Familiegegevens en opleiding
Jan Rinjes de Boer werd geboren in 1819 te Norden als zoon van Rinje Heinke de Boer en Catharina Jans Bonn.
Hij trouwde met Tetje Christina Bonjer.
Hij overleed in op 09 november 1873 te Rotterdam. Hij was een neef van Ulrich Bonn - zie aldaar.064
Knipselcollectie Centraalbureau voor Genealogie te Den Haag
“Heden overleed plotseling, in den ouderdom van 53 jaren, mijn innig geliefde Echtgenoot, de Heer J.R. DE BOER, in leven Scheepsgezagvoerder, diep betreurd door mij, onze Kinderen en verdere betrekkingen.
Rotterdam, 10 November 1873 Wed. J.R. DE BOER Bonjer
Wegens buitelandsche betrekkingen eerst heden geplaatst.
NRC 15 november 1873
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.R.de Boer was met vlagnummer R105 in de periode 1847/48 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.R. de Boer met vlagnummer R105 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
jaar type naam last varend voor
1849, 1851, 1855 brik Henrica 127 J.J.Bonn te ’s Gravenhage
1858, 1859 bark Johanna Christina 375 J.Smit Cz te Alblasserdam
1862 t/m 1866 bark Graafstroom 392 J.Smit Cz te Alblasserdam
1867 bark Cornelia 375 J.Smit Cz te Alblasserdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.R. de Boer Johanna Christina 20 september 1859 19 november 1860
Hij was in 1849 gezagvoerder op de bark “Graafstroom” van reder Jan Smit Cz. Hij nam in januari 1857 het gezag over van Ger Hinrichs Ruhaak op het fregat “Zes Gezusters”eveneens van Jan Smit Cz. Hij verloor dit schip op de uitreis naar Batavia op 21 maart 1857 bij Sunderland aan de Engelse NO kust. Het schip werd verbrijzeld en de bemanning gered005.
Bouma025 vermeld J.R.de Boer als gezagvoerder gedurende:
-
1848 van de brik “Geertruida” ex Neerlands Kroonprinses”, gebouwd in 1826 te Rotterdam, 228 ton o.m., varend voor H.J.Bonn te Den Haag;
-
1849 t/m 1858 op de brik “Henrica”, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 241 ton o.m., varend voor J.Bonn te ’s Gravenhage;
-
1858 t/m 1861 op de bark “Johanna Christina”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 710 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
-
1862 t/m 1867 op de bark “Graafstroom”, gebouwd in 1858 te Alblasserdam, 600 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam;
-
1868 t/m 1872 op het 3/m schip “Cornelia”, gebouwd in 1867 te Alblasserdam, 1456 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam
en J.R.Boer (zonder de) van:
-
1857 op de bark “Zes Gezusters”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 695 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip strandde in maart 1857 bij Sunderland.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan. van Blokland-Visser064 het volgende:
Hij was van 1849 tot 1857 gezagvoerder op de bark “De Graafstroom”(1) van reder Jan Smit Cz en nam in januari 1857 de functie van gezagvoerder over van Gerd Hinrichs Ruhaak op de driemastbark “De Zes Gezusters” van Jan Smit Cz te Alblasserdam. Hij verloor het schip op de uitreis naar Batavia op 21 maart 1857 bij Sunderland aan de noordoost kust van Engeland. Het schip werd verbrijzeld en de bemanning gered.
In 1849 was hij gezagvoerder op het fregat “Cornelia” van reder Jan Smit Cz te Alblasserdam. Van zijn reis naar Batavia 1871/72 is de briefwisseling bewaard gebleven tussen hem en zijn patroon Jan Smit Cz.
Zierikzeesche Courant 02 april 1864
Te Brouwershaven is gearriveerd op 29 maart 1864 de “Graafstroom”, kapt. J.R. de Boer, komend van Batavia op weg naar Rotterdam. Als passagiers zijn aangebracht 2 gepasporteerde marine matrozen.