Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.Kreye was met vlagnummer R229 in de periode 1847/48 t/m 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.C.Kreye met vlagnummer R229 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de bark “Duiveland” 315 last voor Voorbeitel & Vroege te Bruinisse
* 1855, 1858, 1859,
1862 t/m 1867 van de bark “Twee Cornelissen” 392 last varend voor J.Vroege te Alblasserdam
* 1874 geen vermelding van schip en reder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.C.Kreye Twee Cornelissen 27 april 1860 04 juni 1861
Bouma025 vermeldt J.C.Kreye als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1852 van de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor T.Voorbeytel te Zierikzee;
* 1853 t/m 1856 van de bark “Hollands Trouw”, gebouwd in 1852 te Elshout, 733 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;
* 1857 t/m 1873 op de bark “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 742 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
“Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak.
“Het was groot 328 last of 621 ton en bestemd voor de vaart op Oostindië. Op 1 oktober 1847 werd voor de eerste maal uitgezeild onder kapitein Kreye. De aankomst te Batavia vond plaats op 6 januari van het volgend jaar”
Derde stuurman O.D. van der Wal monsterde in c.1856 aan op de bark “Twee Cornelissen” onder kapitein J.C.Kreye voor een reis naar Java en terug.
In: “Norbert van den Berg, chroniqueur van de bark Scheveningen”, uitg. Scribo Mare/Spiegel der Zeilvaart, 58 pp, 2005.
Het schip de “Scheveningen” vaart op 29 maart 1855 op weg naar Indië in het Kanaal en de chroniqueur vermeldt:
“ … ; door de kijker bespeurde de kapitein een bark, die aan zijn gaffel een Nederlandse vlag en daaronder een Rotterdamse nummervlag vertoonde. het gewapende zeemansoog bespeurde spoedig dat No.229 in de vlag te lezen stond, waardoor wij tot de ervaring kwamen dat het bewuste schip de Hollands Trouw was. … “
De bark “Duiveland onder kapitein J.C.Kreije vertrok vanuit Rotterdam en bereikte via Kaap Hoorn Valparaiso op 07 december 1850. Via dezelfde route kwam het aan te Queenstown op 01 mei 1851.121
De bark “Twee Cornelissen” onder kapitein J.C.Kreye vertrok in 1872 uit Passuruan en was op 17 februari 1872 te San Francisco, dus via de Pacific. Daarna werd het gemeld van Manzanillo en op 21 oktober 1872 te Liverpool en die reis moet via Kaap Hoorn zijn gegaan.121
Datum vanaf: |
1847 |
Kapitein: |
Kreye, J.C. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.C.Viersma als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1859 van de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor T.Voorbeytel & Vroege te Bruinisse;
* 1861 t/m 1873 van de bark “Generaal de Stuers”, gebouwd in 1854 te Elshout, 749 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen;
* 1875 van de “Luitenant Generaal van Swieten” ex Pharos, gebouwd in 1868 te East Boston, 1328 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
Op 26 november 1858 vertrok vanuit Banjoewangi de bark "Duiveland" van de Reederij Voorbeytel & Vroege te Bruinisse onder kapitein J.C.Viersma. Het schip arriveerde op 11 april 1859 te Zierikzee na 135 dagen reis026(38/077).
Op 25 februari 1862 vertrok van Banjoewangie de bark "Generaal de Steurs" onder kapitein J.C.Viersma. Het schip onderging zwaar stormweer bij Kaap de Goede Hoop en moest van 31 mei - 02 juni 1862 te St.Helena wat op verhaal komen. Het arriveerde pas op 05 augustus 1862 in Nederland (haven niet genoemd) na een reis van 158 dagen026(38/330).
J.C.Viersma was van 1861-1873 kapitein van de houten bark “Generaal de Stuers”, gebouwd in 1854 door de Gebr. B.Pot te Elshout, 749 ton, varend voor rederij J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen052.
“Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak.
“Het was groot 328 last of 621 ton en bestemd voor de vaart op Oostindië. Op 1 oktober 1847 werd voor de eerste maal uitgezeild onder kapitein Kreye. De aankomst te Batavia vond plaats op 6 januari van het volgend jaar”. In 1853 werd kapitein J.C.Viersma de gezagvoerder. Het schip kwam eind 1859 te Rotterdam in veiling en werd aangekocht door Willem Ruys JDz.
J.C.Viersma werd geboren 19 december 1811 als zoon van Jan Tjalling Viersma en Johanna Helena Smits. Hij trouwde met Adriana Bakker. Hij “begon zijn loopbaan aan boord “voor de mast”, klom op van bootsman en schipper tot stuurman en voerde voor de eeste maal als kapitein het gezag op de “Duiveland”.
“Na de verkoop van de “Duiveland” in 1859 stapte Viersma over op de bark “generaal de Stuers”(1861), welk schip hij voor reder J.Vroege te Alblasserdam voerde tot 1873 toen dit schip naar Noorwegen werd verkocht. Nadat J.C.Viersma nog gezagvoerder was geweest op het clipper-fregatschip “Pharos” (Liverpool) en tenslotte (1875) op de “Luitenant Generaal van Swieten” kwam het einde van zijn loopbaan in zicht.
Op 16 mei 1875 sloot hij zijn kasboek te Batavia af. Via Sint Helena voer hij terug naar het vaderland. Op 6 november 1875 tekende hij in zijn administratie aan: saldo mij toekomend op 6 november 1875 groot f 1439,44.
Zijn levenseinde kwam op 4 oktober 1877 te Zierikzee waar hij na een rusteloos bestaan in Huis “de Mossel” aan het Kraanplein voorgoed de ogen sloot …074.
De Harlinger Courant dd 09 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen.
“Batavia 1 Dec. Luitenant Generaal v. Swieten, J.C.Viersma, Rio Janeiro.”
Zierikzeesche Courant 13 april 1864
Te Brouwershaven gearriveerd op 07 april 1864 de “Generaal de Steurs”, kapt. J.C.Viersma, komend van Rotterdam op weg naar Batavia. Het schip zeilde uit op 08 april 1864,
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Hagers werd geboren/gedoopt op 27 september 1795 te Maassluis als zoon van de Nederlands Hervormde Johannes Hagers en Neeltje Berkel (beiden overleden te Brielle).
Hij was getrouwd met Bastiaantje Verdoes, geb./ged. op 16 april 1796 te Maassluis. Hendrik woonde te Rotterdam o.a. aan de Melkmarkt (Wijk 8 nr. 41/44 nieuw nr. 10), Leuvenhaven (Wijk 3 nr. 314) en aan de Coolsingel (Wijk 15 nr. 312). Hij vertrok op 20 april 1863 naar Brielle.
Hij overleed op 30 september 1864 te Rotterdam aan de Zandstraat (Wijk 5 nr. 450)005.
NRC, 01 oktober 1864
“Heden overleed ten huize van mijn Schoonzoon den Heer J.H. VAN DEN ENDE te Rotterdam, in den ouderdom van 69 jaren, mijn geliefde Echtgenoot, de Heer H.HAGERS, oud Koopvaardij Kapitein.
30 September 1864 B.VERDOES. Wed H.Hagers
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Hagers was met vlagnummer R5 in de periode 1828 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
H.Hagers was in 1859 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip.
In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden.058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.Hagers als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 op de bark “Cornelis Wernard Eduard” 318 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1851, 1855 op de bark “Margaretha Ida” 343 last varend voor W.Ruys J.D.z te Rotterdam
* 1858, 1859 op de bark “Jan Daniel” 335 last varend voor W.Ruys J.D.z te Rotterdam
* 1862, 1863 zonder vermelding van een schip
H.Hagers was in 1857 gezagvoerder van de bark de "Jan Daniël", 635 ton, gebouwd in 1840/1841 bij Fop Smit op Kinderdijk voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam. "... in december 1857 gestrand op Javakust, doch weder vlot gebracht ..."024 en 025
H.Hagers was in 1860 de eerste gezagvoerder van de bark "Duiveland van rederij W.Ruys J.Dz. 024.
De “Margaretha Ida”, varend van Rotterdam naar Akyab, onder gezag van kapitein Hagers, is op 18 maart op de baar van Akyab verongelukt.078.
Bouma025 vermeldt H.Hagers als kapitein gedurende:
* 1829 t/m 1830 van de bark-galjoot “Maasstroom”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld,400 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1839 t/m 1841 op het 3/m schip “Vasco di Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;
* 1842 van de bark “Margaretha”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 840 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1842 t/m 1846 op het 3/m schip “Java”, gebouwd in 1840, bouwplaats niet vermeld, 500 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Rotterdam.
Lloyd’s vermeldt: “16 Nov.1847 JAVA (572 ton) carried into St.Johns NB, derelict.”087
* 1847 t/m 1849 op de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. (Bouma vermeldt hier kapitein Hagers, zonder initialen);
* 1850 t/m 1855 op de bark “Margaretha Ida”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 650 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam. Het schip verongelukte bij Akyab tegelijk met de “Lodewijk Anthony”;
* 1857 t/m 1860 op de bark “Jan Daniel”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1860 t/m 1862 op de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
H.Hagers was van 1850-1855 gezagvoerder van de bark "Margaretha Ida", 652 ton, gebouwd in 1840/1842 bij Fop Smit te Slikkerveer voor rederij W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. Het schip vervoerde in 1848 troepen naar Indië (170 man). In december 1848 liep het vast in het Brouwershavense Gat doch werd weer vlotgebracht. Het schip strandde in op 18 maart 1855 nabij Akyab tegelijk met de "Lodewijk Anthony" onder gezag van kapitein K.H.Leonhardt. De "Margaretha Ida" ging verloren, maar de bemanning werd gered024 en 025.
Akyab is thans Sittwe aan de Baai van Bengalen in het tegenwoordige Birma.
“Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak. De eerste gezagvoerder was J.C.Kreye (1848 t/m 1852), daarna J.C.Viersma (1853 t/m 1859). Het schip werd in 1859 verkocht aan W.Ruys JDz te Rotterdam en kwam toen onder gezag van kapitein H.Hagers.074.
Dutch barque "Margaretta Ida", arrived at Albany on 6 July 1852, having left Cardiff, Wales on 27 March 1852. Master = H. Hagers. Tonnage = 800. Cargo = 780 tons of coals for the Australian Royal Mail Steam Company's depot. Sailed from Albany on 24 September 1853 for Java.105
Op 08 juli 1842 werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op het schip de “Java” onder kapitein Hagers geplaatst als ligtmatroos G.Strang van Hees voor een reis van Rotterdam naar Batavia. De ligtmatroos keerde te Rotterdam terug op 17 januari 1843.004-949/532-1836.
Familiegegevens en opleiding
Johannes Gerardus Marcussen werd geboren te Amsterdam op 26 mei (of augustus?) 1823 als zoon van de Lutherse Marcus Marcussen (overleden te Batavia) en Wilhelmina Baldina Berkenfelder (overleden te Amsterdam. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Groote Draaisteeg Wijk 1 nr. 88 (nieuw nr. 6). Hij vertrok op 01 mei 1860 naar Katendrecht. Hij behaalde op 25 februari 1860 het diploma 1e stuurman op de grote vaart.
Hij was getrouwd met Catharina Henriëtte Cornelia Luking, geboren op 04 oktober 1827 te Amsterdam, Luthers. Johannes overleed te Rotterdam aan de Vest Wijk 5 nr. 21 op 20 november 1869 en zijn vrouw vertrok op 16 september 1870 naar Gouda005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.G.Marcussen was met vlagnummer R211 in de periode 1865 t/m 1869 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl gerechtigd was de Maatschappijvlag te voeren, maar geen financiële aanspraken had058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
J.G.Marcussen was in de periode 1863-1865 gezagvoerder van de bark de "Duiveland", 621 ton, gebouwd in 1847 te Zierikzee en in 1860 door rederij W.Ruys J.Dz.025. "... op 1 maart 1864 op weg van Londen naar Boston lekgeslagen; na reparaties in Lissabon weder vertrekkend, brak brand uit op de Taag; op de kust gezet bij Belem; blijkbaar vlotgebracht en de reis voortgezet naar Boston, waar het schip in 1865 werd verkocht"024.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.G.Marcussen met vlagnummer R211 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1865, 1866 van de bark “Cornelia Hendrika” 306 last varend voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
* 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
J.G.Marcussen maakte de volgende reizen005:
* Whampoa 1862 Padang - Rotterdam koffie, rijst
* Duiveland 1862 Rotterdam - Singapore diversen
* Cornelia Hendrika 1865 Rotterdam - Cardiff diversen
Bouma vermeldt J.G.Marcussen als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1861 van de bark “Nursery Packet”, gebouwd in 1858 te Londen, 295 ton o.m., varend voor J. de Veer-Tyndall te Nickerie. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;
* 1862 op de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1863 t/m 1865 op de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip werd in 1865 te Boston verkocht;
* 1866 t/m 1867 op de bark “Cornelia Hendrika”, ex Zuid-Beveland, gebouwd in 1856 te Lekkerkerk, 581 ton o.m., varend voor Wm. Ruys & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
“Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak. De eerste gezagvoerder was J.C.Kreye (1848 t/m 1852), daarna J.C.Viersma (1853 t/m 1859). Het schip werd in 1859 verkocht aan W.Ruys JDz te Rotterdam en kwam toen onder gezag van kapitein H.Hagers.
“Een nieuw hoofdstuk ving aan. In 1864 lag het schip in Spanje op de rivier De Taag. Een aan boord uitgebroken brand bracht aan het te Zierikzee gebouwde schip zware schade toe. Men wist aanvankelijk niet beter te doen dan het te laten zinken … Toch betekende dit nog niet het definitieve einde van het barkschip want men zag naderhand kans het te lichten. Het is bekend dat het in 1865 te Boston opnieuw werd geveild en in andere handen overging.”074.
|