Familiegegevens en opleiding
Steven van Delden werd geboren te Deventer op 05 mei 1801 als zoon van Albertus van Delden en Philippina Henriette Westenenk. Hij trouwde op 22 oktober 1828 te Rotterdam met Geertruy Johanna de Jong, geboren 01 april 1805 te Rotterdam als dochter van Johannes de Jong, scheepsbouwmeester, en Geertruy Johanna Peereboom005.
Steven overleed op 02 november 1859 te Deventer, 58 jaar, directeur van een stoombootmaatschappij.
Steeven van Delden uit Deventer werd op 08 december 1814 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004-529/1195. Volgens de attestatie nr. 1195 werd hij gedoopt op 05 mei 1801 als zoon van A.van Delden uit Deventer, doopsgezind, en Philippina Hendrika Westenenk uit Deventer, gereformeerd. Beide ouders waren bij de inschrijving nog in leven en woonden in Deventer. Steeven was toe 13½ jaar, 5 voet/4 duim lang en gevaccineerd.
Iedere 3 maanden werd een voortgangsrapport opgesteld waarin o.a.:
"1 jan 1815 3/m rappot nog niet van te zeggen
1 april (1815) ... Kt(kent) het gebruik van de kompassen ...
21 may 1815 bij de eng. meester ...
27 septb 1815) bij den constapel ...
1 jan 1816 ... Kt miswijzing kompas en hoog en laag water ...
22 mei 1816 geplt als ligtmatroos op het schip de jonge Ypeus (d.i. volgens 011 Ipeius of Eperus) Captn H.H.de Weerth na Petersburg
31 aug 1816 terug van de reise met goede attestatie
1 octob 1816 heeft op zijne reise weinig vergeten en is bezig zich verder te bekwamen ...
22 aug 1817 geplt als ligtmatroos op het schip de Venus Captn Dirk Kraayer na Cadix ...
5 aug 1817 heeft den eereprijs behaalt als de meestgevorderde in het scheepswerk en denzelven, zijnde een kijker bekomen
27 decemb 1817 terug van de reise met goede attestatie
7 jan 1818 provisioneel blijven
25 maart 1818 ontslagen met honorabele attestatie en certificaat van vrijstelling van de nat.militie afgegeven".
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.van Delden, adres van Delden en Vissering op de Gelderse kade hoek Smitsteeg, werd met vlagnummer 357 effectief lid van Zeemanshoop per 28 augustus 1832 op voorspraak van P.S.Matzen. Zijn schip was de "Cornelia Henriette"002.
In de Algemene Vergaderingen van 21/28 augustus 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Steven van Delden Albsz, oud 35 jaar, wonende te Rotterdam, voerend het schip Ribble onder directie van de heren James Clegg Brother te Rotterdam, met als adres J.van Delden Az op de N.Z.Voorburgwal over de Armsteeg 113 te Amsterdam, op verzoek van kapitein J.A.de Haas op voordracht van kapitein P.S.Matzen. Hij kreeg vlagnummer 357023.
Steven van Delden was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 31 augustus 1834. Hij bedankte als lid van Zeemansfonds in 1840
Steven van Delden was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1832 t/m 1840 met de vlagnummers 357 (1832 t/m 1836) en 245 (1836 t/m 1840).
- van Delden was met vlagnummer R75 in de periode 1826 t/m 1847/8 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Daar de ledenlijsten uit de periode 1820 t/m 1825 ontbreken is het mogelijk dat hij in één van de jaren uit deze periode tot de Maatschappij is toegetreden058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 november 1859 wordt het overlijden gemeld van kapitein S. van Delden.042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 13 december 1859 staat een bericht door A. van Delden, die het overlijden meldt van oud-koopvaardijkapitein S. van Delden.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
357 1832-1833 fregat Ribble James Clegg Brother te Rotterdam
1834 geen opgave van schip en boekhouder
1835 bark Java's Welvaren B.W.van Straten
245 1836-1838 bark Java's Welvaren idem
1839-1843 geen opgave van schip en boekhouder
1844-1846 bark de Roompot M.C. de Crane en Zn te Zierikzee
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
- van Delden Java’s Welvaren 1835-1839 4 4
Bouma025 vermeldt S.van Delden Az als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1834 op het fregat “Ribble”, gebouwd in 1828, 234 ton o.m., varend voor James Clegg Bros te Rotterdam;
* 1836 t/m 1839 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Straten te Amsterdam;
* 1845 t/m 1849 op de bark de “Roompot”. Op 17 juni 1841 werd op de werf De Goede Intentie te Zierikzee de kiel gelegd voor rekening van M.C. de Crane. Eerst op 20 juli 1844 werd het schip te water gelatenHet schip mat 500 lasten/ 748 ton o.m. en voer voor M.C.de Crane & Zn te Zierikzee.
De naam van het schip was ontleend aan het belangrijke zeegat voor Zierikzee. “Tijdens een reis van Probolingo (vertrek 8 december 1847) naar Middelburg kreeg “De Roompot” het wegens een naderende cycloon zwaar te verduren; met veel inspanning wist de bekwame gezagvoerder het schip te behouden. Sint Helena werd 1 februari 1848 gepasseerd; op 20 april daaraanvolgend kwam de rede van Zierikzee in zicht. … “. Spin gaf het volgetuigde schip op fraaie wijze weer, varend voor een vreemde kust. Het schip draagt de kapiteinsvlag R.29 van opvolger H.H. de Boer. Dit scheepsportret is in particulier bezit067.
Overige bijzonderheden
Steven van Delden was kapitein van de bark de “Roompot” van 03 maart 1845 t/m 19 april 1848. In die periode maakte hij met dit schip 3 reizen en wel van:
- Zierikzee - Batavia 03 maart 1845 - 15 juni 1845 Batavia - Vlissingen 02 augustus 1845 - 23 november 1845
- Zierikzee - Batavia 29 juni 1846 - 14 oktober 1846 Semarang - Zierikzee 11 november 1846 - 02 april 1847
- Zierikzee - Batavia 15 juli 1847 - 28 oktober 1847 Probolingo - Zierikzee 04 december 1847 - 19 april 1848
Hij was de eerste gezagvoerder op dit schip dat tussen 1841 en 1844 werd gebouwd op de werf ”De Goede Intentie” te Zierikzee in opdracht van de rederij M.C.de Crane & Zn te Zierikzee. Het schip werd geregistreerd bij Veritas als metende 719 metrieke ton, zijnde 379 last.
Gedurende de derde reis ontweek men kort na het vertrek uit Probolingo in de Indische Oceaan een zware cycloon en ook in het vervolg van de reis had men met zwaar weer te kampen. Naar aanleiding van deze ervaringen maakte van Delden van deze cycloon een rapport op, welke hij doorgaf aan Henry Piddington, voorzitter van de maritieme raad van onderzoek in Calcutta, die hem met zijn kundigheid als gezagvoerder complimenteerde.
Van Delden werd als gezagvoerder opgevolgd door Hendrik. Hendriks de Boer onder wiens gezag het schip nog 4 reizen naar het verre Oosten maakte, voordat het op 29 juni 1853 in de monding van de Oosterschelde op de gronden van de Roompot verging. Een uitgebreid verslag van de lotgevallen van de bark de “Roompot’ onder van Delden en de Boer is te vinden in:
UIT: “De Roompot gezonken in de Roompot. Achtergronden en nasleep van de ramp met een Zierikzeese Oostindiëvaarder” door J.H.F.Schwartz, verschenen in de Kroniek van het Land van de Zeemeermin (Schouwen Duiveland) 21:45-56, 1996. Zie aldaar voor details en de uitgebreide bronnenopgave.
“Voor de Zierikzeese rederij De Crane werd in 1841 begonnen met de bouw van een nieuw fregat, dat de naam “De Roompot” kreeg. Op 17 juni werd de kiel gelegd, maar het duurde ruim drie jaar eer het schip geheel gereed was.
Met een eenvoudige plechtigheid werd “De Roompot” tenslotte op 20 juli 1844 te water gelaten.
Op het eerste gezicht mag de naam ietwat vreemd aandoen al zullen de meeste Zeeuwen wel degelijk onmiddellijk het verband onderkennen met het gelijknamige zeegat. Roompot zou afgeleid zijn van Romanorum portus: haven van de romeinen …
Met bestemming Batavia zeilde “De Roompot” onder gezag van kapitein S.van Delden op 3 maart 1845 voor de eerste maal uit na bevracht te zijn door de Nederlandsche Handelmaatschappij. De vaart naar Indië duurde honderdtwee dagen. Op 20 juni daaraanvolgende koerste men naar Tegal alwaar opnieuw lading werd ingenomen voor de terugrei naar het vaderland. De bestemming was Middelburg. In goede welstand werd aldaar op 25 november afgemeerd.
Het volgend jaar werd een soortgelijke reis naar Batavia ondernomen; ook ditmaal ging alles van een leien dakje; toch zou dat niet zo blijven. Een reis, die de kapitein en bemanning op 28 oktober 1847 te Batavia bracht en vervolgens naar Soerabaya en Probolingo zou terug nog een riskant avontuur betekenen door een opstekende cycloon. Het was uiteindelijk in hoofdzaak aan het grote zeemanschap van kapitein van Delden - die als het ware de cycloon wist te omzeilen - te danken, dat men zonder problemen het vaderland veilig kon bereiken terwijl tal van andere schepen veel averij hadden opgelopen …
Dan zien we “De Roompot” na tal van omzwervingen op 20 april 1848 weer eens in de thuishaven Zierikzee afmeren. Kapitein van Delden verlaat hier het schip om het gezag over te dragen aan H.H.de Boer …”074.
S.van Delden verzorgde per 18 september 1836 vanuit Nieuwediep met de “Java’s Welvarend” een troepentransport van 3 officieren en 120 manschappen. Hij arriveerde op 26 december 1836 te Batavia na 99 dagen065*.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.H.de Boer was met vlagnummer R29 in de periode 1845 t/m 1863 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1863 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat dat hij in 1863 is overleden.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein H.H. de Boer als gezagvoerder in de ledenlijst van058:
1849, 1851 op het fregat “Roompot” 383 last varend voor M.C. de Crane & Zoon te Zierikzee
1855, 1858, 1859, 1862 op de bark “Haamstede” 380 last varend voor M.C. de Crane & Zoon te Zierikzee
Bouma025 vermeldt H.H.de Boer als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1848 op de bark “Elisabeth Johanna”, gebouwd in 1843 te Zierikzee, 406 ton o.m., varend voor M.C.de Crane & Zn te Zierikzee;
* 1850 t/m 1853 op de bark de “Roompot”, gebouwd in 1844 te Zierikzee, 748 ton o.m., varend voor M.C.de Crane & Zn te Zierikzee. In 1853 van Akyab naar Zierikzee bij Westkapelle gestrand.
* De naam van het schip was ontleend aan het belangrijke zeegat voor Zierikzee. Onder kapitein H.H. de Boer strandde het schip bij Westkapelle en ging verloren. Een deel vande bemanning kwam om het leven. Spin gaf het volgetuigde schip op fraaie wijze weer, varend voor een vreemde kust. Het schip draagt de kapiteinsvlag R29 van H.H. de Boer. Dit schilderij is in particulier bezit067.
* 1856 t/m 1863 op de bark “Haamstede”, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 738 ton o.m., varend voor M.C. de Crane & Zn te Zierikzee.
“Jacob Spin heeft het schip zo indrukwekkend mogelijk weergegeven; in volle lengte en vol getuigd vult de “Haamstede” bijna het gehele vlak”. Het schip draagt de nummervlag R29 van kapitein de Boer067.
Overige bijzonderheden
Hendrik Hendriksz. de Boer was gezagvoerder van de “Roompot” van 1849 t/m 1853 als opvolger van kapitein Steven van Delden. Dit schip werd gebouwd tussen 1841 en 1844 op de werf ”De Goede Intentie” te Zierikzee in opdracht van de rederij M.C.de Crane & Zn te Zierikzee. Het schip werd geregistreerd bij Veritas als metende 719 metrieke ton, zijnde 379 last.
De Boer maakte met dit schip vier reizen en wel:
- Zierikzee - Batavia 19 maart 1849 - 12 juni 1849 Batavia - Zierikzee 01 sept. 1849 - 01 januari 1850
- Zierikzee - Hongkong 30 maart 1850 - 06 sept. 1850 Hongkong - Zierikzee 27 oktober 1850 - 07 juni 1851
- Zierikzee - Batavia 23 juli 1851 - 24 november 1851 Banjoewangi - Zierikzee 10 januari 1852 - 02 juni 1852
- Zierikzee - Akyab 25 sept. 1852 - 04 februari 1853 Akyab - Roompot 20 februari 1853 - 29 juni 1853
Tijdens deze laatste reis verging het schip in de ingang van de Oosterschelde in het zicht van de haven op de gronden van de Roompot. Het schip, met een equipage van 24 bemanningsleden, kwam terug van Akyab (het huidige Sittwe) aan de kust van Birma met een lading rijst. Na nogal wat stormweer onderweg arriveerde men 27 juni 1853 in het Kanaal op de hoogte van Dartmouth en werd de loodsboot nr. 2 van Vlissingen gepraaid. Er bleek geen gekwalificeerde loods meer beschikbaar te zijn, maar de schipper van de kotter stuurde de loodskwekeling M.A.Engels. Kort daarna ontmoette men loodskotter nr. 3 van Vlissingen, maar ook deze had geen loods meer beschikbaar. Ook hier werd een loodskwekeling, C.G.Dekker aan boord genomen. In het vervolg van de tocht wees niets op moeilijkheden “Het weer was rustig”. Op 29 juni kwam de toren van West-Kapelle in zicht en kort daarop liep het schip vast. Men probeerde vlot te komen maar tevergeefs. De situatie werd zo ernstig, dat een sloep werd gestreken waarop tien bemanningsleden en de loods Dekker het schip verlieten. Tenslotte verlieten de kapitein en de overgebleven 13 schepelingen het schip in een tweede sloep. Deze sloeg om en de loodskwekeling Engels, de scheepsdokter Bouw en de 2e stuurman Visser verdronken. De overlevenden zwommen terug naar het schip en werden daarna opgepikt door een Deens schip. De eerste sloep was bereikte na een inspannende reis de kust zonder verlies aan mensenlevens. Het wrak kwam nog wel vlot bij de eerstvolgende vloed maar verging kort daarop totaal Al snel daarna spoelde wrakstukken aan op de NO-kust van Walcheren.
De ramp had nogal wat gevolgen, o.a. vanwege de schuldvraag. De schippers van de loodskotters kregen straffen omdat ze in strijd met de voorschriften, de assistentie aan ongekwalificeerde krachten hadden overgelaten. Ook bleek dat er uit het wrak, voor het definieve vergaan, het een en ander was ontvreemd. De dief kon worden achterhaald en belandde in de gevangenis.
UIT: “De Roompot gezonken in de Roompot. Achtergronden en nasleep van de ramp met een Zierikzeese Oostindiëvaarder” door J.H.F.Schwartz, verschenen in de Kroniek van het Land van de Zeemeermin (Schouwen Duiveland) 21:45-56, 1996. Zie aldaar voor details en de uitgebreide bronnenopgave.
Aan de vaarperiode van de “Roompot” onder kapitein H.H. de Boer is ook aandacht geschonken in referentie 074 maar zonder extra bijzonderheden die niet ook al hiervoor zijn vermeld
“Voor de Zierikzeese rederij De Crane werd in 1841 begonnen met de bouw van een nieuw fregat, dat de naam “De Roompot” kreeg. Op 17 juni werd de kiel gelegd, maar het duurde ruim drie jaar eer het schip geheel gereed was.
Met een eenvoudige plechtigheid werd “De Roompot” tenslotte op 20 juli 1844 te water gelaten.
Op het eerste gezicht mag de naam ietwat vreemd aandoen al zullen de meeste Zeeuwen wel degelijk onmiddellijk het verband onderkennen met het gelijknamige zeegat. Roompot zou afgeleid zijn van Romanorum portus: haven van de romeinen 074
“Elisabeth & Johanna
Voor rekening van de rederij Smith en Comp. werd de Elisabeth & Johanna gebouwd Deze bark werd op 3 december 1842 te water gelaten vanaf de werf De Goede Intentie. Het had een grootte van 406 ton en kapitein M.van Veldhoven ging er het bevel over voeren.
Op 26 februari 1844 vertrok het schip op zijn eerste reis naar Batavia. In 96 dagen bereikte het schip zijn bestemming. Op 4 juli werd de thuisreis aanvaard en arriveerde de bark op 21 oktober in Nederlandse wateren op de rede van Brouwershaven.
Op 25 juni 1845 werd de bark in het openbaar verkocht in Rotterdam. Rederij M.C.de Crane & Zoon uit Zierikzee, bekend met het goede werk van de werf De Goede Intentie besloot het schip aan te kopen. Voor 81.200 werd zij eigenaar.
In opdracht van de nieuwe eigenaar vertrok de bark, onder bevel van kapitein H.de Boer, op 2 augustus vanaf Hellevoetsluis naar Batavia. Hendrik de Boer werd geboren in het Friese Oldeborn in 1811. Hij huwde met de Zierikzeese Petronella Izabella Broeksmit (1823-1880). Kapitein de Boer commandeerde de Elisabeth & Johanna tot 1848. Hij voer later op het fregat Roompot en daarna op de bark Haamstede. Tijdens een reis op dit laatstgenoemde schip overleed hij op 23 december 1862.” 074.