Inloggen
Gezagvoerder

Cleijndert, Albert

Naam: Cleijndert, Albert
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
OOST INDIA PAKKET 1840 Fregat Sailing Vessel 8275 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Cleijndert werd met nr.718 effectief lid van Zeemanshoop per 26 mei 1857 op voorspraak van F.C.Jaski. Geen schip vermeld002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 19/26 mei 1857 is vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Albert Cleijndert, oud 26 jaar, “zullende voeren een in aanbouw zijnde Barkschip”, wonende te Nieuwendam, op voordracht van kapitein F.C.Jaski.023.

 

A.Cleijndert was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1857 t/m (minstens) 1860 met vlagnummer 718.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

          718                          1857                       geen opgave van schip en boekhouder

                                      1858-1859                 bark                  Jeannette Agatha             W.en A.H.Meursing

 

A.Cleijndert was van 1858-1860 kapitein van de houten bark “Jeannette Agatha”, gebouwd in 1858 door W. en A.H.Meursing in Amsterdam , varend voor K.Veenstra te Amsterdam052

 

Bouma025 vermeldt A.Cleyndert als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1860 van de bark “Jeannette Agathe”, gebouwd in 1858 te Amsterdam voor W.& A.H.Meursing op de werf “De Nachtegaal” te Amsterdam (het schip liep op 10 februari 1858 te water), 496 ton o.m., varend voor W.& A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip werd in 1860 verkocht aan K.Veenstra te Amsterdam en herdoopt in “Soerabaya Packet”.

 

Overige bijzonderheden

“De vrachtencrisis van 1857 ging niet onopgemerkt aan de Meursings voorbij, zo blijkt uit de lotgevallen van de twee overgebleven barken en het fregat. Het meest illustratief is de geschiedenis van de Jeanette & Agatha (1858), genoemd naar de oudste dochters van respectievelijk W.H. en A.H.Meursing. Het schip liep af op een hoogst ongelukkig moment. Toen zij in november 1858 in Semarang aankwam, berichtten de agenten dat slecht 35 à 40 gulden per last werd betaald (particulier). Bovendien lagen ruim zeventig schepen leeg op de rede van Batavia. De crisis heerste overal: “.. zooals het hier is, is het ook in China en Bengalen en er zijn daar schepen die met zware goederen als ballast voor niet naar huis varen.” Berichtte gezagvoerder Cleijdert. Hij besloot af te wachten en becijferde dat hem dat per maand 1100 à 1200 gulden aan gage, voedsel en andere noodzakelijke uitgaven kostte. Hij hoopte op een NHM-bevrachting in het voorjaar; de Handelmaatschappij betaald toen nog 110 gulden per last plus vijftien, waardoor hij de verloren tijd en het verloren geld goed kon maken. In het voorjaar lukte dat echter niet en slechts met veel moeite kon hij tussentijds enkele vrachtje langs de kust vervoeren. Pas in juli sloot Cleijndert een charterpartij met de NHM af. Het schip had toen acht maanden doelloos in Nederlands-Indië gelegen. De vracht bedroeg nog 38.000 gulden, maar de kosten waren zeer hoog geweest en de voortuitzichten zo slecht, dat het schip bij terugkeer in Amsterdam werd verkocht.”

Uit: Scheepsbouw en rederij in de overgang van zeil naar stoom. De Meursings en de bark Baarn. Door Petra Vermeulen. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders 2012, 59 pp.