Inloggen
Gezagvoerder

Schaap, Bernardus Janszoon

Naam: Schaap, Bernardus Janszoon
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JACOBUS DAVID 1871 Galjoot Sailing Vessel 9152 Bekijk schip
TITIA MARGARETHA 1858 Galjoot Sailing Vessel 15357 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Bernardus (Janszoon) Schaap werd op 2 september 1835 te Groningen geboren als zoon van de scheepskapitein Jan Luurts Schaap en Annegjen Luidolphi. Aangezien zijn moeder op 22 augustus 1849 in Memel overleed (en aldaar drie dagen later werd begraven) lijkt het redelijk te veronderstellen dat zijn vader, kapitein J.L.Schaap, vrouw en kind(eren) bij zich aan boord had. Zoon Bernardus had al vroeg ‘zeebenen’. Wij vinden hem in 1848 en 1849 als kajuitwachter a/b van de smak ‘Alida Elzelina’, en in 1853 als kok a/b van de galjoot ‘Jan Jacob’. Al die keren vaart hij bij zijn vader aan boord en zal ongetwijfeld veel van het varensberoep van zijn ouders hebben opgestoken.

Op 26 november 1857 werd te Groningen het huwelijk voltrokken tussen kapitein Bernardus Schaap en Mijna (Meina) Rasker. De bruid was op 5 oktober 1838 te Groningen geboren als telg uit een zeer bekend Groninger varensgeslacht. Zij was dochter van Albert Fredriks (Freerks) Rasker, kapitein/eigenaar van de tjalk “Berendina” en Berendtien Jans Bosschien/Bossien. Uit het huwelijk van Bernardus en Mijna werden tenminster 2 dochters en 2 zoons geboren .Mijna Rasker overleed op 06 juni 1903 in het Heiligengeestgasthuis te Groningen. Zoon A.B.Schaap, geboren op 13 oktober 1869 te Groningen, overleed te Groningen in februari 1837 als oud-inspecteur van de scheepvaart in het 3e district te Groningen en directeur van de N.V. Noord-Nederlandsche Scheepswerven te Haren. (Zie voor korte necrologie Weekblad Schuttevaer 13 februari 1937)

Na het overlijden van Mijna Rasker huwde kapitein Schaap op 68-jarige leeftijd op 14 april 1904 met Jantje Fegter, geboren te Groningen op 19 juli 1852 als dochter van de boerenknecht Siebo Fegter/Vegter en Jacobina Kalkema.

Bernardus overleed op 01 december 1908 te Groningen.

Aan het eind van zijn actieve zeemansloopbaan kocht Jacobus op 25 juni 1881 voor f 6376, - van de rustend Groninger schipper Johannes Coenraad Elzer de pramen “Hillechien”(28 ton), “de Vrouw Willempie”(39 ton) en de “Trientje Driessen”(39 ton). Hij bracht de scheepjes onder de namen “Zeldenrust 1”, Zeldenrust 2” en “Zeldenrust 3” in de vaart en verdiende zijn inkomen met de verhuur van deze lichters als binnenvaarders Met zijn schepen “Zeldenrust” vervoerde hij gier vanuit Groningen naar de veenkoloniën en compost terug naar Groningen Stad. Vanaf zijn 65ste genoot Bernardus van zijn pensioen.089 en 091.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Bernardus J.Schaap was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” onder de naam B.Schaap van 1858 t/m 1863 en B.J.Schaap van 1864 t/m 1883 met nummer 30.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Type / crew

Naam / naar

Bj / ton

Werf

kapitein

datum

Nr

rang

Mnd.

Gage

in fl.

Smak / 4

ALIDA ELZELINA / Londen

1845 / 64

Waterhuizen

J.L. Schaap

Groningen

23/02/1848

 

21/02/1849

23

 

20

Kajuits-wachter

Bij vader a/b

idem

Voor de kost

7

Galjoot / 4

JAN JACOB / Londen

1853 / 72

Groningen

J.L. Schaap

Groningen

07/05/1853

21

Kok

Bij vader a/b

16

Galjoot

TITIA MARGARETHA

 

 

Nieuwe naam:

BAREND BULSING

1858 / 87

Hoogkerk

2447Gron

1871

B.J. Schaap

Groningen

1858 / 1871

 

01/03/1871

 

 

Kapitein / eigenaar

Verkocht aan Bulsing en Ter Spill, Gron.

 

Galjoot

JACOBUS DAVID

1871 / 93

Groningen

B.J. Schaap

Groningen

1871 / 1882

 

1882

 

Kapitein / eigenaar.

Verkocht aan

K/E T.E. Egberts, Emden

 

Lichters

ZELDENRUST 1, 2, 3

 

divers

B.J. Schaap

1881 / 1900

 

1900

 

Schipper / eigenaar Verkoopt de schepen aan zijn zoon A.B. Schaap, Gron.

 

 

Bernard voer in 1848-1849 als kajuitswachter op de smak “Alida Elzelina” waarop zijn vader gezagvoervoerder was. Zijn verdiensten waren vrije kost en f 7,- per maand. In 1853 was hij kok op de galjoot “Jan Jacob”, wederom aan boord bij zijn vader en thans voor een gage van f 16,- per maand.

In 1858 werd Bernardus, kort na zijn huwelijk, al op 22-jarige leeftijd (!) kapitein/eigenaar van het in Hoogkerk gebouwde, 87 ton groot zijnde galjootschip “Titia Margaretha. Dat schip deed hij in 1871 over aan het cargadoorsbedrijf Bulsing & Ter Spill in Groningen, dat de galjoot herdoopte in “Barend Bulsing en in de vaart bracht met zetkapitein L.P.Jager.” Op 10 april 1871 liet Bernardus bij het kadaster te Groningen een bijlbrief inschrijven voor de galjoot “Jacobus David”. Het schip werd gebouwd op de voormalige “Noorderwerf”. Hij bevoer dat schip van 1871 tot 1882 voornamelijk de Noord- en Oostzee, maar ook naar zuidelijker havens zoals Napels en Genua. In 1880 voer “zetkapitein” B.Datema op het schip. Van het schip is in het Noordelijk Scheepvaartmuseum een olieverfschilderij uit 1880 aanwezig door de Duitse zeeschilder E.C.Larkke.

Gegevens ontleend aan een partiële Genealogie van Jan Jans Schaap en Schepen Schaap, verkregen via R.Mast te Delfzijl, dd 01 november 2006.

 

Bouma025 vermeldt B.J.Schaap als gezagvoerder gedurende:

  • * 1858 t/m 1871 van de galjoot “Titia Margaretha”, gebouwd in 1858 te Hoogkerk, 87 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip voer in 1872 voor Bulsing & Ter Spill te Groningen en was herdoopt in “Barend Bulsing”;

*   1872 t/m 1882 van de galjoot “Jacobus David”, gebouwd in 1871 te Groningen, 93 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

Overige bijzonderheden

In de rubriek “Zeetijdingen” van 08 december 1876 van de Provinciale Groninger Courant stond het bericht:

AMSTERDAM 6 Dec. Het schip Jacobus David, kapit B.J.Schaap,  van hier naar Ahuus en Calmar, te Lemvig binnengebragt, is in aanvaring geweest met het schip Gelie, kapit. Kuck, van Kotka te Brake gearriveerd. De equipage van eerstgenoemden bodem is op de Gelie overgesprongen en daarmede te Brake aangebragt.”

In dezelfde rubriek stond al op 02 december 1876 een wat uitgebreider verslag van deze ramp. Opvallend bij de gebeurtenis was, dat tijdens de aanzeiling de bemanning oversprong op de “Gelie”, maar dat de kapitein weer terugsprong en vervolgens het schip via de Limfjorf in Lemvig wist af te meren, In de Provinciale Groninger Courant van 22 maart 1877 staat in de rubriek Zeetijdingen een uitgebreid verslag van het toekennen van de gouden horloge aan de kapitein door de betrokken assurantiemaatschappij. Dit horloge is nog steeds in bezit van nazaten van kapitein Schaap zijnde Bernard Schaap te Veendam (c. 2001).

 

 

Schoenergaljoot “Jacobus David”

Een schilderij van de schoenergaljoot “Jacobus David” door de Duitse zeeschilder E.C.Larke, en geschilderd in opdracht van kapitein Bernardus Schaap, is aanwezig in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen089.