Inloggen
Gezagvoerder

Swart(Zwart), Lammert Claasen

Naam: Swart(Zwart), Lammert Claasen
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JUFFROUW MEES 1817 Schoenerkof Sailing Vessel 12545 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Lammert Claasen Swart werd geboren op Schiermonnikoog op 14 september 1777.

Hij was getrouwd met Aukje Jacobs Meyer, geboren te Schiermonnikoog op 14 september 1782 en overleden in juni 1851..

Lammert overleed in 1850003.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.K.Swart was in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 160 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag”008.

 

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 01-08 maart 1825 is gemeld dat Lammert Claaszen Zwart werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid. Hij was toen 47 jaar, woonde op Schiermonnikoog met als adres de secretaris van het college, voorgedragen door A.van den Abeele en met vlag nr.109023.

Lammert werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 september 1827.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 13 juni 1826 staat een verzoek van kapitein Lammert Claasz Swart, gezagvoerder van de Vrouw Aukje, om te worden toegelaten tot voortdurende deelneming (aan het Weldadig Zeemansfonds) zonder betaling van entreegeld. Dit verzoek wordt in de vergadering van 27 juli afgewezen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 november 1837 staat een verzoek om een uitkering op grond van art 92 van het Regelement door kapitein Lammert Clasen Swart. Dit verzoek wordt in de notulen dd 28 december 1837 gehonoreerd per 01 november “wegens behoefte en 60 Jarige Ouderdom.”042

Artikel 92 stelt: “Al wie de voortdurende Deelneming heeft , is geregtigd om uitkeering te vorderen, wanneer hij, den vollen ouderdom van 60 jaren bereikt hebbende, in behoeftige omstandigheden verkeert, en gedurende 10 jaren lang Deelnemer in het Fonds is geweest.”

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 september 1850 staat een verzoek van A.Meyer, de weduwe L.C.Swart om een uitkering, die haar in de vergadering van 31 oktober 1850 wordt toegekend met ingang van 01 november 1850.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 16 januari 1838 is vermeld dat aan kapitein L.C.Swart ingaande 01 november 1837 een uitkering is toegestaan023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      109                          1825          kof                  de Vrouw Aukje                                  geen opgave

                                        1826          kof                  de Vrouw Aukje                                  Bosscher & Bouman

                                     1827-1832    kof                  de Vrouw Aukje                                  geen opgave

                                        1833          geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1834-1835    sch.kof           Drie Gezusters                                     J.Kruijf te Westzaan

     63                           1836          sch.kof           Drie Gezusters                                     idem

                                     1837-1849    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt L.C.Swart als gezagvoerder gedurende:

*     1814 t/m 1838 van de “Vrouw Aukje”, gebouwd in 1806, bouwplaats niet vermeld, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Bosscher & Bouman te Amsterdam;

               Overlap met de volgende opgave.

*     1835 t/m 1839 van de sch.kof “Drie Gezusters”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 180 ton o.m., varend voor J.Kruyf te Westzaan.

 

Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a bevat monsterrollen met als gezagvoerder Lammert ( Claasen) Swart op de:

“Vr. Aukje”, dd 18 april 1814; 24 april 1815; 26 februari 1816; 25 februari 1817; 14 juli 1819; 22 maart 1820; 10 augustus 1821; 20 maart 1822; -1 mei 1823’; 04 sugustus 1824; 05 augustus 1824; 08 oktober 1825; 21 februari 1826; 27 juli 1826; 08 maart 1828; 30 maart 1830;

“Drie Gezusters:, dd 28 juli 1835; 29 oktober 1835.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 27 december 1814114

Amsterdam, den 25 December. Te Harlingen is met schade binnengeloopen het schip de VROUW AUKJE, kapt. L.K. Swart, van Bergen naar Dordrecht gedestineerd, den 7 dezer in het Vlie gearriveerd.

 

Rotterdamsche Courant 03 december 1816114

Amsterdam, 1 december. Te Medemblik is wegens ijsgang met enige schade binnengelopen het schip de VROUW AUKJE, kapt. L.K. Swart.

 

Rotterdamsche Courant 13 februari 1821114

Rotterdam, 12 februari. …..Van Rouaan is met onbepaalde destinatie alhier ter rede aangekomen het schip de VROUW AUKJE, kapt. L.C. Swart……

 

Rotterdamsche Courant 24 februari 1821114

Rotterdam, 23 februari. Van Vlissingen wordt van den 20 gemeld: sedert den 17 zijn alhier op de rede aangekomen de schepen de VROUW AUKJE, kapt. L.C. Swart, van Rouaan, op avontuur; DE VRIENDEN, T. Noster (opm: Nosten), van Port-au-Prince, deze moet quarantaine houden; de GEBROEDERS, J. van der Niet, en de VRIENDSCHAP, C.W. Sloff, van Havre-de-Grace naar Hamburg gedestineerd; de JEUNE PIERRE, J. Heije, van Londen naar Brussel bestemd. Voorts voor Antwerpen bestemd: de VROUW REINA, H. Koops, van Noirmoutier, STENTOR, T. Harris, van Soerabaija; de LEVRIER, J. Piebers, van de Marennes, en TELEMACHUS (opm: brik TELEMAQUE, thuishaven Gent), J.P. Kleijn, van Rio de Janeiro.

 

Zeeprotest XV1223

Een langdurige reis met veel hindernissen. Dat kan de conclusie zijn van de verklaring die de bemanning van het kofschip De Vrouw Aukje op 29 december 1814 aflegt voor de notaris in Harlingen 1). Het schip staat onder commando van de schipper Lammert Klases Swart 2) van Schiermonnikoog. Ook de bemanning komt voor een groot deel van dit eiland. Het zijn de stuurman Klaas Gerrits Swart 3) en de matrozen Teen Jans Teensma 4) en Jippe Jacobs Meijer 5). De derde matroos is Jan Hendriks Kuiper van Kielwindeweer. Verder is er nog een koksjongen aan boord, waarvan de naam niet is vermeld.

Al in de maand november is het kofschip geladen met stokvis in het Noorse Bergen, maar als men wil vertrekken is de wind tegen en moet men vijf dagen wachten voor men kan uitvaren. Op 1 december van het jaar 1814 heeft men de open zee bereikt en kan de koers naar Nederland worden gezet. Met variabele winden bereikt men in zes dagen het Vlie. De wind was zoo westlijk dat zij het (schip) niet boven Texel konden krijgen. Den zevenden dito resolveerden 6) zij met algemeen overleg om het Vlie binnen te gaan en alzoo hunne reis binnen door te vervorderen en te bespoedigen, omdat zij vreesden door de aanhoudende Zuid Weste stormen en het slegte weder weer geheel om de Noord te zullen geraken. Dan komen echter de problemen. De Vrouwe Aukje raakt achtereenvolgens vast op de Westwal, op de Oostwal en tenslotte loopt het ondanks de loods die aan boord is, vast op het Schuitzand. Er worden twee uit gebrachte ankers verspeeld. Aan een tweetal passerende vissers wordt betaald voor assistentie bij het zoeken naar de ankers ( fl. 5,50 en fl. 50,=). Eén van deze vindt een anker maar kan het door de toenemende wind niet aan boord van de Vrouw Aukje krijgen en zeilt door naar Harlingen. De dag daarop wordt dit anker alsnog aan boord gebracht. Door het vastlopen en de stormachtige winden is het schip ernstig beschadigd . Vermits hunne legplaats gevaarlijk was en zij voor grotere schadens bedugt waren en het niet mogelijk zijnde eene andere betere Reede te bekomen, resolveerden 6) zij algemeen om naar Harlingen op te zeilen. In de middag van 18 december 1814 loopt men Harlingen binnen. De reis van Bergen naar het Vlie duurde zes dagen. Door alle tegenspoed deed men er vervolgens elf dagen over om in Harlingen af te meren. Vanwege het weer kunnen de vissers pas twee dagen later weer naar het achtergebleven anker zoeren. Ze vissen de hele dag maar vinden niets. Uiteindelijk veronderstellen ze dat dit anker intussen door een ander is opgehaald. Ze ontvangen nog fl. 60,= omdat (ze) bij het slegte weder zeer veel moeite tot de weder krijging van de ankers hadden gedaan. Nu moet de schade aan het kofschip worden hersteld zonder hetwelk zij de reis naar de destinatie 7) niet konden vervorderen te meer nog daar door het stoten de naden zijn ontzet en men niet kan weten hoe het schip van onderen gesteld is.

Tenslotte wordt in de verklaring opgenomen dat de schipper per maand fl. 36,= verdient, de stuurman fl. 30,=, de drie matrozen verdienen ieder fl. 20 en de koksjongen fl. 10,= per maand.

  1. Tresoar, toegang 26, inventaris 49007, akte 585
  2. geboren te Schiermonnikoog 14 sept 1777, zie H.D. Teensma, Schiermonnikoger Geslachten pagina 258.
  3. Verm. is dit Klaas Gerrits Swart, ged. 17 apr 1740 te Schiermonnikoog, zie H.D. Teensma, pagina 258. Bij zijn overlijden in 1826 wordt hij oud-schipper genoemd. Gelet op zijn leeftijd in 1814 is het niet onmogelijk dat hij als stuurman bij zijn zoon heeft gevaren.
  4. geboren te Schiermonnikoog 10 nov 1787, zie H.D. Teensma, pagina 262
  5. Bedoeld is Jeppe J. Meyer, geboren te Schiermonnikoog 2 febr 1794, zie H.D. Teensma, pagina 224
  6. besloten; resolveren betekent in het Middel Nederlands Woordenboek: oplossen
  7. Bestemming

Kollum, november 2010

Pieter Fokkes Visser