Inloggen
Gezagvoerder

Lelsz (Hofman), Murk

Naam: Lelsz (Hofman), Murk
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ONDERNEMING 1800 Fregat Sailing Vessel 12013 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Van Sluijs013 vermeldt Murk Lels als gezagvoerder van het fregat “Snelle Lastdrager” ex St.Agatha, gebouwd in 1780 te Zaandam door Pieter Lijsen Rogge.

Volgens het “Uitloopboek O.I.C.p. 106” (d.i. het VOC-Archief, nationaal Archief inv.nr. 4932-4943. Afschrift in het Scheepvaartmuseum, A’dam G.45) is het schip op 19 september 1802 uitgelopen. Was op 12 januari 1803 aan de Kaap. Aankomst te Batavia op 18 mei 1803 waar het op 03 juni 1803 nog steeds gemeerd lag.

Er zijn berichten in de Amsterd. Courant van 29 maart 1803, 24 december 1803 en 31 januari 1804.

Van Sluijs verwijst naar het “boekje geslacht Rogge” p. 124.

 

Bouma025 vermeldt H.M. Lels als gezagvoerder gedurende:

*    1815 t/m 1829 van het 3/m schip “Onderneming”, gebouwd in 1812 te Amerika, 410 ton o.m., varend voor de Commercie-Sociëteit te Amsterdam.

Volgens voorgaande gegevens was Murk Lelsz Hoffman van 1815 t/m 1823 gezagvoerder en werd toen opgevolgd door Hessel Murk Lels (zie aldaar)

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Murk Lels(z) op de:

“Jacob & Catharina”, dd 14 augustus 1780;

“Jufvrouw Margaretha”, dd 16 september 1783; 14 juli 1784; 27 maart 1786; 06 april 1789;

“Triton”, dd 25 juli 1789;

“Snelle Lasdrager”, dd 29 mei 1798 en 08 juli 1802;

“Navigation”, dd 21 juni 1809 (Papenburger vlag);

“Onderneeming”, dd 21 september 1815 en 12 november 1818.

 

Overige bijzonderheden

“Geslachtslijst familie Lels en Lelsz"  Berend Lels  Krimpen aan de IJssel.  Uitg.Lelsz Lels Stichting 1998  223pp. Gegevens op p.106/107. Met portret.

Er bestaat een Bulletin “Lelsz-Lels Stichting” in 1999 met de 11e jaarjang. Zie Gens Nostra 55:272, 2000

Brieven van Murk Lels zijn verschenen in het familieblad Lelsz-Lels Stichting nr. 25 jaargang 14 nr.1, april 2002 en 26, nr.2, december 2002. Zie Gens Nostra 58 (3):198. maart 2003.

 

In 2004 verscheen het boekje “Des Hemels Zegen. Scheepsbrieven van Murk Lelsz, 1803-1819” door Dorine Verheyden-Lels en Tineke de Bruyn-Lelsz, uitgegeven door de Stichting Lelsz-Lels bij Hollaers van Elkerzee BV.

Hieraan ontleen ik het volgende, al wordt lezing van het oorspronkelijke boekje aanbevolen.

Murk Lelsz werd geboren in 1749 te Koudum en protestants, mogelijk doopsgezind, gedoopt. Hij is de tweede zoon en jongere broer van Gerrit uit het huwelijk tussen Lel Gerritsz en Grietje Uylkes. In 1811 laat Gerrit zich met vrouw en kinderen onder de naam Lelsz registreren en neemt Murk met zijn vrouw en 6 kinderen de naam Hoffman aan. “Mogelijk kiest Murk voor deze naam omdat hij dan al jaren thuis zit en geen andere bron van inkomsten heeft dan zijn eigen grond te bewerken…. Echter de Hoffman-liefde is voor hem klaarblijkelijk van korte duur. Alleen in de periode van 1811 tot 1815 ondertekent hij regelmatig maar zeker niet altijd met M.Lelsz Hoffman, daarna weer met Murk Lelsz.”

Op 19 april 1778, net bevorderd tot gezagvoerder, trouwt Murk met Barber Baukes, geboren in 1755 te Koudum. Ze krijgen 6 kinderen waaronder Lel Murks Hoffman (1779-1856) aanvankelijk stuurman en schrijver aan boord bij Murk en later gezagvoerder; Hessel Murks Hoffman, ook Hessel Lels (1793-1841), gezagvoerder en vanaf 1822 kapitein/eigenaar van het fregat “De Onderneming”; Sipke Murks Hoffman (1794-?), stuurman bij vader Murk en later gezagvoerder; Jel Murks Hoffman( 1798-1867), getrouwd met de kofkapitein Cornelis Praater.

 

Zie ook “Murk Lels - een telg uit vermaard zeevarend geslacht” door Kees Borstlap in De Blauwe Wimpel 1971, p.322-324. waarna het volgende ontleend:

“De naam Lels is afkomstig uit de vrouwelijke linie n.l. van Lel Elkes, wiens dochter Esther Lels in 1696 te Koudum werd geboren. Ze huwde met Gerrit Lans. Hun zoon werd Lel genoemd en noemde zich dus Lel Gerrits. Deze Lel Gerrits had twee zonen, Gerrit en Murk, van wie de eerste de naam Lelsz. aannam, de tweede de naam Hoffman.

Murk Lels, zich schrijvende Murk Lelsz, later Murk Lelsz. Hoffman, werd 28 december 1749 te Koudum gedoopt en was schipper ter koopvaardij. Zijn leven was veelbewogen. Hij huwde in 1778 te Koudum met Barber Baukes. Het echtpaar woonde op Litje Weste, dat waarschijnlijk het familiegoed was.

In 1803, hij was toen 54 jaar, was hij gezagvoerder op het schip “De Snelle Lastdrager” van de rederij Adrs. Rogge te Zaandam.”

Met dit schip zat hij in 1804 enige tijd vast in Kaapstad vanwege de politieke troebelen in Europa tussen Frankrijk en Engeland. …

“Met zijn opperstuurman, zijn zoon Lel, voer hij met een Deens schip thuis. Hij voer daarna nog op een schip van Pillau, leed schipbreuk bij Ahuus, en trok zich toen terug op het familielandgoed Litj Weste. Op 65-jarige leeftijd ging hij echter weer naar zee als schipper op “De Onderneming” van de Commerciesocieteit te Amsterdam, waarna hij nog verscheidene reizen naar de Oost maakte.In 1823 gaf hij het varen op. Hij overleed in 1843 op 93-jarige leeftijd te Koudum.”

Het artikel bevat een afbeelding van “De Onderneming”.

 

Via Koen Suyk te Heiloo kreeg ik dd november 2003 een aantal brieven van Murk Lels(z) uit de periode 15 mei 1803 t/m 05 juni 1805, afkomstig van een telg uit de Lelsfamilie091. De brieven zijn, gezien de redactie ervan, kennelijk eerder gepubliceerd, wellicht in het Bulletin van de “Lelsz-Lels Stichting”. Deze bundel brieven bevat een inleiding omtrent de afkomst van Murk Lels, die a.h.v. luidt:

“De brieven van Murk Lels(z) betreffen een periode van 15 mei 1803 tot 27 juni 1819 (kennelijk dus een langere periode dan die ik heb gekregen). Murk Lels(z) werd op 28 december 1749 te Koudum geboren en overleed aldaar op een voor die tijd uiterst sterke leeftijd van 93 jaar: 14 januari 1843. Hij was dus 53 jaar bij de eerste, en 69 jaar ten tijde van de laatste brief. Zijn vader heeft hij amper gekend, daar deze op 2à 3 jarige leeftijd al was overleden. De meeste van deze brieven zijn scheepsbrieven, geschreven als kapitein. Er komen ook diverse brieven voor geschreven vanuit Koudum, waar zijn gezin woonde. Murk Lels(z) was degene die in 1811 besloot met zijn 6 kinderen de naam Hof(f)man aan te nemen. We zien dat terug in de ondertekening van de brieven; de Hof(f)man-liefde was klaarblijkelijk van korte duur, want alleen van 1811 tot 1815 ondertekende hij met M.Lelsz Hoffman; erna weer met Murk Lelsz.”.

Blijkens een brief dd 24 augustus 1803 te Batavia is Murk Lels met zij “Snelle Lastdrager” op 19 augustus 1803 te Batavia aangekomen. Hij vertrekt hier op 14 oktober 1803 en komt na 52 dagen varen, op 05 december 1804 in Kaap de Goede Hoop aan. Uit een brief dd 03 april blijkt hij daar nog steeds te liggen. “Ik heb hier nu reeds 4 maanden gelegen, want zolang er geen vrede komt moeten wij hier blijven.”

      In een brief dd 03 april aan de heer Rogge schreef hij: “… Gideon Jansen heeft het schip De Heldin verkocht voor de somma van 26000 Hollandse Florijnen. Als ik mijn schip naar rato zou kunnen verkopen dan deed ik het ook, omdat mijn schip dan wel 52000 florijnen waard is. Namelijk omdat De Heldin een oud vuren schip is dat toen het hier uit Batavia arriveerde vanwege lekkage moest lossen en ons schip is van eikenhout en daaraan mankeert echter niets anders dan “het dak”(de spijkerhuid).”

      Op 19 mei schrijft hij dat hij eindelijk buiten de baai ten anker is gekomen. Deze mededeling staat ook in een brief dd 27 mei 1804 aan kapitein B.P.Wester in de Zaldanhabaai.: “Na van mijn kant u alle goeds toegewenst te hebben, deel ik U mede dat ik na zeer veel sukkelen eindelijk op de 17e van deze maand na 28 dagen onderweg te zijn geweest met onze vriend H.B.Hansen, in de Houtbaaij ben aangekomen en vond daar liggen den oude Pieter Jansen met zijn schip Europa. Aldus liggen wij daar nu met onze drie schepen dicht onder de wal achter het rif en beschut voor alle winden.”

      De “opsluiting” in Kaap de Goede Hoop wordt voortgezet en in een brief dd 06 september aan de heer Rogge vermeldt hij de (geweigerde) opdracht door de lokale autoriteiten om vracht van elders te halen. Inmiddels heeft hij door een ongeval aan de wal ook letsel aan zijn arm opgelopen. Zijn schip wordt hem ontnomen en in zijn plaats ene J.Cambier aangesteld en hijzelf opgesloten in het kasteel van Kaap de Goede Hoop. In een brief dd 22 maart 1805 meldt hij de heer Rogge dat hij het schip heeft verkocht voor 23625 Kaapse guldens = 7875 Nederlandse gulden. Dit lage bedrag kwam omdat er practisch geen touwwerk aan boord was en de huid van het schip sterk was aangetast door wormvraat. Hij vaart tenslotte in juni 1805 met een Deens schip terug naar Europa. 091

 

Zelf nagekeken:

Amsterdamsche Courant 29 maart 1803:

“Aan Cabo de Goede Hoop zijn aangekomen de Schepen … van Batavia de Goede Intentie Kapt. P.D.Wester … Maria Kapt. J.Munting, de Snelle Lastdrager, Kapt. M.Lels … Batavia, Kapt. Jansen, de Vrouw Johanna, Kapt Abes, … van hier Europa Kapt Jansen van Hellevoet en de Heldin, Kapt. Jansen van Middelburg, allen naar Batavia gedestineerd.”

Amsterdamsche Courant 31 januari 1804:

“Amsterdam den 30 January. Met Brieven uit Batavia tot den 3den Juny l.l. loopende, zijn aldaar successivelijk gearriveerd het Schip Maria, Kapitein J.Muntingh, Minerva, Kapitein Jan G.Klad, en Jupiter, Kapiten Pieter de Haan, alle drie van hier … alsmede het Oost-Ind. Comp. schip de Heldin, Kapitein Gideon Jansen, van Middelburg; het laatste was, benevens de Schepen Vrouwe Johanna, Kapitein Jan Abes en de Snelle Lastdrager, Kapitein Murk Lels, naar de kust gezeild om eene laading rijst. Ook heeft men tijding, dat den 5den Juny in het opzeilen naar Batavia was het schip de goede Intentie, Kapitein Dirk Wester, van hier.”

Amsterdamsche Courant 16 juni 1804:

“Amsterdam den 15 Juny … Met eenen Brief van Kapitein Dirk Pieters Wester, voerende het Schip de Goede Intentie, van Batavia herwaarts gedestineerd, verneemt men, dat hij in de maand January l.l. aan Cabo de Goede Hoop in goeden staat leggende was, benevens de Schepen de Snelle Lastdraager, Kapitein Murk Lels, de Neptunus, Kapitein Ary de Gelder en Jupiter, Kapitein Pieter de Haan. Ook lagen aldaar, doch met avery, de Schepen Europa, Kapitein Pieter Jantzen, het Schip Annatje, Kapitein Hans Bonke Hansen en de Heldin, Kapitein Gideon Janssen. De Schepen Maria, Kapitein J.Munting … waren, na aan Cabo gelost te hebben, naar Batavia geretourneerd.”.

 

Java Gouvernment Gazette 08 juni 1816114

Het schip ONDERNEMING, kapt. M. Lels, den 26 november 1815 met munitie en troepen van Amsterdam, en den 26 maart van Kaap de Goede Hoop vertrokken, is den 1 juni ter rede van Batavia gearriveerd.

 

Java Governmental Gazette 10augustus 1816114

….Den 7 dezer zijn de schepen AURORA, kapt. C. Brandligt, en ONDERNEMING, kapt. M. Lels, en den 9 dezer de VROUW ALETTA, kapt. C. Quak, van Batavia als transportschepen naar het oosten vertrokken. (opm: waarschijnlijk gehuurd door het Nederlands gouvernement)….

 

Leeuwarder Courant 16 juli 1819114

Leeuwarden, 15 juli. Volgens een particuliere brief van de Kaap de Goede Hoop, van den 10 april I.I, door het schip de VROUWE AGATHA, op deszelfs terugreize aangebragt, is het Nederlands fregatschip de ONDERNEMING, kapitein Murk Lels, van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, hetwelk den 23 december I.I, onder anderen ook beambten en materieel voor de gouvernement-drukkerij aan boord hebbende, gezamenlijk met het schip de DRIE GEBROEDERS, uit Texel gezeild is, den 8 april I.I, nagenoeg op hetzelfde uur, met laatstgemeld vaartuig, in de Tafelbaai ten anker gekomen, zonder dat echter gemelde schepen elkander, sedert het uitlopen, in zee gezien hebben. Het schip LOUIZA MATHILDA, kapitein Stoffels, mede beambten en materieel voor de drukkerij mede voerende, weinige weken vroeger uit Texel uitgelopen, was op bovengemelde 10 april nog niet aan de Kaap aangekomen.

De passagiers en de equipagie van de beide eerstgemelde vaartuigen waren in de beste toestand, en hadden, bij hun aankomst, gene zieken en geen enkele dode gedurende de overtogt aan boord gehad.

Enige der passagiers van de ONDERNEMING, de Kaapstad bezoekende, hebben aldaar, onder anderen in goede welstand aangetroffen de heer Richart, die den 5 augustus 1802, met een door het toenmalig gouvernement aangekochte drukkerij, en als directeur derzelve, van hier naar de, destijds onder de Bataafse heerschappij behorende kolonie Kaap de Goede Hoop, was vertrokken, zijnde de gemelde drukkerij, de eerste welke aldaar

 

RC 200719

Londen, 16 juli. Aan de Kaap de Goede Hoop is den 4 mei binnengelopen het schip MIDDELBURG, Van de Putte van Canton (opm: Guangzhou) naar Middelburg. Den 29 april zijn van daar vertrokken de schepen ONDERNEMING, Leiz, en DRIE GEBROEDERS, Manzelman, van Amsterdam naar Batavia (opm: Djakarta).

 

Rotterdamsche Courant 02 december 1819114

Amsterdam, 30 november. Te Batavia lag den 17 juli Zijner Majesteits oorlogsschip NASSAU, als mede de Nederlandsche schepen, SAMARANG, J. Scholtijs; RUIJMVELD, J.D. Schewé; CORNELIA, G. Havestein; CLARA, W. Stent; DE ONDERNEMING, M. Lels; FRANKLIN, C. Swaan; DE DRIE GEBROEDERS. P.J. Manzelman; benevens verscheiden brikken en inlandse vaartuigen.

 

Rotterdamsche Courant 03 februari 1820114

Amsterdam, 1 februari. Het in de Tafelbaai aangekomen schip (opm: fregat) HENRIETTE ELISABETH, kapt. H.H. Christiaans (opm: H.S. Christiaans), was den 21 september van Batavia gezeild, en zou enige dagen later gevolgd worden door de schepen de ONDERNEMING (opm: fregat), kapt. Murk Lels, en de DRIE GEBROEDERS (opm: pink), kapt. P.J. Manzelman, insgelijks naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 22 februari 1820114

Londen, 15 februari. Den 19 november 1819 is aan de Kaap de Goede Hoop gearriveerd het schip (opm: fregat) CATHARINA THEODORA, G.I. van Walré, uit Texel naar Batavia, en den 21 dito het schip (opm: fregat) ONDERNEMING, M. Lelz, van Batavia naar Amsterdam

 

Rotterdamsche Courant 25 maart 1820114

Amsterdam, 23 maart. Zo men zegt is voor gaats M. Lels (opm: fregat ONDERNEMING) van Batavia.

Van de rede is naar Terschelling gezeild J.W. Overmeer, naar de Oostzee.