Inloggen
Gezagvoerder

Guttinger, J.

Naam: Guttinger, J.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
COMPAGNIE 1857 Schoenerbrig/Brigantijn Sailing Vessel 15178 Bekijk schip
JACOBA FRANCINA 1845 Bark Sailing Vessel 18096 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Guttinger als gezagvoerder gedurende:

*    1878 t/m 1880 van de sch.brik “Fenna” ex Sagua Packet, ex Compagnie, gebouwd in 1857 te Sappemeer, 159 ton o.m., varend voor J.W.Holzman te Amsterdam.

 

Navolgende monsterrollen bevinden zich in het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1866 nr. 4 dd 13 februari 1866 vermeldt de galjoot “Broedertrouw”, kapt. Derk Pieters Vos, 33 jaar uit Delfzijl. Voorts een stuurman Johannes Guttinger, 31 jaar uit Delfzijl, kok, scheepsjongen en 2 lichtmatrozen waaronder Remko Balkema, 20 jaar uit Delfzijl.

 

Overige bijzonderheden

Op 09 maart 2006 kreeg ik een bericht van de heer Nan Halfweeg uit Leidschendam met gegevens van o.a. kapitein J.Guttinger. Deze kapitein was gezagvoerder van een schip genaamd “Jacoba Francina”. Hij schrijft:

“Jacoba Francina” was oorspronkelijk “Deogaum” geheten onder Britse vlag varende. Dit heb ik uit mijn document van de executoriale verkoop in Rotterdam van dit schip aan ene Aekerlin & Co. Op de een of andere manier is de “Deogaum” daarna overgegaan in handen van een rederij gevormd door de heren J.Guttinger (gezagvoerder), S.Halfweg (boekhouder) en Wambersie & Co. Dat het om hetzelfde schip ging is te concluderen uit de vermelde afmetingen en ook de opmerking dat het bekleed was met “felt and yellow metal”, later “vilt en metaal”. In het document betreffende de oprichting van die rederij is de hele inventaris van het schip in detail beschreven. Een kopie van een extract van de brieven van kapt. J.Guttinger gaat hierbij.”

Het hiervoor vermelde extract luidt a.h.v.:

“Samenvatting brieven van Kapt Guttinger aan S.Halfweeg, reder

New York; 10-06-1880.     Jacoba Francina goed aangekomen. IJsbergen vóór N.Y. Goed schip maar maakt water met slecht weer: 1 x per uur pompen. Veel schepen: weinig vracht. Vaart onder American Lloyds. Poogt schoener te vinden die “J.F.” in de haven heeft aangevaren.

New York; 10-07-1880     Schip is beladen à763-18-10. Diepgang 17½ voet. Maakt meer water. Hoopt de overtocht met wat geluk te klaren. 4 man gedrost. Schade wordt door schoener betaald.

                                               (Memorandum van Wambersie & Zoon: Vracht ÷63-18-10: promesse õ00.)

New York; 27-07-1880     Geen vracht voor Holland, wèl voor Elseneur (DK). Voor een jaar bij Germanische Lloyd: A1 rood. Niet te verzekeren: te oud.

Elseneur; 21-08-1880         Aangekomen. Schip lekt: constant pompen. Onderweg met een bries ging de kop vaak onder. Pompen! Reisduur 41 dagen. Op de rede ’n duim water per uur. Verzoekt koper eraf en opnieuw te kalefaten. Bemanning valt tegen: te weinig competente lieden per wacht voor navigeren èn pompen. Niet in staat om zonder meer naar Koningsbergen te varen.

Pillau; 30-08-1880              Steeds lek. Boegspriet gesprongen en verrot. Stuk van galjoen weggeslagen. Reparaties incl. opnieuw koperen ca f 2000,00. Hopelijk dan in orde voor Veritas. Geen lading voor Holland, wèl voor Amerika.

Pillau; 16-09-1880              (brief van 11 sept. ontbreekt.) Terug in ballast of naar Riga? Gedetailleerd reparatierapport.

Pillau; 26-09-1880              Klaar voor vertrek. Weinig ballast, dus geringe lekkage.

Pillau; 27-09-1889              Niet uitgevaren: steeds N.wind

Riga; 07-10-1880                1 okt. S.Wind gehad: vertrokken. Storm onderweg. Veel schepen en stoomboten gezien. Weimig te doen. Koud weer.

Boldera; 28-10-1880          Diep geladen, maar Loods Commandeur wil ’t schip niet over de baar brengen al is het goed weer.

Delfzijl; 31-01-1881          ( Deze brief begint niet zoals alle vorige met “Waarde Patroon” maar met “Mijnheer”!)

                                               S.Halfweeg heeft blijkbaar de “overschotten gelden” van de opbrengst van het wrak en de inverntaris ontvangen! verzoekt H de boeken op te maken en het geld te sturen plus het geld dat de weduwe(?) voor de chrononometer krijgt.

Nan Halfweeg vond via internet de volgende bijzonderheden omtrent een schip “DEOGAUM” en wel:

Bark. Gebouwd in 1845 te Greenock, 448 ton, gerepareerd in 1866. In 1871 onder kapitein W.Gilchrist, “sheathed felt and yellow metal”. Eigenaars Friends & Co te Liverpool. De naam refereert wellicht naar het verdrag van Deogaum door de Engelsen met de Rajah van Berar na de Mahratta Oorlog in Voor-Indië.

 

 

NAVOLGENDE GEGEVENS VERKREGEN VIA RINZE K.MAST UIT DELFZIJL, 12 APRIL 2006

Op 12 maart 2006 in de Groninger Archieven de JACOBA FRANCINA gevolgd in de Provinciale Groninger Courant tussen 4 november 1880 en 11 februari 1881. Onderstaande berichten zijn in de rubriek ZEETIJDINGEN gevonden:

 

PGC 4 nov 1880: Bolderaa, 29 okt 1880: Vertrokken: Guttinger, JACOBA FRANCINA, naar Nederland

 

PGC 5 nov 1880: Rotterdam, 3 nov 1880: Volgens telegrafisch berigt is het barkschip JACOBA FRANCINA, kapt. J. Guttinger, van Riga naar Rotterdam, ten onderste boven geslagen. De equipage werd gered.

 

PGC 6 nov 1880: Windau, 3 nov 1880: Te Lyserort is het onderste boven aangedreven, het met hout beladen barkschip JACOBA (Welligt het Nederlandse schip JACOBA FRANCINA, kapit. J. Guttinger, van Riga naar Rotterdam).

 

PGC 11 nov 1880: Delfzijl, 3 nov 1880: Het barkschip JOHANNA FRANCINA, kapit. J. Guttinger, van Riga met hout naar Rotterdam, is volgens telegram uit Gothenburg verongelukt. Het volk is gered.

 

PGC 27 nov 1880: Rotterdam, 27 nov 1880: Volgens berigt van het Nederlandse consulaat te Windau zijn ongeveer 1100 balken uit het op de reis van Riga naar Rotterdam bij Lyserort verongelukte bark JANTINA FRANCINA, kapit. J. Guttinger, geborgen. Er bestaat grond om te veronderstellen dat ook het overige deel der lading zal kunnen geborgen worden.

 

Tussen 27 nov 1880 en 11 feb 1881 vond ik daarna niets meer in de PGC.  Waarschijnlijk is beter te zoeken in Rotterdamse couranten, zoals bijv. de NRC. Dat kan in de Kon.Bieb in Den Haag. Ook is nader onderzoek in het Nationaal Archief te Den Haag, dossier voormalig consulaat te Windau wellicht nog een optie.