Inloggen
Gezagvoerder

Charlau, Michiel

Naam: Charlau, Michiel
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
IPENRODE 1807 Brik Sailing Vessel 16954 Bekijk schip
IPENRODE 1807 Brik Sailing Vessel 16954 Bekijk schip
AMSTEL 1807 Pink (grote vaart) Sailing Vessel 16959 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma vermeldt M.Charlau als gezagvoerder gedurende:

*    1817 t/m 1820 op de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 in Engeland, 240 ton o.m., reeder en thuishaven worden niet genoemd;

*    1829 t/m 1832 van de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 te Engeland, 240 ton o.m., varend voor Roquette & v/d Poll te Amsterdam. Het schip werd in 1832 geveild, (gekocht door G.C.Bosch Reitz en herdoopt in “Sophia Cecilia”.086).

 

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Michel Charlau op de :

“Drie Vrienden”, dd 17 oktober 1814; 28 november 1815

“Ipenrode”, dd 15 augustus 1817; 31 augustus 1818; 04 september 1819; 14 augustus 1820;

“Amstel”, dd 15 augustus 1821; 08 augustus 1822; 04 augustus 1823; 27 augustus 1824; 29 augustus 1825; 30 augustus 1826;

”Ipenrode”, dd 25 augustus 1827; 04 augustus 1828; 20 oktober 1829 en 05 november 1830.

 

Overige bijzonderheden

Kajuitwachter Jan Hendrik Stoelman werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 1 december 1815 geplaatst op de “Drie Vrienden” onder kapitein Michiel Charlau voor een reis vanuit Amsterdam naar Suriname varend voor de heer van Heukelom. Kajuitwachter Stoelman kwam weer terug op school per 31 oktober 1816004(531-1146).

 

Rotterdamsche Courant 08 juni 1815114

Amsterdam, 6 juni. Kaptein J. Halsen, …..met dezelve heeft men bericht, dat de 20 dito uit die Kolonie naar Amsterdam zouden vertrekken de schepen MARIANNE, kapt. J. Visser, en NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, en de 24e of 25e dito het schip de DRIE VRIENDEN, kapt. M. Charlenu (vermoedelijk Charlau); al de overige schepen zouden in het laatst van april of uiterlijk in het begin van mei volgen.

 

Rotterdamsche Courant 19 juni 1815114

Amsterdam, 18 juni. Het schip de DRIE VRIENDEN, kapt M. Charlan (vermoedelijk Charlau), in Texel binnengekomen, is de 23e april laatstleden van Suriname gezeild en breng bericht, dat het schip NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, bij het uitzeilen van Bramspunt, op de 21e te voren, op de Lijwal was geraakt en adsistentie bekomen had om weder in vlot water te komen (opm: zie ook RC 250715). De schepen SUSANNA MARIA, kapt J. de Vries, VROUWE JEANNE, kapt. B. Calgren, VRIENDSBELEID, T.J. Vlieger en de GOEDE HOOP, J. Dogger, zouden successievelijk acht of tien dagen na kaptein Charlan vertrekken.

 

Rotterdamsche Courant 19 april 1821114

Amsterdam, 17 april. Kapt. Claas Jansen, voerende het schip MARGARETHA JOHANNA, den 15 april in Texel binnen van Surinamen, is den 7 maart vertrokken; twee dagen te voren was van daar gezeild het schip SOPHIA MARIA, kapt. J. Watson en een dag na hem zou vertrekken het schip (opm: pink) de VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, naar Amsterdam; ook lag gereed het schip (opm: brik) IPENRODE, kapt. M. Charlau, mede naar Amsterdam, benevens verscheiden anderen.

 

Rotterdamsche Courant 28 april 1821114

Amsterdam, 26 april. Kapt. M. Charlau, voerende het schip (opm: brik) IPENRODE, van Surinamen den 21 april in Texel binnen, heeft de reis in 35 dagen afgelegd; dezelve berigt, dat twee dagen na hem zou zeilen het schip de VEREENIGING, kapt. A. Roos, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 23 maart 1822114

Amsterdam, 21 maart. Volgens brief van Paramaribo, van den 28 januari, zouden van daar vertrekken de schepen de VEREENIGING, kapt. W. de Boer, en de AMSTEL, Charlau, en in maart het schip CORNELIA, kapt. C. van der Meij, allen met koffij naar Amsterdam; het schip GUIJANA, G. Straatman, had den 31 januari de retourlading aan boord.

 

Rotterdamsche Courant 02 mei 1822114

Amsterdam, 30 april. Van Surinamen zouden vertrekken de volgende schepen, als den 15 maart de VEREENIGING, kapt. W. de Boer; in het laatst dier maand de AMSTEL, kapt. M. Charlau; den 31 dito de VRIENDSCHAP, J. Visser, en den 21 april WILLEM DEN EERSTEN (opm: fregat WILLEM DE EERSTE), kapt. J. Johannesen, alle vier naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 30 mei 1822114

Amsterdam, 28 mei. Het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIE (opm: bark, ook wel JONGE LODEWIJK ANTONIE), kapt. P.C. Staghouwer, den 24 mei in Texel binnen van Surinamen, is den 28 maart van daar gezeild, en zoude 2 à 3 dagen daarna gevolgd worden door het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, mede naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 06 juni 1822114

Amsterdam, 4 juni. Het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, in Texel binnen van Surinamen, is den 7 april van daar gezeild, tegelijk met het schip de JUFVROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl (opm: brik, kapt. Klaas Harms Ruyl); ook lag destijds gereed het schip VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, naar Amsterdam.