Inloggen
Gezagvoerder

Hoogeveen Heijmans, J.F.

Naam: Hoogeveen Heijmans, J.F.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
BANCA 1838 Fregat Sailing Vessel 8603 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.F.Hoogeveen Heijmans was met vlagnummer R11 in de periode 1851 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdams zeemanscollege maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.F.Hoogeveen Heijmans met vlagnummer R11 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849      van het fregat “Maasstroom”     330 last        varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

*    1851      van het fregat ”Banca”                343 last        varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt J.F.Hoogeveen Heymans als gezagvoerder gedurende:

*                                                                                                                                     1852 t/m 1854 van het 3/mschip “Maasstroom”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 657 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;

*                                                                                                                                     1855 t/m 1856 van het 3/m schip “Banca”, gebouwd in 1838 te Rotterdam, 678 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam. Het schip werd op weg van Macao naar Havana met koelies door Chinezen in brand gestoken.

 

Overige bijzonderheden

J.F.Hoogeveen Heymans vertrok op 13 december 1851 vanuit Brouwershaven met de “Maasstroom” en aan boord 2 landmachtofficieren. Aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.

 

NRC 31.07.1856

Hongkong, 9 juni. Sedert onze laatste berichtgeving zijn onder de Nederlandse schepen de navolgende vrachten gesloten, als BANCA (opm: fregat), kapt. J.F. Heymans voor een reis naar Havana met koelies à $ 65 per kop en ADMIRAAL ZOUTMAN (opm: fregat), kapt. J.H. Clowting, voor 10 maanden à $ 2400 per maand. De Nederlandse schepen ARGO (opm: viermast schoener), kapt. A. Weber, en EMILIE (opm: bark), kapt. P.F. Marker, van hier naar Manila vertrokken, zullen aldaar, de eerste voor Australië en de tweede voor Europa, laden.

 

NRC 05.10.1856

Hongkong, 9 augustus. Het Nederlandse fregatschip BANCA, kapt. J.F. Hoogeveen Heijmans, hetwelk de 12e juli van Macao met 350 koelies naar Havana vertrok, werd door schade, welke het in een storm beliep, genoodzaakt terug te keren om te repareren. Gedurende de tijd, dat de reparatie bewerkstelligd werd en het schip bijna klaar was om weer zee te kiezen, schijnen de Chinezen samengespannen te hebben om zich aan hun verplichtingen te onttrekken en om hiertoe te geraken, werd de equipage den 3e dezer door hen overvallen. Deze was echter voorbereid en verweerde zich, zodat er natuurlijk een hevige schermutseling plaats greep. Onder dit bedrijf zijn enige der booswichten tot het verschrikkelijke besluit te komen, om het schip in brand te steken. Zij begaven zich om dit barbaarse plan ten uitvoer te brengen in het tussendek en in korte tijd was het schip een prooi der vlammen. Een groot gedeelte der Chinezen hebben hun welverdiende straf ontvangen en zijn omgekomen, maar ook kapt. Heymans, de 2e stuurman en de hofmeester worden vermist.

 

NRC 06.10.1856

Rotterdam, 5 oktober. Betreffende het gebeurde met het Nederlandse fregatschip BANCA, kapt. Hoogeveen Heymans (reeds gisteren onder de scheepstijdingen gemeld), verneemt men uit Engelse dagbladen nader, dat het bij terugkomst der BANCA te Macao, om enige schade te herstellen, de koelies niet vergund was zich aan wal te begeven, welke maatregel genomen was om hun weglopen te voorkomen. Men voelde echter geen vrees voor een opstand, toen een Chinese scheepsdokter, die aan boord was, de kapitein waarschuwde dat er enig kwaad voornemen bestond. Om zich daartegen in staat van tegenweer te stellen, werd het klein geweer naar het achterschip gebracht, terwijl twee stukken geladen werden en zodanig geplaatst, dat men daarmede op de koelies vuur kon geven. Ten 9 ure ’s avonds van diezelfde dag begon de opstand, tengevolge waarvan de bemanning de wijk nam naar het halfdek. De kapitein deed eerst een paar schoten over de hoofden; doch toen hiermede het beoogde doel niet werd bereikt, maar de koelies gewapend met sjorhouten, stenen, enz. zich verder in beweging stelden tot een aanval, gaf men vuur op hen, en werden ook de stukken afgeschoten. De koelies begaven zich hierop naar beneden, van waar de vlammen spoedig naar boven rezen, zodat het schip weldra in lichterlaaie vlam stond. De grote mast stortte daarop spoedig onder gekraak in, vervolgens deelden de fokke- en bezaansmasten in hetzelfde lot en omstreeks middernacht geraakte de kruitkamer in brand. Van de Europeanen zijn de kapitein, de konstabel en de hofmeester vermist, alsmede 220 à 230 koelies. Zij, die gered werden, zijn opgenomen door de stoomboot QUEEN, door kapt. Endicott`s kotter en door twee andere vaartuigen. Een matroos, die verondersteld werd verdronken te zijn, is door de bemanning van de QUEEN aan boord gevonden van een Chinese boot.