Inloggen
JAN PIETERSZOON KOEN - ID 9669


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1838-03-07 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1838
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Cornelis Smit, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1837-00-00
Launch Date: 1837-12-14
Delivery Date: 1838-02-27
Technical Data

Net Tonnage: 570.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 301.00 lasts (commercial)
 
Length 1: 34.90 Meters Registered
Beam: 6.99 Meters Registered
Depth: 5.26 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1838
Datum agenda: 1838-03-07
Register nr: 18380078
Scheepsnaam: JAN PIETERSZOON KOEN
Type: Bark
Lasten: 301
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Boissevain & Co., C.F.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Duyvenboden, P. van
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1838-02-27 JAN PIETERSZOON KOEN
Manager: Firma Boissevain & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Boissevain & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: voor de mede reders (zie onderaan blz.)

Date/Name Ship 1859-00-00 JAN PIETERSZOON KOEN
Manager: Franciscus Adrianus Das, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Franciscus Adrianus Das, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1860-00-00 JOSEPHINE
Manager: P. Landberg & Zoon, Batavia, Netherlands East Indies
Eigenaar: P. Landberg & Zoon, Batavia, Netherlands East Indies
Shareholder:
Homeport / Flag: Batavia / Netherlands East Indies

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

1838 - JAN PIETERSZOON KOEN.

ALLE EIGENAREN:
Cornelis Smit,  Alblasserdam, 1/4e deel
Boissevain c.s, Amsterdam, 3/4e deel

bijlage bij acte                                       3 van 1838, bark JAN PIETERSZOON KOEN

eigenaren per ultimo                            februari 1838:

firma Boissevain &Co., Amsterdam                     (boekhouders en 3/40e part)

Cornelis Smit, Alblasserdam                                (12/40e part)

W. van Heukelom, Amsterdam                            (2/40e part

firma Van Eeghen&Co., Amsterdam                    (2/40e part)

Mevr. M.E. Pauly, geboren Boissevain, Amsterdam (1/40e part)

Mr. J.E. Pauly, Amsterdam                                   (3/40e part)

K. Koopmans, Amsterdam                                    (2/40e part)

P. Huidekoper, Amsterdam                                  (1/40e part)

firma Schimmelpenninck & Kruimel, Amsterdam (2/40e part)

firma J.P. Gildemeester &Co., Amsterdam          (1/40e part)

firma Gebr. Boissevain, Amsterdam                    (2/40e part)

J.M. van Wijck, Amsterdam                                  (2/40e part)

Pieter van Duyvenbooden, Alblasserdam (kapitein en 2/40e part)

Mr. D.J. van Ewijck, Assen                                    (2/40e part)

Mr. J.H. Lisman, Leiden                                        (2/40e part)

Weduwe N. van Walree, geboren Van Lennep, Brummen (1/40e part)

ML / 020616

 

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Pieter Theunisz van Duijvenbooden(sic) werd te Katwijk gedoopt op 05/11 december 1808 als zoon van de koopvaardijkapitein en reder Teunis Gijsbertsz. van Duijvenbooden en Leuntje Pieterd Groen.

Hij trouwde te Katwijk op 13 februari 1828 met Antje Dirksd Langeveld geboren/gedoopt op 27/31 juli 1803 te Woubrugge als dochter van Dirk Ariesz. Langeveld en Adriana Gerrits van Staveren

Antje overleed te Katwijk aan Zee op 13 november 1885.

Pieter Teunisz overleed te Katwijk aan Zee op 30 juli 1867.

Zie ook: www.langelaer.nl

 

Uit: Gens Nostra, jg 69, p.357, 2014. Foto’s gemaakt door Johannes Goedeljee (1849-1921), fotograaf en tekenaar te Leiden

 

Hij was van 1828-1836 kapitein van de kof “Industrie”, van 1837-1842 van de 301 last metende bark “Jan Pietersz Koen” (waarin hij participeerde met 2 scheepsporties), van 1842-1850 op de 319 last metende bark “Van der Werff”, van 1850-1856 van de bark “Anton Reinhard Falk” en hij was ook nog gezagvoerder op de bark ”Azie”. In het Katwijks Museum bevindt zich een aquarel van D.A.Teupken sr. uit 1839 waarop de bark “Van der Werff”is afgebeeld054-033.

zie ook bij “Overige bijzonderheden”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.van Duyvenboode, adres J.D.Kuyper, werd met vlagnummer 376 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juni 1837 op voorspraak van kapitein B.J.Smeengh. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Jan Pieterszoon Koen"002.

In de Algemene Bestuursvergaderingen van het College Zeemanshoop van 30 mei/06 juni 1837 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter van Duyvenbode, oud 30 jaar, voerend de “Jan Pietersz Koen”, wonende te Katwijk aan Zee, en met adres Boissevain & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.J.Smeengh023.

 

  1. van Duivenbode was met vlagnummer R147 van 1828 t/m 1837 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslg 1837 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1837 zijn “lidmaatschap (heeft) laten te niet gaan”.

Is dit de P. van Duivenbode die ook lid van Zeemanshoop was? De lidmaatschapsperioden van beide colleges sluiten op elkaar aan.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

        376                       1837-1840                 fregat               Jan Pieterszoon Koen        Boissevain en Co

                                      1841-1849                 bark                  van der Werf                       idem

                                      1850-1853                 bark                  A.R.Falck                            idem

        129                            1854                       bark                  A.R.Falck                            idem

                                           1855                       geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt de volgende schepen onder gezag van kapitein P.van Duyvenbode:

*    het galjoen “Industrie” (gebouwd 1826, 127 ton o.m.) van 1820 t/m 1836 onder gezag van kapitein/eigenaar P.van Duyvenbode te Katwijk. Het schip komt in 1827 onder gezag van kapitein C.v.d.Plas. (deze opgave van 1820 kan niet goed zijn omdat Pieter toen pas 11-12 jaar was. Stond het schip onder commando van vader Teunis op diens reis naar Japan?);

*    de bark “Jan Pieterszoon Coen” (gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 563 ton o.m.) van 1838-1842 voor Boissevain & Co te Amsterdam;

*    de bark van der Werf” (gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 630 ton o.m.) van 1842 t/m 1850 voor Boissevain & Co te Amsterdam;

*    de bark “A.R.Falck” (gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 651 ton o.m.) van 1851-1857 voor Boissevain & Co te Amsterdam;

*    een kapitein van Duyvenbode op een schip de “Azie” wordt niet genoemd in Bouma.

 

Overige bijzonderheden

Pieter van Duyvenbode ("zich schrijvende van Duyvenboode") werd geboren te Katwijk aan Zee op 05 december 1808. Hij huwde met Antje Langeveld, geboren te Woubrugge op 27 juli 1803. Lid van WZF per 30 januari 1840. Bedankt per 1856003.

 

Pieter van Duyvenbode werd op 11 december 1808 te Katwijk gedoopt als zoon van Teunis Gijsz van Duijvenbode en Leuntje Groen. Vader Teunis was eveneens koopvaardijkapitein. Pieter huwde op 13 februari 1828 met Antje Langeveld (Woubrugge 22 juli 1803 - Katwijk 13 november 1885). Het echtpaar kreeg drie kinderen: Leuntje (in 1851 gehuwd met de kapitein Pieter Cornelis Rosier) (zie aldaar), Dirk (ook koopvaardijkapitein) (zie aldaar) en Adriaantje. Pieter overlijdt op 30 juli 1867

Pieter vaart al in 1820 mee met zijn vader Teunis naar Japan. “Teunis schijnt op deze reis een klein vermogen (ƒ 22.000) verdiend te hebben. In ieder geval kan hij, nadat hij zich definitief aan de wal vestigt, voor zijn zoon Pieter in 1827 een galjoot, “Industrie”, kopen.   Pieter vaart echter al eerder als kapitein, nl. vanaf 7 April 1826 op het kofschip “Industrie”. Hij is dan zeventien jaar. Hij maakt een reis naar Nerwa met een geheel Katwijkse bemanning van zeven koppen. Niet geheel duidelijk is of zijn vader nu het schip koopt waarmee hij al vaart of een ander schip. Tot in 1827 vaart Pieter veelvuldig op Liverpool”.

In 1837 wordt Pieter kapitein van de “Jan Pieterszoon Koen”, in dat jaar van stapel gelopen voor de rederij G.J.Boissevain. “Waarschijnlijk is Pieter van Duyvenbode als kapitein aangezocht via de scheepsbouwmeester Cornelis Smit…De kapitein is bezitter van tweeveertigste aandeel. Het barkschip van 310 gemeten last kost “vrij in zee” ƒ 124.542, zodat Pieters aandeel wel ƒ 6227 kost…. Pieter van Duyvenbode is zeer succesvol met dit schip, een snelle zeiler (de eerste reis gaat in 91 dagen). Hij weet over de eerste drie reizen een totale uitkering aan de rederij te bewerkstelligen van ƒ 114.000, al bijna de kostprijs van het schip.”  Zijn eigen verdiensten over deze eerste drie reizen van mei 1838 tot april 1841 zijn met ƒ 9.960 aan de magere kant, vanwege het ontbreken van passagiers en het niet verstrekken van premies door Boissevain. Uit de inventarislijst van de Jan Pieterszoon Koen blijkt dat de lading “professioneel stuurmansgoed” aan boord had, zoals chronometer, sextant, e.d., en dat dus voor die tijd moderne navigatie mogelijk was.

In 1841 gaat Pieter over naar de nieuwe bark “Van der Werff”. Zijn stuurman en zwager Buister van der Plas volgt hem als gezagvoerder op op de “Jan Pieterszoon Koen”. Pieter heeft 2/40 aandeel in de “van der Werff”. “Ook met dit schip zijn uitstekende zaken gedaan: na vijf reizen is het schip vrijgevaren. In de jaren 1841 tot 1849 onder van Duyvenbode, in zeven reizen naar Indië, levert het schip totaal ƒ 187.200 op”.

In 1849 ging Pieter over naar de “A.R.Falck”  (die tot dan toe onder gezag stond van L.A.J.Boulet - zie aldaar) Hij maakte in 5 jaar 5 reizen naar Indië, waarvan 4 voor de Nederlandsche Handel Maatschappij en een reis met kolen naar Singapore.  “Tijdens de laatste thuisreis overlijdt Pieters vader, Teunis van Duyvenbode. Bij het binnenlopen van het Nieuwediep stoot de “A.R.Falck” op de stil liggende “Magdalena” en veroorzaakt voor zo’n ƒ2.200 schade. Van Duyvenbode verklaart dan enige rust te willen nemen, nadat hij al dertig jaar als schipper gevaren heeft, waaronder achttien voor Boissevain. Hij beveelt zijn zoon Dirk tot opvolger aan.  (Het betreft hier vrij zeker de bark “Magdalena” onder kapitein A.P.Klein varend voor Gebr. Hartsen te Amsterdam) - Bouma025) Pieter van Duyvenbode volgt in de voetsporen van zijn vader en begint in Katwijk in 1858 een rederij met de aankoop van enkele bomschuiten. De boekhouder is de smid Gijs Verdoes. Pieter meldt zich dan af als lid van Zeemanshoop, na sinds 1837 lid geweest te zijn. Hij wordt in Katwijk nog regent van het Gasthuis en lid van de gemeenteraad. Bij zijn overlijden in 1867 laat hij anderhalf woonhuis met erf en enkele hectaren bouwland na. Zijn zoon Dirk en schoonzoon Piet Rosier besluiten na zijn overlijden hun leven aan de wal voort te zetten”.

Uit ladinslijsten in het rederijarchief van Boissevain is een indruk te krijgen van de lading naar en van Indië. Naast bulk- en stukgoederen vervoert Pieter van Duyvenbode ook passagiers, waaronder soldaten.

De bemanning, waarbij meestal een aantal Katwijkers, is Pieter doorgaans zeer trouw. “Zo komt hij bijv. in 1853 in Singapore aan, waar wegens besmettelijke ziekten en gebrek aan vers drinkwater en voedsel al veel volk gedrost is van de schepen, soms tot de helft van de bemanningen. Van zijn bemanning deserteert niemand. Als hij in 1855 besluit te stoppen gaan de Katwijkers met hem mee naar huis”.

Pieter van Duyvenbode was heer en meester op zijn schip….Boissevain sluit in 1854 een contract voor het vervoer van zes en tachtig vaten koolteer met de “A.R.Falck” van Nederland naar Indië. Pieter van Duyvenbode wil dit niet met zijn schip vervoeren en de koolteer staat dan ook niet op de ladingslijst van de uitgeleverde goederen in Java050.

 

In het GAA is met nr.216-225 aanwezig het logboek van de bark "A.R.Falck", kapitein P.van Duyvenbooden, bestemming Nederlands Oost-Indië, juli 1847-juni 1848.

 

In het Katwijks Museum in Katwijk aan Zee hangt een schilderij van Spin uit 1838 met de afbeelding van de “Jan Pieterszoon Coen” onder gezag van kapitein P.van Duyvenbooden. Het schip voert de nummervlag 376 van het college Zeemanshoop uit Amsterdam.

In de publikatie van van der Plas en Meijles054-181 staat bij kapitein Johannes Willem Verloop een fragmentafbeelding van de bark “Jan Pieterszoon Koen”, in c. 1850 geschilderd door J.Spin. Het schip draagt vlag 376 van Zeemanshoop en is dus van P.van Duijvenbo(o)den. (Ik weet niet of het hier hetzelfde schilderij betreft. De data 1838 en c.1850 kloppen niet met elkaar).

 

P.van Duyvenboden verzorgde per 04 maart 1839 vanuit Nieuwediep met de “Jan Pietersz Koen” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 10 juni 1837 na 98 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Duyvenbo(o)de, Pieter Teunisz van
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Buysert Leendersz van der Plas werd te Katwijk gedoopt op 11 september 1791 als zoon van Leendert Buysertsz van der Plas en Neeltje Dirksd Hoek. Hij trouwde in 1822 te Katwijk met Trijntje Dirksd Verdoes en overleed ter plaatse op 29 oktober 1869.

De publicatie bevat een portret van Buysert Leendertsz van der Plas en van de bark Joan Melchior Kemper (een Spin)054-127. Dit schip voert de nummervlag 537, dit is van kapitein J.C.Schaaf, die inderdaad in 1854 kapitein op dit schip was.

 

Foto (nr.58) beschikbaar van kapitein Buyser van der Plas047.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.van der Plas (adres: J.D.Kuyper te Amsterdam) werd met vlagnummer 583 effectief lid van Zeemanshoop per 11 mei 1841 op voorspraak van kapitein P.van Duyvenboode (zijn zwager). Zijn schip was de "Jan Pieters.Koen". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was van der Plas 47 jaar. Toegevoegd is “Lid tot voeren der Vlag” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 04/11 mei 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd B.van der Plas, oud 49 jaar, voerend de bark “Jan Pieterszoon Koen”, adres bij J.D.Kuyper te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.van Duyvenboode. Zijn vlagnummer werd 583. De toetreding was om het recht te krijgen de nummervlag te voeren “zijnde boven de Jaren om deel te nemen in het Fonds.” 023

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1841 staat een verzoek van C.B. van der Plas, die vraagt deelnemer te mogen worden, hoewel hij boven de jaren is. Ook wil hij graag effectief lid worden. Het Bestuur gaat accoord.042

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       583                        1841-1848     bark                 Jan Pieterszoon Koen                          Boissevain & Co

                                           1849           bark                 A.R.Falck                                              idem

                                      1850-1851     bark                 van der Werf                                         idem

                                      1852-1853     geen vermelding van schip en boekhouder

       251                        1854-1855     bark                 Joan Melchior Kemper                        Boisevain & Co

                                       1856-1868     geen vermelding van schip en boekhouder

 

“Bekend is dat hij in 1841 kapitein is op de bark Joan Melchior Kemper en 1842-1843 ingeschreven staat als gezagvoerder op de Jan Pieterszoon Koen. In B.S.Katwijk van 1844 vermeld als kapitein van de bark Jan Pieterszoon Koen, het N.A. Katwijk 1849 en 1850 vermeld hem als koopvaardij-kapitein, hij was van 1854-1856 gezagvoerder op de bark Joan Melchior Kemper.054-127

 

Bouma025 vermeldt B.van der Plas als gezagvoerder gedurende:

*    1842 t/m 1850 op de bark “Jan Pieterszoon Koen”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 563 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;

*    1850 op de bark “A.R.Falck”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 651 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;

*    1851 t/m 1853 op de bark “van der Werf”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 630 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;

*    1856 op de bark “Joan Melchior Kemper”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 423 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam; (hij kan dus in 1841 geen kapitein op dit schip zijn geweest - zie hiervoóór-, dat pas in 1853 werd gebouwd!. Bouma vermeldt maar één schip met deze naam).

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Plas, Buisert van der

Familiegegevens en opleiding

Johannes Willemsz. Verloop werd geboren te Katwijk op 27 december 1821 als zoon van Willem Thomasz. Verloop en Annetje Cornelisd. van der Bent.

Hij overleed ter plaatse op 09 december 1864.005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. Verloop was met vlagnummer R94 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. De publicatie bevat een afbeeldingen van Johannes Willemsz Verloop en van de bark Jan Pieterszoon Koen, zijnde een gouache door J.Spin uit c. 1850054-181. (de afbeelding van de Jan Pieterszoon Koen draagt het vlagnummer 376 van Zeemanshoop toebehorend aan Pieter Theunisz. van Duijvenbode - zie aldaar).

 

J.Verloop was met vlagnummer R94 in de periode 1855 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Aankomst en vertrek te Amsterdam

Naam kapitein                                         Naam schip                                  Vertrek                              Aankomst

J.Verloop                                                  Prins Hendrik                              01 november 1859          10 januari 1862

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J. Verloop met vlagnummer R94 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1855            van de bark “Jan Pietersz. Koen    ? last    varend voor Boissevain & Co te Amsterdam

*   1858            geen vermelding van schip en boekhouder

*   1859            van de bark “Prins Hendrik”         198 last   varend voor Kranenborg & Zonnen te Amsterdam

*   1862, 1863 van de bark “Prins Hendrik”         198 last   varend voor Kranenborg, Viëtor & Co te Amsterdam

 

Bouma025 vermeldt J.Verloop als gezagvoerder gedurende:

*   1852-1859 op de bark “Jan Pieterszoon Koen”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 563 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;

*   1860 t/m 1863 op de bark “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Groningen, 381 ton o.m., varend voor Kranenburg, Viëtor & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen;

*   1864-1866 op de bark “Fagel” ex Zeelust, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 595 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1851
Kapitein: Verloop, Johannes Willemsz

Familiegegevens en opleiding

Petrus Arnoldus Conradus Hugenholtz, Nederlands Hervormd, werd op 27 augustus 1842 als leerling aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam ingeschreven. Hij werd geboren te Vorden op 21 oktober 1828, zoon van Frederik Jacob Anthonie Hugenholtz, overleden en in leven Luitenant ter Zee 1ste Klasse, en Albarta Stoffelina Geertruida Bruinier, wonende te Zutphen in de Korte Hofstraat. Toeziend voogd was Petrus Arnoldus Coenradus Hugenholtz, predikant te Dokkum. "Het kostgeld is ontvangbaar bij Jonker Mr.C.Dedel, commissaris. Vanaf januari 1843 werden 3-maandelijkse rapporten opgemaakt in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts werden de volgende opmerkingen gemaakt:

28 februari 1844         "bekomt den Prijs voor voortdurend gehouden goed gedrag in de 2e classe, zijnde het Horologie uit het Fonds L.Zegers Veerckens".

01 juli 1844                 "aangenomen tot lidmaat der Nederl.Herv.Gemeente door Do Wunder".

06 februari 1845         "geplaatst als Jongen op het schip Susanna Christina Capt.Hoekstra naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦6,-".

01 augustus 1845       "Bekomt den Prijs voor de Meetkunde zijnde Callet  Table de logarithmes".

25 januari 1846          "terug van der reis met goed attest".

12 maart 1846            "geplaatst als ligtmatroos op het schip Susanna(sic) Capt.Hoekstra naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦10,-".

08 maart 1847            "terug van de reis met goed attest".

10 maart 1847            "eervol ontslagen"004(533/1983).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.A.C.Hugenholtz werd met nr.740 effectief lid van Zeemanshoop per 01 juni 1858 op voorpsraak van F.de Meester. Zijn schip was de "Jan Pieterszoon Koen"002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 25 mei/01 juni 1858 staat vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Petrus Arnoldus Coenradus Hugenholtz, oud 29 jaar, voerend de “Jan Pieterszoon Koen”, voor rekening van  F.A.Jas, op voordracht van kapitein T. de Meester.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        740                       1858-1860     bark                 Jan Pietersz Koen                                 F.A.Jas

                                      1861-1873     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

P.A.C.Hugenholtz                               Jan Pieterszoon Koen                               20 juni 1859            niet vermeld

 

Bouma025 vermeldt P.A.C.Hugenholtz als gezagvoerder gedurende:

*    1859 t/m 1860 van de bark “Jan Pieterszoon Coen”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 563 ton o.m., varend voor F.A.Jas te Amsterdam. Het schip werd in 1860 verkocht in Ned. Oost-Indië.

 

Overige bijzonderheden

Volgens monsterrol nr 1647 dd 22 juli 1854 in het Gemeentearchief van Dordrecht was P.A.C.Hugenholtz, oud 25 jaar, wonend te Warnsveld  voor een maandgage van f 50,- als 2e stuurman op  fregat “Biesbosch” onder kapitein J.H.Mugge voor J.B. ’t Hooft & F.C.Deking Dura te Dordrecht en vertrekt op 10 augustus 1854 uit Hellevoetsluis met 31 man via Cardiff naar San Francisco. Mee aan boord waren 6 matrozen uit Hongkong en 4 matrozen uit Soerabaya.

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg.1894, p.471 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij inzake een ongeval met het ss. Castor” onder kapitein J.R.Visser. Als commissielid wordt genoemd P.A.C.Hugenholtz.

 

 

Datum vanaf: 1858
Kapitein: Hugenholtz, Petrus Arnoldus Coenradus

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.Kuipers als gezagvoerder gedurende:

*    1849 van de tjalk (?) “Drie Gezusters”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd 1 keer te Harlingen geregistreerd komend van Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Kuipers, A.

Afbeeldingen


Omschrijving: JAN PIETERS ZOON KOEN. De ondertiteling van het schilderij luidt : JAN PIETERS ZOON KOEN van AMSTERDAM kapitein Buizert van der Plas. Deze kapitein had echter vlagnummer 583. Het getoonde vlagnummer (nummer 376) behoort bij kapitein P. van Duyvenboden,
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Teupken Sr., Dirk Antoon (1801-1845)
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: JAN PIETERSZOON KOEN. De ondertiteling van het schilderij luidt : JAN PIETERSZOON KOEN van AMSTERDAM kapitein P. van Duijvenboden 1889. Het jaar 1839 klinkt hier aannemelijker als verbetering van het eerste schilderij.
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Teupken Jr., Dirk Antoon (1828-1859)
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: JAN PIETERSZOON KOEN. De ondertiteling van het schilderij luidt : JAN PIETERSZOON KOEN van AMSTERDAM kapitein B. van der Plas 1845.
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie


1837

RC 161237             
Rotterdam, 15 december. Gisteren liep te Alblasserdam met het beste gevolg te water het barkschip JAN PIETERSZOON KOEN, groot circa 400 last, gebouwd bij de scheepsbouwmeester Corn. Smit. Deze bodem, onder de boekhouderij van de heren Boissevain en Co, te Amsterdam, zal gevoerd worden door kapitein P. van Duyvenbooden, en is bestemd voor de vaart op Oost-Indië.

1838

AH 270238            
Advertentie. Na wederopening der scheepvaart zal ten spoedigste naar Batavia vertrekken het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands tweedeks barkschip JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. P. van Duivenbooden, liggende te Rotterdam. Personen of familiën van deszelfs welingerichte kajuit wensende gebruik te maken of goederen te verschepen hebbende,gelieven zich in tijds aan te melden te Rotterdam bij Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen, en te Amsterdam bij F. der Kinderen, De Vries & Co. en Hoyman & Schuurman. (opm: eerste reis van dit nieuwe schip).
JC 250738              
Batavia, 21 juni. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. J. Parlevliet, met drie passagiers, vertrokken van Rotterdam de 22e april, de dito bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. P. van Duijvenbooden, vertrokken van Amsterdam de 22e april.

1840

JC 300940              
Te Samarang aangekomen schepen: De 20e september: (o.a.) bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. P. van Duijvenboden, van Soerabaija de 18e september.
JC 300940              
Van Samarang vertrokken schepen: De 22e september: bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. P. van Duijvenboden, naar Cheribon.
JC 300940              
Te Cheribon aangekomen schepen: De 24e september: bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. P. van Duijvenboden, van Bezoeki en Samarang de 14e september

1841

AH 170241            
Carga-lijsten Amsterdam: (o.a.) JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. P. van Duivenbooden, van Batavia met koffie, suiker en tin
AH 050541            
Advertentie. Voor passagiers en goederen naar Batavia. De 28e dezer maand zal in het Nieuwediep zeilree liggen het nieuw gekoperd tweedeks barkschip JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, hebbende goede inrichtingen voor passagiers. Personen of families voor de overtocht naar Java van deze bodem wensende gebruik te maken of iemand goederen derwaarts te verschepen hebbende, worden verzocht zich te adresseren bij de cargadoor Floris der Kinderen te Amsterdam.
JC 290941              
atavia, 26 september. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip DE MAASSTROOM, kapt. H. Schuth, met één passagier, vertrokken van Rotterdam de 18e juni, dito bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, vertrokken van Amsterdam de3e juni.

1842

AH 070442            
Carga-lijsten Amsterdam: JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, van Batavia met koffie, suiker, ruwe zijde, tin en bos bindrotting
AH 090542            
Advertentie. Naar Batavia, zal in de loop dezer maand van Amsterdam vertrekken: het Nederlands gekoperd tweedeks barkschip JAN PIETERZOON KOEN, kapt. B. van der Plas. Voor inlading van goederen, zo mede voor passagiers, waartoe hetzelve zeer goed is ingericht, vervoege men zich bij Floris der Kinderen & Zoon, cargadoors te Amsterdam.
JC 240942              
Batavia, 20 september. Heden zijn hier aangekomen (o.a.) de Nederlandse bark JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. B. van der Plas, vertrokken van Amsterdam de 29e mei,

1843

RC 040543             
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia, voor goederen en passagiers: (o.a.) Het Nederlands gekoperd barkschip JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas. Beide schepen om in de loop dezer maand te vertrekken. Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.
AH 040543            
Advertentie. Naar Batavia, zal in de loop dezer maand te Helvoetsluis zeilree liggen, het Nederlands gekoperd tweedeks barkschip JAN PIETERZOON KOEN, kapt. B. van der Plas. Personen of familie voor de overtocht naar Java van deze bodem wensen gebruik te maken, waartoe hetzelve bijzonder is ingericht of iemand derwaarts goederen te verschepen hebbende, worden verzocht zich te adresseren bij de cargadoors Floris der Kinderen & Zoon, te Amsterdam of Kuyper van Dam & Smeer, te Rotterdam.
JC 020943              
Scheepsberichten. Batavia. Aangekomen.29 augustus. Nederlands schip JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, vertrokken van Rotterdam de 18e mei

1844

AH 100444            
Advertentie. Het schip JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, zal spoedig naar Batavia vertrekken. Passagiers van deze gelegenheid gebruik wensende te maken, gelieven zich te vervoegen ten kantore van de heren Boissevain & Co. of van de cargadoors F. der Kinderen & Zoon te Amsterdam.
JC 140844              
Batavia, 11 augustus. Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip GENERAAL CHASSÉ, kapt. J. Pace, de17e juni van China vertrokken, het dito schip FANNY, kapt. C.W. Flens, de 1e mei van Amsterdam vertrokken, en de dito bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Haven,de 1e mei van Amsterdam vertrokken

1845

DC 150545             
Dordrecht, 14 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.) JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. B. van der Plas.
AH 190545            
Advertentie. Met het einde van de maand mei zal van Amsterdam naar Batavia vertrekken,het gekoperd tweedeks barkschip JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas; varende met een doctor. Voor passagiers en goederen te bevragen bij de reders Boissevain & Co., bij de cargadoors F. der Kinderen en Zoon, of bij de kapitein aan boord, in het Oosterdok.
JC 200945              
Batavia, 18 september. De 16e dezer zijn hier aangekomen (o.a.) het Nederlandse schip JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, vertrokken van Amsterdam de 12e juni

1846

NRC 240346          
Amsterdam, 23 maart. Kapt. Van der Plas, voerende het barkschip JAN PIETERSZOON KOEN, van Batavia naar Amsterdam, meldt van St. Helena in dato 30 januari 1846, dat hij bij Kaap Agulhas gedurende zeven etmaal met zware stormen was belopen geworden,waardoor hij de blinde ra, logieskap, een gedeelte van het galjoen en de verschansing had verloren en de kleine boot tot behoud van de bezaansmast had moeten wegkappen. Een zware stortzee had het roer ontramponneerd. Hij zoude de schade herstellen en dacht in enige dagen daarmede gereed te zijn
JC 071046              
Batavia, 4 oktober. De 2e dezer is hier aangekomen de Nederlandse bark JAN PIETERSZ.KOEN, kapt. B. van der Plas, vertrokken van Amsterdam de 14e juni.

1847

AH 080647            
Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 25 schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.) JAN PIETERSZ KOEN, kapt. B. van der Plas;
JC 231047              
Batavia, 19 oktober. Heden zijn hier aangekomen (o.a.) het Nederlandse bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. B. van der Plas, met een passagier, de 29e juni vertrokken van Amsterdam

1849

NRC 220149          
Batavia, 25 november. Scheepsvrachten. Bovendien werd nog door de Factorij (opm: der Ned. Handel Maatschappij )gecharterd de ANNA EN ELIZE en de DUIVELAND voor een lading suiker en tabak,respectievelijk tot NLG 95 en NLG 120 per last zonder meer, en heeft de JAN PIETERSZKOEN heden nog van diversen lading bekomen tot NLG 95 voor suiker, NLG 90 voor rijst,NLG 85 voor koffij en NLG 125 voor tabak.
DC 050749             
Door de Nederlandse Handel Maatschappij zijn bevracht de volgende schepen:Voor Amsterdam: (o.a.) JAN PIETERSZ. KOEN
JC 241149              
Batavia, 22 november. De 19e dezer zijn hier aangekomen het Nederlandse schip MINERVA, kapt. J.A. Boven, de 5 augustus vertrokken van Middelburg, het dito schip DOGGERSBANK, kapt. P.J. Kerkhoven, de 3e augustus vertrokken van Amsterdam, de dito bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. L. van der Plas, de 21e juli vertrokken van Amsterdam.

1851

NRC 170451          
Batavia, 24 februari. Vrachten. In het begin der maand bedong men voor de JAN PIETERSZKOEN NLG 90 voor suiker, en andere artikelen in evenredigheid,

1852

NRC 210352          
Rotterdam, 20 maart. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 22 schepen als: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.) JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. J. Verloop

1854

OHC 030254          
Scheepstijdingen. Amsterdam, 2 februari. Den 28ste oktober (1853) te Melbourne binnengekomen: JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. Verloop, van Liverpool
NRC 290454          
Batavia, 10 maart. Scheepsvrachten. Door gebrek aan genoegzame produkten kunnen alle aangekomen particuliere schepen geen lading bekomen en zijn dus de vrachten wederom gedaald. Thans liggen nog zonder bestemming de Nederlandse schepen VIER GEBROEDERS, JACOB CATS, JAVAAN, JAN PIETERSZ. KOEN, LEWE VAN NIJENSTEIN, en RESIDENT VAN SON.
NRC 140554          
Batavia, 27 maart. Scheepsvrachten. Van vrachtzoekende schepen hadden weder enige arrivementen (opm: aankomsten) plaats, en valt daaromtrent het volgende te zeggen. De JAN PIETERSZOON KOEN en JACOB CATS werden genomen voor een reis van Akyab naar Cowes om order, en verder naar Nederland GBP 5.5, andere havens van het continent GBP 5.12/6, Engeland GBP 5.15.

1855

NRC 300655          
Rotterdam, 29 juni. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.) JAN PIETERSZ. KOEN, kapt. J. Verloop

1857

NRC 020657          
Batavia, 11 april. Vrachten. JAN PIETERSZ. KOEN is tijdelijk voor de kustvaart geëmploieerd,
NRC 021057          
Batavia, 10 augustus. Scheepsvrachten. Gedurende de laatste maand hebben de volgende bevrachtingen plaats gehad: JAN PIETERSZOON KOEN NLG 105 voor koffij en suiker naar Amsterdam, op de kust te laden.

1858

NRC 060458          
Advertentie. F. der Kinderen, J. Corver, H.J. Rietveld, A. Roos, G.J. Boelen en W. Bakker Bz, makelaars, zullen op maandag de 19e april 1858, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, ten overstaan van de notaris J.B. van Houten, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ verkopen: een extra welbezeild, gekoperd en kopervast Barkschip, genaamd JAN PIETERSZOON KOEN, varende onder Nederlandse vlag en gevoerd door kapt. J. Verloop, volgens Nederlandse meetbrief lang 35 el 18 duim, wijd 7 el 7 duim, hol 5 el 13 duim (opm: 35,18 x 7,07 x 5,13 m.), en alzo gemeten op 567 ton of 299 lasten. Dit schip is het laatst door de Nederlandsche Handel Maatschappij bevracht binnengekomen de 22e juni 1856. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars of bij de cargadoors Floris der Kinderen & Zoon. (Opm. Andere lengte en breedte maten dan in de bijlbrief)
NRC 180558          
Rotterdam, 17 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 30 schepen, als: (o.a.) Voor Amsterdam: (o.a.)  JAN PIETERSZOONKOEN, kapt. N.N.

1860

NRC 150360          
Batavia, 23 januari. Vrachten. Met kustreizen zijn nog bezig: WELVAART, IJSSEL, DERKINA TITIA, HELMERS, JANPIETERSZOON KOEN.
JB 260560              
Advertentie. Te koop het Nederlandse barkschip JAN PIETERSZOON KOEN, liggende ter rede Batavia, thans nog gevoerd door kapt. P.A.C. Hugenholtz, groot 563 tonnen, en ladende ongeveer 11.000 picols. Het schip is voorzien van een ruime en goed geconditioneerde inventaris van zeilen, ankers en kettingen en is dagelijks door gegadigden te bezichtigen. Nadere informatiën bij de heren Schimmelpennick & Co te Soerabaija, bij de heren Dorrepaal & Co te Samarang en bij de gezagvoerder alhier, dan wel bij de agenten Haageren Schuurman.
NRC 060860          
Batavia, 7 juni. Vrachten. WATERLOO, JAN PIETERSZOON KOEN en de ELEANOR (Eng.) zijn te koop aangeboden.
NRC 130860           Batavia, 23 juni. Vrachten. Deze bleven zich flink soutineren (opm: handhaven). Met het oog op de nieuwe producten die spoedig zullen binnenkomen, en de vraag naar scheepsruimte, is vooreerst geen teruggang te verwachten. Sedert het vertrek der jongste mail vinden de volgende Nederlandse schepen emplooi: JAN PIETERSZOON KOEN, in lading naar China, vrachtprijs geheim.
JB 141160              
Advertentie. De voor de vendutie van 5 december a.s. geannonceerde verkoop van het Nederlandse schip JAN PIETERSZOON KOEN zal geen voortgang vinden. De agenten Haager & Schuurman (opm: uit de hand verkocht, naam behouden, en op 27 november onder dezelfde naam, nu kapt. A.A. de Jong, van Batavia naar Soerabaija vertrokken)
NRC 291260          
Batavia, 14 november. De Nederlandse ULYSSES doet kustreizen. JAN PIETERSZOON KOEN wordt te koop aangeboden.

1861

NRC 130161          
Batavia, 27 november. Het Nederlandse schip JAN PIETERSZ. KOEN (opm: bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. P.A.C. Hugenholtz, zie JB 260560) is met de inventaris uit de hand verkocht voor NLG 21.000 (opm: gekocht door Landberg, Batavia, nieuwe naam JOSEPHINE).
JB 270361              
Lijst van Nederlandse schepen, in het tweede semester 1860 uit de grote vaart geraakt: JAN PIETERSZOON KOEN - kapt. P.A.C.Hugenholtz – 297 - Te Batavia verkocht (opm: aan lokaalhandelshuis, zie NRC 210161)
JB 180561              
De 9e mei j.l. is van Soerabaija naar Batavia vertrokken de bark JAN PIETERSZOON KOEN,kapt. A. Kuipers, thans hernaamd JOSEPHINE.

1862

NRC 270562          
Batavia, 14 april. Vrachten. Sedert ons vorig bericht ondergingen vrachten geen verbetering,hetgeen is toe te schrijven aan de geringe voorraad van producten en het aanzienlijk aantal schepen, welke disponibel zijn. Door het Gouvernement werden vier schepen ingehuurd voorde overvoer van zout van Bangkok naar Sumanap. Het Nederlands-Indische schip JOSEPHINE werd door het Gouvernement gecharterd voorde bovengenoemde overvoer van zout à NLG 1,99 per pikol.

1863

JB 130563         
Vertrokken Schepen van Batavia. 10 mei o.a. Nederlands Indische bark JOSEPHINE, kapt. A. Kuipers naar Singapore.

 

Hierna geen treffers meer gevonden.

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1838 – no. 3

BIJLBRIEF Jan Pieterszoon Koen

plaats en datum acte Alblasserdam, 13 februari 1838

type schip barkschip

kapitein

Bouwwerf Cornelis Smit, scheepsbouwmeester te Alblasserdam,
op werf getekend No. 248

Eigenaar Cornelis Smit Alblasserdam, 1/4e deel
Boissevain c.s, Amsterdam, 3/4e deel

te voeren door kapt. L. van Duyvenbooden

grootte in tonnen 301 lasten

tuigage / aantal dekken 2 dekken

afmetingen 34,90 x 6,99 x 5,26 m hol

kiellegging 1837

tewaterlating 1838

plaats / nr van registratie Amsterdam, deel 35 folio 12 verso vak 7

datum registratie 27 februari 1838

notaris

prijs

bijzonderheden gekoperd
scheepsmeter Du Moulin, Dordrecht

Naam JAN PIETERSZOON KOEN
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1838.3

deel VII, foto 2 – 21,22
CEDULE

Naam schip JAN PIETERSZOON KOEN

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 28 februari 1838

type schip bark

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. Pieter van Duyvenbooden, mede-eigenaar

grootte in tonnen 301 lasten of 570 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten en twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Alblasserdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 28 februari 1838

nummer registratie deel 35, folio 16. verso, vak 2

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip werd gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren en ligt thans nog te Alblasserdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Charles Faber Boissevain voor zijn firma Boissevain & Co. en namens de in de bijlage genoemde mede-eigenaren.

1838.03.07 Eerste zeebrief voor een bark JAN PIETERSZOON KOEN, kapt. P. van Duyvenboden

researcher/datum research: ML / 020616



bijlage bij acte 3 van 1838, bark JAN PIETERSZOON KOEN
eigenaren per ultimo februari 1838:

firma Boissevain & Co., Amsterdam (boekhouders en 3/40e part)
Cornelis Smit, Alblasserdam (12/40e part)
W. van Heukelom, Amsterdam (2/40e part
firma Van Eeghen & Co., Amsterdam (2/40e part)
Mevr. M.E. Pauly, geboren Boissevain, Amsterdam (1/40e part)
Mr. J.E. Pauly, Amsterdam (3/40e part)
K. Koopmans, Amsterdam (2/40e part)
P. Huidekoper, Amsterdam (1/40e part)
firma Schimmelpenninck & Kruimel, Amsterdam (2/40e part)
firma J.P. Gildemeester & Co., Amsterdam (1/40e part)
firma Gebr. Boissevain, Amsterdam (2/40e part)
J.M. van Wijck, Amsterdam (2/40e part)
Pieter van Duyvenbooden, Alblasserdam (kapitein en 2/40e part)
Mr. D.J. van Ewijck, Assen (2/40e part)
Mr. J.H. Lisman, Leiden (2/40e part)
Weduwe N. van Walree, geboren Van Lennep, Brummen (1/40e part)

ML / 020616

Naam JAN PIETERSZOON KOEN
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3181-1858.15

DVD XIII- 68

ACTE KOOP/VERKOOP en CEDULE

Naam schip JAN PIETERSZOON KOEN

plaats en datum acte onderhandse verkoop/koop, Amsterdam, 22 mei 1858

type schip bark

bouwwerf/verkoper Frederic François Groen, scheepsbouwmeester te Amsterdam

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Franciscus Adrianus Jas, reder te Amsterdam, en anderen
te voeren door kapt. P.A.C. Hugenholtz

grootte in tonnen 299 lasten of 567 tonnen (meetbrief Kinderdijk, 26 juni 1855)

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen 35,18 x 7,07 x 5,13 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Amsterdam, 7 juni 1858

nummer van registratie deel 66, folio 114, verso, vak 1.

notaris

prijs NLG. 18.450,-

Bijzonderheden: het schip is gebouwd te Alblasserdam
De kopende eigenaren waren: F.A. Jas, Amsterdam (boekhouder en 4/20e part), J.F. ter Bruggen Hugenholtz, Dockum (6/20e part), P.A.C. Hugenholtz, Dockum (1/20e part), firma de Vries & Co., Amsterdam (2/20e part), F.F. Groen, Amsterdam (4/20e part), G.L. Hassley, te ?, (1/20e part), vrouwe Van Heeckeren van Walars te Zutphen (1/20e part) en Mej. I. Memelinck te ? (1/20e part).
De eedsaflegging ter verkrijging zeebrief had plaats op 9 juni 1858. De voorgaande zeebrief dateerde van 5 juli 1855, nummer 598.


researcher/datum research: ML / 091108

Naam JAN PIETERSZOON KOEN
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1858
Toegang 198
Inventaris 3181

Bronnen

Jaar: 1838
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: BIJLBRIEF: archiefnummer 5074 – 1420 – 1838 – no. 3

Jaar: 1838
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 5074.1417.1838.3 - deel VII, foto 2 – 21,22