Inloggen
Gezagvoerder

Boeling, Jan Reinders

Naam: Boeling, Jan Reinders
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ALIDA 1844 Kof Sailing Vessel 13619 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Reinders Boeling werd geboren te Nieuwe Pekela als de zoon van de zeeman Reinder Jans Boeling en Swaantje Jacobs.

Hij trouwde te Nieuwe Pekela op 10 februari 1842 met Swaantje Klaassens Mulder, geboren te Nieuwe Pekela als dochter van de stelmaker Klaas Gerrits Mulder en Jantje Wijndelts de Grooth.

“Op 23 okt. 1852 is door mij, J.H.de Weerd, burgemeester en ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Nieuwe Pekela ontvangen een brief van Zijne Exellentie de Heer Minister van Marine van 19 okt. 1852, derde afdeling, nr. 127, daarmede overzendende twee overlijdensakten van de volgende inhoud: Extract uit het journaal gehouden aan boord van het Nederlands kofschip “Alida”, gevoerd door Jurgen Hindriks Piebes, voor wijlen Jan Reinderts Boeling, op een reis van Rouaan naar Danzig, liggende op dat moment voor Danzig. Op 24 juli 1852 overleed na een kortstondige ziekte, de gezagvoerder Jan Reinderts Boeling, oud 36 jaren, van Nieuwe Pekela.

Was getekend: J.Rozema, stuurman, J.Scholtens, kok, en J.H.Piebes, gezagvoerder.”115

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.B.Boeling (moet zijn J.R)als gezagvoerder gedurende:

1847 t/m 1852 van de kof “Alida”, gebouwd in 1844 te Groningen, 79 ton o.m., varend voor A.C.Limborg te Groningen.

 

Overige bijzonderheden

NRC, 03 maart 1852114

“Kapitein J.R.BOELING, van het Kofschip Alida, te huis behoorende te Pekel-A, de afzetting van het been, in het Stads Ziekenhuis aan den Coolsingel te Rotterdam, met het beste gevolg ondergaan hebbende en na eene verpleging van circa 13 weken, gisteren volkomen hersteld naar boord teruggekeerd, acht zich verpligt met allen lof te gewagen, van de gelukkig uitgevoerde Kunstbewerking en de uitmuntende goede zorg en behandeling, aldaar ondervonden, waarvoor hij bij deze aan de Directie, Beambten en alle goede Vrienden en Bekenden, die van hunnen belangstelling zoo ruimschoots bewijzen gegeven hebben, zijn opregte dankbaarheid betuigd en vooral hulde doet, aan het Edel Achtbaar Bestuur, dat een Gesticht heeft daargesteld, waar de Vreemdeling, zoo wel als ieder ander, zoo menschlievend en zorgvuldig behandeld wordt en dat tot wezenlijk nut en sieraad van Rotterdam kan strekken.

J.R.BOELING.