Inloggen
Gezagvoerder

Gortmans, G.L.

Naam: Gortmans, G.L.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
CATHARINA MARIA 1846 Bark Sailing Vessel 8778 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.L.Gortmans was met vlagnummer R220 in de periode 1849 t/m 1862 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1862 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat “het Bestuur zich verpligt heeft gezien, artikel 37 van het Reglement toe te passen … “ op G.L.Gortmans. (Dit artikel voorziet in royement bij het niet voldoen aan de financiële verplichtingen)058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein G.L.Gortmans met vlagnummer R220 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849, 1851, 1855       van de bark “Catharina Maria”      348 last varend voor J. van Vollenhoven te Rotterdam

*    1858, 1859, 1862       geen vermelding van schip en reeder

 

Bouma025 vermeldt G.L.Gortmans als gezagvoerder gedurende:

*    1850 t/m 1858 van de bark “Catharina Maria”, gebouwd in 1846 te Elshout, 659 ton o.m., varend voor J.van Vollenhoven te Rotterdam.

In een arrest van de Tuchtraad uit 1858 wordt als boekhouders opgegeven de ‘Heeren Van Overzee & Co’ te Rotterdam

 

Overige bijzonderheden

 “Tijdens de uitreis met als bestemming Batavia (met bark “Catharina Maria, tweede helft 1857) werd in het ‘Britsche kanaal’ slecht weer ondervonden. Soms was het zicht slecht. Er waren vele tegen- en meezeilende schepen. Voor gezagvoerder G.L.Gortmans was dit reden om zijn matrozen op te dragen gedurende de wacht aan dek te blijven, maar daar hadden zij geen zin in. Zij weigerden dit bevel op te volgen. Van bootsman C.Block kreeg Gortmans weinig steun. Hij hield zich schuil en deed niets. Dit was het eerste incicent.

Naarmate de reis vorderde deden zich meer van dergelijke incidenten voor tussen kapitein, eerste stuurman, bootsman en matrozen.” Er waren ook voortdurend incidenten tussen de bemanning een de 1e stuurman en tussen de 1e stuurman en de bootsman. Ondanks het ontslaan van de 1e stuurman J.Braams in Batavia verbeterde de verhouding met de bemanning niet. tenslotte, tijdens de thuisreis werden 7 bemanningsleden door de kapitein opgesloten.

“Eenmaal op 13 februari 1858 in de thuishaven Rotterdam teruggekeerd, werd door een van de in de zeilkooi opgesloten matrozen … een klacht tegen de gezagvoerder ingediend. In de klacht werd de indruk gewekt Gortmans vaak dronken was geweest. Een andere klacht was dat één van de in de zeilkooi afgezonderde matrozen later aan de gevolgen van die afzondering was overleden. De kapitein zou roerganger Kock in het gezicht hebben geslagen, de ziek geworden Jacobsons zou geen medicijnen hebben gekregen, enzovoort.”

De Tuchtraad maakte met deze aanklacht korte metten en vond ze overdreven. Bootsman Block werd het recht ontzegd verder zijn beroep uit te oefenen. Hij zou “alle goede eigenschappen van een eerste scheepsofficier  … missen … “. En kapitein Gortman werd door de Raad van vervolging ontheven. 104.

 

In de Harlinger Courant van eind Januari 1853 (geen preciese datum op de fotokopie van de krant) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende bericht096:

“ROTTERDAM 27 Januarij. Volgens een particulier berigt van de Kaapstad, in dato 20 December, was juist bij het sluiten der mail in de Tafelbaai binnengeloopen het schip Catharina Maria, kapt.G.L.Gortmans, en wel, om een lek te repareeren, dat verondersteld werd, boven water te zijn: - aan boord was overigens alles wel.”