Inloggen
Gezagvoerder

Bakker, Jan Sijmenz

Naam: Bakker, Jan Sijmenz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VLIJT 1830 Kof Sailing Vessel 10359 Bekijk schip
THETIS 1854 Schoener Sailing Vessel 16582 Bekijk schip
ALEXANDER 1841 Schoenerkof Sailing Vessel 13409 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Bakker werd geboren/gedoopt op 20/30 september 1804 te Veendam als zoon van Sijmen Geerts Bakker en Annigjen Jans Deddes.

Jan trouwde op 23 december 1829 te Veendam als zeeman met Stijntje Edsert Aaldriks Pot, geboren/gedoopt op 24 november/08 december 1805 te Veendam als dochter van de schipper Edsert Aaldriks Pot en Grietje Obbes (de Vrede). Stijntje overleed op 01 juni 1879 te Veendam. Stientje overleed te Veendam op 01 juni 1879, 73 jaar.

Jan overleed op 08 februari 1880 te Veendam, 75 jaar, weduwnaar, zonder beroep.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jan vermeld als zeeman in 1829, als schipper in 1831, 1832, 1834, 1836, 1839, 1841, 1844, 1855, 1856, 1859, 1863, 1864, 1865, 1867, 1870 en zonder beroep in 1880.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.S. Bakker, adres H.A.Hespe,  werd met nr. 478 effectief lid van Zeemanshoop per 16 juli 1839 op voordracht van K.J.Bolhuis. Zijn schip was de “Vlijt”002. Ten tijde van de inschrijving waren Bakker en zijn vrouw 35 resp. 34 jaar. Ingeschreven staan vier zoons uit 1832, 1836, 1839 en 1844 en drie dochters uit 1834, 1841 en 185002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 09/16 juli 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Simon Bakker, oud 35 jaar, voerend de kof “De Vlijt”, wonende te Veendam en met als adres de Kl.A.Hespe te Amsterdam, op voordracht van kapitein K.J.Bolhuis023.

J.S.Bakker was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1839 t/m (wellicht) 1879 met de vlagnummers 478 (1839 t/m 1854) en 191 (1854 t/m wellicht 1879).

 

J.S.Bakker was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer U4 resp. 92 in de periode 1949 t/m 1874.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 oktober 1860 staat vermeld: “Brief van K.J.Bolhuis toezendende certificaat. Aangenomen voor bericht.” Om welk certificaat het gaat heb ik niet kunnen vinden.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 december 1869 staat het bericht door kapitein J.S.Bakker, dat hij ziek van een reis is teruggekomen.042

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1873 staat een aanvraag om onderstand “wegens opgedane ongesteldheid gedurende zijne laatste reis.” Deze wordt op 27 november 1873 afgewezen. Op 23 december 1873 legt hij een attest over en op 26 februari 1874 wordt hem alsnog de uitkering toegekend ingaande 01 november 1873.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 16 december 1873 staat vermeld: “Aanvrage om regt op uitkeering van den Heer G.Stronk voor Kapt. J.S.Bakker.” Deze is door het Bestuur afgewezen. In de vergadering dd 10 maart 1874 werd een uitkering in de 1e klasse toegekend aan kapitein J.S.Bakker, waarbij geen ingangsdatum is genoemd.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Alamanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer             jaren                 type        scheepsnaam       naam reder/boekhouder

       478                 1839-1840            kof         de Vlijt                   T.S.Giesen

                                1841-1852            sch.kof  Alexander             idem

       191                      1853                 sch.kof  Alexander             idem

                                1854-1873            schoner  Thetis                     H.H.van der Wal te Veendam

                1             874-1879              geen opgave van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

J.S.Bakker            Thetis     06 december 1860              18 september 1861

                               Thetis     26 november 1861             24 mei 1862

                               Thetis     16 juli 1862                         03 januari 1863

                               Thetis     16 maart 1863                     15 augustus 1863

                               Thetis     08 oktober 1863                  13 augustus 1864

                               Thetis     19 oktober 1864                  geen melding

                               Thetis     01 juli 1866                         09 december 1866

                               Thetis     13 juni 1868                        02 oktober 1868

 

Bouma025 vermeldt kapitein J.S.Bakker als gezagvoerder gedurende:

*       1830 - 1841 op de kof “De Vlijt”, gebouwd in 1830, 129 ton o.m. en verkocht in 1841, varend voor T.S.Giesen.

*       1842 t/m 1850 van de schoenerkof “Alexander”, gebouwd in 1841 te Veendam, 129 ton o.m., varend voor F.J.Giezen te Veendam;

*       1851 t.m 1853 op hetzelfde schip maar nu voor H.H.v/d Wal te Veendam. Het schip werd in 1854 gevoerd door K.J.Tromp Meester te Steenwijk en was herdoopt in “Stad Steenwijk”;

*       1855 t/m 1874 van de 2-mastschoener “Thetis”, gebouwd in 1854 te Hoogezand, 140 ton o.m., varend voor H.H. v/d Wal te Veendam.

 

Het Archief van de Waterschout te Amsterdam011a bevat monsterrollen op naam van Jan Simons Bakker als gezagvoerder van de “Vlijt” dd 25 juni 1830; 04 juni 1832; 07 juni 1833; 18 maart 1834; 16 augustus 1834; 16 april 1836; 09 mei 1837; 03 oktober 1837 en 10 september 1838.

 

In de Almanak voor Zeevarenden 1852 uitgegeven door het Groninger college “Eendragt” wordt voor het College uit Veendam het lid Jan S.Bakker vermeld als gezagvoerder van de “Alexander” met vlagnummer U4.

In de Naamlijst van het Veendammer College 1862 wordt J.S.Bakker vermeld als gezagvoerder van de “Thetis” met vlagnummer U4 resp. 92.

 

De Collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

07 april 1819, schip “Vrouw Hinderika”, schipper Geert Geerts Bakker, kok Jan Simons Bakker.

24 februari 1821, schip “Hestelling”, schipper Albert Tjapkes Schuringa, kok Jan Simons Bakker.

04 februari 1824, schip “Vrouw Hinderika”, schipper Geert geerts Bakker, matroos Jan Simens Bakker.

09 februari 1826, schip “Vrouw Henderika”, schipper Geert Geerts Bakker, matroos Jan Simens Bakker.

10 februari 1827, schip “Vrouw Hinderika”, schipper Geert Geerts Bakker, stuurman Jan Simons Bakker.

06 februari 1828, schip “Hinderika”, schipper Geert Geerts Bakker, stuurman Jan Simons Bakker.

25 juni 1830, schip “Vlijt”, schipper Jan Simons Bakker.

02 februari 1832, schip “Vlijt”, schipper Jan Simons Bakker.

31 januari 1835. Kof “Vlijt”, schipper Jan Simons Bakker.

01 juli 1841, schip “Alexander”, kapitein Jan Simons Bakker.

22 februari 1851, kof “Alexander”, kapitein Jan Simons Bakker.

17 mei 1854, schoener “Thetis”, schipper Jan Simons Bakker, 49 jaar uit Veendam.

12 februari 1859, schoener “Tetis”, schipper Jan Simons Bakker, 54 jaar.

 

Overige bijzonderheden

Handelsblad van 06 december 1837 in de rubriek Scheepstijdingen:

“Kapt. Jan S. Bakker, voerend het kofschip de Vlijt, van Amsterdam naar Petersburg, meldt van Baltishport van de 21sten November, dat hij, na tot voor Kopenhagen eene voorspoedige reis te hebben gehad, (alwaar hij na den storm van den eersten dito, voor twee ankers op de reede liggende, bijna op het strand gedreven was) doch aldaar twaalf dagen door tegenwind en stroom, niettegenstaande hij ƒ200,- aan de stoomboot had geboden om hem door de Droogen te slepen, te hebben moeten vertoeven, reeds tusschen Gothland en Dago de staart van het roer had verloren, doch, nog voortwerkende, den 15den dito op de hoogte van Reval (thans Tallinn) door N.O.wind, met vorst en sneeuwjagt, overvallen werd, en, toen voornemens zijnde, aldaar op de reede te ankeren en gunstigen wind aftewachten, door zwaar zeilen de boegspriet bij den steven werd afgebroken, waardoor hij genoodzaakt was aftehouden, en het hem gelukte Baltishport te bereiken, alwaar hij de geledene schade zoude herstellen, om daarna met eerste gunstige gelegenheid de reis voortzetten”.