURIER, DOROTHEA, ONDERNEMEN en ALIE OESOOR;
barken FATAL KARIEM, CAROLINA EN JACOBA, JADUL KARIM ALA MOLA en VILLA; schoeners CORINGA, IRIS, CAROLINA, MARY, DIANE en NONNA; Amerikaans schip HENRY TAKE en Franse bark FRANÇOIS L’HONORÉ.

Afbeelding
Datum 03 augustus 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 2 augustus. Kapt. P. Zunderdorp, van Banjoewangie in Texel binnen, rapporteert den 30 mei op 22º43’ Z.B. 4º4’ O.L. gepraaid te hebben de bark KOLONEL KOOPMAN, kapt. A.L. van der Valk, van Soerabaya en Batavia naar Rotterdam (de laatste, die sedert te St. Helena is aangekomen, rapporteert den 4 april bij het Prinsen-Eiland in Straat Sunda, te hebben gepraaid het schip FLEVO, kapt. H.T. Amsberg, van Amsterdam naar Batavia, laatst van Cowes); als ook den 3 juli, op 23º50’ N.B. en 37º14’ W.L. te hebben gepraaid de bark de NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, kapt. H.G. Post, van New-York naar Batavia, en den 27 dito, in peiling twee mijlen ten Z.O. van Zuid Voorland (opm: South Foreland), de kof CORNELIUS STAR, kapt. P.T. Kramer, van Rotterdam naar Nantes.

Afbeelding
Datum 08 augustus 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 7 augustus. De Javasche Couranten van den 29 maart en 2 april behelzen geen bijzonder nieuws.
Te Batavia lagen ter rede Zr.Ms. fregat DIANA, brik ORESTES, corvetten CASTOR en AJAX, schoener SIREEN; civiele schoeners DORIS en ALCINOE; Nederlandse schepen VROUW JEANNETTE, MERCURY, PRINSES MARIANNE, KOLONEL KOOPMAN en DE TWEE CORNELISSEN; brikken TARTAR, INDRAMAYOE, ALYDA en DOROTHEA;
bark JANE; schoeners NIJVERHEID, OEY TEKSING en GUANKIEN; kotter TOLERANTIE;
Amerikaanse schepen STAG, ROME en ARNO; Engels schip EDEN, Portugees schip NOSTRA SINHORA DE LUX, Chinese jonk JIETHIENG, en Cochin-Chinaschip THIOY LONG.
Ter rede van Soerabaya lagen den 22 maart Zr.Ms. corvet ZWALUW, stoomschip HEKLA, brik SIWA, schoeners KROKODIL, JANUS, CASTOR, en kanonneerboot no. 15;
Nederlandse schepen SINGAPOERA, JOHANNA FREDERIKA, L’ESPERANCE, ERICH, SUMATRA, GRACE, ATIAT RACHMAN, JOHANNA SUSANNA, PRINSES MARIANNE en KOLONEL KOOPMAN; stoomschip VAN DER CAPELLEN; brikken DE HOOP, TWEE GEZUSTERS, COURIER, INDRAMAYOE, SUSANNA DOROTHEA, ONDERNEMER en ALIE OESOOR; barken ZEPHYR en REMBANG; schoeners CORINGA, CAROLINA en DIANE; Amerikaans schip HENRY TAKE en Franse bark FRANÇOIS L’HONORÉ.
Het Nederlandse schip OUD-ALBLAS is den 22 maart van Soerabaya naar Passaroeang gezeild.

Afbeelding
Datum 08 augustus 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 7 augustus. Den 4 dezer arriveerden te Helvoetsluis Zr.Ms. stoomboten CERBERUS, kapt.-luit. Frank, en PHOENIX, kapt.-luit. Le Jeune; KOLONEL KOOPMAN, A.L. van der Valk, van Batavia; VOORWAARTS, G. Don, van New-York, en de HOOP, L. Storm, van Lissabon.
Den 5 dezer arriveerde KOOPHANDEL EN ZEEVAART, H. den Breems, van Lissabon.
Den 6 dezer zeilden JACOB CATS, J. van der Linden, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, J. Chevalier, STAD SCHIEDAM, D.H. de Boer, en VROUW JOHANNA ELIZABETH, H.J. Bonn, naar Batavia; NEÊRLANDS TROUW, B.J. de Groot, naar Petersburg; JOHANNA GEZIENA, P.G. Schuur, naar Liverpool; WILLEM OLIVIER, G.J. Korter naar … (opm: niet ingevuld); MERCUUR, W. Harkema, naar Cardiff, en arriveerden de VRIENDSCHAP, J.H. Ahrens, van Nerva; MERWESTROOM, D.H. Hazewinkel, van Bergen, ANNA SIBERDINA, J.H. Ugen, en JONGE MARGARETHA, J.K. Wijkmeyer, van Riga; ALIDA KLAZINA, K.E. Tiktak, en HERSTELLING, H. Potjer, van Libau (opm: Liepaja).
Nog zeilde naar zee HENDRIKA, P. Admiraal, naar Batavia, welke echter over het Pampus ten anker is gekomen. De wind N. en N.O.

Afbeelding
Datum 17 oktober 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 16 oktober. Den 14 dezer zeilde van Helvoetsluis KOLONEL KOOPMAN, A.L. van der Valk, naar Batavia.
Den 15 dezer arriveerden K.K. Wijkmeyer, van Drammen, en Zr.Ms. stoomschip PHOENIX, kapitein-luitenant Le Jeune.

Afbeelding
Datum 31 oktober 1837
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 30 oktober. Door kapt. J.J. Cramer, van Bordeaux ter rede van Vlissingen gearriveerd, zijn op den 18 dezer gepraaid, zeven mijlen benoorden Lezard, kapitein Kortrijk, voerende het schip (opm: fregat) GENERAAL BARON VAN GEEN, van Dordrecht naar Batavia, alsmede het barkschip de HARMONIE, van Amsterdam naar Suriname, en den 20, vier mijlen noordoost van Portland, kapt. Van der Valk, voerende het barkschip KOLONEL KOOPMAN, van Rotterdam naar Batavia; aan boord dezer drie schepen was alles wel.

Afbeelding
Datum 03 november 1837
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Kapt. J.J. Cramer (opm: voerende de kof FELIX), van Bordeaux naar Rotterdam, te Vlissingen binnen, heeft op 18 oktober, Lezard op 7 mijl ten noorden van zich hebbende, in goede staat en aan boord alles wel zijnde gepraaid, de schepen GENERAAL BARON VAN GEEN, kapt. J.J. Kortrijk, van Amsterdam naar Batavia en de HARMONIE, kapt. D. Spreeuw, van Amsterdam naar Suriname, en op 20 oktober op de hoogte van Portland, mede aan boord alles wel zijnde de bark KOLONEL KOOPMAN, kapt. A.L. van der Valk, van Rotterdam naar Batavia.

Afbeelding
Datum 04 januari 1838
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 3 januari. Het schip (opm: bark) KOLONEL KOOPMAN, kapt. A.L. van der Valk, van Rotterdam naar Batavia, is den 18 november 1837 gepraaid op 12º NB 24º WL.

Afbeelding
Datum 07 februari 1838
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 5 februari. Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. A.L. van der Valk, vertrokken van Rotterdam de 14e oktober.

Afbeelding
Datum 04 juli 1838
Krant ZP - Zeepost
Type bericht Verkoop schepen

Den 22 februari lagen ter rede van Batavia de schepen ZAANSTROOM, kapt. Middel, KOLONEL KOOPMAN, kapt. Van der Valk, DE NOORD, kapt. Weyerbrusch (opm: brik, kapt. J.A. Weyerbusch), en INDIAAN, kapt. Kievit (opm: fregat, kapt. O. Kievijt; het schip werd rond deze tijd ter plaatse verkocht aan ingezetenen uit Indië).

Afbeelding
Datum 30 juli 1838
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Advertentie. Heden ontving ik het treurig bericht, dat mijn waardige echtgenoot, Alewijn L. van der Valk, gezagvoerder der Nederlandse bark genaamd: KOLONEL KOOPMAN, van Alblasserdam, de 22e juni jongstleden, aan boord van het gemelde schip, op de terugreis van Batavia, in de ouderdom van circa 35 jaren, aan de gevolge van het graveel (opm: nier- of blaassteentjes), overleden is, mij nalatende drie kinderen, die te jong zijn om hun verlies te kunnen berekenen.
Vlaardingen, de 25e juli 1838, Margaretha Schouten, wed. A.L. van der Valk.

Afbeelding
Datum 03 juli 1839
Krant ZP - Zeepost
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Gearriveerd te Batavia:
3 maart: Blom, OOST INDIËN, van Amsterdam, 113 dagen reis, is de 14de dito naar Soerabaija vertrokken.
Fabius, CHRISTINA AGATHA, dito, 113 dagen reis.
Pronk, Batavia, van Rotterdam, 112 dagen reis, is de 15de dito naar Soerabaija vertrokken.
Hahn, NEERLANDS KONINGIN, dito, 112 dagen reis, is de 14de dito te Soerabaija gearriveerd.
Van der Hoeven, VROUW JOHANNA, dito, 106 dagen reis.
Poppe, WILLEM DE EERSTE, dito, 112 dagen reis, is de 12de dito naar Soerabaija vertrokken.
Kraaij, ADMIRAAL JAN EVERTSEN, dito, 103 dagen reis, is de 9de dito naar Soerabaija vertrokken.
Pronk, HOOP VAN Alblasserdam, dito, naar Padang vertrokken.
6 maart: Van der Hucht, PALEMBANG, van Amsterdam, 110 dagen reis.
Klimp, EUGENIE, dito, 115 dagen reis, is de 14de dito naar Soerabaija vertrokken.
Dijkhuis, PRINS HENDRIK, van Groningen, 133 dagen reis.
Schochard, KOLONEL KOOPMAN, van Rotterdam, 114 dagen reis, is de 14de dito naar Soerabaija vertrokken.
7 maart: Matsen, MINERVA, van Amsterdam, 149 dagen reis, is de 14de dito naar Soerabaija vertrokken.
12 maart: Dawsen, SARAH van Londen.
13 maart: Zijdeveldt, COLUMBIA, van Amsterdam, 131 dagen reis.
14 maart: Saunier, EOLE, van Samarang.
17 maart: Brandligt, DE RHIJN, dito, van Kaap de Goede Hoop
Martens, HELENA CHRISTINA van Rotterdam, 124 dagen reis.
18 maart: de Jong, ANNA EN LOUISA, van Amsterdam, 160 dagen reis.
Vertrokken:
10 maart: Geoffroy, COURIER DE MANILLA, naar Soerabaija.
12 maart: Rieckels, HENRY EN WILLEM, naar Amsterdam.

Afbeelding
Datum 03 juli 1839
Krant ZP - Zeepost

Volgens brief van Batavia van de 16de maart zou van daar vertrekken de schepen PRINS HENDRIK, kapt. Dykhuis naar Amsterdam en de VROUW JOHANNA, kapt. Van der Hoeven naar Rotterdam, beide in het laatst van maart, COLUMBIA, kapt. Zijdeveld, ORION, kapt. Van der Linden en PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, alle medio april naar Amsterdam, OOST INDIËN, kapt. Blom naar Amsterdam, KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. Hahn en KOLONEL KOOPMAN, kapt. Schuchard, naar Rotterdam, alle drie in het laatst van april en ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. Kraay, medio mei naar Amsterdam.
Nog lagen aldaar in lading naar Cowes de Engelse schepen RAJANTHAN, kapt. Rithiee en MANDAREN, kapt. Dannal.
De 16de maart lagen ter rede van Batavia de schepen PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, PRINS HENDRIK, kapt. Dijkhuis, VROUW JOHANNA, kapt. Van der Hoeven, HOOP, kapt. Pronk, JULIUS EN EDUARD, kapt. Siedenburg en COLUMBIA, kapt. Zijdeveldt.
De 7de maart lagen ter rede van Soerabaija de schepen MENADO, kapt. Charlau, LUCIA MARIA, kapt. Wente, DRIE GEBROEDERS, kapt. Parma, OCEAAN, kapt. Sunderdorp, HELENA, kapt. Blom, JEANETTE PHILIPPINE, kapt. Rademaker, VERENIGING, kapt. Herman, ELISABETH ANTHONIA, kapt. Veer en de TWEE CORNELISSEN, kapt. Veenstra.

Afbeelding
Datum 22 juli 1839
Krant ZP - Zeepost

De 10e april lagen ter rede van Batavia de schepen ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, MARIA, kapt. Bergman – laatst gemelde zou een tussenreis naar Calcutta doen – CATHARINA, kapt. Rietmeijer, COLUMBIA, kapt. Zeydeveld en DIANA, kapt. Lindeman.
Volgens brief van Batavia in dato 10 april zou van daar vertrekken de schepen CATHARINA, kapt. Rietmeijer, DIANA, kapt. Lindeman naar Rotterdam en COLUMBIA, kapt. Zijdeveld naar Amsterdam, allen de 11e april, CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius, TWEE CORNELISSEN, kapt. Veenstra, ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong en HELENA, kapt. Blom naar Amsterdam en ORION, kapt. Henrichs naar Rotterdam, alle in het eind dier week, YSTROOM, kapt. Detering naar Amsterdam en EENDRAGT, kapt. Gieschke naar Rotterdam, beide in het laatst van april en ANTHONY, kapt. Klomp naar Rotterdam medio mei.
Nog lagen aldaar tussen de 27e maart en de 6e april in lading de schepen PALEMBANG, kapt. Van der Hucht naar Amsterdam, VROUW JOHANNA, kapt. Van der Hoeven, en JONGE JAN, kapt. Teunissen, alle naar Rotterdam.
De 31e maart lagen ter rede van Soerabaya de schepen LUCIA MARIA, kapt. Wente, OCEAAN, kapt. Sunderdorp, ELISABETH ANTHONIA, kapt. Veer, NEDERLANDSCH KONINGIN, kapt. Hahn, WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppe, EUGENIE, kapt. Klimp, BATAVIA, kapt. Pronk, OOST INDIËN, kapt. Blom, KOLONEL KOOPMAN, kapt. Schuchard en MINERVA, kapt. Matsen.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1839
Krant ZP - Zeepost

Volgens brief van Batavia van de 22e april, zouden van daar vertrekken de schepen STAD AMSTERDAM, kapt. Blokzijl naar Amsterdam, 25 en 27 april DE RHYN, kapt. Brandligt, naar Amsterdam, begin van mei, MINERVA, kapt. Matzen en NASSAU, kapt. Visser, naar Amsterdam, beide medio mei, en PRINCES MARIANNE, kapt. Scott, naar Rotterdam.
De 20e april lagen te Batavia ter rede de schepen SUSANNA, kapt. Grim, STAD AMSTERDAM, kapt. Blokzijl, ALCYON, kapt. Henrichs, LOUISA PRINCES DER NEDERLANDEN, kapt. Van Groeneveld Cadde (opm: bark LOUISE PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. E. Groeneveld Cadee), PRINCES MARIANNE, kapt. Scott, OUD ALBLAS, kapt. Strumphler en DE NOORD, kapt. Eden.
De 11de april lagen ter rede van Soerabaija, de schepen LUCIA MARIA, kapt. Wente, OCEAAN, kapt. Sunderdorp, WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, OOST INDIËN, kapt. Blom, KOLONEL KOOPMAN, kapt. Schuchard, MINERVA, kapt. Matzen, ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. Kraaij en HELENA CHRISTINA, kapt. Martens.

Afbeelding
Datum 24 augustus 1839
Krant ZP - Zeepost

De 18e april lagen ter rede van Soerabaija de schepen OCEAAN, kapt. Sunderdorp, WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppe, OOST INDIËN, kapt. Blom, KOLONEL KOOPMAN, kapt. Schuchard, MINERVA, kapt. Matsen, HELENA CHRISTINA, kapt. Martens, EENDRACHT, kapt. Giesecke, en de RHYN, kapt. Brandligt.

Afbeelding
Datum 16 januari 1841
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Hellevoetsluis, 13 januari. Niets gepasseerd.
De 14e dito. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: BOREAS, kapt. C. van Gelderen, van Smirna, laatst van Falmouth, zijnde geassisteerd door schipper L. Vink, voerende de ijssloep KOSACK; gemelde schipper rapporteert, dat voor de wal zijn de schepen MAASSTROOM, kapt. C. van der Linden, KOLONEL KOOPMAN, kapt. F.W.E. Schuchard, MACASSAR,
kapt. J.H.M. Struben, en JAVA, kapt. J.H. Zeeman, allen van Batavia, zijnde de schipper van de ijssloep bij kapt. C. van der Linden aan boord geweest.
Heden morgen stoomde in zee: COLUMBINE, kapt. W. Norwood, naar London. Weinig ijs
op de stroom.

Afbeelding
Datum 10 juni 1841
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia voor goederen en passagiers het Nederlands gekoperd fregatschip PHÉNOMÈNE, kapt. M. Kaleshoek; vertrekt de 21e dezer.
Het Nederlands gekoperd barkschip KOLONEL KOOPMAN, kapt. F.W.E. Schuchard; vertrekt de 22e dezer, mede naar Batavia.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.

Afbeelding
Datum 06 november 1841
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 3 november. Gisteren is hier aangekomen het Nederlandse schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. F.W. Schuchard, met twee passagiers, vertrokken van Rotterdam de 5de juli.
Heden is hier aangekomen de Nederlandse bark PLANCIUS, kapt. S. J. Rotgans, vertrokken van Amsterdam de 25ste juli.

Afbeelding
Datum 10 juni 1843
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia het Nederlands gekoperd barkschip KOLONEL KOOPMAN, kapt. Nanning Olufs, hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers, om in de loop dezer maand te vertrekken.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.

Afbeelding
Datum 13 juni 1843
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia het Nederlands gekoperd barkschip KOLONEL KOOPMAN, kapt. Nanning Olufs, hebbende zeer goede inrichtingen voor passagiers, om in de loop dezer maand te vertrekken.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.

Afbeelding
Datum 04 oktober 1843
Krant JC - Javasche Courant

Postkantoor. Op morgenmiddag ten één uur, zullen aan het postkantoor te Weltevreden, brieven pakketten worden gesloten voor de Nederlandse schepen HENDRIKA, kapt. J. Admiraal, naar Rotterdam en per de CAROLINA EN JOHANNA, kapt. Rembis, naar China.
Batavia, 3 oktober 1843. De postmeester J. Boshuizen
JC 041043
Scheepsberichten. Batavia. Aangekomen.
30 september. Nederlands schip LOUISA MARIA, kapt. B.C. Jaski, vertrokken van Amsterdam de 12e juni, met Zr.Ms. troepen, met vier passagiers.
2 oktober. Nederlands schip WILHELMINA LUCIA, kapt. J.P. Carst, vertrokken van Amsterdam de 12e juni; dito schip LUCIPARAS, kapt. J. van Deun, vertrokken van Amsterdam de 4e juli; dito schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. N. Oliefs (opm: N. Ölufs), vertrokken van Rotterdam de 24e juni, met enige passagiers; dito schip SARA LYDIA, kapt. B. van der Tak, vertrokken van Rotterdam de 12e dito, met 18 passagiers; Nederlands schip DILIGENCE, kapt. L. Smit, vertrokken van Amsterdam de 12e juni; dito schip TERNATE, kapt. S. van de Kapper, vertrokken van Rotterdam de 12e juni.

Afbeelding
Datum 23 april 1844
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia voor goederen en passagiers, om spoedig te vertrekken, het Nederlands gekoperd barkschip KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pott. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer, Hudig & Blokhuyzen en bij de kapitein aan boord.

Afbeelding
Datum 11 september 1844
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 9 september. Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pott, de 16e mei van Rotterdam vertrokken.

Afbeelding
Datum 05 april 1845
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 4 April. Wij zijn uit een authentieke bron in staat gesteld het navolgende bericht uit Hellevoetsluis, hetwelk door de onderstaande handtekeningen bekrachtigd was, mede te delen:
Daar men waarschijnlijk verwonderd zal zijn dat wij, met een zo gunstige gelegenheid, heden niet zijn in zee gezeild, zo wensen wij de reden van ons oponthoud hiermede aan het billijk oordeel van het publiek bekend te maken.
Dat den 30 maart l.l. aan de Nieuwesluis de aldaar doorgeschutte en naar Rotterdam bestemde schepen DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ en de KOLONEL KOOPMAN aan de grond lagen en bovendien, niettegenstaande er twaalf kleinere, zoowel binnenkomende als uitgaande schepen zonder hinder konden doorgelaten zijn, door de volslagen onkunde of verregaande onverschilligheid van de haven- of sluismeester, aldaar, de voorrang werd gegeven aan het Amerikaanse schip RICHARD ANDERSON, welk schip, ruim een voet dieper gaande dan de voornoemde twee schepen, noodwendig ook aan grond moest geraken en waardoor gevolgelijk de doorvaart voor allen, zonder onderscheid, zelfs voor vier vissloepen, geheel gestremd werd. Het gevolg hiervan is geweest dat, in plaats van des namiddags ten 5 ure te hebben kunnen doorschutten, zulks slechts ten 8 ure des avonds plaats had, hetwelk dan nog als een bijzondere gunst moest beschouwd worden. Den 31sten hard waaiende uil het oosten, was er tot des namiddags 5 ure geen mogelijkheid de reis te vervolgen; wij gingen toen aan de lijn en kwamen den 8 ure des avonds alhier aan. Den 1 april, met het aanbreken van de dag, was de wind oostelijk, met een frisse koelte, en wij hadden dus alle reden om te verwachten tegen 8 á 9 ure gereed te zullen zijn om uit te zeilen. Maar die wens mocht andermaal niet vervuld worden, aangezien men ten 6 ure slechts begon te schutten, waardoor het ons eindelijk ten 9 ure gelukte buiten de sluis te komen; en toen men vermeende aan alle die bemoeijelijkingen en onrechtvaardige handelingen een einde te zien, en wij onmiddellijk zouden kunnen onder zeil gaan, werden wij op nieuw hierin teleur gesteld, door dat de havenmeester zich niet de moeite had willen getroosten om, daar reeds de Engelse brik MAESE in den mond van de kanaalhaven aan de grond zat, het bepaalde sein te geven dat de toegang tot de haven van buiten ontzegd was. Dit verzuim had dan ook ten gevolge dat het Amerikaanse schip MANCHESTER midden in de haven grondde, waardoor toen ten eenenmale de doorvaart voor alle schepen benomen werd, en wij dus genoodzaakt waren ons de maat van wanorde ten volle te zien toenemen.
Hellevoetsluis, 1 april 1843.
(was getekend) P.C. Audiens, gezagvoerder van het Nederlandse schip ELIZA. N.J. de Cock, Aug. de Wael, passagiers aan boord van bovengenoemd schip. Jan H. Mulder, gezagvoerder der kof ALIDA.
Ter bevestiging van het voorgevallene op den 1 april, (aangezien wij op dien dag eerst aldaar zijn aangekomen, was getekend) P.H. de Boer, gezagvoerder van het kofschip ELIZA. W. de Zeeuw Baggus, gezagvoerder van het hoekerschip THETIS. H.H. Duintjer, gezagvoerder van de CATHARINA, H.H. de Boer, gezagvoerder van het kofschip ANNA AGATHA..

Afbeelding
Datum 15 mei 1845
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 14 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als:
Voor Amsterdam: de NEHALENNIA, kapt. D.J. Bart; VERONICA, kapt. D. Grim; PLANCIUS, kapt. S.J. Rotgans; GEERTRUIDA, kapt. G. Blom; JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. B. van der Plas; de VRIENDEN, kapt. D. Herderschee; JAVAAN, kapt. P. Dekker; HEPPENS, kapt. H. de Boer; JAVAAN, kapt. G. Eylers; JOHANNA, kapt. J.H. Schippers; OOST INDIEN, kapt. J. Engelenburg; SIRIUS, kapt. H. Mulder; OSIRIS, kapt. J.H. Hazewinkel, van Dordrecht.
Voor Rotterdam: de HENDRIKA, kapt. J. Admiraal; TERNATE, kapt. S. van de Koppel; KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pott; JONGE JAN, kapt. B.A. Tange; VRIENDSCHAP, kapt. F.W.E. Schuchard; MADURA, kapt. P. Nap; SOURABAIJA, kapt. F. Poodts; THÉRÉSIA, kapt. M.A. Smits; WELTEVREDEN, kapt. J.A. Bangma.
Voor Dordrecht: DELTA, kapt. G. Cranz.

Afbeelding
Datum 19 mei 1845
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, voor goederen en passagiers, het Nederlandse gekoperd snelzeilend barkschip KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pott, voerende een bekwame scheeps-doctor, om in het laatst van deze maand te vertrekken.
Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.

Afbeelding
Datum 20 september 1845
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 18 september. De 16e dezer zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GEERTRUIDA MARIA, kapt. C. Spiegelberg, vertrokken van Amsterdam de 19e juni, het dito dito PRINSES SOPHIA, kapt. P.S. Matzen, vertrokken van Amsterdam de 27e mei, het dito dito KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pat, vertrokken van Rotterdam de 7e juni, het dito dito SOERABAIJA, kapt. F. Pondts, vertrokken van Rotterdam de 27e mei, de dito bark LUCIPARAS, kapt. J. Bakker, vertrokken van Amsterdam de 27e mei, de dito dito JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, vertrokken van Amsterdam de 12e juni, en de idem brik ADRIANUS JACOBUS, kapt. P.J. van Emmerik, vertrokken van Rotterdam de 23e mei.
De 17e dezer is hier aangekomen het Nederlandse schip AMBARAWA, kapt. P. Karst, met twee passagiers, vertrokken van Amsterdam de 15e juni, en de dito bark CATHARINA, kapt. F. Rietmeijer, vetrokken van Rotterdam de 17e april.

Afbeelding
Datum 01 mei 1847
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 30 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende dertig schepen als:
Voor Amsterdam: SARA MARIA, kapt. J. Kooij; ANNA PAULOWNA, kapt. W. Bek, Wz.; NEÊRLANDS INDIË, kapt. L. Delelisur; GEERTRUIDA MARIA, kapt. C. Spiegelberg; GEERTRUIDA, kapt. H.C.G.B. Behrens; SARA JOHANNA, kapt. H. Sweijs; WALVISCH, kapt. T. Schut; VIER GEBROEDERS, kapt. C. Tjebbes; STRAAT BALIE, kapt. G. Mulder; KONING WILLEM II, kapt. H.B. Eeftingh; ADMIRAAL DE RUIJTER, kapt. J. Wigman; PHILIPS VAN MARNIX, kapt. E. van Duijn; BAREND WILLEM, kapt. J. Riekels; GENERAAL LIST, kapt. G.A. Sandman; PIETER CORNSZ. HOOFT, kapt. D.H. de Boer, van Schiedam; D’ELMINA, kapt. J.C. Jansen, van Rotterdam; STAD DORDRECHT, kapt. J. van Nassau, van Dordrecht.
Voor Rotterdam: TERNATE, kapt. T. Cars, Fz.; MÉNADO, kapt. J.R. Rijken; SOURABAIJA, kapt. A.M. Swarts; PRINSES MARIANNE, kapt. J.A. Scott; KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pott; HENDRIKA, kapt. J. Admiraal; WELTEVREDEN, kapt. J. Bangma; KENAU HASSELAAR, kapt. P.S. Schuil; GENERAAL CHASSÉ, kapt. J.M. de Winter; PADANG, kapt. M.W. Zwart; ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. A. Glazener.
Voor Dordrecht: BERNHARD HERTOG VAN SAXE WEIMAR, kapt. P.H. Hazewinkel.
Voor Middelburg: MIDDELBURG, kapt. M. Rooderkerk Jz.

Afbeelding
Datum 08 september 1847
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 6 september. Gisteren zijn hier aangekomen het Nederlandse schip OCEAAN, kapt. N.D. de Boer, de 29e mei vertrokken van Amsterdam, en het dito schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. H.G. Pott, de 27e mei vertrokken van Amsterdam.
Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip MENADO, kapt. R.J. Rijken, met negen passagiers, de 23e mei vertrokken van Rotterdam, de dito bark WELTEVREDEN, kapt. J.A. Bangma, de 27e mei vertrokken van Rotterdam, het dito schip MIDDELBURG, kapt. M. Rooderkerk, de 27e mei vertrokken van Middelburg, en de dito brik ALIDA WILLEMINA, kapt. K. Latjes, de 22e april vertrokken van Amsterdam.

Afbeelding
Datum 02 november 1848
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 1 november. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 8 schepen, als:
Voor Amsterdam: ALIDA WILLEMINA, kapt. J.C. Berk; SUSANNA CHRISTINA, kapt. R.M. Corbiére; MARGARETHA IDA, kapt. D.H. Kramer, van Rotterdam; STAD DORDRECHT, kapt. J. van Nassau, van Dordrecht.
Voor Rotterdam: ADRIANUS EN JACOBUS, kapt. P.J. van Emmerik; MARIE JULIE, kapt. Tijgeler; MERCATOR, kapt. N.N.; JONGE JAN, kapt. G.T. Bus.
Nog zijn bevracht geworden de schepen KOLONEL KOOPMAN en HENDRIKA, beide van Rotterdam, op de voet en de voorwaarden van bevrachting voor 1849.

Afbeelding
Datum 11 april 1849
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 8 april. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark JONGE JAN, kapt. G.F. Bus, met twee passagiers, de 15e december vertrokken van Rotterdam.
Heden zijn hier aangekomen het dito schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. J.J. Klein, met twee passagiers en Zr.Ms. troepen, de 14e december vertrokken van Rotterdam, het dito schip MARIE JULIE, kapt. J. Teijgeler, de 14e december vertrokken van Rotterdam, en het dito schip SUSANNA CHRISTINA, kapt. B.M. Corbiere, met enige passagiers, de 19e december vertrokken van Amsterdam.

Afbeelding
Datum 22 november 1849
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 21 november. Volgens particuliere berichten van Kaap de Goede Hoop in dato de 21e september, was de 17e dito te Simons Baay lek en met averij binnengelopen het barkschip KOLONEL KOOPMAN, kapt. J.J. Klein, van Batavia naar Rotterdam bestemd, zijnde van 26 tot 28 augustus op 34º35’ ZB 24º25’ OL door hevige stormen uit het noord-westen bestookt geworden, waardoor hetzelve boten, verschansing, rusten en alles wat zich op dek bevond, verloren, de voorsteng gebroken, meer andere schade bekomen had, en genoodzaakt was geweest 80 ton van de lading over boord te werpen.

Afbeelding
Datum 26 februari 1850
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Het schip KOLONEL KOOPMAN, kapt. Klein, van Batavia naar Rotterdam, in de Simonsbaai, Kaap de Goede Hoop binnen, heeft den 22 december na volbrachte reparatie de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 28 oktober 1850
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Advertentie. Openbare vrijwillige verkoping. De notaris Abram van Rijckevorsel Wzn, residerende te Rotterdam, als lasthebbende van deszelfs principalen, is van mening op dinsdag de 5e november 1850, des voormiddags ten 11 ure, in het Notarishuis te Rotterdam, te veilen en te verkopen:
- 1/16e Aandeel in het barkschip genaamd KOLONEL KOOPMAN, gemeten op 293 lasten, gevoerd door kapt. J. Klein.
- 1/10e Aandeel in het barkschip genaamd JONGE CORNELIS, gemeten op 183 lasten, gevoerd door kapt. C. Verhey.
- 1/10e Aandeel in het barkschip genaamd VROUW JOHANNA, gemeten op 266 lasten, gevoerd door kapt. C. van der Hoeven.
- 1/16e Aandeel in het barkschip genaamd NEERLANDS KONINGIN, gemeten op 351 lasten, gevoerd door kapt. H.H. Kramer.
- 2/32e Aandelen in het barkschip genaamd AUSTRALIËN, gemeten op 321 lasten, gevoerd door kapt. D. Voogd Anspach.
- 2/40e Aandelen in het barkschip genaamd de NOORD, gemeten op 345 lasten, gevoerd door kapt. H.G. Pot.
- 2/40e Aandelen in het barkschip genaamd KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE YACHTCLUB, gemeten op 330 lasten, gevoerd door kapt. G.F. Bus.
- 2/40e Aandelen in het fregatschip genaamd VRIENDSCHAP, gemeten op 415 lasten, gevoerd door kapt. F.W.E. Schuchard.
- 1/20e Aandel in het barkschip genaamd JOHANNES MARINUS, gemeten op 320 lasten, gevoerd door kapt. J. van Delft Jr.
- 3/66e Aandelen in het barkschip genaamd ALBLASSERDAM, gemeten op 371 lasten, gevoerd door kapt. P. Pot.
- 1/28e Aandeel in het barkschip genaamd BORNEO, gemeten op 325 lasten, gevoerd door kapt. C.C. Hansen.
- 2/60e Aandelen in het barkschip genaamd CHRISTIAAN HUYGENS, gemeten op 284 lasten, gevoerd door kapt. H.R. Bok.
- 2/64e Aandelen in het barkschip genaamd PROTEUS, gemeten op 179 lasten, gevoerd door kapt. J.J. van der Veen.
- 2/64e Aandelen in het barkschip genaamd PRINS VELDMAARSCHALK, gemeten op 239 lasten, gevoerd door kapt. D.C. Rietbergen.
- 2/64e Aandelen in het barkschip genaamd MERCATOR, gemeten op 239 lasten, gevoerd door kapt. E. Brouwer.
- 1/50e Aandeel in het barkschip genaamd ALBRECHT BEYLING, gemeten op 263 lasten, gevoerd door kapt. H. van den Erve.
- 1/50e Aandeel in het barkschip genaamd VAN DER PALM, gemeten op 272 lasten, gevoerd door kapt. G.J. van Ogtrop.
- 2/300e Aandelen in het fregatschip genaamd WILLEM DE EERSTE, gemeten op 474 lasten, gevoerd door kapt. J.J. Muntendam.
Nadere informatiën zijn te bekomen ten kantore van de voornoemde notaris, alsmede ten kantore van de makelaars Montauban van Swijndregt & Van Dam te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 06 november 1850
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Verkoping van scheeps-aandelen in het Notarishuis te Rotterdam op dinsdag 5 november, waarvoor is geboden:
- 1/6e aandeel in het barkschip KOLONEL KOOPMAN NLG 7.000
- 1/10e - - - - JONGE CORNELIS NLG 4.000
- 1/10e - - - - VROUW JOHANNA NLG 4.100
- 1/16e - - - - NEÊRLANDS KONING NLG 4.200
- 2/32e - - - - AUSTRALIE NLG 4.700
- 2/40e - - - - de NOORD NLG 5.400
- 2/40e - - - - KON. NED. YACHTCLUB NLG 4.100
- 2/40e - - - fregatschip VRIENDSCHAP NLG 4.100
- 1/40e - - - barkschip JOHANNES MARINUS NLG 3.900
- 3/66e - - - - ALBLASSERDAM NLG 4.000
- 1/28e - - - - BORNEO NLG 2.500
- 2/60e - - - - CHRISTIAAN HUYGENS NLG 2.100
- 2/64e - - - - PROTEUS NLG 1.300
- 2/64e - - - - PRINS VELDMAARSCHALK NLG 900
- 2/64e - - - - MERCATOR NLG 1.700
- 1/50e - - - - ALBRECHT BEYLING NLG 1.200
- 1/50e - - - - VAN DER PALM NLG 1.650
- 2/300e - - - fregatschip WILLEM DE EERSTE NLG 460

Afbeelding
Datum 16 juni 1851
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 22 april. Scheepsvrachten. Gedurende deze maand hebben geen bevrachtingen van Nederlandse avontuurschepen (opm: schepen die bij vertrek uit Nederland nog niet door de N.H.M. voor een lading uit Indië waren gecontracteerd en dus op goed geluk waren uitgezeild) plaats gevonden, zijnde de KOLONEL KOOPMAN voorlopig ter lossing van enige lading naar Soerabaija bestemd, terwijl de PRINS VAN ORANJE, met verlies van masten gearriveerd, eerst zal moeten repareren. De MERCURIUS en ALBRECHT BEIJLING, worden heden ter bevrachting aangeboden, doch is nog geen lading voor die bodems. Laatstgenoemde heeft suiker aangenomen tot NLG 85,00 zonder meer. Het Deense schip WILHELMINA werd bevracht naar Cowes tot GBP 4.10/. voor Stockholm, met een vermindering van GBP 0.10/. indien het schip naar Hamburg mocht worden bestemd. Wijders is het Engelse schip JENNY LIND ter bevrachting aangeboden. Het Amerikaanse schip DOLFIJN laadt koffie voor rederij rekening. De TALBOT laadt suiker tot GBP 3.10/- en tabak tot GBP 4.1/- voor Nederland. De ABBYPRAT en het Hamburgerschip RIO DE JANEIRO worden aangeboden.

Afbeelding
Datum 17 juli 1851
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 24 mei. Van scheepsvrachten valt weinig bijzonders te melden. Het Engels schip CHRISTINA ligt in lading naar Californiën. Het Amerikaans schip ABBY PRAT is gecharterd naar Cowes om order tot GBP 2:15:- voor suiker en GBP 2:10: - voor rijst. De MERCURIUS en de JACOBUS laden voor eigen rekening. De PIET HEIN zal te Soerabaya suiker laden, en waarschijnlijk opvullen met tabak. De KOLONEL KOOPMAN is naar Soerabaya vertrokken. De JENNY LIND is zonder bestemming. De MARY GODDARD laadt suiker voor NLG 80, tabak voor NLG 90 en huiden voor NLG 100.

Afbeelding
Datum 19 augustus 1851
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 23 juni. Scheepsvrachten. De schepen MARY GODDARD, PIET HEIN en ADELAAR worden merendeels te Soerabaija beladen tot NLG 80 voor suiker, NLG 90 voor tabak en NLG 100 voor huiden, en laadt de KOLONEL KOOPMAN insgelijks tabak tot NLG 90 en suiker van de factorij te Pekalongan tot NLG 85. De later gearriveerde HENRICUS GERARDUS en GENERAAL MICHIELS hebben nog geen bestemming. De EMILIE laadt voor eigen rekening. Het Zweeds schip STOCKHOLM werd tot GBP 2.15 voornamelijk voor rijst naar Schiedam gecharterd. Van Engelse schepen werden bevracht: de WAVERLEY tot GBP 2.15 voor rijst en GBP 3,00 voor andere artikelen naar London, en THOMAS CHODWICH voor een reis naar China en terug tot NLG 3800 per maand voor minstens zes maanden. De RICHARD THORNTON laadt voor eigen rekening naar London en de VICTORIA naar Sidney, terwijl het Hamburger schip ROSE naar California is bestemd. De NEPTUNE, ELEONORE, en het Amerikaanse schip MATHILDE, geen chartering kunnende bekomen, verzeilden van hier naar Singapore. Het Franse schip VESTA wordt thans nog ter bevrachting aangeboden.

Afbeelding
Datum 18 januari 1852
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 januari. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de volgende 15 schepen als:
Voor Rotterdam, KOLONEL KOOPMAN, kapt. J.J. Klein; THERESIA, kapt. M.A. Smits; IJSSEL, kapt. A. Messen; ERASMUS, kapt. H.F. Scharper; EUROPA, kapt D. Keus; GENERAAL MICHIELS, kapt. T. van Straaten; VALPARAISO, kapt. J. van der Meijden; EVERDINA ELISABETH, kapt. C.J. Tonjes.
Voor Amsterdam: PLANCIUS, kapt. J.J. Rotgans; KONING WILLEM II, kapt. H.B. Eeftingh; MERCURIUS, kapt. K. Wiardi; ADELAAR, kapt. L.A.J. Boulet; MAGDELENA, kapt. A.P. Klein.
Voor Dordrecht: CLARA ANNA MARIA, kapt. B.J. Stapert qq.
Voor Schiedam: WILLEM I, kapt. J.J. Muntendam.

Afbeelding
Datum 16 maart 1854
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 25 januari. Scheepsvrachten. In vrachten is weder belangrijk omgegaan, en zijn dezelve nog steeds vast met een grote behoefte voor meerdere disponibele ruimte. Het volgende werd daarin gedaan: de JOHANNA HENDRIKA suiker alhier à NLG 120 en koffij te Samarang à NLG 115 naar Amsterdam; de ANNA LENA suiker à NLG 120 en koffij à NLG 110, beide alhier naar Amsterdam; de WILHELMINA suiker te Bezoekie à NLG 125 en rijst te Soerabaija à NLG 110, naar Rotterdam; de WALCHEREN rijst alhier à NLG 115 en suiker te Samarang à NLG 125, naar Amsterdam; de PRINS VELDMAARSCHALK rijst alhier à NLG 110 en suiker alhier en te Soerabaija à NLG 125, naar Rotterdam; de PRINS MAURITS rijst en koffij alhier à NLG 110 en suiker à NLG 120, naar Amsterdam; de KOLONEL KOOPMAN rijst alhier à NLG 110 en suiker te Soerabaija à NLG 125, naar Amsterdam. De MALVINA ligt in lading naar China.

Afbeelding
Datum 09 juni 1858
Krant JB - Javabode

Advertentie. Vendutie op maandag de 14e juni 1858 in een der recherche-pakhuizen aan de Kleine Boom tegen 4 pct. vendusalaris, door Cassalette & Co, van overcomplete inventaris, als: zeilen, touwwerk, ankers en kettingen, sloepen en verdere waarloze (opm: reserve) scheepsingrediënten, restant provisiën, kompassen, etc, en een zeer goede chronometer, alles afkomstig van de Nederlandse bark AKYAB, en ten 11 uur precies, voor rekening van wien zulks zal blijken aan te gaan, van het gekoperde en kopervast Nederlandse Barkschip AKYAB, metende 556 ton, laatst gevoerd door kapt. J.J. Kleijn, zoals het thans ter rede is liggende, en alwaar het van heden af voor een ieder te bezichtigen is, met ankers, kettingen, spieren, staand en lopend tuig, etc. etc.
Nadere informatiën en inzage van inventaris te bekomen bij de agenten C. Bahre & G. Kinder of bij de ondergetekenden, Cassalette en Co. (opm: zie o.a. NRC 180758 en JB 110858)

Afbeelding
Datum 16 juli 1858
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 23 mei. Scheepsvrachten. De rates blijven nog steeds laag, hetgeen zeer verklaarbaar is, daar er zich zo hier als op de kust ongeveer 10.000 last disponibele scheepsruimte bevindt, het product zo goed als geheel is opgeruimd en daarenboven de tussenreizen naar China en elders wegens de uiterst lage offertes, ongaarne worden aangenomen, daar zij de kosten onmogelijk kunnen dekken. Gedurende de laatste 4 weken werden slechts de volgende charters gesloten:
Naar Nederland: Nederlands CORN. WERN. EDUARD (opm: bark CORNELIS WERNARD EDUARD) à NLG 70 voor suiker, NLG 95 voor arak (opm: rijstbrandewijn) en NLG 80 voor lichte goederen alhier naar Rotterdam te laden; Nederlands WILLEM KROONPRINS DER NEDERLANDEN en Nederlands FACTORY à NLG 70 voor suiker en tabak te Soerabaja in te nemen, de eerste naar Rotterdam en de laatste naar Amsterdam; Nederlands JAVA KOERIER à NLG 70 voor suiker en tabak te Soerabaja naar Amsterdam; Nederlands GOEDE VERWACHTING NLG 70 voor tabak, suiker, huiden en curcuma (opm: geelwortel, bevordert de spijsvertering) en NLG 95 voor arak te Soerabaja naar Amsterdam te laden. Naar China: Nederlands ELSHOUT, tot USD 0.40 per picol rijst naar Hongkong, of USD 0,45 naar Amoy, te Pekalongan in te nemen. Nederlands AMERIKA à USD 0,45 per picol naar Amoy via Singapore; Nederlands JEANETTE maakt NLG 3.500 voor een houtlading van Samarang naar hier (opm: Batavia). Nederlands A.R. FALCK zeilt naar Padang om aldaar de restant lading van Europa te lossen en is voorts nog zonder bestemming. Nederlands BERNARD HERTOG VAN SAXEN WEIMAR werd voor een reis met hout op de kust genomen. Nederlands NIEUW LEKKERLAND neemt tot NLG 4.000, in full te Samarang een lading hout naar hier in.
Singapore. Verkocht zijn Engels EQUATOR voor NLG 24.000 en Engels EMILY JANE (te Soerabaja) voor NLG 14.000; Frans MARITIUS en Oostenrijks SPLENDIDO zijn te koop aangeboden. Nederlands BOSPHORUS, Frans MAURITIUS en Engels SEA BIRD en TASMANIA zijn te koop.
Disponible zijn, zo hier als op de kust: Nederlands LOUISE PRINSES DER NEDERLANDEN, CATHARINA EN GEERTRUIDA, KAAP HOORN, CADSANDRIA, CORNELIS HOUTMAN, FOP SMIT, ANNA PAULOWNA, CONSTANTIA EN ELISABETH, WILHELMINA LUCIA, DOGGERSBANK, SCHOON VERBOND, ADMIRAAL DE RUYTER, AKYAB, CORNELIA, COLUMBINE en EUROPA.

Afbeelding
Datum 18 juli 1858
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 juli. Naar wij vernemen, zal het alhier te huis behorende brikschip (opm: bark) AKYAB, kapt. J.J. Klein, hetwelk 30 december A°P° van Hellevoetsluis naar Point de Galle (opm: Sri Lanka) vertrokken en op 24 april j.l. lek en met andere schade voor noodhaven te Batavia binnengelopen is, volgens de uitslag van twee expertises aldaar, afgekeurd moeten worden. Deze expertises moesten echter nog, alvorens rechtsverbindend te zijn, door hoger macht worden bevestigd.

Afbeelding
Datum 11 augustus 1858
Krant JB - Javabode

De 5e augustus vertrok van Batavia naar Samarang de Nederlands-Indische bark WILHELMINA COX, kapt. M.P. Deibel, eigendom van de firma Cassalette & Co te Samarang, ex-Nederlandse bark AKYAB (opm: zie NRC 180758).
De 8e augustus vertrok van Batavia naar de Moluccos het Nederlands-Indische stoomschip MENADO, kapt. A.A.C. Couteron, ex-Engels stoomschip GENERAL WILLIAMS.

Afbeelding
Datum 12 augustus 1858
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 24 juni. Vrachten. Scheepsruimte blijft overvloedig, terwijl bijna geen product af te schepen is. Vele bodems zijn dan ook zonder emplooi in deze wateren. Sedert onze laatste berichten werden de volgende schepen opgenomen:
Naar Nederland de Nederlandse schepen FOP SMIT à NLG 70 voor tabak en NLG 90 voor arak (opm: rijstbrandewijn) te Soerabaija naar Amsterdam; LOUISE PRINSES DER NEDERLANDEN à NLG 75 voor tabak en NLG 100 voor huiden, arak en indigo (opm: blauwe verfstof) te Samarang naar Rotterdam; KRIMPENERWAARD à NLG 70 voor suiker, huiden en indigo, NLG 75 voor tabak en NLG 50 voor rijst te Samarang, Indramayoe en hier naar Rotterdam te laden; KAAP HOORN à NLG 65 voor rijst, NLG 70 voor suiker en NLG 80 voor lichte goederen te Indramayoe en hier naar Amsterdam te laden.
De CORNELIA heeft naar Rotterdam à NLG 55 voor rijst en NLG 100 voor arak aangelegd.
Naar China: het Nederlandse schip CORNELIS HOUTMAN à $ 0,30 per pikol rijst naar Hongkong, Whampoa of Macao, of $ 0,35 naar Amoy te Soerabaija te laden.
Diversen. Het Nederlandse schip JEANNETTE heeft een kustvracht aangenomen.
De CONSTANTIA EN ELISABETH heeft naar Padang aangelegd; de CADSANDRIA laadt naar Japan.
Verkocht werden: het Amerikaanse schip EDWARD KOPPISCH voor NLG 17.000 (opm: zie JB 070758); het Franse schip AUGUSTINE voor NLG 13.500 en het Nederlandse schip AKYAB (afgekeurd) met zijn inventaris voor ongeveer NLG 17.000 (opm: zie NRC 180758 en JB 110858). Het Franse schip MAURITIUS werd voor NLG 31.000 opgehouden.
Te koop zijn de Nederlandse schepen BOSPHORUS en JAVA’S WELVAREN, en de Engelse SEA BIRD en TASMANIA.
Disponibel zijn: DOGGERSBANK, SCHOON VERBOND, WILHELMINA LUCIA, ADMIRAAL DE RUITER, COLUMBINE, CATHARINA EN GEERTRUIDA, SOURABAYA en HOLLANDIA.
Het Nederlandse schip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, alhier met volle lading lek binnengelopen, zal moeten repareren en heeft het lek gevonden na 9000 balen koffij gelost te hebben (opm: zie NRC 030958).

Afbeelding
Datum 13 augustus 1858
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Het schip (opm: bark) AKYAB, kapt. J.J. Klein, van Rotterdam naar Akyab (opm: volgens eerdere opgave Point de Galle), alhier binnengelopen, heeft schade bekomen, is afgekeurd en met de inventaris voor circa NLG 17.000 verkocht. (opm: zie NRC 180758 en JB 110858)

Afbeelding
Datum 11 januari 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 10 januari. Nederland verloor van zijn Oost-Indische vloot in 1858 de navolgende 17 schepen:
ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. H.A. Tekelenburg, fregat van Amsterdam (Aº. 1838, groot 570 lasten), van Batavia naar Amsterdam, met schade te Mauritius binnengelopen en aldaar in oktober 1858 afgekeurd. (opm: zie NRC 301158)
ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. van Eyk, fregat van Rotterdam (Aº.1837, groot 368 lasten), van Havana naar Rotterdam, 15 maart 1858 op de kust van Florida verongelukt. (opm: zie NRC 220458)
AGANIETA ADRIANA, kapt. P. Verschuur, brik van Rotterdam (Aº.1857, groot 152 lasten), 21 september te Swatow gestrand en verloren (opm: zie NRC 251158).
AKYAB, kapt. J.J. Klein, bark van Rotterdam (Aº.1835, groot 294 lasten), van Rotterdam naar Point de Galle, voor noodhaven te Batavia binnengelopen en aldaar in juli 1858 afgekeurd. (opm: zie NRC 180758)
CADSANDRIA, kapt. J.A.C. Gerlach, fregat van Rotterdam (Aº.1857, groot 391 lasten), van Batavia naar Japan, 8 augustus 1858 in een typhoon bij Nagasaki verongelukt (opm: zie NRC 161058).
CLAUDIUS CIVILIS, kapt. W.J. Lourens, fregat van Amsterdam (Aº.1836, groot 371 lasten), van Ceylon naar Rotterdam, met schade te Mauritius binnengelopen en aldaar in oktober 1858 afgekeurd. (opm: zie NRC 301158)
ELISABETH EN JOHANNA, kapt. J.R. Oomkens, bark van Zierikzee (Aº.1843, groot 215 lasten), van Samarang naar Amsterdam, te Soerabaija met schade geretourneerd en aldaar in februari 1858 afgekeurd.
FLORA, kapt. A.A. van Wijk, bark van Dordrecht (Aº. 1851, groot 326 lasten), van Hongkong naar Amoy, 1 november 1857 lek in Hanghi-baai op strand gezet en gezonken. (opm: zie NRC 010158)
GORINCHEM, kapt. R.J. Reinders, bark van Rotterdam (Aº. 1857, groot 363 lasten), van Singapore naar Kuti, in het laatst van maart 1858 op de Oostkust van Borneo verongelukt. (opm: zie NRC 190558)
HELENA, kapt. M. Hoogenstraten, 3-mast schoener van Rotterdam (Aº. 1857, groot 236 lasten), van Hongkong naar Shanghai, in november 1857 op Breakers-point gestrand en verbrijzeld. (opm: zie NRC 030158)
JACOBA HELENA, kapt. L.J. Wilhelmie, bark (opm; fregat) van Rotterdam (Aº. 1840, groot 396 lasten), van Batavia naar Rotterdam, met schade te Mauritius binnengelopen en in februari 1858 aldaar afgekeurd. (opm: zie NRC 010458)
MACHTILDA CORNELIA, kapt. L.E. Lundegren, bark van Dordrecht, bark van Dordrecht (Aº. 1843, groot 244 lasten), van Newcastle naar Hongkong, in april 1858 in de Chinese zee verongelukt. (opm: zie NRC 150658)
OLIVIER VAN NOORD, kapt. J. Timmermans, bark van Rotterdam (Aº. 1850, groot 321 lasten), van Sydney naar Batavia, 7 juni in Torresstraat vergaan. (opm: zie JB 140758)
VAN BOSSE, kapt. W.E. Hageman, bark van Rotterdam (Aº. 1854, groot 355 lasten), van Woosung naar Singapore, bij het eiland Turanee (opm: RyuKyu-Shoto) verongelukt. (opm: zie JB 051258)
VONDEL, kapt. B. Verhagen, bark van Rotterdam (Aº. 1856, groot 340 lasten), van Hartlepool naar Hongkong, 30 oktober 1857 in de Chinese Zee in een typhoon verongelukt. (opm: zie NRC 030158)
WITTE CORNELISZOON DE WITH, kapt. L. Kruymel, bark van Rotterdam (Aº. 1851, groot 295 lasten), van Java naar Rotterdam, 27 november op de Banjaard verongelukt. (opm: zie NRC 281158)
ZWARTE ZWAAN, kapt. S. Stikkel, bark van Rotterdam (Aº. 1855, groot 178 lasten), van Sydney naar Soerabaija, 21 juni in Torresstraat vergaan. (opm: zie NRC 011058)
Rotterdam was, als uit bovenstaande opgave blijkt, in 1858 al zeer ongelukkig met zijn grote vaart. Van de 17 schepen (tezamen een laadbare ruimte van 5415 lasten) verloor zij alleen twaalf (tezamen 3689 lasten) en onder deze vijf schepen van 1857.
Amsterdam verloor 2 (samen 941 lasten); Dordrecht 2 (samen 570 lasten) en Zierikzee 1 (215 lasten).

Afbeelding
Datum 25 december 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 24 december. De arrondissements-rechtbank alhier heeft de 14e dezer het volgende vonnis geslagen in de zaak Wilh. Bunge & Co contra de Hollandsche Zee- en Brand-Verzekering-Maatschappij.
Overwegende, wat de daadzaken betreft, dat tussen partijen in confesso is: dat de eisers bij de gedaagde maatschappij en de andere assuradeuren het casco, de gereedschappen en toebehoren van het hun toekomende schip, AKYAB genaamd, voor een reis van Rotterdam tot Point de Galle en van daar naar een haven van de eilanden Java en Sumatra hebben geassureerd voor een som van vijf en veertig duizend gulden en daarenboven tot een bedrag van vijftien duizend gulden intrest, de meerdere waarde van dat casco op behouden varen van gezegd schip ter plaatse van bestemming; dat het schip op 20 november 1857 van Hellevoetsluis in zee gestoken is, nadat het door de Rotterdamse experten van de Nederlandse vereniging van assuradeuren te Amsterdam op 15 april 1857 voor de grote vaart geschikt was verklaard en op de 14e november 1857 door de kapitein-experten van de maatschappij Veritas was verklaard, dat het in goede staat was om zee te bouwen en geschikt tot vervoer van allerhande soorten van koopwaren, qu'il à été reconnu être en bon état de navigabilité et propre au transport de toutes espèces de marchandises; dat het zonder iets merkwaardigs te ontmoeten de reis heeft voortgezet tot op de 16e maart 1858, wanneer het in de Indische zee op ongeveer een en veertig graden veertien minuten zuiderbreedte door een hevige storm is belopen, waarna het bevonden is in lekke staat te verkeren, zodat het water dat in het voorruim binnendrong op de buikhelling (opm: hier wordt buikdenning bedoeld) en tot bij de ingeladen steenkolen doordrong; dat na gehouden scheepsraad omdat het schip zoveel water maakte besloten werd tot behoud van schip en lading, naar Batavia, als noodhaven, af te houden; dat het schip op de vier en twintigste april op de rede aldaar ten anker is gekomen; dat het zo te Batavia als op Onrust door deskundigen is onderzocht en uit dat onderzoek is gebleken, dat het schip zodanige kapitale reparatie behoefde, dat de onkosten daarvoor te veroorzaken met de eventuele waarde van het schip zouden gelijk staan, waarom het is afgekeurd en niet gerepareerd, maar met de inventaris in publieke veiling verkocht; dat door het een en ander de eisers een schade hadden geleden van vier en dertig duizend drie honderd zeven en vijftig gulden vijftig centen, of zes en zeventig vijf en dertig honderste per cent van de op het casco verzekerde som; dat gedaagde maatschappij in de verzekering op het casco begrepen was voor zeven honderd gulden en die op behouden varen voor drie honderd gulden.
Overwegende, dat de eisers op die daadzaken steunende, welke door de ter processe overgelegde verklaring van zeewaardigheid de dato 14 november 1857, het zeeprotest van de 26e april 1858, door de notaris Klein te Batavia opgemaakt, de door de kapitein en zijn equipage de 26e mei 1858 te Batavia afgelegde en beëdigde scheepsverklaring en de processen verbaal van ingesteld onderzoek en schadeopneming zo te Batavia als op het etablissement Onrust ingesteld van 29 april, 19 mei en 4 juni 1858, allen voor zegel geviseerd en geregistreerd als volgt: (volgen diverse registraties) zouden worden bewezen en waaruit zou volgen dat zeeramp alleen de onmiddellijke oorzaak van de schade is, beweren, dat de gedaagde maatschappij daarin dus wat de verzekering op het casco betreft voor zes en zeventig vijf en dertig honderdste, van de door haar verzekerde som van zeven honderd gulden of wel voor vijf honderd vier en dertig gulden vijf en veertig cent aansprakelijk is, terwijl deze de gehele verzekerde som op behouden varen of drie honderd gulden verschuldigd zijn zoude, dewijl niet kon worden aangenomen dat, indien het schip op 16 maart 1858 niet was lek gesprongen, het zijn bestemming niet zoude hebben kunnen bereiken.
Overwegende, dat de gedaagde maatschappij zich op de korte duur van de storm, het in de Indische Zee gedane onderzoek en de drie eerste van de bovengemelde expertises, zo te Batavia als op Onrust beroepende beweert, dat de te Batavia nodig geoordeelde kapitale reparaties, die een uitgaaf van veertig duizend gulden zouden gevorderd hebben en ter vermijding waarvan het schip publiek verkocht was, volstrekt niet nodig waren ten gevolge van het op 16 maart 1858 in de Indische Zee lekspringen van het schip, maar ten gevolge van de verouderde en slechte toestand van de bodem; dat de schade-oorzaak dus niet was gelegen in zeeramp waartegen alleen verzekerd was, maar in eigen gebrek of bederf van het schip, waarvoor assuradeurs geen risico op zich genomen hebben; dat zij dus tot generlei vergoeding gehouden was en de vordering van de eisers alzo behoorde afgewezen te worden cum expensis.
Overwegende, wat het recht betreft, dat thans twee vragen onderzocht moeten worden:
1°. Waaraan moet de ten deze geblekene schade worden toegeschreven: aan zeeramp of aan eigen bederf?
2°. Welk rechtsgevolg moet de beantwoording van de eerste vraag in deze of gene zin op de vordering van de eisers hebben?
Overwegende, omtrent de eerste vraag, dat in meergemelde rapporten van deskundigen in Oost-Indië volstrekt niet gezegd wordt, dat de aldaar geconstateerde schade zou zijn te wijten aan zeeramp of enige andere van buiten komende oorzaak, waartegen volgens de wet (art. 637 wetboek van koophandel) of de bepalingen van de polis verzekerd was, maar die rapporten integendeel melding maken van een schade-oorzaak bij verscheidene onderdelen van het schip die de verzekeraar niet op zich had genomen, te weten: een gebrek of eigenbederf van het verzekerde voorwerp; dat immers het rapport van de 19e mei 1858 onder anderen woordelijk inhoudt: “dat het houtwerk is aangestoken en rondom de bouten vergaan enz; dat door boring gebleken is dat de inhouten, de voor- en achtersteven, zaadhout en potdeksels aangestoken waren, dat het water zich door de boeg dringt en het geheel blijkt van ouderdom;” dat voorts in het rapport van 28 mei 1858, onder meer, gelezen wordt: “in het ruim, het zaadhout in- en uitwendig vervuurd, de waterloopklossen ter diepte van drie Amsterdamse duimen vervuurd, aan bakboordzijde over de gehele lengte van het schip vier en dertig stuks inhouten, en aan stuurboordzijde een en twintig stuks inhouten vervuurd, de achterdekband van het tussendek op de midden en het bovenste wurp op het geheel vervuurd; de judas-oren, kluishouten over beide zijden en boegband verwaterd en vervuurd; de huidplanken en de vulling tussen de achterdekbanden en het bovenste wurp zichtbaar in slechte en verwaterde toestand, de wegerplanken in het voor- en achterschip in slechte en zeer verouderde staat; tussendeks negen inhouten aan bakboord en tien inhouten van stuurboord vervuurd”.
Overwegende, dat daartegen de eisers tot staving van de door hen beweerde schade-oorzaak zich meer bepaald op de inhoud van zeeprotest en scheepsverklaring beroepen, in verband met het voor de aanvang van de reis ingesteld onderzoek door deskundigen.
Overwegende, dat uit eerstgemelde stukken blijkt, dat het schip na gedurende ruim 3 maanden gevaren te hebben, zonder buitengewoon water te maken, gedurende die tijd volkomen tegen de zee bestand geweest zijnde, de 16e maart 1858 door hevige storm belopen is en onmiddellijk daarna zwaar lek geworden zijnde, er bij meer nauwkeurig onderzoek op de 22e daaraanvolgende bevonden werd in het voorruim, dat de band waarop het tussendek en de zogenaamde hel rust, voortdurend in beweging was, en daar het water binnendrong, en dat bij de knieën in het voorruim het water bij de bouten, waarvan enige altijd in beweging waren, doorliep.
Overwegende voorts, dat blijkens de verklaring van deskundigen, de dato 14 november 1857, het schip voor de afreis, gelijk reeds hierboven gezegd, in goede staat van zeewaardigheid was en geschikt tot het vervoer van alle soorten van koopmanschappen.
Overwegende, dat wel is waar door de gedaagde beweerd is:
1°. dat de storm niet van zodanige aard zou geweest zijn om een goed zeewaardig schip schade toe te brengen.
2°. dat zodanige zeewaardigheid door evengemelde verklaring van deskundigen niet genoegzaam bewezen werd, doch dat het vooreerst niet opgaat om door redeneringen te bewijzen, dat een storm van zodanige aard zou zijn geweest, als zij, welke die storm bijwoonden, onder ede verklaard hebben, en bovendien niet uit te maken is hoedanig een storm zou moeten zijn, waardoor een goed schip geen schade maken kon, terwijl ten tweede aan een onderzoek van deskundigen, gelijk dat hetwelk hier heeft plaatsgehad, door personen wier geschikt heid en bevoegdheid tot die taak niet door de gedaagden wedersproken zijn en aan bij de handel gebruikelijke vormen en ook bij de wet niet onbekend, art. 347 wetboek van koophandel zeer zeker kracht van bewijs mag worden toegekend, althans tot bewijs van het tegendeel, art. 479, alinea 2, wetboek van koophandel. Overwegende, dat uit een en ander voldoende volgt, dat meergenoemde storm schade heeft veroorzaakt en het schip tot die tijd niet geacht kon worden in zodanige onzeewaardige toestand te hebben verkeerd, dat de schade op de 22e maart waargenomen, althans niet ten dele aan die storm, of een van buiten komend onheil kan worden toegeschreven.
Overwegende, dat de gedaagde zich wel voor het tegendeel, beroept op de inhoud van de rapporten van deskundigen in de Oost-Indiën, doch dat daaruit niet blijkt, dat al de waargenomen schade aan een gebrek of eigen bederf van het schip zou te wijten zijn en de schade-oorzaak integendeel aldaar voor sommige gedeelten van het schip in het midden gelaten wordt.
Overwegende, dat diensvolgens ook in rechten moet worden aangenomen, dat slechts een deel van de geconstateerde schade aan zeeramp, het overige aan eigen bederf te wijten is, en dat, naar aanleiding daarvan, thans in de tweede plaats te onderzoeken valt: welk rechtsgevolg moet een dergelijke beantwoording van de eerste vraag voor de vordering van de eisers hebben? Moet dit tot toewijzing of afwijzing van de gehele vordering of van een deel daarvan leiden:
a. Voor de verzekering op het casco.
b. Voor die op behouden aankomst van het schip ter plaatse van bestemming?
Overwegende, omtrent de schade aan het casco geleden, dat de eisers in gebreke zijn gebleven om zelf subsidiair enig bewijsvoering aan te bieden voor een bedrag van de schade, dat bij evengemelde beantwoording van de eerste vraag, aan zeeramp zou zijn toe te schrijven en integendeel bij pleidooi beweerd hebben dat ook dan wanneer blijken mocht, dat slechts een deel van die schade aan zeeramp te wijten ware, de verzekeraar zou gehouden zijn, om ook voor zodanig schade in te staan, welke uit een eigen gebrek van het verzekerde voorwerp ontstaan was.
Overwegende, dat de eisers nochtans hebben kunnen aanvoeren waarbij de splitsing van een gebleken schade, voor zover die aan zeeramp en aan eigen gebrek mocht te wijten zijn, verboden is.
Overwegende, immers dat daarvoor wel art. 249 wetboek van koophandel is aangehaald, waarbij alleen eigen bederf wordt aangenomen, onmiddellijk uit de aard en de natuur van de verzekerde zaak voortspruitende, doch dat daaruit alleen volgt, dat eigen bederf, geen verwijderde oorzaak van een geconstateerde schade, niet dat het niet een met andere oorzaken, aan andere gedeelten van het verzekerde voorwerp, te gelijk waargenomen samengaande schadeoorzaak zou mogen zijn.
Overwegende, dat in het laatste geval de wetgever in plaats van het woord onmiddellijk of direct de woorden afzonderlijk, zonder bijkomende oorzaken, eniglijk of iets dergelijks zou gebezigd hebben, terwijl bovendien in casu de schade aan die delen van het schip welke daarbij gezegd worden aangestoken te zijn in vergane, vervuurde en verwaterde toestand te verkeren met recht gezegd kan worden door eigen bederf onmiddellijk uit de aard en de natuur van de verzekerde zaak voortspruitende.
Overwegende, dat mitsdien de eisers slechts op vergoeding van aandeel van de aan hun schip waargenomen schade, voor zover namelijk die aan zeeramp, of van buiten aankomende onheilen mocht te wijten zijn, recht zouden hebben, doch dat hun ook tot dat einde de thans aangelegde vordering niet baten kan.
Overwegende immers, dat die vordering haar grondslag heeft in de afkeuring van het verzekerde schip wegens het bedrag van de reparatiekosten volgens art. 717, wetboek van koophandel, door deskundigen te Batavia.
Overwegende echter, dat uit het verband van dit artikel met artikel 713 en volgende van hetzelfde wetboek zeer duidelijk blijkt, dat alleen zodanige schade, die tot het daarbij vermelde bedrag door zeeramp geleden is, recht geeft om een schip ten aanzien van de verzekeraar voor afgekeurd te houden en om deswege de bijzondere wijze van schadeberekening te volgen, bij dat artikel aangeduid.
Overwegende, dat de eisers wel bij dagvaarding beweren, dat het schip ten gevolge van zeeramp een zo kapitale reparatie met de eventuele waarde van het schip gelijkstaande, zou nodig gehad hebben, doch dat volgens het hier boven overwogene de schade ten gevolge van zeeramp geen zo hoog bedrag beliep.
Overwegende, dat de eisers dus alleen gerechtigd waren tot het instellen van een rechtsvordering volgens art. 713 en volgende, in welk geval de verzekerde bij niet gedane reparatie als in casu het bedrag van de schade wegens zeeramp door meergemelde deskundigen had moeten doen begroten of althans niet door het schip onmiddellijk weg te doen, assuradeuren en de rechter buiten staat hadden moeten stellen, zodanige begroting alsnog te laten doen. Weshalve de eisers het aan hun eigen verzuim en handelingen te wijten hebben, dat de door hen wegens zeeramp geleden schade thans niet meer op de wijze bij laatstgemelde artikelen voorgeschreven, begroot en vergoed kan worden.
Overwegende, omtrent de verzekering op behouden aankomst van het schip dat niet rechtens gebleken zijnde het aanwezig zijn van het bij de wet gevorderde bedrag van zodanige schade als tot wettigen van de afkeuring en van de daarop gevolgde verkoop van het schip nodig was, de daardoor weer teweeggebrachte staking van de reis evenmin geacht kan worden een gevolg van zeeramp te zijn.
Overwegende immers, dat wanneer om de aanwezig bevonden sporen van eigen bederf de som benodigd tot reparatie van het schip niet zo hoog was opgevoerd geworden, het schip behoorlijk weer in zeewaardige staat gebracht de reis had kunnen vervolgen en de niet aankomst ter bestemming-plaats mitsdien niet het gevolg van de zeeramp was, maar te wijten aan het daarbij komende eigenbederf van het schip. Gezien de artikelen reeds hierboven genoemd, benevens art. 56 van het wetboek van Burg. Rechtsv.
Ontzegt de eisers hun eis en veroordeelt hen in de kosten van het rechtsgeding.

Afbeelding
Datum 24 juli 1861
Krant JB - Javabode

De 15e dezer is de Nederlands-Indische bark HONG LIONG, kapt. F.H. Reisiger, voorheen genaamd WILHELMINA COX, van Samarang naar Soerabaija vertrokken.

Afbeelding
Datum 26 augustus 1863
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Samarang, 21 augustus. Naar men verneemt, is het Nederlands-Indische schip HONG LIONG, kapt. Buchk, komende van Samarang en toebehorende aan de kapitein der Chinezen Tan Tjong Toen alhier, in de Chinese Zee totaal vergaan. Behalve schip en lading zijn bij deze ramp 250 Chinese passagiers omgekomen, benevens NLG 700.000 aan geld verloren geraakt. De kapitein, stuurman en verdere equipage zijn gered.

Afbeelding