Familiegegevens en opleiding

Johannes Josephus Kilian werd geboren 14/15 augustus 1819 te Reading (Philadelphia) in de USA als zoon van de Rooms-Katholieke Josephus Wilhelmus Kilian (overleden te Den Bosch) en Cunegunda Breuer (overleden te Schijndel). Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Korte Vissersdijk Wijk 2 nr. 364 (nieuw nr. 111).

Hij trouwde op 23 mei 1849 te Rotterdam met Johanna Maria Bosman, geboren 04 juni 1821 te Rotterdam, weduwe van Jozefus van der Kooy, dochter van de Rooms-Katholieke Johannes Bernardus Bosman, meester loodgieter, en Johanna Maria Arnolds.

Hij overleed te Rotterdam aan de Botersloot Wijk 9 nr. 534 op 16 maart 1866⁰⁰⁵.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Kilian was met vlagnummer R294 in de periode 1857 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart⁰⁵⁸

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden⁰⁵⁸.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.J.Kilian met vlagnummer R294 als gezagvoerder in de ledenlijsten van⁰⁵⁸:

*    1858, 1859        van het fregat “Gerardus Jacobus”     391 last     varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam

*    1862                   van het fregat “Gerardus Jacobus”     391 last     varend voor Charles Serruys te Rotterdam

*    1863 t/m 1865  van de bark “Koning Willem III”       294 last     varend voor L. ’t Hoen & C^o te Rotterdam

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam⁰⁹³:

J.J.Killian                                               Koning Willem III                    november 1863                         4 september 1864

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.J.Kilian als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1859 van het 3/mschip “Gerardus Jacobus”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 739 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam;

*    1860 t/m 1863 van hetzelfde schip maar nu varend voor Ch. Serruys te Rotterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Engeland en herdoopt in “Denmark”;

*    1864 t/m 1865 van de bark “Koning Willem III”, gebouwd in 1855, 422 ton o.m., varend voor L. ’t Hoen & C^o te Rotterdam;

 

Overige bijzonderheden

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door J.J.Killian.¹⁰⁴.