Inloggen
Gezagvoerder

Jonge, Drewes Drewes de

Naam: Jonge, Drewes Drewes de
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
EENDRAGT 1842 Kof Sailing Vessel 13495 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Drewes Drewes de Jonge werd geboren 10 decceember 1820 te Groningen als zoon van de stuurman Martinus Drewes de Jonge en Annechien Ellens.

Hij trouwde op 25 maart 1847 te Groningen als scheepskapitein met Tjaardina Gertruida van Elfringhof, geboren te Peize op 11 juni 1817 als dochter van de tapper en tolmeester Regnier Elingius van Elfringhof en Tettje Medendorp.

Tjaardina hertrouwde op 03 januari 1850 te Groningen met de schipper Jan Aaldriks Warners.

Zij hertrouwde voor de tweede maal op 10 december 1868 te Zuid-Laren met de bakker Roelof Wiebes Offringa

Tjaardina overleed op 04 februari 1896 te Zuid-Laren, 72 jaar

Drewes Drewes overleed op 28 maart 1848 te Hamburg waarschijnlijk aanboord van zijn in oktober 1846 gekochte kof EENDRACHT

Zie o.a.: http://ellens-genealogie.freehostia.com/Aldfaer/elfringhof_tjaardina_getruida_van_9609.html en de gegevens van mardisdata

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.D. de Jong was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 25 in de periode 1837 t/m 1839 en 1843 t/m 1845.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Archief van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” zijn slechts in beperkte mate de namen van de aangesloten kapiteins met hun schepen terug te vinden. ”Alleen de eerste negen jaar na de oprichting verantwoordde het college de invaartgelden met naam en toenaam. In 1835 werd op deze lijst o.a. vermeld: D.D. de Jong op de “Drie Vrienden”.101.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt D. de Jong als gezagvoerder gedurende:

*    1831 t/m 1836 van de tjalk “Drie Gebroeders”, gebouwd in 1819, bouwlocatie niet vermeld, 80 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

Bouma025 vermeldt D. de Jonge als gezagvoerder van/in:

*    1838 t/m 1845 van de tjalk “Dankbaarheid”, gebouwd in 1829 , bouwlocatie niet vermeld, 39 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is in 1843 gestrand op Nordeney en vermoedelijk afgebracht;

*    1847 t/m 1848 van de tjalk “Tjaardina Cornelia” ex Eendracht, gebouwd in 1842 te Wildervank, 61 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is gestrand op de Nieuwbaak. (Commando overgenomen door kapitein Addens?) Mast92 spreekt van H. de Jonge, ontleend aan een bericht uit de NRC..

      Lloyd’s vermeldt: “30 Nov. 1848  TJAARDINA CORNELIA  lost.”087.

 

In het monsterrollenbestand op de site van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen wordt vermeld:

14 maart 1829, schip “Drie Gebroeders”, kapitein Drewes D. de Jonge

23 juni 1830, schip “Drie Gebroeders”. Kapitein Drewes D. de Jonge

29 april 1831, schip “Drie Vrienden”, kapitein Drewes Drewees de Jonge

02 januari 1840, schip “Dankbaarheid van Groningen”, kapitein Drewes Drewes de Jonge.

20 februari 1835, schip “Drie Vrienden”. Kapitein Drewes Drewes de Jonge

03 maart 1842, schip “Dankbaarheid, kapitein Drewes Drewes de Jonge

 

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam011a bevinden zich monsterrollen op naam van Drewes D. de Jonge van de tjalk “Drie Gebroeders” dd 02 september 1830, op avontuur, boekhouder De Schipper, gemonsterd te Groningen alleen een stuurman

 

Overige bijzonderheden

Leeuwarder Courant 01 januari 1819114

Advertentie. De Notaris G. Keuchenius presenteert publiek bij strijk- en verhooggeld aan de meestbiedenden te verkopen: een eenmast Schuiteschip de DRIE GEBROEDERS genaamd, lang over steven 44 voeten, wijd en hol naar advenant ; met zeil en treil, staand en lopend want, haken, bomen, koksgereedschap en verdere annexen, zijnde in de jare 1811 nieuw uitgehaald; invoege thans door de eigenaar Iede Douwes de Jong bevaren wordt, en voor deszelfs wal te Hindelopen is leggende, kunnende ook op den dag van verkoping (ingevalle het dan nog open water is) bij de Kettingbrug te Workum door een ieder worden bezigtigd.

Wie hier aan gading heeft kome op vrijdag den 8 januari 1819 des nademiddags ten twee uren ten huize van den kastelein de Vreze in de herberg onder het Raadhuis te Workum.