Inloggen
Gezagvoerder

Broeksmit, Willem Fredrik

Naam: Broeksmit, Willem Fredrik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
MARIA SOPHIA 1847 Schoenerbrig/Brigantijn Sailing Vessel 8152 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Willem Broeksmit werd geboren op 12 mei 1818 te Zierikzee als zoon van Adriaan Frederik Broeksmit en Geertrui de Zwitser. (In de huwelijksakte staat als moeder Geertrui Snelder)

Hij trouwde op 11 april 1844 te Meerdervoort  met Helena Gijserina Broeksmit, geboren te Zwijndrecht ca 1822 als dochter van Frederik Broeksmit en Adriana Vogel. Zij woonden in 1862 te Zwijndrecht.

Hij overleed op 03 maart 1862 te Dordrecht.

NRC 23 maart 1860114

Portsmouth, 20 maart. Het Nederlandse schip (opm: fregat) BATO, kapt. W.F. Broeksmit, van Dordrecht naar Cardiff, dat voor enige dagen alhier binnenliep om een nieuwe fokkera op te brengen, ligt thans zeilklaar te Spithead.

Gisterenavond had aan boord van deze bodem een treurig ongeluk plaats. Terwijl het reeds geheel duister was, waren nog enigen van het volk in het achterruim bezig en stond kapt. Broeksmit daarnaar te kijken. Door een of ander toeval sloeg hij voorover en viel van een hoogte van ca. 20 voet met het hoofd op enige vaten. Onmiddellijk werd hij bewusteloos naar de kajuit gebracht en terwijl de scheepsdokter aldaar de wonde verbond, werd inmiddels nog andere geneeskundige hulp ingeroepen, die dan ook weldra in de persoon van een van onze eerste doktoren verschenen. Het hoofd van de lijder is zwaar gekwetst en men twijfelt aan zijn herstel.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.F.Broeksmit was met vlagnummer R235 in de periode 18 mei 1847 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Willem Fredrik Broeksmit wonend te Zwijndrecht was met vlagnummer 44 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 28 mei 1847 t/m zijn overlijden in 1862. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de “Maria Sophia”.111 en 064.

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1862 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de “trekkende kapitein” W.F.Broeksmit in 1862 is overleden. Een trekkende kapitein was een lid van de Maatschappij die wegens gebreken of ouderdom niet meer kon werken.058.

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 11juni 1847 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein W.F.Broeksmit.064b

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat W.F.Boeksmit als gezagvoerder064a:

  • 1850; 1852 t/m 1859 fregat “Bato”  boekhouder Maatschappij van Dordrechte Scheepsreederij
  • 1861 geen vermelding van een schip

 

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein W.F.Broeksmit met vlagnummer R235 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1849, 1851, 1855, 1858, 1859 fregat “Bato”  477 last  Maatschappij van de Dordrechtse Scheepreederij

 

Bouma025 vermeldt W.F.Broeksmit als gezagvoerder gedurende:

  • 1848 (moet zijn 1847-1849. Zie hierna) op de schoenerbark “Maria Sophia”, gebouwd in 1847 op de werf De Goede Intentie te Zierikzee, 197 ton n.m., varend voor M.C. de Crane & Co te Zierikzee.

Het schip was vernoemd naar Jkvr. Maria Sophia van Vrijberghe (1817-1869), echtgenote van de reder mr. W.C. de Crane. De eerste reis ving aan op 17 juni 1847 naar Archangel. Daarna maakte Broeksmit nog een reis naar Batavia waarvan het op 28 januari 1849 terugkeerde. Spin heeft het schip tweemaal afgebeeld067.

  • 1849 t/m 1858 op het 3/m schip “Bato”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 898 ton o.m., varend voor de Dordrechtsche Scheepsreederij te Dordrecht.

 

Overige bijzonderheden

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 23 maart 1855 staat het volgende:

“Heden is in de vergadering van het Zeemanscollegie alhier op een plegtige wijze uitgereikt aan kapitein W.F.Broeksmit voerende het Nederlandsche koopvaardijschip Bato van Dordrecht de Gouden medaille en aan zijn eerste stuurman van der Eyk de zilveren medaille benevens loffelijke getuigschriften aan hun toegekend door de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen, voor het redden der Equipagiën van het gestrand Engelsche fregatschip Fatijma kapitein W.Hardie bestaande in 23 personen, van het gestrande Engelscch Barkschip Thomassin kapitein Holmes bestaande in 12 personen benevens de kapiteinsvrouw en drie kinderen en van het gestrand Engelsch schip Elisabeth kapitein H.Churchill bestaande uit 13 personen, welke schepen in Torresstraat zijn gestrand en waarvan de bemanningen zich op Raine-Bird en Booby eilanden ten gedeeltelijk in de sloepen bevonden zijnde genoemde schipbreukelingen aan boord van de Bato met zeemanshartelijkheid verpleegd, later 11 hunner aan boord van een ander schip overgegeven en al de overige te Batavia veilig aan land gebragt.

Eene taltijke opkomst der Leden toonde hunne belangstelling terwijl de uitreiking van het Eremetaal plaats had met eene hartelijke en gepaste toespraak van een der Directeuren van dit Collegie.”064a

Ontleend aan van Blokland-Visser064 de volgende bijzonderheden:

In 1834 monsterde Willem Broeksmit aan als scheepsjongen (16 jaar wonend te Zierikzee) onder kapitein is Johannes Keyzer.op het fregat “Louise Prinses der Nederlanden”, 250 lastgebouwd in 1827 op de werf van Jan Schouten voor de rederij Maatschappij Dordrechtsche Scheepsrederij en vertrekt naar Batavia Op 21 februari 1837 is hij lichtmatroos en op 16 juni 1839  4e stuurman op ditzelfde schip.

Op 07 juni 1844 (Monsterrol nr.1209. Gemeentearchief van Dordrecht) was hij 1e stuurman onder kapitein Johannes Keyzer.op het fregat “Bato”, 471 last, gebouwd in 1837 op de werf van Jan Schouten en als reder de Maatschappij Dordrechtsche Scheepsrederij. Ook toen ging de reis naar Batavia.

Op 03 juni 1848 (Monsterrol nr.1357 Gemeentearchief van Dordrecht) nam hij als kapitein het gezag over van de overleden kapitein Pieter Sipkes op het fregat “Bato,” reder Maatsch.D.S. en vertrok naar Batavia. Hij keerde terug in Holland op 19 mei 1849. Hij maakte tot 1858 7 reizen met dit schip.

Volgens monsterrol nr. 1718 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd 19 november 1855 was hij gezagvoerder op het fregat “Bato” voor een reis naar Batavia.064