Inloggen
Gezagvoerder

Giezen, Hindrik Roelfs

Naam: Giezen, Hindrik Roelfs
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 5
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
WATERGEUS 1849 Bark Sailing Vessel 14251 Bekijk schip
GEERDINA BEERTA 1843 Kof Sailing Vessel 13555 Bekijk schip
ANNECHINA JANTINA 1847 Kof Sailing Vessel 13916 Bekijk schip
NIJVERDAL 1841 Kof Sailing Vessel 13445 Bekijk schip
HOOP 1860 Galjoot Sailing Vessel 16537 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Hindrik Giezen werd geboren op 11 april 1826 te Veendam als zoon van de zeeman Roelf Lammerts Giezen en Fennechien Edzerts Pot.

Hindrik trouwde op 21 juni 1854 te Veendam als zeeman met Aafjen/(ook Aaffien) de Jonge, geboren op 09 december 1830 te Veendam als dochter van de schipper Wolter Alberts de Jonge en Aaltje Lammerts Bossien. Aafjen overleed op 22 mei 1880 te Veendam, 49 jaar, koopvrouw. weduwe

Geen overlijdensgegevens gevonden van Hindrik, maar in het Jaarverslag 1866 van de “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1866 is overleden.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermeldenHindrik Giezen als zeeman in 1854, als schipper in 1856, 1857, 1859, 1860, 1862, 1863, 1866.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.R.Giezen was met vlagnummer R224 van 1857 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

H.R.Giezen was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer D8 resp. 173 in de periode 1858 t/m 1867

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de beschikbare Jaarverslagen van de Maatschappij staat H.R.Giezen met vlagnummer R224 als gezagvoerde in de ledenlijsten van058:

*    1858, 1859            geen schip vermeld

*    1862 t/m 1865      van de bark “Watergeus”             360 last  varend voor P.Varkevisser & Zonen te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt H.R.Giezen als gezagvoerder gedurende:

*    1850 t/m 1853 op de kof “Nijverdal”, gebouwd in 1841 te Zwolle, 100 ton o.m., varend voor de Zwolsche Reederij Maatschappij;

*    1845 t/m 1853 van de kof “Geziena Beerta”, gebouwd in 1843 te Veendam, 64 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

*    1854 t/m 1860 op de kof “Libra” ex Hoop, ex Maria, gebouwd in 1853 te Martenshoek, 97 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

*    1856 t/m 1859 op de kof “Twee Gezusters” ex Annechiena Jantina, gebouwd in 1847 te Veendam, 105 ton o.m., varend voor Doyer & Kalff te Zwolle. Het schip verongelukte in 15 oktober 1859 in de Noordzee, waarna het schip werd afgeschreven (zie ook van Sluijs013)

*    1860 t/m 1865 op de bark “Watergeus”; gebouwd in 1849 te Slikkerveer, 680 ton o.m., varend voor P.Varkevisser, te Scheveningen. Het schip werd in 1865 vermist;

*    1862 t/m 1865 op de galjoot “Burgemeester van Setten”, gebouwd in 1856 te Zwartsluis, 114 ton o.m., varend voor W.Meeter te Zwolle.

             Voorgaande opgaven overlappen diverse malen en het gaat dus zeker om minstens twee kapiteins H.R.Giezen. Maar welke opgaven nu bij elkaar horen kan ik niet op voorhand zeggen

*    1866 t/m 1870 van de galjoot “Hoop”, gebouwd in 1860 te Hoogezand, 128 ton o.m., varend voor W.Meeter te Zwolle.

 

Op 06 april 1843 was Jan Hindriks “samen met zijn toen nog ongehuwde zwager Hindrik Remmelts Giezen  bij notaris De Blecourt in Wildervank om gezamenlijke een kofschip te kopen. …De verkoper was Remmelt Remmelts Engelsman. … Het tweetal kocht het “kofschipshol”… lang 25 ellen 30 duimen en wijd 3 ellen 86 duimen , 64 ton, gebouwd op de scheepstimmermwerf van Derk Harms Holthaus aan het Oosterdiep te Veendam. Het was een “nieuw nog niet geregistreer” schip, dat als naam kreeg  “Geerdina Beerta” .

Ontleend aan “De Hendriktak van het Groninger geslacht Lever uit Wildervank” in het Leverorgaan jg. 17nr. 1;  p. 15-34, 1999

 

Overige bijzonderheden

Kaap de Goede Hoop 20 februari 1864

“Het Nederlandsche schip “Watergeus”, kapitein Giezen, 26 november van Batavia naar Amsterdam vertrokken, is 23 januari in de Tafelbaai binnengeloopen, hebbende 10 en 11 januarij op het Kaapsche rif een orkaan doorgestaan, waarin de geheele verschansing met de stutten aan stuurboordzijde, de booten, barring, watervaten, kombuis enz. overboord sloegen en het schip verdere schade bekwam. Van de lading zijn 800 balen koffie beschadigd verkocht, welke 83,6 tot 87 shilling per cnt. opbrachten. Men is thans bezig de schade te herstellen en kapitein Giezen denkt in begin Maart de reis te kunnen voortzetten.”

Rotterdam 25 januari 1866

“Men is zonder berigt aangaande het schip “Watergeus”(Sweijs 1862 - 92), kapitein Goezen, 30 juni 1865 van Hongkong naar Batavia vertrokken.”

Uit: Hoedemaker038.

 

“Van de eerste, derde en laatste reis (deze stond onder gezag van kapitein H.R.Giezen) van de Koning Willem II zijn de rekeningen bewaard gebleven (in particulier bezit van A.Belder te Alblasserdam). Die bieden ons een schat aan gegevens over de inkomsten en uitgaven voor het schip.”

“De Koning Willem II zou in 1857 zijn laatste reis maken. Over die laatste reis zijn onlangs nieuwe gegevens boven tafel gekomen. Kapitein H.R.Giezen vervoerde in dat jaar eerst een lading van 880 ton kolen van Newport naar Hong Kong en vandaar een lading van 425 Chinese passagiers naar de Guichen Baai in Zuid-Australië. Achtergrond vormde de uitgebroken goudkoorts in de staat Victoria. Het schip arriveerde eind juni 1857 in het Australische plaatsje Robe. Daar werden de Chinezen veilig aan land gezet. Voor de overtocht ontving de kapitein ruim f 30.000,- aan passagegelden. Een paar dagen later echter, op 30 juni, verging het schip in de Guichen Baai, enkele kilometers van Robe vandaan. Als gevolg van een plotseling opkomende zuidwester storm waren de ankers losgeslagen. Kapitein Giezen probeerde door het hijsen der zeilen nog het schip op het strand te laten lopen, doch deze manouvre liep verkeerd af en het schip sloeg kapot. Van de 25 bemanningsleden kwamen zestien om het leven toen de uitgezette reddingssloep- zonder de kapitein, die achterbleef en later alsnog gered werd - omsloeg. De door haaien verminkte stoffelijke resten van de bemanningsleden spoelden later aan en werden in de duinen begraven.

Bron: De ’s Gravenhaagse Scheeps-Reederij (1839-1862). Geschiedenis van een kleine rederij. Historisch Tijdschrift Holland 27,(2): 80-93, 1995.

 

In het Veenkoloniaal Museum te Veendam en het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela zijn ansichten verkrijgbaar met de afbeelding van een aquarel van het kofschip de Libra (1853, 97 ton) van kapitein H.R.Giezen uit Veendam liggende voor de rede van Napels. Het portret behoort tot de collectie van het Museum en is ongesigneerd.

 

“1853 28 sept. Kapt. Giezen, kof Nijverdal, binnengelopen uit Schotland met verlies van zeilen, ankers en kettingen.

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p.70)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

Op 18 april 1855 verzocht Jac. J.Doijer de arr. Regtbank te Zwolle de koopakte te willen registreren. Het schip  (de ex Annachina Jantina) lag in het West Indische Dok te Londen, het laatst gevoerd door Simon Goukes Oostra. Gekocht voor 530 engelse ponden, publiek geboden door Jacob Jurriaan Doijer en Gerrit Jurriaan Kalff. Op 18 april 1855 wordt bij de Arr. rechtbank te Zwolle de Reederij Cedul geregistreerd. Het schip ligt in Londen en zal gevoerd worden door H.R.Giezen.Er volgen 7 persoonsnamen van deelnemers in het schip

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p.85/86)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.