Inloggen
Gezagvoerder

Ijnsen, Jan Jans

Naam: Ijnsen, Jan Jans
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ZEEVAART 1835 Schoenerkof Sailing Vessel 9705 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Jansen Sorgdrager werd geboren ca 1797 als de zoon van Jan Jansen Ynsen en Romkjen Laurens.

Jan Jansen trouwde op 15 augustus 1821 met Dieuwke Kornelis Sorgdrager, geboren in 1792 te Hollum op Ameland als dochter van Kornelis Pieters Sorgdrager en Baukjen Jans.  Zij overleed op 23 augustus 1872, 80 jaar.

Jan kwam om bij de ramp met zijn schip de “Zeevaart” welke “op vier augustus 1842 op reis van Tessel naar Suriname in de oost-passaat door een Engelse brik is overzeild, waarna het schip met de gehele bemanning is gezonken, zonder dat iemand van de bemanning gered kon worden.” Tekst in een brochure bij een wisselexpositie van de Stichting “de Ouwe Pôlle” te Hollum, 1984.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.IJnsen (adres Daniels & Arbman) werd met vlagnummer 362 per 18 juni 1833 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.C.Sorgdrager. Als zijn schip is vermeld de “Helena Catharina”. Toegevoegd is “vermist” 002.

In de Algemene Vergaderingen van het College Zeemanshoop van 11/18 juni 1833 is voorgedragen/benoemd Jan Jansen Ynsen, oud 38 jaar, adres bij de heren A.Salm & A. Schröder, voerende de kof Helena Catharina, op voordracht van kapitein P. Sorgdrager. Zijn vlagnummer werd 362023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 15 juni 1843 staat een verzoek om uitkering door de wed. kap. J.J.IJnsen, geb. D.C.Sorgdrager te Hollum, welke in de vergadering van 27 juli 1843 wordt toegestaan voor haar en 1 kind ingaande 01 november 1842 met de mogelijkheid van restitutie wanneer zou blijken dat kapitein IJnsen niet is verongelukt.042.

 

In de notulen dd 08 augustus 1843 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat een aanvrage van D.K.Sorgdrager de “vermoedelijke weduwe” van kapitein J.J.IJnsen. Deze wordt toegestaan voor haar en één van haar kinderen per 01 november 1842 “onder reserve van restitutie der ontvangen gelden, ingeval later blijken mogt dat kapt. IJnsen niet was verongelukt.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       362                        1833-1835     kof                   Helena Catharina                                 Ned.Kofscheepsreederij

       249                        1836-1841     kof                   Helena Catharina                                 idem

                                           1842           brigant.            De Zeevaart                                          idem

 

Bouma025 vermeldt J.J.Ynsen als gezagvoerder gedurende:

*    1834 t/m 1842 van de kof “Helena Catharina”, gebouwd in 1832 te Joure, 163 ton o.m., geen opgaven van thuishaven en reeder (maar dit moet zijn de Ned. Kofschipreederij Dir. C.A.Schröder te Amsterdam);

*    1841 t/m 1842 van de bark-kof “Zeevaart”, gebouwd in 1835, bouwplaats niet vermeld, 221 ton o.m., varend voor de Nederl. Kofschip-reederij te Amsterdam. Het schip is in 1842 vermist op reis naar Suriname.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

14 december 1837      "... heden gearriveerd Captijn IJnzen kof Helena Catrina van Amsterdam".

17 februari 1838        "... heden vertrokken kaptijn IJnze kof Helena Catharina".

 

In het Archief van de Waterschout (Stadsarchief 38-156) is een stuk aangaande Ruurd Polet “die laatst gevaren heeft met het schip Zeevaart, kapitein I.Ynzen, doch op die reis te Suriname is overleden.” Gedateerd Ameland 18 juli 1842.

 

De kof "Helena Catharina" onder gezag van Jan Jans IJnsen en met 07 manschappen dateerde de  monsterrol op 23 september 1837 met bestemming Suriname. De boekhouders waren Salm & Schröder011.

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

30 december 1839      "...ontvangen 2 vaten brood van het kofschip Helena Catharina kapt.IJ.IJnzen ...".

 

 Handelsblad van 10 maart 1842 in de rubriek Scheepstijdingen:

“Het schip de Zeevaart, kapt.J.J.IJnsen, van Amst. N. Surin., den 9den Aug. uit Texel n. zee gezeild, was den 20sten Dec. te Surin. nog niet aangekomen en zal dus vermoedelijk het den 13den Sept. op 14o N.Br., 49o W.L., overzeild en gezonken Hollandsch schip geweest zijn, zijnde dienaangaande sedert niets vernomen”.