Inloggen
Gezagvoerder

Rottinghuis, Petrus Johannes

Naam: Rottinghuis, Petrus Johannes
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
SARA ELISABETH 1854 Schoenerbrig/Brigantijn Sailing Vessel 14621 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Hij werd geboren te Delfzijl in 14 november 1852 als zoon van Johannes Hermannus Rottinghuis en Elizabeth Meijer. Hij was de jongere broerr van kapitein Christiaan Gerharrdus Philippus Rottinghuis.

Petrus Johannes Rottinghuis trouwde op 23 februari 1881 te Delfzijl als scheepskapitein met Bouwgina Wolkammer, geboren te Farmsum op 26 juni 1858 als dochter van de scheepskapitein Albert Hindriks Wolkammer en Ida Waalkens. Na zijn overlijden hertrouwde Bouwgina op 11 december 1889 met kapitein Pieter Gransbergen die overleed op 04 februari 1901 te Farmsum.

Petrus Johannes Rottinghuis overleed op 20 oktober 1883 op de Noordzee nabij Havrig, Denemarken.allegroningers

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.J.Rottinghuis was effectief lid van het zeemanscollege de “Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 17 in de periode 1882 t/m 1884

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.(J).Rottinghuis als gezagvoerder gedurende:

*   1880 van de 2-mastschoener “Alida” ex Gerberdina, ex Jeannette Emilie, ex Sara Elisabeth, gebouwd in 1853 te Nieuwendam, 197 ton o.m., varend voor de wed. A.J.Smaal te Delfzijl. Het schip werd in 1881 herdoopt in “Johanna”;

*   1881 t/m 1883 op schoenerbrik “Johanna” ex Alida, ex Gerberdina & Jeannette Emilie, ex Sara Elisabeth, gebouwd in 1853 te Nieuwendam, 186 ton o.m., wederom voor de wed. A.J.Smaal te Delfzijl. Het schip is in 1883 bij Lemvig gestrand en wrak geraakt.

 

Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzzijl

Monsterrol 1867-8, 19 februari 1867, kof “Celeritas”, kapitein Hindrik F. van der Leest, 42 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hindrik S. Wortel, 45 jaar uit Delfzijl, kok, matroos, lichtmatroos en een scheepsjongen Petrus Rottinghuis, 14 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1867-57, 11 juli 1867, kof “Celeritas”, kapitein Hindrik F. van der Leest, 42 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Klaas Harms de Groot, 22 jaar uit Nieuwe Pekela, kok, 2 matrozen en een scheepsjongen Petrus Rottinghuis, 14 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1868-5, 28 februari 1868, kof “Cornelia”, kapitein Tjapke T. Leeuwe, 39 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Albert Munich, 29 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en de lichtmatroos Pieter Rottinghuis, 15 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1869-14, 08 maart 1869, kof “Johann Heinrich”, kapitein Albert E. de Jonge, 46 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Berend de Jonge, 31 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en de lichtmatroos Pieter Rottinghuis, 16 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1870-46, 03 mei 1870, schoener “Betje Pronk”, kapitein Johannes Pieters Vos, 47 jaar uit Delfzijl. Voorts kok, 2 matrozen en een lichtmatroos Pieter Rottinghuis, 17 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1872-65, 24 juni 1872, schoener “Geessien Schreuder”, kapitein Christiaan Mattheus Philippus Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts kok en de matroos Petrus Rottinghuis, 19 jaar uit Delfzijl;

Monsterrol 1873-22, 04 maart 1873, brik “Alberdina”, kapitein Augustinus Alberts Wolkammer, 22 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Klaas Jans Vos, 39 jaar uit Farmsum, bootsman, kok, 2 matrozen waaronder Pieter Rottinghuis, 20 jaar uit Delfzijl en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1874-135, 16 september 1874, brik “Sincerité”, kapitein Augustinus E. de Jonge, 39 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Hindrik Freese, 40 jaar uit Delfzijl, bootsman, kok, 3 matrozen waaronder Petrus Rottinghuis, 21 jaar uit Delfzijl en een lichtmatroos;

Monsterrol 1879-28, 02 april 1879, brik “Anne Betty”, kapitein Popko J.Deisz, 36 jaar uit Heveskes. Voorts 1ste stuurman Johannes Goëken, 38 jaar uit Noordbroek, 2de stuurman Petrus Rottinghuis, 26 jaar uit Delfzijl, kok, 3 matrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1880-37, 30 maart 1880, schip “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 27 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Frederik Kaizer, 25 jaar uit Veendam, 2 koks, matroos en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1880-69, 12 juni 1880, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 27 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Jan Holvast, 28 jaar uit Oude Pekela, kok, matroos, 2 lichtmatrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1881-12, 14 maart 1881, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Jan Holvast, 29 jaar uit Oude Pekela, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een scheepsjongen;

Monsterrol 1881-61, 17 juni 1881, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 28 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Arend Jager, 42 jaar uit Farmsum, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;

Monsterrol 1881-80, 01 augustus 1881, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 28 jaar uit Farmsum. Voorts 2 matrozen;

Monsterrol 1881-104, 10 september 1881, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts een kok en een matroos;

Monsterrol 1882-10, 01 maart 1882, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 28 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Albert Stukje, 30 jaar uit Farmsum, kok en 3 matrozen;

Monsterrol 1882-93, 03 juli 1882, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 29 jaar uit Farmsum. Voorts matroos en 3 lichtmatrozen;

Monsterrol 1882-119, 14 augustus 1882, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 29 jaar uit Delfzijl. Voorts een matroos en een lichtmatroos;

Monsterrol 1883-14, 05 maart 1883, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 30 jaar uit Farmsum. Voorts kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;

Monsterrol 1883-60, 21 juni 1883, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 30 jaar uit Farmsum. Voorts matroos en een lichtmatroos;

Monsterrol 1883-97, 05 september 1883, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, 30 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Menno Lutter, 49 jaar uit Appingedam, kok, 2 matrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1884-2, 17 januari 1884, schoener “Johanna”, kapitein Petrus Johannes Rottinghuis, geen leeftijd vermeld uit Delfzijl. Geen andere personen op de monsterrol.

Samenvatting van de monsterrollen

  1. Petrus Johannes wordt ook vermeld als Petrus en Pieter.
  2. Er zijn in totaal 22 monsterrollen met de naam van Petrus Rottinghuis op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen zijn afkomstig van het Gemeentearchief van Delfzijl.
  3. De monsterrollen zijn gedateerd van 1867 t/m 1884 met als leeftijden 14 t/m 30 jaar.
  4. Als woonplaats is genoemd Delfzijl/Farmsum.
  5. Het overzicht van de monsterrollen luidt:

       *     1867                      scheepsjongen op de kof “Celeritas, kapt. Hindrik F. van der Leest                 14 jaar

       *     1868                      lichtmatroos op de kof “Cornelia”, kapt. Tjapke T.Leeuwe                               15 jaar

       *     1869                      lichtmatroos op de kof “Johanna Heinrich”, kapt. Albert E. de Jonge              16 jaar

       *     1870                      lichtmatroos op de schoener “Betje Pronk”, kapt. Johannes P. Vos                          17 jaar

       *     1872                      matroos op de schoener “Geessien Schreuder”, kapt. Ch.M.P.Rottinghuis     19 jaar

       *     1873                      matroos op de brik “Alberdina”, kapt. Augustinus A. Wolkammer                         20 jaar

       *     1874                      matroos op de brik “Sincerité”, kapt. Augustinus E. de Jonge                           21 jaar

`      *     1879                      2de stuurman op de brik “Anne Betty”, kapt. Popko J.Deisz                               26 jaar

       *     1880-1883           kapitein op de schoener “Johanna”                                                                        27-30 jaar

 

Overige bijzonderheden

Provinciale Groninger Courant 07 februari 1893114

Advertentie. In den jare 1893, de 2e februari, ten verzoeke van:

  • Albert Augustinus Wolkammer, zonder beroep, wonende te Groningen, in hoedanigheid van voogd over de minderjarige Albert Augustinus Wolkammer, als zodanig bij voorraad benoemd door de kantonrechter te Appingedam op de 28e april 1882
  • Jacob Ritsema, olieslager, wonende te Appingedam, in hoedanigheid van toeziend voogd over voornoemde minderjarige, als zodanig bij voorraad benoemd door de kantonrechter te Appingedam op de 28e april 1882

Aan welke requiranten bij geregistreerde beschikking der Arrondissements-Rechtbank te Groningen de dato 30 december 1892 verlof is verleend tot het uitbrengen dezer derde openbare dagvaarding, heb ik Hero Hendrik Ettema, deurwaarder bij de Arrondissements-Rechtbank te Groningen, aldaar wonende, voor de derde maal gedagvaard:

  1. Augustinus Albert Wolkammer, zo voor zich als voor zover nodig tot sterking en bijstand zijner sub 2. gemelde echtgenote en als vader en wettelijk vertegenwoordiger zijner sub 3 en 4 genoemde kinderen,
  2. Grietje Siewke Ritsema, echtgenote van gedaagde sub 1 en voor zover nodig door deze te sterken en bij te staan
  3. Antje Augustinus Wolkammer,
  4. Sieuwke Augustinus Wolkammer,

de beide sub 3 en sub 4 genoemden vertegenwoordigd voor zoveel nodig door die sub 1, allen gewoond hebbende te Farmsum, doch wier tegenwoordige woon- of verblijfplaats is onbekend, mijn exploit doende door aanplakking van een afschrift aan de hoofddeur van de gehoorzaal van voormelde rechtbank en aan het gemeentehuis van Delfzijl, terwijl een derde afschrift door mij is overgegeven aan de ambtenaar van het openbaar ministerie bij meergenoemde rechtbank, die het oorspronkelijk met “gezien” heeft getekend, sprekende met zijne edelachtbare in persoon, en voorts dit exploit zal worden geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant en in de Provinciale Groninger Courant als aangewezen nieuwspapieren, om op vrijdag de 12e mei 1893, des voormiddags te 10 uur te verschijnen ter openbare terechtzitting der Arrondissements-Rechtbank te Groningen, ten einde:

Aangezien op de 17e september 1881 is vertrokken van Delfzijl met bestemming naar Sundsvall het te Farmsum te huis behorende driemast schoenerschip ALBERDINA, als kapitein gevoerd door de gedaagde sub 1, vader van bovengenoemde minderjarige.

Aangezien zich aan boord van genoemd schip mede bevonden de echtgenote van genoemde kapitein, de gedaagde sub 2, moeder van bovengenoemde minderjarige, en hun twee kinderen, de gedaagde sub 3, enige zuster, en de gedaagde sub 4, enige broeder van de minderjarige.

Aangezien genoemd schip de 23e september 1881 in het Skagerrak verlaten en in ontredderde staat is aangetroffen door het schoenerschip JOHANNA, kapt. P. Rottinghuis.

Aangezien sedert die tijd niets meer van de opvarenden van de ALBERDINA, noch van het wrak is vernomen, zodat als zeker mag worden beschouwd, dat gedaagden daar zijn omgekomen.

Aangezien eisers het van groot belang achten voor de minderjarige Albert Augustinus Wolkammer, dat er na drie vruchteloze openbare dagvaardingen rechtvermoeden van het overlijden van de gedaagden wordt uitgesproken, zulks sedert de 24e september 1881.

Aldaar en alsdan van hun aanwezen te doen blijken, zullende ingeval de gedaagden niet mochten verschijnen of iemand voor zich mochten doen verschijnen, zodat van hun aanwezen niet blijkt, voor de eisers q.q. worden geconcludeerd, dat hun daarvan moge worden verleend acte, en wijders voor eisers q.q. worden geconcludeerd, dat bij vonnis van voornoemde rechtbank zal worden verklaard, dat er rechtsvermoeden van der gedaagden overlijden bestaat, en zulks sedert de 24e september 1881.

Groningen, 2 februari 1893, H.H. Ettema, deurwaarder

(opm: bekort)