Familiegegevens en opleiding

H.C. werd op 04.04.1844 geboren te Amsterdam als z.v. Hinrich Carl Haacke (kapitein) en Hendrika Henken.

H.C. (27) (zeeman) trouwde te Amsterdam op 19.10.1871 met Geertruij Jong (23) – geb. te A’dam – d.v. Albert Jong (timmerman) en Geertruij Minne.

H.C. overleed op 03.12.1913 te Amsterdam (69). – Overlijdensbericht in A.H. 04-12-1913.

 Opleiding

H.C. werd op 28 aug. 1858 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam. Na het behalen van enige prijzen tijdens de 2-jarige opleiding, werd hij als jongen geplaatst op 02.11.1860 op het schip ALCYONE, kapt. Haacke, naar Batavia, gage 8 gulden/maand. Op de tweede reis op hetzelfde schip op 04.03.1862 geplaatst als lichtmatroos, kapt. Haacke, naar Soerabaja. Op 09.01.1863 terug van de reis met goed attest.H.V

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Hinrich Carl Haacke (adres Buiten Bantammerstraat) werd met nr.870 effectief lid van Zeemanshoop per 12 september 1871 op voorspraak van E.Sanders. Zijn schip was de Bellatrix⁰⁰². Ten tijde van de inschrijving was Haacke 27 jaar^002a.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 05/12 september 1871 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Hinrich Carl Haacke, oud 27 jaar, voerend de bark “Bellatrix”, voor rekening van  van Eeghen & C^o te Amsterdam, op voordracht van kapitein E.Sanders.⁰²³.

 

H.C.Haacke J^r was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1871-(minstens) 1912 met vlagnummer 870.

 

H.C.Haacke was van 1893-1912 bestuurslid van het College Zeemanshoop⁰¹⁹.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1873 besluit het Bestuur de medailleuitreiking aan de heren H.C.Haacke J^r, J.R.Lusink en J.R.Brouwer plaats te doen vinden op 06 mei 1873 in de Algemene Vergadering.⁰⁴².

Vermoedelijk gaat het hier om medailles voor goed bijgehouden scheepsjournalen.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart⁰⁰¹:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       870                        1871-1872     bark                 Bellatrix                               van Eeghen & C^o te Amsterdam

                                      1873-1881     fregat               Amstel                                 idem

                                      1882-1912     geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt H.C.Haacke als gezagvoerder van/in:

*    1871 t/m 1873 van de bark “Bellatrix”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 499 ton o.m., varend voor van Eeghen & C^o te Amsterdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Duitsland.

             Volgens Verhoeff⁰⁸⁶ werd  het schip in 1873 verkocht naar Duitsland met behoud van de naam.

Gezien de uitkering aan H.C.Haacke in 1871 moet daarna sprake zijn van H.C.Haacke J^r

*    1874 t/m 1882 van het composiet fregat “Amstel”, gebouwd in 1873 te Amsterdam, 1420 ton o.m., varend voor van Eeghen & C^o te Amsterdam

 

Overige bijzonderheden

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 20 mei 1873 staat vermeld: “Tenslotte wordt  door den Voorzitter onder gepaste en warme bewoordingen aan de Heeren kapiteins J.R.Lusink, H.C.Haacke J^r en J.R.Brouwer uitgereikt de Gouden Medaille hun door de Association Scientifique de France toegekend, welke toespraak door kapt. Brouwer met een woord van dankzegging wordt beantwoord.”⁰²³.

 

A.Brugmans 1872  Feestrede bij de herdenking van het vijftigjarig bestaan van het collegie “Zeemanshoop”.

Amsterdam, Erven H.van Munster & Zⁿ, 31 pp. GAA Toegang 957 nummer 005.

“Het was eene geniale en heilzame gedachte, welke de scheeps-journalen deed verzamelen, om de waarnemingen op het groote bevaarbare element opgedaan, tot resultaten te brengen en die, door uitloving van eermetaal voor de volledigste opteekeningen, aan te moedigen. Zeemanshoop heeft van wege de Regeering, de vereerende taak op zich genomen, die medailjes uit te reiken, waarvan niet weinig aan leden van ons Collegie werden toegekend. Even vóór deze feestviering ontving ons bestuur nog de gouden eerepenningen voor de kapiteins C.A.Trappen en P.C.Rozier (sic) door de Association Scientifique de France toegekend en het berigt, dat ook de kapiteins K.C.Haacke (sic), J.R.Brouwer, beide leden van Zeemanshoop, mitsgaders kapt. J.R.Lusing, zoodanige bekrooning hadden te verwachten.”

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg.13, p.86, 1891 staat vermeld de samenstelling voor 1891 van de rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen. Daarin is opgenomen als plaatsvervangende lid H.C.Haacke, oud-gezagvoerder in de grote vaart te Amsterdam. Idem als plaatsvervangend lid in 1892. (‘De Zee”, Jg.14. p.84) en als lid in 1893 (“De Zee”. Jg.15. p.73).

 De Tijd 26-03-1907
Ereteken voor schippers, enz.
Bij Koninklijk besluit van 23 maart 1907 is ingesteld, ter gelegenheid van de herdenking van de geboorte voor driehonderd jaren van Michiel Adriaanszoon de Ruyter, luitenant-admiraal-generaal van Holland en West-Friesland, geboren te Vlissingen, de 24e maart 1607, een ereteken voor schippers, stuurlieden en verdere leden der bemanning van koopvaardij- en vissersschepen en andere personen, die zich door verdienstelijke daden voor de Nederlandsche scheepvaart hebben onderscheiden. Bedoeld ereteken is toegekend: in goud, aan de heren:  H. C. Haacke, oud-gezagvoerder ter koopvaardij, thans lid van de raad van tucht voor de koopvaardij; enz.

AH 07-12-1913

Zaterdagmiddag werd op de begraafplaats „Zorgvliet" onder grote belangstelling het stoffelijk overschot van de heer H. C. Haacke, oud-gezagvoerder ter koopvaardij, ter aarde besteld, waarmede een van die kranige figuren uit de koopvaardijwereld ten grave is gedaald, waarop onze zeevarende natie trots moge zijn. Hinrich Carl Haacke werd de 4e April 1844 te Amsterdam geboren uit een geslacht van zeekapiteins. Reeds als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te dezer stede onderscheidde hij zich als zeer begaafd en behaalde verscheidene prijzen. In 1880 aanvaardde hij zijn eerste zeereis met de „Alcyone" en deed in 1869 zijn eerste reis als gezagvoerder op de „Bellatrix" en heeft nadien tot 1882 als gezagvoerder gevaren, voornamelijk voor de rederij Van Eeghen & Co., voor welk kantoor hij het laatst het compositie-driemanschip „De Amstel" commandeerde. Gedurende zijn varenstijd was Haacke algemeen bekend als een zeer bekwaam en bemind gezagvoerder en heeft hij in die tijd meermalen een onderscheiding verkregen voor zijn meteorologische journalen. In 1882 zei hij het varen vaarwel en is daarna, — tot 2 jaren geleden, toen een ernstige ziekte hem het verder werken belette — in verschillende functies voor de zeevaart werkzaam gebleven. Zo was hij scheepsexpert voor de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren, bestuurslid van het College „Zeemanshoop", lid van de Commissie tet het examineren van stuurlieden, lid van de Raad van Tucht, lid van de Vereeniging tot doorvoer van landverhuizers, enz., in welke comités hij altijd met veel toewijding heeft gewerkt. 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.J.Outgers als gezagvoerder gedurende:

*    1883 t/m 1884 van het composiet fregat “Amstel”, gebouwd in 1873 te Amsterdam, 1420 ton o.m., varend voor van Eeghen & C^o te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

T.Koster was van 1885-1889 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam⁰⁵².

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt T.Koster als gezagvoerder gedurende:

*    1885 van het composiet fregat “Amstel”, gebouwd in 1873 te Amsterdam, 1420 ton o.m., varend voor van Eeghen & C^o te Amsterdam;

*    1886 t/m 1894 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip werd in 1894 verkocht naar Noorwegen onder de naam van “Louise”.

 

Overige bijzonderheden

Bericht van Ton Pronker september 2009

Hallo Sikko,

In een 1921 tijdschrift (Het Schip) kwam ik een bericht tegen dat de goede oude bark “Amstel” op haar oude dag nog als tankschip op de Yangtze Kiang gevaren heeft. En dat voor een composiet schip (houten huid op ijzeren spanten)!! Het lijkt me dat je aan 3/m Comp “Amstel” 1873 onder Course/Verloop het volgende moet toevoegen:

Vanaf 1885 in de interinsulaire vaart in Nederlandsch Indië onder de naam “Barendine Osiria” (Ned. Indische vlag en reeders te Batavia, vandaar dat ze onder die naam niet in Bouma kwam) tot na 1903. Later in China onder de naam “Chin Pu”. In 1921 omgebouwd tot tankschip voor de vaart op de Yangtze Kiang rivier. Ze is dus meer dan 36 jaar oud geworden en dat voor een composietschip! (Overigens de beroemde “Cutty Sark” is ook een composiet schip en zij was 53 jaar op zee, voor ze een trainingship op een mooring en later een museumschip in droogdok werd).

Overigens kun je bij 3/m in Bouma een vraagteken zetten. Wel was ze gebouwd als fregat (3 mast schip), maar reeds na één reis werd zij gereduceerd tot bark en als bark was zij altijd bek

Bericht verzonden naar Lindenborn en ger Mulder

 

Dag Sikko,

Bedankt!

De BARENDINE OSIRIA, eigendom van Van Taalinger & Co, te Batavia, is later door haar kapitein J. Velthuis gekocht, en daarna nog door P. Landberg & Zoon, Batavia, bekende reders in Indie. Landberg had het schip in 1918 nog in bezit en toen voer ze dus nog onder Nederlandse vlag. Er was iets met dat schip gedurende de 1^e wereldoorlog, maar kan het niet vinden in de Hoogendijk. Ze staat als BARENDINE OSIRIA nog steeds in Lloyds Register 1918/1919, daarna vind ik haar niet meer onder die naam. Ik moet dus daarvoor de lloyd’s Casualty Returns van 1918 en later doorlopen. Zal ik eens doen, maar mij ontbreekt daarvoor nu even de tijd.

Ik heb Het Schip 1921 ook, en zal proberen het artikel te vinden. Het zou mij niet verbazen, als ze pas in 1920/1921 tot Chinees tankschip is verbouwd en misschien zelfs wel met voortstuwing. Er werden in die jaren vreemde dingen met oude zeilschepen gedaan. Zie de ADRIANA, die in 1908 in Brazilie was afgekeurd, en in 1918/19 nog voortstuwing heeft gekregen en onder Braziliaanse vlag een reis naar Europa maakte (andere naam, uiteraard)

Het is jammer, dat Bouma de schepen in Ned.Indie niet heeft opgenomen. Menig Nederlands zeilschip, daar afgekeurd, heeft nog vele jaren onder dezelfde of andere naam in Indie gevaren, in bijv. de hout- of zoutvaart.

Groet,

Marien Lindenborn  oktober 2008