Inloggen
Gezagvoerder

Mulder, Jan Berents

Naam: Mulder, Jan Berents
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JONGE EGBERTUS 1824 Kof Sailing Vessel 9593 Bekijk schip
JUFFROUW TEELKE PETRONELLA 1818 Smak Sailing Vessel 12670 Bekijk schip
AFINA AGATHA 1843 Kof Sailing Vessel 13576 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Berents werd geboren/gedoopt te Veendam op 13 januari/08 februari 1789 als zoon van schipper Berent Jans Mulder en Aagtje Sytses Wilkens.

Jan trouwde te Veendam op 11 januari 1819 als schipper met Aaffien Antonius Scheppers, geboren/gedoopt op 06/17 oktober 1794 te Veendam als dochter van koopman Antonius Scheppers en Aaffiena Mechelina Scholtes. Aafien overleed te Oosterdiep/Winschoten op 14 juli 1864, 69 jar, weduwe

Jan Berends overleed aan boord van de kof “Afina Agatha” te Brielle op 21 april 1849, 60 jaar en drie maanden, scheepskapitein.

 

“Aan boord van het kofschip AFINA AGATHA overleed op 21 APRIL 1849 om 6 uur in de middag de schipper Jan Berends Mulder, geboren in jan, 1789, gehuwd met Afin Scheppers, zoon van Berend Jans Mulder en Aagje Soetzes Wilkens. Zijn zoon Berend Jans Mulder, gehuwd met Grietje Boerhave, zette het werk van zijn vader voort. Van 1853-1863 was hij kapitein op de AFINA AGATHA,”

Uit: Pekelder schippers en hun belevenissen op zee in de 19e eeuw samengesteld door Drs. L.W.Kanning, 2015 Particulaire uitgave aanwezig in de bibliotheek van het Kapiteinshuis te Pekela.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Jan als schipper in 1819, 1821, 1827, 1849.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Jan B.Mulder was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met nummer M resp. 12 in de periode 1827 tot 1849.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.B.Mulder als gezagvoerder gedurende:

*    1825 t/m 1849 van de kof “Jonge Egbertus”, gebouwd in 1824 te Veendam, 104 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam Bouma meldt dat de kapitein in 1849 is overleden;

*    1843 t/m 1848 op de schoenerkof “Afina Agatha”, gebouwd in 1843 te Pekela, 103 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Van 1849 t/m 1853 staat geen kapitein vermeld, maar wèl als reder de Wed. J.B.Mulder. Ik concludeer hieruit dat kapitein J.B Mulder in 1848/1849 is overleden en dat zijn weduwe het schip heeft gereed met een niet bekende kapitein. In 1854 voer B.J.Mulder op het schip voor de Wed. J.B.Mulder en in 1858 was deze de kapitein/eigenaar. (zie ook bij B.J.Mulder). Ik denk dat toen de zoon het schip heeft overgenomen.

             zie ook hieronder bij de gegevens van Mulder083. Enkele veronderstellingen blijken juist te zijn.

 

In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt B.J.Mulder vermeld als gezagvoerder van de “Afina Agatha” met vlagnummer M resp. 11.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

22 februari 1816, schip “Henderica”, schipper  Alb. H.Lukkien, stuurman Jan B.Mulder.

04 februari 1819, schip “Twee Gebroeders”, schipper Steffen Luitjes Pinksterboer, stuurman Jan Berends Mulder.

11 maart 1820 schip “Drentsche Welvaart”, schipper Jan Berents Mulder.

07 april 1823, schip “Drentsche Welvaart”, schipper Jan Berends Mulder.

20 mei 1824, schip “Jonge Egbertus”, kapitein Jan Berends Mulder.

04 februari 1826, schip “Jonge Egbertus”, kapitein Jan Berends Mulder.

24 februari 1827, schip “Jonge Egbertus”, kapitein Jan Berends Mulder.

13 februari 1830, schip “Jonge Egbertus”, schipper Jan Berends Mulder.

15 maart 1834, schip “Jonge Egbertus”, schipper Jan Berends Mulder.

17 februari 1840, schip “Jonge Egbertus”, schipper Jan Berends Mulder.

13 juli 1843, schip “Afiena Agatha”, kapitein Jan Berends Mulder.

27 mei 1846, kof “Afiena Agatha”, schipper Jan Berends Mulder, 56 jaar uit Veendam.

10 november 1847, kof “Afiena Agatha”, schipper Jan Berends Mulder, 58 jaar uit Veendam.

 

Van Sluijs013 vermeldt een J.B.Mulder als gezagvoerder van de “Drentsch Welvaart”, gesignaleerd in het Vlie op 22 juni 1820 komend van Danzig.

 

Overige bijzonderheden

De navolgende gegevens zijn een verkorte vorm van een uitgebreide beschrijving in “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.

In 1811 was Jan van beroep zeeman. Het eerst bekende schip, waarop hij heeft gevaren was de “Vrouw Henderika” van schipper Albert. H.Lukkien uit Veendam. Hij monsterde in 1816 te Harderwijk als stuurman.

Op 25 februari 1817 kocht Jan Berends Mulder een – vermoedelijk tweedehands – schip van Halbe Harms Nieuwhuis, waarvoor hij op 1 maart in Veendam een zeebrief kreeg uitgereikt. Omdat het hier een onderhandse aankoop betreft is jammer genoeg over deze transactie verder niets terug te vinden. Jan Berents Mulder stond op 11 maart 1820 en 7 maart 1823 in Veendam echter als schipper vermeld op de monsterrol van de ‘Drentsche Welvaren’, zodat het zich laat aanzien dat de aankoop dit schip betrof. Aangenomen mag worden dat hij hiermee tot de winter van 1822-1823 is blijven varen.”

In 1823 werd Jan kapitein-eigenaar van de nieuwe ‘Jonge Egbertus’. Deze tweemast koftjalk mat 104 Ton en had een diepgang in beladen toestand van 9 voet. Ze werd geschikt bevonden voor de Grote Kustvaart, waarmee geheel Europa tot aan de Zwarte Zee mocht worden bevaren. In 1831 hanteerde Bureau Veritas de kwalificatie T2. Dit hield in 2/3 van het maximum dat de assuradeur op het schip mag verzekeren.

Op 20 mei 1823 monsterde hij in Groningen de volgende bemanning: stuurman J.A. Wei, 31 jaar, maandgage ƒ26; matroos A.H. Bleker, 22 jaar, ƒ17; als kok Jans broer Harm Berents Mulder, 19 jaar, ƒ12; als jonge zijn zwager H.A. Scheppers, 16 jaar, ƒ2. De maidentrip van de ‘Jonge Egbertus’ ging van Groningen naar Liverpool. Vermoedelijk bestond de lading uit haver, vele jaren een gewild exportartikel.

Toen op 15 maart 1834 in Groningen een nieuwe bemanning werd gerecruteerd had kapitein Mulder nog slechts de beschikking over een stuurman, matroos en een kok; geen van allen behoorde tot de familie. Jan bleef waarschijnlijk eigenaar tot 1842, toen de ‘Jonge Egbertus’ in Amsterdam nog eens door Bureau Veritas werd geïnspecteerd. Wat er verder met het schip gebeurde is niet bekend.”

In 1843 werd hij eigenaar van de 2-mast koftjalk (schoenerkof) “Afina Agatha”. De eerste reis was “op avontuur”. In de herfst van 1845 had hij een rampzalige reis. Hij was onderweg mat een lading zink en rogge van Stettin naar Amsterdam. In de Noordzee sloeg de stuurman overboord en verdronk. Delfzijl werd als noodhaven binnengelopen, waar de reis eindigde.

Hij was op 10 oktober 1847 nog steeds schipper op dit schip. “Jan Berents Mulder overleed in april 1849. Zijn zoon Berend Jans Mulder volgde hem waarschijnlijk op als schipper van de ‘Afina Agatha’, terwijl het schip voorlopig voor rekening van de erven werd geëxploiteerd. Vermoedelijk in maart 1851 kocht Berend de schoenerkof van zijn moeder (en zusters).”083

 

      Mulder083 vermeldt:

“  'Afina Agatha' schoenerkof, 3/1843 Pekela, K/E J.B. Mulder te Vd 3/1843 - 4/1849 (+), eig wed. A. Mulder-Scheppers 1849-(waarschijnlijk) 8/1855; schipper B.J.Mulder te Vd 1849-1860 en eigenaar vanaf 1855 (?). K/E 1/1861-5/1865P.N. de Boer te Nieuwe Pekela; schip is gezonken nabij Frederikshavn, Dk.”

(Bouma heeft deze correctie-aanwijzing in zijn derde druk overgenomen)

      en

“ 'Catharina'         koftjalk, b.j. Vd 1831, 67 ton, K/E J.B. Mulder vermoedelijk t/m 1842 (hij verkreeg 'Afina Agatha' in 3/1843, komt na 1842 ook niet meer in B.V. voor).”

(Bouma laat het gezagvoerderschap over de “Catharina” doorlopen naar 1851 en dit wijkt af van de mening van Mulder)

      en

“Vrouw Catharina'          overdekte tweemast tjalk, b.j. 1815 52 ton, K/E J.B. Mulder te Vd 3/1817-1831; 3/1832-? K/E H.J. Brunius te Gn.

“In 1815 moet Jan Berents Mulder, geen aantoonbare familie en getrouwd met Trijntje Everts Zoutman, eigenaar geworden zijn van de nieuwgebouwde overdekte tweemast tjalk 'Vrouw Catharina', ook wel geschreven als 'Vrouw Chatarina', en genoemd naar zijn vrouw. De tjalk had de afmetingen 19,20 x 3,45 x 1,78 meter en was 52 ton groot.

Op 12 maart 1817 vinden wij deze Jan Berents Mulder als schipper, wanneer hij als zodanig op de monsterrol staat. De stuurman was Hindrik Gezinus Mulder; een familierelatie is ook hier niet bekend.

Jan Berents moet tot het voorjaar van 1831 met zijn 'Vrouw Catharina' hebben gevaren, waarna hij de helft van het eigendom overdroeg aan Jacob Jans Pik, scheepsbouwer in Veendam, mogelijk als aanbetaling op het schip dat Pik in aanbouw had en hij zou kopen. Pik kalefaterde het casco van de tjalk op zijn helling waarschijnlijk op speculatie voor beider rekening op, om het schip daarna weer te verkopen. In maart 1832 had Pik in schipper Hendrik Jans Brunius uit Groningen een koper gevonden, die de tjalk in het vervolg 'Vrouw Geziena' zou noemen. Op 19 maart 1832 werd het schip ten overstaan van notaris M.J. Tuuk uit Veendam door Pik mede namens Mulder overgedragen aan Brunius; de verkoopprijs bedroeg ?600. Het verdere lot van dit schip is niet bekend.”

 

Leeuwarder Courant 03 november 1818114

Nieuwe Zijlen (opm: bij Dokkum), 26 oktober. ….

Den 20 dito is alhier binnen gekomen het tjalkschip de VROUW CATHARINA, kapt. J.B. Mulder, met Noors hout van Breweck (opm: Brevik, Z. van Porsgrunn).   

Den 25 dito is van hier uitgezeild het smakschip de JONGE REIND, kapt. Willem Mellema, en het tjalkschip de VROUW CATHARINA, kapt. J.B. Mulder, beide naar Groningen vertrokken om te laden op Londen.

 

Rotterdamsche Courant 15 juni 1820114

Amsterdam, 13 juni. Het schip DERENTZ WELVAART (opm: smak DRENTSCHE WELVAART) kapt. J.B. Mulder, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Amsterdam, is te Mandahl (opm: Mandal) lek binnengelopen. (opm: zie RC 220620)

 

Rotterdamsche Courant 22 juni 1820114

Amsterdam, 20 juni. Kapitein J.B. Mulder, voerende het schip DRENTSCHE WELVAART, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Amsterdam, meldt van Mandahl (opm: Mandal), van 28 mei, dat hij aldaar den 22 dito, met een lek schip en na dat de lading over bakboord en vervolgens over stuurboord geworpen was, was binnengelopen, zo dat de pompen aanhoudend gaande moesten gehouden worden; hij hoopte de lading, welke weinig beschadigd was, spoedig weder te zullen kunnen innemen en de reis voort te zetten.

 

Rotterdamsche Courant 17 oktober 1820114

Rotterdam, 16 oktober. Den 14 oktober arriveerde in de Maas DRENTS WELVAART (opm: DRENTSCHE WELVAART), J.B. Mulder, van Boulogne.

 

Rotterdamsche Courant 01 maart 182114

Rotterdam, 28 februari. Van Den Briel wordt van den 27 gemeld: den 26 zeilden de schepen DRENTS WELVAART, J.B. Mulder, naar Cherburg (opm: Cherbourg), en de ZEEPLOEG, M.N. Sikkes, naar Cork.

Van den 28 wordt gemeld: den 27 dezer zijn van hier gezeild de schepen de HELENA, F.C. Gerdes, naar de Oostzee, en de ACHT GEBROEDERS, T. Middendorf, naar Elseneur (opm: Helsingör).

 

Rotterdamsche Courant 17 april 1821114

Te Rotterdam in lading liggende schepen naar:

….Elseneur (opm: Helsingör) en Riga: het Smakschip de DRENTSCHE WELVAART, kapt. Jan Berends Mulder, ligt gereed…..

 

Rotterdamsche Courant 21 april 1821114

Rotterdam, 20 april. Den 18 arriveerden in de Maas ….….Den 19 zeilden de VROUW CATHARINA, A.H. Schuring, naar ……(opm: niet vermeld); de KITTY, J. Ansdell, naar Hull; de MARG. CATHARINA, E.D. Duintjer, naar de Oostzee; de VROUW TUNNEGINA, E.K. de Wilde, naar Arendsburg; de OXENBERG, D. Nielsen, naar Nijburg; de AVONTUUR, W. van der Horden, naar Fero; de ENGEBORG, H.H. Christensen, naar Newcastle; DIE EENIGHEDEN, E.J. Booije, de GULDBORG LUND, L. Hansen en de DRIE SODSKENDE, M. Nielsen naar Bandholm; de DRENTS WELVAREN, J.B. Mulder, naar Riga; THE NEPTUNE, J.C. Baker, naar Londen, en de HEND. EN MARGARETHA, J.H. Warmolds, naar Pernau (opm: Pärnu); de wind Z.W.

 

Rotterdamsche Courant 25 december 1821114

Amsterdam, 23 december. Het schip (opm: smak) DRENTSCHE WELVAART, kapt. J.B. Mulder, van Pillau (opm: Baltiysk) naar Amsterdam, is, na 20 dagen met aanhoudende stormen in zee te zijn geweest, den 30 november wegens slecht weer, doch zonder schade van belang, te Memel (opm: Klaipeda) binnengelopen.

 

Rotterdamsche Courant 11 juni 1822114

Rotterdam, 10 juni. Den 10 arriveerden in de Maas de schepen de VRIENDSCHAP, J.H. Sturenberg, van Droogbak; DRENTS WELVAART (opm: DRENTSCH WELVAREN), J.B. Mulder, van Brewich, en zeilde de HELENA AURORA, J. Maas, naar de Oostzee.   

 

Rotterdamsche Courant 27 juni 1822114

Rotterdam, 26 juni. ….

…. Den 26 zeilde TWEE GEBROEDERS, R. de Vries, naar Hamburg; de DRENTS WELVAART (opm: DRENTSCH WELVAREN), J.B. Mulder, naar Pernau (opm: Pärnu), en de VROUW JANTINA, J.H. Panjer, naar Leith.

 

Rotterdamsche Courant 02 juli 1822114

Rotterdam, 1 juli. Den 28 passato zeilden uit de Maas de schepen de DRENTS WELVAART (opm: DRENTSCH WELVAREN), J.B. Mulder, naar Pernau (opm: Pärnu); de WELVAART, B.J. de Groot, naar Hamburg, en arriveerde de VROUW MARGARETHA, A. de Zeeuw, van St. Ubes (opm: Setubal).