Inloggen
Gezagvoerder

Nordlohne, Johann Dirk

Naam: Nordlohne, Johann Dirk
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ROTTESTROOM 1827 Brik Sailing Vessel 10362 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Johann Dirk Nordlohne werd geboren op 23 augustus 1792/1803 (?) in Lohne (Oldenburg) als zoon van de Rooms-Katholieke Johann Bartelt Nordlohne en Anna Maria Breurink. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Leuvenhaven hoek Nieuwesteeg (Wijk 3 nr. 341).

Hij trouwde te Rotterdam op 29 januari 1840 met Gerarda Joanna van Litsenborgh, geb./ged. op 16 november 1809 te Rotterdam als dochter van de Rooms-Katholieke Jacobus van Litsenborgh en Catharina Maas, tapster.

Hij overleed te Rotterdam aan de Nieuwsteeg nr. 341 op 04 januari 1868005.

NRC 08 januari 1868114

Advertentie. Heden overleed in de ouderdom van 64 jaren mijn waarde echtgenoot Johan Dirk Nordlohne, ridder der orde van de Rode Adelaar 4e klasse, in leven oud-koopvaardij kapitein.

Rotterdam, 4 januari 1868, G.J. Nordlohne, van Litsenborgh.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.D.Nordlohne was met vlagnummer R151 in de periode 1838 t/m 1867 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1849 een schadevergoeding heeft gekregen van f 100,- (vanwege schade aan of verlies van zijn schip)058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.D.Nordlohne met vlagnummer R151 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1849                                                                                                                           geen vermelding van schip en reeder

1851                      van de sch.brik “Pio Nono”                       127 last              varend voor E. Serruys te Rotterdam

1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1866                geen vermelding van schip en reeder

 

Bouma025 vermeldt J.D.Nordlohne als gezagvoerder gedurende:

*    1838 t/m 1840 van de brik “Regent”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 317 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip werd in 1840 geveild te Amsterdam;

*    1840 t/m 1849 op de kof (brik) “Delfshaven” ex Rottestroom, gebouwd in 1826 te Rotterdam, op de werf “de Hoop” van Cornelis Frater & Zn, 273 ton o.m., varend voor T.van Holst te Delfshaven. Het schip strandde in 1849 bij Poelau Dapoer (Java) en geraakte wrak.

Lloyd’s vermeldt: “21 Mar.1849  DELFSHAVEN  lost.”087.

*    1850 t/m 1854 op de sch.brik “Pio Nono”, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 240 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het Algemeen Handelsblad van maandag 14 juni 1841 staat het volgende bericht:

“In het Journal de la Haije  leest men:

Men deelt ons uit Rotterdam de volgende opgave mede: Den 21sten November 1840 kwamen aan het Pruisische gezantschap te Rotterdam aan: M.C.Trapp, kapitein van de Pruisische brik Vigilante, alsmede de stuurman en acht matrozen, die den 15den dier maand, bij gelegenheid van een zwaren storm, op de kusten van Engeland, hun schip hadden verloren. Dit vaartuig te Memel te huis behoorende, was met eene lading eiken deelen en balken, naar Londen vertrokken. Den 13den bespeurde de kapitein, dat het schip een lek bekomen had. Alhoewel het scheepsvolk onmiddellijk en onafgebroken de pomp deed werken, steeg het water zoo zeer, dat er zich den 15den reeds 10 en een half voet water in het ruim bevond, en 1 en een half voet in de kajuit. Het slechte weder en de afmatting van het scheepsvolk, wien, ten gevolge der inspanning het bloed ontgudste, veroorzaakten, dat de kapitein aan het lot van het vaartuit begon te wanhopen en de noodvlag heesch. JHet is in dezen toestand, dat het schip gevonden werd door het Nederl. vaartuig Delfshaven, kapitein Noordloon van Delfshaven, komende van Riga, en zich met eene lading hout herwaarts begevende. Niettegenstaande het ongunstige weder en het gevaar, dat zijn eigen vaartuig liep, nam hij de ongelukkigen, die met den door bedreigd werden, op, redde en verzorgde hen en bragt hen herwaarts.

Deze schoone trek van menschlievendheid mededeelende, waarvan wij thans de bijzonderheden doen kennen - aldus gaat het Journaal voort - zijn wij gelukkig er te kunnen bijvoegen, dat de edele en moedige daad van onzen landgenoot, te Berlijn niet onopgemerkt is gebleven. Men verneemt, dat Z.M. de Koning van Pruisen, op het verslag, dat door het Pruisische gezantschap bij ons hof aan Hoogstdenzelven van deze zaak gedaan is, aan den kapitein Noordloon de orde van den Rooden Adelaar, vierde klasse, heeft geschonken, terwijl er eene som in geld aan het scheepsvolk is uitgereikt.”

De schoener “Pio Nono” onder kapitein J.D.Nordlohne vertrok uit Deal op 14 mei 1850 en arriveerde via Kaap Hoorn op 30 augustus  te Valparaiso. Het keerde via dezelfde route terug te Hellevoetsluis op 26 maart 1851.121