Familiegegevens en opleiding
Klaas Wijkmeijer werd geboren ca. 1806 te Oude Pekela als zoon van schipper Klaas Hindriks Wijkmeijer en Trientje Geerts Nap. Hij was de broer van de kapiteins Geert en Jacob Wijkmeijer.
Klaas trouwde op 15 januari 1830 te Nieuwe Pekela als schipper met Geessien Derks Greven , geboren te Nieuwe Pekela (volgens huwelijksakte) of Londen (volgens overlijdensakte), Engeland als dochter van schipper Derk Jans Greven en Leentje Jans Boon. Geessien overleed op 24 december 1886 te Oude Pekela, 76 jaar.
Klaas overleed op 26 mei 1854 te Oude Pekela, 85 jaar, rustend zeekapitein.
Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Klaas Klaassens Wijkmeijer als schipper in 1830, 1834, 1836, 1837, 1840, 1843, 1845, 1850, 1852.
Provinciale.Groninger.Courant 1 juni 1854
De ondertekening Wedw. H.M.Pott slaat vermoedelijk op Anna Luitcia Wijkmeijer zijnde de weduwe van de schipper Harm Melles Pott
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt K.H.Wijkmeyer als gezagvoerder gedurende:
* 1819 van de smak “Catharina”, geen gegevens over bouw, eigenaar en thuishaven. Het schip werd 1 maal te Harlingen geregistreerd, leeg komend van Amsterdam;
* 1828 t/m 1831 van de kof “Vrouw Catharina”, gebouwd in 1822, bouwplaats niet vermeld, 90 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum vermeldt:
05 februari 1840, schip “Gesina”, kapitein K.K.Wijkmeijer uit Oude Pekela.
23 januari 1841, schip “Geessina”, kapitein Klaas K.Wijkmeijer uit Oude Pekela.
25 februari 1843, schip “Geessina”, kapitein Klaas K.Wijkmeijer uit Oude Pekela.
27 februari 1844, schip “Geessina”, kapitein Klaas K.Wijkmeijer uit Oude Pekela.
14 februari 1846, schip “Geessina”, kapitein Klaas K.Wijkmeijer uit Oude Pekela.
14 februari 1851, schip “Geessina”, kapitein Klaas K.Wijkmeijer uit Oude Pekela.
22 januari 1852 schip “Geessina”, kapitein Klaas K.Wijkmeijer uit Oude Pekela.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Klaas Hendrik Wijkmeyer op de:
“Vrouwe Catharina”, dd 08 maart 1816 en 03 juli 1817.
(Is een andere kapitein, want te jong om kapitein te zijn)
Krantenberichten
Leeuwarder Courant 04 juni 1819114
Harlingen. Den 27 mei binnen gekomen
Den 1 juni binnen gekomen de sloepschepen AMBLER, kapt. Samuel Clerk, WATERLOO, kapt. Charles Warren, beide met ballast van Londen, en het smakschip CATHARINA, kapt. K.H. Wijkmeijer, ledig van Amsterdam….
Leeuwarder Courant 08 juni 1819114
Harlingen. Den 3 juni binnen gekomen …
Den 4 dito uitgezeild de smakschepen de VROUW CATHARINA, kapt. Arent Klasen, met ballast naar Noorwegen, ZEEPLOEG, kapt. M.N. Sikkes, met ballast op avontuur, het galjasschip JOHANNA AURORA, kapt. John Malmberg, het smakschip CATHARINA, kapt. K.W. Wijkmeijer, beide met rode dakpannen naar de Oostzee, en het tjalkschip de JONGE ELISABETH, kapt. Tjerk Y. de Vries, met pannen naar Hamburg…..
Rotterdamsche Courant 09 december 1820114
Amsterdam, 7 december. Te Bordeaux liggen zeilklaar W. Tebbens en Breeland (wijlen C.T. Mulder) (opm: kapt. Cornelis Tekkes Mulder, smakschip de VROUW JANNA), naar Amsterdam en T.J. Nuisker naar Rotterdam.
Van Baijonne is vertrokken O. Sijmons, van Bordeaux A. Jongebloed, J.J. Koller en A. Steffens en van Rouaan K.H. Wijkmeijer naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 24 april 1821114
Amsterdam, 22 april. In Terschelling zijn binnengekomen L. Croitzner van Carlshaven (opm: Carlshamn), J. Mathisen van Sturting, N.E. Frost van Assens, K.H. Wijkmeijer van Holbeck, W.J. Stuit van Arensdahl (opm: Arendal), J. Wagener van Tonningen (opm: Tönning), M. Borgers en D.J. Willa van Otterndorff, S.P. Tanger van Embden, H.H. de Weerd van Holbeck, D.C.S. Jull van Koppenhagen en A.E. Zoutman van Drobach (opm: Drobak).
Rotterdamsche Courant 02 juli 1822114
Amsterdam, 30 juni. Den 21 juni zijn een groot aantal schepen van de rede van Elseneur gezeild, waaronder de volgende Nederlandse: VREDE EN VRIJHEID, kapt. F.A. Lammerts; EUROPA, kapt. IJ.F. de Boer, en ZAANDAM, K.K. Legen, van Nerva; WILLEM ANTHONIJ, kapt. B.J. d’Arnaud; NEPTUNUS (opm: NEPTHUNUS), kapt. H.J. Leeuw, en de VROUW CATHARINA, kapt. K.H. Wijkmeijer, van Elbing (opm: Elblag) naar Amsterdam; de EENDRAGT, kapt. A.L. Speelman, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Edam; de JONGE ELISABETH, kapt. R.C. Bloot, van Dantzig naar Havre, en de JUFVROUW BIBIANA, kapt. J.H. Uiling, van Memel (opm: Klaipeda) naar Port-à-Port (opm: Oporto); alsmede, zo men denkt, JACOBA, kapt. A.K. de Groot, van Dantzig naar Antwerpen, en de VROUW MARGINA, kapt. J.B. Bakker, van Neustadt naar Dronthem (opm: Trondheim); ofschoon het een westelijke wind en zeer stil was, waren meest alle de schepen de volgende ochtend uit het gezigt.