Familiegegevens en opleiding
Bartel van Wijland werd geboren op 13 maart 1806 (of 1805?) te Appingedam als zoon van Pieter van Wijland en Annigje Bartels (beiden overleden te Appingedam).
Hij trouwde op 09 maart 1831 te Dordrecht met Jozelina de Groot, geboren in 1811 te Zuidbroek als dochter van Himme Hendriks de Groot en Geesina Haykens. Zij overleed in 1831 te Dordrecht. In de akte is sprake van Barteld Wieland, maar de bruidegom ondertekende met Bartel Pieter van Wijland.
Hij trouwde op 10 juni 1840 voor de tweede maal met Christina Vliegenthart, geboren 22 juli 1816 te Dordrecht als dochter van Martinus Vliegenthart (korenmolenaar aan de Kalkhaven) en Johanna Kruys. Getuige bij dit huwelijk was kapitein Johannes Keyser. Uit dit huwelijk werden geboren Maarten Bartel (1844), Pieter Christoffel (1848) , Margretha Johanna (1850) en Hendrik Pieter (1852). Zij overleed op 20 juni 1903 te Dordrecht.
Hij overleed in 30 december 1866 en woonde toen aan de Hoogte E404 te Dordrecht.
Hij werd op 17 augustus 1833 lid van de Vrijmetselaarsloge St.John the Baptist te Plymouth met nr 83 en tevens in 1833 met nummer 240 van de loge La Flamboyante te Dordrecht..064 en 003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.P.van Wijland (adres Coopman, de Witt & Lenaertz) werd met vlagnummer 535 per 02 juni 1840 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van K.B.de Weerd. Als zijn schip is genoemd de “Generaal Baron van Geen”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving waren van Wijland en zijn vrouw 35 resp. 26 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1839 en 1 dochter uit 1832002a.
In de Algemene Vergaderingen van 26 mei/02 juni 1840 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Barteld Pieters van Wijland, oud 34 jaar, voerend het fregat “Generaal Baron van Geen”, wonend te Dordrecht en met als adres Coopman de Wilt & Lenaertz te Amsterdam, op voordracht van kapitein K.B.de Weerd.023
Barteld werd deelnemer in het Weldadig Zeemansfonds van Zeemanshoop per 30 november 1847 “Met Mrt 1863 verhoogd met 50 pCt als van beroep veranderd003
B.P.van Wijland wonend te Dordrecht was in de periode 10 mei 1840 t/m zijn overlijden in 1866 (of 1867?) met vlagnummer 8 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Bij de inschrijving is zijn schip het fregat “Generaal Baron van Geel.111 en 64a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1867 vraagt de wed. P.J. van Wijland geb. Vliegenthart om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 02 mei 1867 wordt toegekend ingaande 01 februari 1867.042
In de Bestuursvergadering dd 06 oktober 1892 vraagt de wed. B.P. van Wijland om een verhoging van de uitkering hetgeen wordt afgewezen. Op 07 november 1895 vraagt zij om een buitengewone gratificatie maar dit verzoek wordt op 05 maart afgewezen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 05 november 1903 wordt het overlijden gemeld van de wed. B.P.Wijland.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 mei 1867 staat vermeld dat per 1 februari 1867 een uitkering 1e klasse werd toegekend aan de wed. B.P. van Wijland geb Vliegenthart.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 05 maart 1896 staat vermeld een: “Brief van de Weduwe B.P. van Wijland geboren Vliegenthart verzoekende eene buitengewone uitkeering. Beantwoord door de Heeren Secretarissen met het verzoek om vertoning van den brief waarop schrijfster zich beroept. In de notulen dd 07 mei 1896 wordt melding gemaakt van haar antwoord, waaruit blijkt dat zij de brief niet (meer) in haar bezit heeft, waarop haar verzoek wordt afgewezen. 023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 april 1904 staat een bericht van P.C. van Wijland omtrent het overlijden van zijn moeder de wed. B.P. van Wijland “en vragende boven de gewone uitkeering nog een extra toelage om gemaakte kosten te dekken. Afgewezen.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 april 1904 staat vermeld een “Brief van M.B. van Wijland, oudste zoon van wijlen de weduwe B.P. van Wijland, verzoekende hem te willen melden hoe groot het bedrag is geweest, dat aan zijn broeder P.C. van Wijland, voor de overleden weduwe is uitgekeerd. Inlichting verstrekt.”023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd juni 1840 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein Wijland.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staatB.P. van Wijland als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1846 fregat “Generaal Baron van Geen boekhouder Klerk & Voogd, Dordrecht
* 1850; 1852 t/m 1859; 1861 fregat “Ida Willemina” boekhouder Klerk & Voogd, Dordrecht
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
535 1840-1849 fregat Generaal Baron van Geen Klerk & de Voogd te Dordrecht
1850-1853 fregat Ida Willemina idem
224 1854-1861 fregat Ida Willemina idem
1862-1866 geen vermelding van schip en boekhouder
1866 "overleden
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
B.P.van Wijland Ida Willemina 14 april 18589 10 juli 1861
Bouma025 vermeldt B.P.van Wijland als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1850 op het 3/m schip “Generaal Baron van Geen”, gebouwd in 1836 te Dordrecht, 840 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1851 t/m 1862 op de bark “Ida Willemina”, gebouwd in 1839 op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht, 778 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Volgens mevr. Blokland-Visser te Papendrecht zou bij de achterkleindochter van Pieter Bartels van Wijland (i.c. mevr. J.van Wijland, Voorstraat 111, 3311 EN Dordrecht, 078 - 6136592. Gegeven dd juni 2001) twee Spinnen van de “Ida Willemina” resp. “Generaal Baron van Geen” in bezit zijn. Er zou contact zijn gelegd met het Museum van Gijn te Dordrecht i.v.m. een legatering van beide afbeeldingen.
Er is een foto beschikbaar van deze kapitein en in bezit van zijn achterkleindochter mevr. van Wijland te Dordrecht
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
Volgens monsterrol nr. 788 dd 01 september 1836 (Gemeentearchief Dordecht) monsterde B.P. van Wijland, wonend te Rotterdam, oud 31 jaar, met een maandgage van f 70, aan als 1e stuurman voor een reis met het fregat “Generaal Baron van Geen” voor een reis met 40 man naar Batavia onder gezag van kapitein Jan Jaques Kortrijk.
Op de 3e reis van Holland naar Batavia met dit schip komt op 30 mei 1839 kapitein Kortrijk aan boord te overlijden en stuurman van Wijland neemt het commando over. Deze geeft het overlijden van zijn kapitein op 17 juni 1839 te Batavia aan.
Op 10 mei 1840 is hij kapitein op het fregat “Generaal Baron van Geen” en vertrekt in juli 1840 vanuit Amsterdam naar Batavia. Zij 5e en laatste reis op dit schip keert op 04 juli 1849 terug in Nederland.
Volgens monsterrol 1850 dd 15 mei 1850 in het Gemeentearchief van Dordrecht was P.B. van Wijland, oud 44 jaar, wonend te Dordrecht, gezagvoerder van het fregat “Ida Willemina”, voor een reis naar Batavia en terug naar Nederland. In het boek van binnengekomen schepen (Gemeentearchief Dordrecht) komt hij met de “Ida Willemina” te Dordrecht binnen op 11 juli 1861.064.
WIJMA, FOKKE JACOBUS
Familiegegevens en opleiding
Fokke Wijma werd geboren op 01 november 1825 te Tietjerksteradeel als zoon van Jacobus Oedzes Wijma en Jantje Fokkes Fokkema.
Hij trouwde te Harlingen op 25 oktober 1849 met Grietje Park. In Harlingen werden 7 kinderen van het echtpaar ingeschreven.
Fokke Wijma overleed op 07 mei 1871 te Allinge op de leeftijd van 45 jaar.tresoar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Fokke Wijma werd per 04 april 1853 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman op de kof "Stad en Lande. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Grietje Park te Harlingen. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen (niet met name genoemd). Hij werd in 1853 overgeschreven in de eerste klasse met vlagnummer H7029-fol.014.
Fokke Wyma werd per 01 februari 1854 met vlagnummer H7 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Stad en Lande", boekhouders W.& S.Tromp. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Grietje Park, geboren 06 mei 1853 (jaartal moet fout zijn). Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 7 kinderen: Jantje (06 augustus 1850), Folkert (16 september 1852 en overleden), Ietje (17 oktober 1855), Jacoba (18 november 1857), Folkert (06 juli 1862) en Foeke Jacobus (29 maart 1867). 028-fol.043.
F.Wijma was met vlagnummer H7 lid van het College in de periode 1854-1871034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Fokke Jacobus Wyma, laatstelijk gevoerd hebbende de "Twee Gebroeders" is volgens een verklaring van de Burgelijke Stand van Stockholm aldaar overleden op 07 mei 1871. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦875,- uit te betalen in 14 half-jaarlijkse betalingen. Zijn kinderen Ietje, Jacoba, Folkert, Foeke en Jacoba kregen ieder een uitkering van ¦10,- ineens028-fol.043.
Het College verzond op 15 maart 1888 een brief aan mevr.F.Wijma-Park te Harlingen waarin een extra uitkering van ¦50,- werd toegezegd033.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H7 1853 kof Stad en Lande kap/eigenaar, Harlingen
1856-1860 kof Stad en Lande K.J.Tromp Meesters, Steenwijk
1861 brik Stad Steenwijk (ex Juno, ex Pallas, K.J.Tromp Meesters, Steenwijk
ex Carolina Johanna)
1862-1864 brik Stad Steenwijk (ex Comita) S.Tromp Meesters, Steenwijk
1865-1866 sch.kof Stad Steenwijk (ex Comita) H.& S.Tromp Meesters, Steenwijk
verongelukt
1868-1870 sch.kof Twee Gebroeders, (ex Stad Workum, kap/eigenaar, Harlingen
ex Jantje Nanninga)
F.J.Wijma op 07 mei 1871 te Stockholm overleden034
In het Register van Schepen in het Oosterdok te Amsterdam045 komt o.a. de volgende melding voor:
Brik Juno onder kapitein F.Wijma
bron aankomst vertrek reisdoel
GAA-502/290 08 november 1861 12 december 1861 Harlingen.
Het schip met deze kapitein wordt niet gemeld uit de jaren 1860 en 1861 vóór de hierbovengemelde. Wellicht dat dan Harlingen de thuishaven was.
31 augustus 1861 (uitzeilende vanuit Paramaribo): “zeilden uit tegelijk met de Hol.Brik Juno …”053 (Reis Amsterdam-Paramaribo-Amsterdam. Mei-november 1861).
Bouma025 vermeldt F.Wijma in 1861 als gezagvoerder van de “Stad Steenwijk”(ex Juno, ex Pallas, ex Carolina Johanna). De herdoop tot “Stad Steenwijk”zou in 1861 hebben plaatsgevonden. De rederij van de “Juno” was J.Roelofs & T.Beuns & Zn te Amsterdam en van de “Stad Steenwijk” S.Tromp Meesters te Steenwijk.
Bouma025 vermeldt F.Wijma als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de kof “Stad en Lande”, gebouwd in 1836, bouwplaats niet vermeld, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen;
* 1857 t/m 1861 op hetzelfde schip maar nu voor reederij K.J.Tromp Meesters te Steenwijk;
* 1862 t/m 1863 van de brik “Stad Steenwijk”, ex Juno, ex Pallas ex Carolina Johanna, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 236 ton o.m., varend voor K.J.Tromp Meesters te Steenwijk. Verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Deodata”;
* 1867 van de sch.kof “Stad Steenwijk” ex Comitas, gebouwd in 1848 te Papenburg, 164 ton o.m., varend voor H.& S.Tromp Meesters te Steenwijk. Het schip is in 1867 verongelukt;
* 1869 t/m 1871 van de sch.kof “Twee Gebroeders” ex Stad Workum, ex Jantje Nanninga, gebouwd in 1853 te Wildervank, 117 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant van half december 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek Schepen, welke alhier zijn binnen gekomen het volgende096:
“11 dec. F.Wijma, Stad en Lande, Hout, Frederikstad. 7 à 8 schepen, als bijleggers, de namen onbekend.”