Inloggen
Gezagvoerder

Kok, Harm Harms

Naam: Kok, Harm Harms
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
EIZO DE WENDT 1817 Kof Sailing Vessel 12493 Bekijk schip
EIZO DE WENDT 1817 Kof Sailing Vessel 12493 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Harm H. Kok werd geboren ca 1801.

Hij was getrouwd met Antje Lolles Lollema, geboren 29 december 1813. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 4 kinderen: Grietje (06 januari 1839); Harm Leendert (25 augustus 1841); Sophia (21 juni 1843) en Hillechina (06 november 1845).

Hij overleed op 28 januari 1861, laatstelijk gezagvoerder van de kof "Noordster". 028-fol.002.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.H.Kok (adres Kranenborg & Zn) werd per 24 december 1839 op voordracht van H.H.Koster en met vlagnummer 513 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Jan en Freerk". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving waren Kok en zijn vrouw 38 resp. 26 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1839002a.

In de Algemene Vergaderingen dd 17/24 december 1839 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Harm Harms Kok, oud 39 jaar, voerend de kof “Jan & Freerk”, wonend te Harlingen en met als adres de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van H.H.Koster.023

 

Harm H.Kok uit Harlingen werd op 01 juli 1851 met vlagnummer 2 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Noordster", boekhouder Zeilmaker & Co te Harlingen. Zijn contributie werd betaald door zijn vrouw

Harm H.Kok was van 1851-1861 met vlagnummer 2 lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg" en in diezelfde periode ook commissaris/bestuurslid034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 juni 1860 wordt een maand gage wegens schipbreuk toegekend aan kapitein H.H.Kok. Hij meldt tevens ziek te zijn geworden.042

 

Deweduwe van Harm H.Kok had in 1861, na het overlijden van Harm, recht op een uitkering uit het fonds van ¦500,- uit te betalen in 10 halfjaarlijkse termijnen. Zijn dochter Hillechien kreeg een uitkering ineens van ¦10,- 028-fol.002.

 

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

      513                         1840-1853     kof                   Jan en Freerk                geen opgave

      209                              1854           kof                   Jan en Freerk                idem

                                      1855-1859     kof                   Newa                             Fontein & Tjallingii, Harlingen

                                      1860-1861     geen vermelding van schip en boekhouder

 

lidmaatschap van Zeemansvoorzorg te Harlingen36

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

 H2/A209     1851               kof                       Noordster034/025                              Repko & Co, Harlingen

                   1852-1859          kof                       Newa                                               Fontein & Tjallingii, Harlingen

                                                                             in maart 1860 in Noorwegen (Halsø) gestrand en wrak

                       1861               kof                       Noordster034                                   niet vermeld

Bouma025 vermeldt van 1832-1849 een H.H.Kok als kapitein van de Noorster (ex Jan Freerk), reder Repko & Zn, Harlingen. Is dit dezelfde persoon als Harm H.Kok?

 

Bouma025 vermeldt H.H.Kok als gezagvoerder gedurende:

*    1833 t/m 1850 van de kof “Noordster” ex Jan Freerk, gebouwd in 1819 te Grouw, 143 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1851 t/m 1854 van de kof “Noordster”, gebouwd in 1851 te Grouw, 137 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1853 t/m 1860 van de kof “Newa”, gebouwd in 1830 te Emden, 170 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen. Het schip is in maart 1860 gestrand bij Halsø (Noorwegen) en wrak geraakt.

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant van half april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek SCHEPEN WELKE ALHIER ZIJN BINNEN GEKOMEN.096:

“14 April  H.H.Kok  Newa  Hout  Noorwegen.”