Inloggen
Gezagvoerder

Hoeven, Cornelis van der

Naam: Hoeven, Cornelis van der
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 5
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VROUW JOHANNA 1838 Bark Sailing Vessel 10423 Bekijk schip
BELGE 1830 Brik Sailing Vessel 9928 Bekijk schip
WILLEM DEN EERSTEN 1825 Brik Sailing Vessel 13264 Bekijk schip
SARA 1813 Brik Sailing Vessel 12868 Bekijk schip
VIJF GEBROEDERS 1817 Galjoot Sailing Vessel 17248 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Cornelis van der Hoeven werd geboren te Steenbergen op 21 maart 1802 als zoon van Francois van der Hoeven en Henriëtte Maria Beylen.

Hij huwde met Johanna Maria Cornets de Groot, geboren te Bergen op Zoom op 08 juni 1805. Het echtpaar kreeg een dochter op 17 december 1833 en een dochter op 15 oktober 1835. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Oppert Wijk 6 nr.72.

Na het overlijden van de eerste vrouw hertrouwde Cornelis van der Hoeven op 24 januari 1845 te Hellevoetsluis met Johanna Woudrina Haverman, geboren te Brielle op 24 december 1820 als dochter van Wouter Haverman en Johanna Hermina Arnolda Hesselberg . Johanna Woudrina  overleed op 23 december 1853 te Voorburg, 32 jaar.

Het echtpaar kreeg te Rotterdam 5 kinderen.

Cornelis overleed op 07 februari 1853 om 15.50 uur als gezagvoerder aan boord van de bark “Vrouw Johanna”, zeilend in de Indische Oceaan003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van der Hoeven was met vlagnummer 58 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

 

C.van der Hoeven (adres Swaan) werd met nr.325 effectief lid van Zeemanshoop per 25 mei 1830 op voorspraak van D.J.Bulsing. Zijn schip was de "Vrouw Johanna"002.

In de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 18/25 mei 1830 werd met vlagnummer 325 voorgedragen/benoemd kapitein Cornelis van der Hoeven, wonende te ’s Gravenhage, oud 28 jaar, voerende de brik Nassau, op voordracht van kapitein D.J.Bulsing023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds op 11 maart 1831 èn op 07 januari 1845003.

 

C.van der Hoeven was met vlagnummer R107 in de periode 1835 t/m 1853 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1853 gaat het Bestuur accoord met een uitkering aan de weduwe van kapitein C. van der Hoeven voor haar en 1 kind met ingang van 01 mei 1853.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 juli 1853 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein C. van der Hoeven per 01 mei 1853 een uitkering is toegekend voor haar en 1 kind.023.

 

In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat een kind van kapitein C. van der Hoeven een uitkering heeft gekregen van f 20,-058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

        325                       1830-1831     brik                   Nassau                                    geen opgave

                                           1832           fregat               Koning der Nederlanden      C.A.Vlierboom te Rotterdam

                                      1833-1834     brik                   Maleijer                                  E.& S.& C.St.Martin te Rotterdam

                                           1835           3/m galj.          Vijf Gebroeders                     E.Serruis & Co te Rotterdam

        215                       1836-1837     3/m galj.          Vijf Gebroeders                     idem

                                      1838-1852     bark                 Vrouw Johanna                     D.Dunlop te Rotterdam

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein C. van der Hoeven met vlagnummer R107 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851            van de bark “Vrouw Johanna”               266 last           varend voor D.Dunlop te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt C.v/d Hoeven als gezagvoerder gedurende:

*    1829 t/m 1832 van de brik “Nassau”, geen vermelding van bouwgegevens en eigenaar, vermoedelijk varend vanuit Amsterdam;

*    1834 t/m 1835 van de brik “Maleyer”, gebouwd in 1830, bouwlocatie niet vermeld, 204 ton o.m., varend voor E.& S.& C.St.Martin te Rotterdam. Het schip is in 1835 gestrand op Goeree;

*    1836 t/m 1836 van de bark-galjoot “Vijf Gebroeders”, gebouwd in 1813, bouwplaats niet vermeld, 242 ton o.m., varend voor E.Serruys & Co te Rotterdam;

*    1839 t/m 1853 van de bark “Vrouw Johanna”, gebouwd in 1838 te Capelle aan de IJssel, 529 ton o.m., varend voor D.Dunlop te Rotterdam.

 

Mail Ger Mulder, Marhisdata: 25 deccember 2015

De eigenaar van de NASSAU (ex-WILLEM DEN EERSTEN) was A. Saportas, Antwerpen.

De opm. van Bouman kan je overboord zetten. De brik is in 1825 als WILLEM DEN EERSTEN voor Saportas gebouwd door Marguerie te Antwerpen. In 1828 door de eigenaar vernaamd in NASSAU en door vd Hoeven bevaren 1828-1831.

 

Overige bijzonderheden

Leuwarder Courant 01 april 1831 114

Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In een reactie hierop werden bij K.B. nr. 78 van 28 oktober 1830 de zeebrieven ingetrokken van alle (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden. Dat betrof dus ook de NASSAU. Doordat in Antwerpen en op de Schelde een situatie van oorlog was ontstaan werd de NASSAU na terugkeer uit Rio de Janeiro belet naar Antwerpen door te varen, zodat de brik gedwongen was Vlissingen binnen te varen. Nadat in januari een betrekkelijke rust ontstond konden op 23 januari 1831 enkele schepen, waaronder de NASSAU, alsnog naar Antwerpen doorvaren.

 

België

Na de opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven

moeten worden ingetrokken. Dit betrof onderstaande 196 schepen:

NASSAU                               brik                        A.Saportas           Antwerpen                            C. van der Hoeven

 

Dordrechtsche Courant 05 februari 1831114

Vlissingen, 25 januari. Sedert eergisteren zijn uit onze havens gebracht, ten einde naar Antwerpen te vertrekken: DE VICTORIA, kapt. G. Kuper, met meel en wol; LA PERCEVERANCE, kapt. J.R. Jansen, met stokvis; DE NASSAU, kapt. C. Van der Hoeven, van Rio de Janeiro, met koffie en huiden; LONDON PACKET, kapt. J.G. Renken, van Liverpool, met klipzout; LES DEUX EDOUARDS, kapt. T. Aubert van Rio de Janeiro met koffie.

 

Leeuwarder Courant 01 april 1831114

Antwerpen. (Extract uit een brief van den 18 maart.) Toen voor enige tijd het schip NASSAU, gevoerd door kapt. C. van der Hoeven, voor deze stad aankwam, was het reeds tot vlak aan de kaai genaderd, en nog wapperde de Nederlandse vlag van de top van de mast. Het gemeen eiste, dat men die zoude neerhalen; dan de kapitein weigerde dit stellig, met de woorden: dat men hem eer vaneen zou scheuren, alvorens hij daartoe bevel zou geven. Toen echter de reder de heer Saportas, die met vrouw en kinderen aan boord was, daar hij deze, kort na het bombardement, naar Vlissingen gezonden had en bij deze gelegenheid had terug doen komen, hen verzocht dit te willen doen, om alle onaangenaamheden te voorkomen en zodoende schip en lading te behouden, liep Van der Hoeven naar beneden, zeggende: “Gij kunt doen wat gij wilt, maar ik geef er geen order toe, en wil het niet eens zien.” Naderhand, bij het weer op het dek komen, ziende dat de vlag gestreken was, bedankte hij de reder voor zijn dienst, met de betuiging, dat hij nimmer iemand wilde dienen, die het bevel had gegeven om de Hollandse vlag te strijken; en mij zelven heeft hij later betuigd, dat het hem speet dit te moeten doen, daar hij altijd met veel genoegen de heer Saportas gediend had, en hij te voren wist geen betere reder te zullen vinden, maar het niet over zich kon verkrijgen, onder een andere vlag te varen.