Inloggen
Gezagvoerder

Abeele, Adrianus van den

Naam: Abeele, Adrianus van den
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VROUW HENDRICA 1828 Fregat Sailing Vessel 10464 Bekijk schip
OECONOMIE 0 Pink (grote vaart) Sailing Vessel 12086 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens

Adrianus van den Abeele werd geboren ca 1792 te Veere als zoon van de scheepstimmerman Marinus van den Abeele en Margrietha/Margareta Christiaanse

Hij trouwde te Amsterdam op 02 januari 1817 als zeeman, 25 jaar, met Maria de Jongh, geboren te Amsterdam ca. 1795 als dochter van de scheepstimmerman Cornelis de Jongh en Anna Josina Backens. Zij overleed op 02 augustus 1851 te Middelburg, 57 jaar, gehuwd.Stadsarchief, Amsterdam

Adrianus  overleed op 11 mei 1859 te Middelburg, 67 jaar, weduwnaar van Maria de Jong.zeeuwengezocht

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.van den Abeele was effectief lid/oprichter van het College Zeemanshoop. Op het moment van de oprichting (datum niet genoemd, maar zal 24 mei 1822 zijn geweest) was hij "uitlandig"019.

A.van den Abeele is als effectief lid van Zeemanshoop ingeschreven met nr. 007. Er is geen opgave van de ingangsdatum en het schip 002.

 

A.van den Abeele was in 1823-1824 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Adrianus van den Abeele was effectief lid van Zeemanshoop van 1822 t/m (minstens) 1840 met vlagnummers 7 (1822 t/m 1836) en 3 (1836 t/m minstens 1840).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 januari 1826 wordt een brief vermeld van kapitein A. van den Abeele dd Nieuwendiep 03 januari 1826 waarin hij stelt: “… de persoon genaamd J.A.Meijer bij mij aan boord geweest als kok, uit hoofde van desertie, dronkenschap & Brutaliteit heb weggejaagd … “. Hij vraagt het Bestuur de man op de Zwarte Lijst te plaatsen, maar dat wordt afgewezen, daar het reglement daarin niet voorziet. Wèl zal het Bestuur de ruchtbaarheid bij dergelijke gevallen bevorderen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 11 maart 1828 staat vermeld een “Missive van kapitein A.van den Abeele dd 09 maart 1828 behelzende eenige toelichtingen omtrent het plaatsen van kat Ankers te Egomond aan Zee benevens eene aanmering over de vuuren aldaar.” 042 (Er was bgin 1828 aandacht vanuit het Bestuur van Zeemanshoop omtrent de situatie te Egmond aan Zee met betrekking tot het in zee krijgen van loodsschuiten. De opmerking van kapitein van den Abeele illustreert zijnaandacht voor zaken van algemeen belang.)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 augustus 1828 staat vermeld dat kapitein van dern Abeele bedankt voor de voortdurende deelneming in het Weldadig Zeemans Fonds, maar in de notulen dd 25 september 1828 staat dat hij die melding intrekt.042

In de Bestuursvergadering dd 01 september 1831 en de  Algemene Vergadering van 06 september 1831 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop wordt een verzoek behandeld van kapitein A. van den Abeele om uitstel van de betaling van de contributie. Dit wordt hem toegestaan voor 3 maanden. 042 en 023.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:

      “Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden

      A.van den Abeele                                                                                                                   J.J.Lausen            Fr.P.Hoed

      N.Hensken                                                               O.Olferts                                                J.A.Zeylinga

      J.B.Frerichs                                                              P.J.Spilliard                                           J.Tholen

      P.Bostijn                                                                   P.Rolff                                                   F.A.Bunnemeijer

      J.Boelen Jz                                                                J.E.Beckman                                        O.R.Engelman

      J.Stoffers                                                                  J.Hartwijk                                             J.G.Bart

      H.H.Zeijlstra                                                            J.Y v.d.Zweep                                       W.H.Boon

hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 november 1833 staat een brief vermeld waarin A. van den Abeele te Vlissingen verzxoekt “Lid te zijn in de 1e Classe gaande als opperstuurman n. Batavia op het schip Bellona.” Het bestuur gaat accoord. 042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 02 januari 1834 doet kapitein van den Abeele het verzoek “om voortduring en Effectief Lid te mogen blijven.”  Het Bestuur gaat accoord mits hij zijn achterstallige contributie voldoet.042

In de Bestuursvergadering dd 29 november 1838 staat een verzoek van A. van den Abeele om uitstel van betaling, hetgeen wordt verleend tot 01 januari.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 juli 1840 staat de mededeling van de penningmeester dat de gewezen kapitein A. van de Abeele “nalatig is met het betalen zijner Contributie”. Het Bestuur maant hem vóór 23 augustus a.s. zijn contributie te betalen anders zal hij van het lidmaatschap vervallen worden verklaard. In de notulen dd 27 augustus 1840 zegt de penningmeester dat genoemde kapitein niet meer in Dordrecht woont “maar zich waarschijnlijk zal ophouden te Middelburg”. De penningmeester zal hem aanschrijven op dit nieuwe adres.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering  dd24 juni 1841 staat het bericht dat kapitein v.d.Abeele zegt te berusten in de vervallenverklaring van zijn lidmaatschap.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 15 december 1842 staat een verzoek van het voormalig lid A. van den Abeele die vraagt “om eenige gelden om naar Middelburg te kunnen reizen.” Hij krijgt een gratificatie van f 20,-.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 februari 1856 vraagt A. van den Abeele, vroeger effectief lid, om een gratificatie. Hij krijgt f 20.-.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 september 1824 staat vermeld: "Verder gelezen eene Missive van Kapitein A.van den Abeele de dato 17 Dezer te kennen gevende, zich alleronverwachts in eene betrekking geplaatst vindend verzoekende van zijne Post als kommissaris te worden ontslagen".023

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 08 april 1856 staat de mededeling dat een gratificatie van f 20,- is toegekend aan A. van den Abeele “vroeger effectief lid”.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamscche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                                              naam reder/boekhouder

           7                         1825-1827     kof                   de Onderneming                                                         J.Meyes

                                      1828-1829     fregat               de Vrouw Hendrika                                                    idem

                                      1830-1835     geen opgave van schip en boekhouder

           3                              1836           geen opgave van schip en boekhouder

                                           1837           brik                   Prins Frederik der Nederlanden                                geen opgave

                                      1838-1840     geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt A. van den Abeele als gezagvoerder gedurende:

*    1820 t/m 1825 op het 3/m schip “Resolutie”, gebouwd in 1818 in Amerika, 280 ton o.m., varend voor Wijlep & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1825 verkocht naar Antwerpen.

*    1826 t/m 1830 van de kof “Onderneming”, gebouwd in 1800, bouwplaats niet vermeld, 111 ton o.m., varend voor Jeremias Meyjes & Zn te Amsterdam

*    1829 t/m 1831 op het 3/m schip “Vrouw Hendrika”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 500 ton o.m., varend voor de Societeit voor Scheepsbouw te Amsterdam;

*    1838 op de brik “Prins Frederik der Nederlanden”, gebouwd in 1826 te Antwerpen, 247 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Adrianus van den Abeele van de:

“Resolutie, dd 27 juli 1820, 29 maart 1822

“Onderneming”, dd 03 mei 1825; 13 december 1825 en 11 december 1826;

“Vr. Henderica”, dd 10 november 1828.

 

Overige bijzonderheden

  1. van den Abeele verzorgde vanuit Texel op 30 november 1828 met de “Vrouw Hendrika” een troepentransport van 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 15 april 1829 na 136 dagen065.

 

Volgens monsterrol nr. 920 dd 11 maart 1839 in het Gemeentearchief van Dordrecht monsterde aan als 1e stuurman van de “Stad Tiel” onder kapitein E.M.Chevalier, A. van den Abeele, wonend te Dordrecht, oud 46 jaar, met een maandgage van f 70,/ en vertrekt op 28 april 1839 uit Hellevoetsluis met 34 man naar Batavia. Hij keert terug in Holland / Amsterdam op 28 januari 1840.

Hieruit zou te concluderen zijn dat deze oud/kapitein een stapje terug heeft moeten doen. Zie ook de opmerkingen in de Bestuursnotulen van Zeemanshoop hiervoor.

 

Rotterdamsche Courant 29 augustus 1820114

Amsterdam, 27 augustus. Volgens brief van kapt. A. van den Abeele, voerende het fregatschip de RESOLUTIE, met troepen den 12 augustus uit Texel naar Batavia gezeild, gedateerd den 19 dito, lag hij toen met ZZW winden in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) onder Calais geankerd, om het tij te stoppen; hij was reeds den 15den in de Hoofden geweest, doch niet dan westelijke en omlopende winden en zelfs twee dagen storm gehad hebbende, was hij wel 10 mijlen terug gezeild, om op die gevaarlijke plaats niet te kruisen; aan boord was alles wel.

 

Batavische Courant 27 januari 1821114

Advertentie. Vracht en passage naar Amsterdam met het snelzeilend gekoperd fregatschip RESOLUTIE, kapt. A. van der Abeele, zal tussen den 20 en 25 februari zeilen. Adres bij Brouwer, Nolthenius & Co, Batavia, den 25 januari 1821.

 

Bataviasche Courant 09 november 1822114

Het volgend uittreksel uit een brief van kapt. Van den Abeele, voerende het schip RESOLUTIE, aan een van de huizen van negotie te Batavia gericht, is ons ter plaatsing toegezonden. Wij geloven onze lezers daarmede geen ondienst te zullen doen.

Port-Louis, den 6 september 1822.

Wij zijn den 2 april in zee gelopen. Onze reis was van geen buitengewone omstandigheden vergezeld, voor dat wij in de Z.O. passaat kwamen. Daar, waar ik zelden anders dan goed weder heb aangetroffen, had ik nu storm en een hoge zee, hetgeen mij dan ook toen reeds deed veronderstellen, dat het om de zuid, en vooral dwars van de Kaap, niet veel beter zoude zijn, zoals wij het dan ook geducht ondervonden hebben. Toen wij op 37º40’ Z.B. 14º5’ O.L. van Greenwich kwamen, hadden wij reeds sedert enige dagen met zware winden en een hoge zee geworsteld, waarop wij vervolgens een hevige storm, vergezeld van orkaanvlagen en een schrikkelijk hoge zee kregen. Er kwam toen meer water bij de pomp dan gewoonlijk; de voorsteng spleet van onder tot boven, en het tussendek begon heen en weer te schuiven en te zakken. Dit weder hield met verdubbelde kracht aan, van den 7 tot den 13 juli. De verschansing werd weggeslagen en het schip was gestadig door de zee bedekt. Wij ontdekten een lek bij de achtersteven, dat zoveel water aanbracht, dat daardoor een gedeelte van de proviand beschadigd werd en naar de pompen spoelde. De puttingbouten benevens de rusten werkten alle los, en enige waren reeds gebroken, en het tussendek begon al meer te zakken. In deze toestand was ik, toen ik, met gemeen overleg, den 13 juli besloot tot verder behoud van schip en lading de Kaap de Goede Hoop aan te doen. Den 15 was ik in het gezicht van het land, doch beoosten Kaap Aguilhas. Daar het nu zeer goed weder was, trachtte ik onder het land langs het op te laveren tot op den 19 juli, toen ik des middags dicht bij voornoemde kaap was en zeker hoopte des anderen daags binnen te zijn, doch helaas, wij moesten nog hardere proeven doorstaan. In de nacht van den 19 op den 20 kregen wij een verschrikkelijke storm, vergezeld van zware donder en bliksem. Wij hadden grote vuurballen op de toppen van de masten. Dit weder nam al hand over hand toe en de zee werd zo verschrikkelijk, en liep in zulke verschillende richtingen, dat het op den 22 juli een ijselijke toestand werd. Ik kon het volk niet meer in hun logies krijgen, en moest hen achter logeren. Ik had alles goed dicht laten maken op het dek, doch het voorluik werd door de zee, die even als over een blinde klip over het schip liep, afgeslagen. De avond van den 23 was zo het scheen de laatste voor ons. Het schip wilde of kon niet langer bijliggen of tegen de zee oprijzen en ik zag dus geen ander uitzicht of uitkomst dan bedaard te blijven en de Almachtige om zijn hulp en bijstand in deze voor ons zo akelige omstandigheden te smeken. Ik kwam op het dek. De donkerheid van de nacht werd door het licht van de felle bliksem afgebroken en niets dan een gapende afgrond vertoonde zich voor ons oog. Ik resolveerde (opm: besloot) voor de wind af te houden, doch daar dit door ontelbare gevaren vergezeld was, vermaande ik eerst een ieder tot het uitoefenen van zijn plicht. Ik kreeg gelukkig het schip voor de wind en de zeilen bij; doch nu bleef er nog het meest over te doen: wij konden het schip met het roer geen meester blijven. Ik nam dadelijk twee kabeltouwen, die ik achter het schip liet slepen, Nu konden wij sturen, doch nu moest ik enige goederen over boord werpen, om het schip te lichten, opdat het niet in de zee zou smoren; na dit verricht te hebben was hetzelve gemakkelijker en ik had dus God dank weder hoop op behoud voor ons en het schip. Wij zeilden nu voor de wind. Ik kon dus geen hoop meer voeden de Baai Falls te bereiken, en, daar het schip in een situatie was, dat ik een haven moest zoeken, bleef er niets anders over dan naar deze heen te houden, waar wij den 11 augustus aankwamen. (opm: zie ook RC 051222)

 

Rotterdamsche Courant 30 november 1822114

Rotterdam, 29 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 26 november:

…..Het Nederlandse schip (opm: fregat) RESOLUTIE, Van den Abeelen (opm: A. van den Abeele), van Amsterdam naar Batavia, is den 11 augustus te Mauritius lek binnengelopen en bezig met lossen.

 

Rotterdamsche Courant 05 december 1822114

Amsterdam, 3 december. Kapitein A. van den Abeele, voerende het schip (opm: fregat) de RESOLUTIE, van Amsterdam naar Batavia, meldt van Port Louis, op Mauritius, in dato den 21 augustus, dat hij zijn reis tot op 37º40’ Z.B. 14º5’ O.L. vervorderd hebbende, den 7 juli door een hevige storm met orkaanvlagen belopen werd, die tot den 13 aanhield, waardoor het schip zwaar werkte, lek werd en verdere schade bekwam; hierop besloten hebbend de Kaap de Goede Hoop aan te doen, kwam hij den 15 in het gezigt van het land, doch beoosten Kaap Aguilhas (opm: Kaap Agulhas, 34º55’ Z.B. 20º0’ O.L.) , kruiste aldaar met mooi weer tot den 19, doch werd die nacht andermaal door een allerverschrikkelijkste storm overvallen, vergezeld van donder en bliksem, zo dat op alle de masten vuurballen stonden; het weer hand over hand toenemende met vreselijke hoge zeeën, die gedurig over het schip heenstortten, was hij den 23 des avonds, daar het schip volstrekt niet wilde bijleggen of rijzen en men niets dan de dood voor ogen had, genoodzaakt eerst al het touw van het dek, vervolgens het geschut, een sloep met pek- en watervaten en eindelijk ook een gedeelte van de lading over boord te werpen; het schip hierdoor gerezen zijnde gelukte het hem den 11 augustus, onder aanhoudend pompen, Port Louis te bereiken, alwaar hij nu bezig was de lading, waarvan enige goederen beschadigd waren, te lossen om te repareren.