Familiegegevens
Bartele werd geboren op 26.04.1887 op Schiermonnikoog als z.v. Harmen Jansma en Ytje van der Vliet.
Bartele (32) (gezagv.) trouwde op 22.12.1919 te Schiermonnikoog met Trijntje Visser (21) – geb. 20.02.1898 te Schiermonnikoog – d.v. Jan Livius Visser en Trijntje Wiersma.
Trijntje Visser overleed op 24.01.1992 te Driehuis (93).
Bartele overleed op 19.04.1958 te Haarlem (70).
Kinderen
- Harmen – geb. 07.01.1921 te Schiermonnikoog.
Opleiding
Behaalde het diploma 3e stuurman Grote Stoomvaart op 16.03.1906 te Rotterdam.
Behaalde het diploma 2e stuurman Grote Stoomvaart op 11.03.1910 te ’s-Gravenhage.
Behaalde het diploma 1e stuurman Grote Stoomvaart op 06.07.1910 te ’s-Gravenhage.
De schepen van de kapitein
* 1926 – 19.. van het s.s. LARENBERG
* 19.. – 19.. ??
* 19.. – 19.. ??
* 1937 – 1940 van het s.s. FARMSUM
Overige bijzonderheden
Gezagvoerder bij de Stoomvaart Mij. Oostzee / Hillegersberg te Rotterdam.
Zie Verslag van de RvdS 1927 – Nr. 7 – Overvaren van de sleepboot DENEMARKEN bij Rotterdam door het s.s. LARENBERG op 10.10.1927.
Nieuwsblad v.h. Noorden 11.10.1926
Gisteravond te halfnegen is op de Maas, ter hoogte van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam een sleepboot overvaren, bij welk ongeval vier mensenlevens te betreuren zijn.
Het binnenkomende stoomschip LARENBERG van de Stoomvaartmaatschappij „Hillegersberg" te Amsterdam, dat in ballast van Baltimore kwam, rekwireerde sleepboothulp om naar de Waalhaven te worden gebracht. De sleepboot „Europa" assisteerde achter, terwijl de sleepboot „Denemarken" zich ter hoogte van de Heyplaat gereed maakte de tros van het voorschip aan te slaan.
Beide sleepboten zijn van de Nederlandsche Sleepdienst voorheen Piet Smit Jr. De „Denemarken" kwam langszij om de aan stuurboordzijde uitgegooide tros op te vangen. Aanvankelijk voer de „Denemarken" met de LARENBERG mee. Daarna kwam de sleepboot schuins voor de LARENBERG varen. De bedoeling was om de tros te vangen en daarna weer op te draaien, doch de „Denemarken" is vermoedelijk te veel naar stuurboordzijde uit de koers gegaan, waardoor men niet meer klaar kon draaien. Dit had tot gevolg, dat de sleepboot door de LARENBERG werd overvaren. De LARENBERG duwde de „Denemarken" omver en voer er overheen. Toen men voorbij was bleek de sleepboot reeds in de diepte verdwenen, de bemanning, bestaande uit een kapitein, een machinist, een stoker en een matroos, met zich mee sleurende. Van de opvarenden werd niets meer ontdekt. Onmiddellijk heeft de bemanning van de LARENBERG reddingsboeien over boord geworpen en draadloos heeft de gezagvoerder Scheveningen en IJmuiden gewaarschuwd. Dit radiotelegram werd ook opgevangen door Radio „Holland" te Rotterdam, die zich aanstonds met de rivierpolitie in verbinding stelde. De „Politie III" voer naar de Heyplaat waar men aan alle zijden gedregd heeft. Tevens zijn de opvarenden van de LARENBERG aan een verhoor onderworpen, aldus het „N. v. d. D." De eerste stuurman, de heer A. Dobbinga van Schiermonnikoog, verklaarde, dat hij zich op het voorschip bevond en den tros heeft uitgeworpen. Zodra hij het ongeval bemerkte, heeft hij zwemvesten en reddinggordels laten uitgooien. Door de duisternis kon hij echter niets waarnemen. Kapitein B. Jansma verklaarde niets van het ongeval te hebben gezien, daar hij zich op de commandobrug bevond. Ook de loods heeft niets gezien en werd eerst attent gemaakt op het ongeval door het geroep van de eerste stuurman. Het onderzoek werd hedennacht nog voortgezet, terwijl eveneens met dreggen werd voortgegaan. Te half twaalf s avonds is de politie erin geslaagd het lijk van de stoker op te halen. Dit is naar het bureau van de rivierpolitie vervoerd. Het dreggen werd de gehele nacht voortgezet. Hedenochtend zou Van der Tak’s Bergingsmaatschappij trachten de „Denemarken" te lichten.