Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.J.Delclisur werd met vlagnummer 716 effectief lid van Zeemanshoop per 19 mei 1857 op voorspraak van P.J.Feynt. Zijn schip was de "Jacoba Cornelia"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12/19 mei 1857 is vermeld dat tot lid voor de vlag is voorgedragen/benoemd Antonius Johannis Delclisur, oud 45 jaar, voerend het fregat “Jacoba Cornelia Clasina”, voor rekening van H.Rietveld. adres bij L.Delclisur, Prinsengracht CC 552 te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.J.Feynt.023.
A.J.Delclisur was met vlagnummer R282 in de periode 1850 t/m 1862 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 10 oktober 1871 staat vermeld een mededeling van de secretaris: “Dat bij testament van wijlen den Heer A.J.Delclisur aan het Collegie Zeemanshoop is gelegateerd de somma van f 500,- vrij van alle kosten, belasting, enz.”023.
In het Jaarverslag 1862 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1862 bedankte als lid voor de vlag. Hij was dus kennelijk alleen vlaggelid en mocht de collegevlag voeren, maar had geen rechten op een uitkering. Merkwaardig is dat hij in de beschikbare ledenlijsten (ook bij de Jaarverslagen) niet als vlaggelid, maar als effectief lid staat geboekt. Voorts staat hij in de ledenlijsten in Sweijs021 vermeld t/m jaargang 1865058. Ik acht de opgaven in de Jaarverslagen betrouwbaarder dan die in Sweijs en neem dus 1862 als laatste lidmaatschapsjaar aan.058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
716 1857-1862 fregat Jacoba Cornelia Clasina H.J.Rietveld
1863-1870 geen opgave van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein A.J.Delclisur met vlagnummer R282 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 1855 bark “Jan van Brakel” 258 last varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam
* 1858, 1859 fregat “Jacoba Cornelia Clasina” 379 last varend voor H.Rietveld te Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.J.Delclisur Jacoba Cornelia Clasina 22 juni 1861 26 juli 1862
Bouma025 vermeldt A.J.Delcliseur als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1856 van de bark “Jan van Brakel, gebouwd in 1850 te Capelle aan de IJswsel, 488 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam;
* 1857 t/m 1863 van het 3/m schip “Jacoba Cornelia Clasina”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 717 ton o.m., varend voor H.Rierveld te Amsterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Engeland.
Overige bijzonderheden
Op 10 september 1849 werd op zijn werf (i.c. van Pieter Bakhuizen) de kiel gelegd voor een bark die als bouwnummer 1 zou worden geboekstaafd. De Rotterdamsche Courant getuigde: Op de werf van de scheepsbouwmeester P. Bakhuyzen te Cappelle op d’IJssel werd de kiel gelegd voor een barkschip, genaamd Jan van Brakel, groot 270 á 280 lasten, voor rekening eener reederij, onder boekhouderschap der Heeren Pistorius en Bicker Caarten te Rotterdam, gevoerd zullende worden door Kapt A.J. Delclisur en bestemd voor de vaart op Oost-Indië, zijnde dit het eerste schip dat op die werf gebouwd zal worden. 22 Juni 1850 was volgens de Rotterdamsche Courant een ware feestdag voor de naburige gemeente van Cappelle op d’IJssel, daar des namiddags ten 4 ure met het beste gevolg op de scheepstimmerwerf van P. Bakhuyzen te water werd gelaten het barkschip ‘Jan van Brakel’. De toejuichingen der talrijk zamengevloeide menigte vergezelden in zijne vaart het schip, dat het eerste is hetwelk op deze werf gebouwd werd, en den bouwmeester in alle deelen tot eer verstrekt. Bakhuizen nam een 2/64 aandeel in deze bark. Inmiddels was op 17 oktober 1849 op de tweede helling van dezelfde werf reeds de kiel gelegd voor bouwnummer 2, opnieuw een bark. Dit schip, hetwelk zal gevoerd worden door kapitein David Forbes Browning, en varen zal onder het boekhouderschap van de Heeren Reuchlin, Moll en Dutilh, werd op 2 april 1851 als de ‘Hoop van Capelle’ aan haar element toevertrouwd.
e-mail 19 augustus 2005 van Ger Mulder te Capelle aan de IJssel
Familiegegevens en opleiding
NRC 11 mei 1859114
Advertentie. Heden overleed tot mijn diepe droefheid, na een kortstondige doch hevige ziekte mijn lieve echtgenoot J.L. van Waning, in leven gezagvoerder van het barkschip BREDERODE, mij in zwangere toestand met nog twee jeugdige kinderen achterlatende, te jong om hun verlies te beseffen.
Rotterdam, 9 mei 1859 B.S. Buurman, weduwe van Waning
Enige kennisgeving.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.van Waning was was met vlagnummer R183 in 1856 en J.L.van Waning in de periode 1856 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Ik neem aan dat dit dezelfde personen zijn058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van het College tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1859 is overleden. In hetzelfde Jaarverslag staat in de rekening van Ontvangst en uitgaaf dat zijn weduwe voor 7½ maand een uitkering heeft ontvangen van f 113,85 voor haar en 3 kinderen. Hieruit is te concluderen dat kapitein van Waning c. half mei 1859 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1858 van het College staat kapitein J.L. van Waning met vlagnummer R183 in de ledenlijst als gezagvoerder van de bark “Brederode”, 312 last, varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt J.L.van Waning als gezagvoerder gedurende:
* 1857 van de bark “Jan van Brakel”, gebouwd in 1850 te Capelle aan de IJssel, 488 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam;
* 1858 t/m 1859 van de bark “Brederode”, gebouwd in 1855 te Hendrik Ido Ambacht, 589 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Op 04 januari 1858 vertrok uit Brouwershaven de bark "Brederode" van rederij Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam en arriveerde op 12 april 1858 te Batavia na een reis van 97 dagen026(38/162).
VERMOEDELIJK VERHEY
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Verweij Bz als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1861 van de bark “Jan van Brakel”, gebouwd in 1850 te Capelle aan de IJssel, 488 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam. Het schip voer in 1862 voor J.van Delft Cz te Overschie en was herdoopt in “Helena”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Johannes Arnoldus van Winkel werd geboren op 09 januari 1833 te Rotterdam. Hij woonde te Rotterdam en behaalde op 31 oktober 1857 het diploma 2e stuurman voor de grote vaart en op 30 april 1859 het diploma voor 1e stuurman058.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A. van Winkel was met vlagnummer R80 in de periode 1861 t/m 1862 effectief lid en van 1863 t/m 1870 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.A. van Winkel met vlagnummer R80 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1863 t/m 1867 van de bark “Francina Willemina” 303 last voor C.& H. Looijaard te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.A. van Winkel als gezagvoerder gedurende:
* 1862 van de bark “Helena” ex Jan van Brakel, gebouwd in 1850 te Capelle aan de IJssel, 497 ton o.m., varend voor J. van Delft Cz te Overschie;
* 1864 t/m 1869 van de bark “Francina Willemine”, ex Alcor, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 573 ton o.m., varend voor C.& H.Looijaard te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door J.A. van Winkel.104.
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Petrus Dil werd geboren op 14 augustus 1826 te Utrecht. Hij woonde eerst te Utrecht en later te Rotterdam o.a. aan de Zwarte Paardelaan Wijk 15 Nr. 638 (nieuw nr. 94).
Hij was gehuwd met Susanne Magdalena Coronels, geboren 18 september 1839 te Leiden, Luthers005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.P.Dil was met vlagnummer R27 in de periode 1864 t/m 1870 lid van het Rotterdamse zeemanscollge Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein H.P.Dil/Dill met vlagnummer R27 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1864, 1865 van de bark “Helena” 263 last varend voor J. van Delft te Delft
* 1866, 1867 van de bark “Helena” 263 last varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam
Bouma025 vermeldt H.P.Dill als gezagvoerder gedurende:
* 1863 t/m 1866 van de bark “Helena” ex Jan van Brakel, gebouwd in 1850 te Capelle aan de IJssel, 497 ton o.m., varend voor J. van Delft Cz te Overschie;
* 1867 t/m 1868 van hetzelfde schip maar nu varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam;
* 1869 van het 3/mschip “Johannes Lodewijk”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 756 ton o.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip voer in 1870 voor J.Vroege te Alblasserdam en was herdoopt in “Jonge Jan”;
* 1871 t/m 1873 van het fregat “Honingbij”, gebouwd in 1856 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
Zeeuwsche Zierikzeesche Courant 02 januari 1864
Gearriveerd te Brouwershaven op 29 december 1863 de “Helena” van kapitein H.P.Dil, komend van Batavia met berstemming Schiedam.
Familiegegevens en opleiding
Jeppe Teensen Teensma werd geboren op Schiermonnikoog op 19 januari 1820 als zoon van Teen Jeppes Teensma en Trijntje Cornelis de Jong.
Hij trouwde op 13 juli 1848 te Schiermonnikoog als schipper met Janke Eltjes Vil, geboren op 07 oktober 1822 te Schiermonnikoog als dochter van Eltje Cornelis Vil en Wiegeltje Hendriks Donema. Zij overleed te Schiermonnikoog op 13 mei 1862.
Hij trouwde voor de tweede maal op 06 september 1865 als scheepsgezagvoerder met Janke Jacobus Mellema, geboren te Schiermonnikoog op 24 april 1837 als dochter van Jacobus Theunis Mellema en Willemtje Willems Stachouwer. Zij overleed op 12 december 1870 te Schiermonnikoog.
Hij trouwde voor de derde keer op 15 januari 1874 te Schiermonnikoog met Catharina Geertruida Feyes, geboren op 28 september 1848 te Schiermonnikoog als dochter Feye Remts Feyes en Lotje Theunis Hitman. Catharina overleed op 28 februari 1896 te Den Helder op de Binnenhaven nr. 3
Jeppe overleed in Den Helder op 27 mei 1895 op de Binnenhaven nr. 3. Hij was toen “hotelhouder”.
Portretten van Jeppe Teens Teensma en Catharina Geertruida Feijes staan op p. 128 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.T.Teensma staat in de ledenlijsten met vlagnummer 70 in de periode 1863 t/m 1895 geregistreerd als lid van het Schiermonnikoogse zeemanscollege “De Herkenning”. Als einddatum van lidmaatschap is in de ledenlijst 1900 vermeld, maar dit moet een vergissing zijn.
Hij was met vlagnummer 15 in de periode 1877 t/m 1893 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.T.Teensma als gezagvoerder gedurende:
* 1863 t/m 1868 van de galjoot “Charlotte”, gebouwd in 1863 bij R.J.Vos te Delfzijl, 130 ton, varend voor B.W.Kaars Sijpesteyn te Krommenie;
* 1869 t/m 1881 van de bark “Helena” ex Jan van Brakel, gebouwd in 1850 bij P.Bakhuyzen te Capelle aan de IJssel, 497 ton, varend voor P.A. v/d Drift te Alkmaar. 03 mei 1881: “Kooper M. van Neck te Nieuwediep thans genaamd Kijkduin.” (Sweys);
* 1883 t/m 1890 van de bark “Concordia”, ex Twee Cornelissen, gebouwd in 1855 bij C.Smit te Alblasserdam, 742 ton, varend voor W.Smit te Purmerend. Het schip werd in 1890 verkocht aan J.N.Prins om te slopen. (Sweys).
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
J.T.Teensma Helena geen melding 27 juli 1868
Helena 06 augustus 1868 geen melding
Overige bijzonderheden
bark HELENA, kapitein Jeppe Teens Teensma, vlag nummer 70 van het college De Herkenning van Schiermonnikoog
olieverf (1877), in goede staat, gemaakt door Teen G.G. Feninga, particulier bezit
foto gemaakt door G. Mast, Noardkromp 28, 9051 MS Stiens (058 2575046) bij de antiquair Heeren van Bronckhorst te Bronkhorst.
Een afbeelding staat ook op p. 129 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Datum vanaf: |
1868 |
Kapitein: |
Teensma, Jeppe Teensz |
College: |
De Herkenning, Schiermonnikoog |
Vlagnummer: |
70 |
Overige informatie: |
Geboren 19-10-1820 te Schiermonnikoog
overleden 1896 te Den Helder |
Familiegegevens en opleiding
Marten Ritsma werd geboren op Schiermonnikoog op 16 februari 1847 als zoon van Foppe Wiebes Ritsma en Trijntje Martens Vil.
Hij trouwde te Schiermonnikoog op 14 november 1875 als gezagvoerder met Betje Fokkes Wiersma, geboren op 06 januari 1850 te Schiermonnikoog als dochter van Fokke Johannes Wiersma en Matje Fokkes Wiersma. Betje overleed te Amsterdam op 21 april 1906 ’s morgens half zeven.
Marten hertrouwde op 08 oktober 1918, als caféhouder op de leeftijd van 71 jaar, met Susanna Hillegonda Beijers, 46 jaar, geboren te Winkel op 09 juni 1872 namiddags 04 uur te Lutjewinkel als dochter van Arie Beijers (wagenmaker) en Margaretha Veen. Bij de huwelijksakte “is tevens overgelegd eene geneeskundige verklaring waaruit blijkt, dat de bruidegom wegens ziekte verhinderd is, zich ter voltrekking van zijn huwelijk naar het huis der gemeente te begeven.” De akte besluit met “zijnde dit huwelijk voltrokken in het huis staande Oude Zijds Voorburgwal nummer honderd een en tachtig alhier.”
Marten overleed op 17 november 1918 te Amsterdam, dus slechts een kleine zes weken na zijn tweede huwelijk.
Susanna Beijers werd op 30 januari 1919 ingeschreven als inwoner van Velsen en keerde op 01 juli 1920 weer terug naar de 2e Oosterparkstraat in Amsterdam. Op 19 augustus 1920 hertrouwde zij te Amsterdam met Pieter Cupido, geboren te Terschelling op 19 september 1865 als zoon van Sipke Pieters Cupido (koopvaardijkapitein) en Maamke Reltjes de Zeeuw. Het echtpaar vestigde zich 02 september 1920 te Velsen. Het gezin woonde in de Annastraat 5 te Velsen. Pieter Cupido overleed in Velsen op 20 februari 1925. In het Bevolkingsregister van Velsen staat dat Susanna een invaliditeitsrente ontvangt.
Na de dood van Pieter Cupido belandde Susanne in Drachten, waar zij op 09 juni 1943 staat geregistreerd op de Stationsweg 149 en later Vogelzang 6. Op 08 februari 1946 vestigde zij zich te Opsterland met adres Beetsterzwaag 121. Een paar maanden later, op 08 augustus 1946 woonde zij te Tietjerksteradeel, adres Bergum 401. Op 09 december 1846 verhuisde zij voor de laatste maal naar de Zwaanstraat 7 in Beverwijk, alwaar zij op 30 januari 1965 overleed.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Ritsma was met vlagnummer 38 in de periode 1882 t/m 1906 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Hij was met vlagnummer 38 in de periode 1880 t/m 1893 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt M.Ritsma als gezagvoerder gedurende:
* 1879 t/m 1881 van de schoenerbrik “Dolphijn” ex Skjold, gebouwd in 1869 te Drammen, 190 ton, varend voor M.van Neck te Nieuwediep;
* 1882 t/m 1887 van de bark “Kijkduin”, ex Helena, ex Jan van Brakel, gebouwd in 1850 bij P.Bakhuysen te Capelle aan de IJssel, 455 ton, varend voor M. van Neck te Nieuwediep. Het schip werd in 1887 verkocht voor de sloop (Bouma);
* 1888 t/m 1889 van de bark “Mercurius” ex Mercur, gebouwd in 1854 te Quebec, 547 ton, varend voor M.van Neck te Nieuwediep. Het schip werd in 1889 gesloopt (Bouma);
* 1890 t/m 1894 van de 3-mastschoener “Adelaar”, ex Allegro, gebouwd in 1859 bij E.Zieske te Stettin, 301 ton, varend voor M.van Neck te Nieuwediep. Het schip werd in 1894 verkocht aan de rederij Kranenburg te Midwolda;
* 1901 van het ijzeren stoomschip “Cyclops”, gebouwd in 1880 bij Scott & Co te Greenock, 2108 ton, varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Oceaan” te Amsterdam. Het schip werd in 1901 voor £ 4.250,- verkocht in Genua.
In de jaren 1902/1903 staat in de Staat der Nederlandsche Zeemacht en Koopvaardij geen kapitein Ritsma meer vermeld.
Overige bijzonderheden
13 maart 1894
Harlingen:
Het thans alhier liggende driemastschoenerschip, de Adelaar, laatst bevaren door kapitein Ritsma, is uit de hand verkocht (prijs geheim) aan de heer N. Kranenborg te Midwolda. Het schip zal bevaren worden door kapitein Middel.
(De Adelaar (ex-Allegro) werd in 1850 gebouwd in het buitenland, in Stettin (het vroegere Szczecin) in Polen. In 1883 kocht M. van Neck te Nieuwediep de driemastschoener. In 1903 strandde het schip bij Warnemünde en werd verkocht
Bron: www grotezeilvaart.nl
NRC 14 maart 1894
Harlingen, 13 maart. Het alhier in winterlaag liggende Nederlandse driemast schoenerschip ADELAAR, in eigendom toebehoord hebbende aan de heer M. van Neck te Nieuwediep (opm: laatst bevaren door kapt. M. Ritsma), is uit de hand verkocht tot geheime prijs aan de heer N. Kranenborg te Midwolda, en zal bevaren worden door kapt. H. Middel.
De Dorpsbode 39(14):1985.Bijdrage 22 veronderstelt dat kapitein Ritsma in de periode 1894-1901 als stuurman op stoomschepen heeft gevaren.
In het kasboek van het pensioenfonds “Goede Voorzorg” wordt in 1908 een “straf” geboekt van 25 cent. Dit duidt op een honorair deelnemerschap van het Fonds.
Dagblad Scheepvaart 22 februari 1902
Op 20 februari is te Genua aangekomen het s.s. CYCLOPS. (opm: eerste zeetijding na verkoop van dit Nederlandse schip)
|