Inloggen
Gezagvoerder

Malbranc, Carel Adolph

Naam: Malbranc, Carel Adolph
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ARLEQUIN 1851 Bark Sailing Vessel 7690 Bekijk schip
COLOMBINE 1851 Bark Sailing Vessel 7701 Bekijk schip
ARLEQUIN 1851 Bark Sailing Vessel 7690 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Carel Adolph Malbranc werd geboren op 18 oktober 1809 te Warnau in Pommeren/Meckelenburg-Schwerin, Waals Hervormd. Hij vestigde zich op 26 oktober 1850 te Rotterdam, komende van Amsterdam, en woonde o.a. aan de Oude Haven OZ Wijk C Nr. 62. Daarna woonde hij te Delfshaven.

Hij was getrouwd met Elizabeth Holl, geboren 20 augustus 1816 te Amsterdam, Nederlands Hervormd en overleden op 14 maart 1872.

Carel overleed te Delfshaven Wijk A nr. 42 op 01 september 1871005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.A.Malbranc werd met vlagnummer 870 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 09 maart 1852 op voordracht van B.J.Martens. Zijn schip was de "Arlequin". Toegevoegd is "bedankt"002. ten tijde van de inschrijving was Malbranc 42 jaar002a

Na de inschrijving met vlagnummer 870 kreeg hij bij de nummerwisseling in 1854 het vlagnummer 376.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        870                       1852-1853     bark                 Arlequin                                                 E.Serruys te Rotterdam

        376                           1854           bark                 Arlequin                                                 idem

                                      1855-1863     bark                 Colombine                                            idem

                                         1864           bark                 Emilie                                                     idem

                                      1865-1867     bark                 Colombine                                            idem

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein C.A.Malbranc met vlagnummer R285 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1851, 1855            van de bark “Arlequin”          171 last       varend voor E.Serruys te Rotterdam

*    1858, 1859, 1862 van de bark “Columbine”     303 last       varend voor Edmund Serruys te Rotterdam

*    1863, 1864            geen vermelding van schip en reder

*    1865, 1866, 1867 van de bark “Columbine       290 last       varend voor Edmund Serruys te Rotterdam

C.A.Malbranc was in 1856 en 1859 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

Kapitein                                                Schip                              Vertrek                                    Aankomst

C.A.Malbranc                                      Colombine                    18 maart 1860                       23 februari 1863

                                                                Columbine                    geen melding                          23 februari 1863

                                                                Emilie                             03 april 1864                          29 augustus 1864

                                                                Columbine                    12 augustus 1865                  geen melding

 

Bouma025 vermeldt C.A.Malbranc als gezagvoerder gedurende:

*    1852 t/m 1856 van de bark “Arlequin”, gebouwd in 1851 te Delfshaven, 324 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;

NRC 30 april 1851

Op 26 april is te Delfshaven van de werf van de heer T. de Hoog met goed gevolg te water gelaten het barkschip ARLEQUIN, gebouwd voor rekening van de heer E. Serruys.

*    1858 t/m 1871 van de bark “Columbine”, gebouwd in 1851 te Alblasserdam, 548 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam. In 1864 was E.J.Kok invaller-gezagvoerder. Het schip werd in 1871 verkocht naar het buitenland.

In 1871 verkocht aan E. Burchard, Rostock, scheepsnaam ongewijzigd; roepletters MCVB. Kapitein F. Jardin

 

Overige bijzonderheden

In een biografie van Bep Vuijk staat het volgende:

“Haar overgrootvader van moeders kant is kapitein Carl Adolph Malbranc, geboren op 18 oktober 1809 in Warnow in het huidige Polen. Volgens de familieoverlevering is hij een afstammeling uit een Frans Hugenotengeslacht dat een leen heeft van de Graaf van Egmond in de buurt van Rijssel. Na de herroeping van het Edict van Nantes vlucht deze voorvader naar Duitsland. Een zoon van hem keert uit heimwee terug naar Frankrijk, wordt direct opgepakt en slijt de rest van zijn leven als galeislaaf. Of deze familiegeschiedenis zich zo ook feitelijk ontrold heeft, is niet duidelijk.Onmogelijk is ze niet, zo blijkt uit historisch onderzoek van de familiehistoricus Ten Dam. Feit is wel dat de vader van Carl Adolph Malbranc de zoon is van een Duitse, in dienst van de Pruisische koning zijnde, landschapsarchitect August Heinrich Malbranc uit Mecklenburg-Schwerin. Eind 1838 vestigde deze zich als zeeman in Amsterdam. Op 16 juni 1841 trouwt hij in deze stad met Elisabeth Holl, die dan drie maanden zwanger is van hem.De dochter die op 19 december wordt geboren, wordt naar haar moeder genoemd, Elisabeth, de grootmoeder van Beb Vuijk. Na Elisabeth volgen nog drie dochters.

                In 1851 verhuist Malbranc naar Delfshaven. Hij gaat deel uitmaken van de rederij Edmund Serruijs, die acht schepen onder haar hoede heeft. Malbranc wordt kapitein op de 324 ton metende, in 1851 gebouwde Arlequin. Het schip is, naar het gebruik wil, onder zijn toezicht gebouwd in Delfshaven, mogelijk op de scheepswerf van Bebs overgrootvader Pieter Vuijk. Als dit laatste het geval is geweest, dan moet Malbranc Klaas Vuijk, beiden bovendien woonachtig in dezelfde plaats, hebben ontmoet. Klaas Vuijk zou dan als scheepstimmerman met Malbranc meegevaren kunnen hebben naar Nederlands-Indië. Op de Arlequin is Malbranc kapitein tot 1857. In dat jaar wordt hij gezagvoerder op een groter schip van de rederij, de Colombine met een tonnage van 548. Malbranc maakt zowel korte als lange reizen voor de rederij. Zijn lange tochten brengen hem onder meer naar Japan en China. Van één van die reizen brengt hij een, nog steeds in familiebezit zijnde, Japanse lakwerkdoos met paarlemoeren versieringen mee. Malbranc zal heel wat hachelijke situaties hebben meegemaakt. Eén daarvan laat hij vereeuwigen door de bekende schilder van zeemanstaferelen Jacob Spin: een olieschilderij uit 1854 (zal wel een gouache zijn – S.P.) toont op de woeste golven voor Egmond aan Zee voor anker liggende Arlequin. Het schip vecht tegen een storm die heel Nederland teistert van 23 tot en met 26 september 1853. Op een andere reis slaat zijn stuurman voor de kust van Perth in Australië op 18 juni 1855 in zware zee overboord tijdens een poging een ‘blinde ra’ weer op zijn plaats te brengen.

                De vier dochters van Malbranc blijven gedurende hun hele leven in Delfshaven. Elisabeth trouwt in 1863 op 21-jarige leeftijd met de 26-jarige Paul Rotscheid, rijksveearts … Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren… De laatste is Bebs moeder, Elisabeth, roepnaam Bets, geboren op 13 mei 1871.

 

Uit: “Een leven in twee vaderlanden”, door Bert Scova Righini, KITLV Uitgeverij, Leiden 2005, 573 pp. Zie p.5-6.

Zie ook: H. ten Dam  Verhalen en bedenksels over Vuijk-en,  Rotscheid-s, Rissen en Malbranc-s afkomstig uit Delfshaven, Europa, Amerika-s en Australië. Deel 3. Zwolle: z.n. Vijf delen 1977. Uitgave in particulier beheer; aanwezig in KB.

 

De bark “Columbine” onder kapitein C.A.Malbranc was te Rotterdam op 18 mei 1868 en te Valparaiso op 18 september, dus via Kaap Hoorn. Op 17 oktober is een melding van Iquique en het schip ging op 05 mei 1869, via Kaap Hoorn, naar Porthsmouth.121

Dezelfde bark en kapitein vertrokken uit Antwerpen op 09 oktober 1869 en kwamen, via Kaap Hoorn, te Valparaiso op 07 maart 1870. Via meldingen van Iquique en Pisagua kwam het schip te Vlissingen aan op 04 oktober 1870, wederom na een Kaap Hoornronding.121

 

Zierikzeesche Courant 09 april 1864

Te Brouwershaven uitgezeild op 05 april 1864 de “Emilie”, kapt. M.C. Malbrane, komend Rotterdam met bestemming New York.