Inloggen
Gezagvoerder

Booij, Gerrit

Naam: Booij, Gerrit
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
PASIR 1922 General Cargo schip Steamship 5067 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens

 

Gerrit werd geboren op 21.04.1901 te Amsterdam als z.v. Gerrit Booij (koetsier) en Nelia van Ommen

Gerrit trouwde op 27.12.1930 te ?? met Margaretha Johanna Costers – geb. 02.07.1900 te Amsterdam – d.v. Johan Juliaan Henri Costers en Henriette Margaretha de Boer.

Margaretha Johanna Costers overleed op 15.11.1992 te Montana, N.S.W., Australië (92).

Gerrit overleed op 06.10.1975 te Sydney, N.S.W., Australië (74).

 

Kinderen

???

 

Opleiding

Gerrit werd op 09.09.1918 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Na het volgen van de 2-jarige cursus werd hij op 24.07.1920 geplaatst als stuurmansleerling a/b van het s.s. GAROET en maakte twee reizen met dit schip. Kwam op 03.08.1921 terug van de reizen met goed attest.

 

Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart op 24.12.1921 te ’s-Gravenhage.

Behaalde het diploma 2e stuurman grote stoomvaart in mei/juni 1924 te Batavia.

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart in nov./dec. 1927 te Batavia.

 

De schepen van de kapitein

 

*   1938 – 19.. van het s.s. SIAOE – geb. 1921

*   1940 – 19.. van het s.s. PASIR – geb. 1922

 

·       WWII : Gezagvoerder KPM: Kon. Paketvaart Maatschappij

o   m.s. vrachtschip TOMORI

o   m.s. vrachtschip TOHITI

o   s.s. vrachtschip SIBIGO

o   s.s. vrachtschip ROCHUSSEN

o   m.s. vrachtschip BALIKPAPAN

 

 

Overige bijzonderheden

 

Booy, G.

Gezagvoerder ter Koopvaardij, varende voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij.

KRUIS VAN VERDIENSTE – K.B. no. 3 van 8 december 1944.

Gezagvoerder ter Koopvaardij, die als gezagvoerder bij de Nederlandse koopvaardijvloot waardevolle diensten aan de oorlogvoering bewees door gedurende meer dan twee jaar op moedige en beleidvolle wijze het gezag op zijn schip te hebben uitgeoefend in gebieden, waar door de oorlogsomstandigheden voortdurend grote gevaren van vijandelijke handelingen werden gelopen. (Bron: ARA 2.16.32 inv. 239 – K.P.M. blz.323)