Inloggen
BATAVIA - ID 7882


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1861-09-02 / 1874-00-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1861
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Krimpen aan de Lek, Zuid-Holland, Netherlands
Delivery Date: 1861-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 399.00 lasts
Gross Tonnage 2: 757.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1861
Datum agenda: 1861-09-02
Register nr: 18610620
Scheepsnaam: BATAVIA
Type: Bark
Lasten: 399
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Lels, M.
Plaats: niet gemeld
Kapitein op moment van verzoek: Prange, J.J.
Opmerkingen: zeebrief wordt niet vermeld

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1861-09-02 BATAVIA
Manager: Murk Lels, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Alblasserdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Alblasserdam / Netherlands
Callsign: NGQB

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij acte 108 van 1861 van het schIp BATAVIA

Eigenaren:

Murk Lels, Alblasserdam     7/32e part
Jan Smit Sr., Nieuw Lekkerland     6/32e part
Jan Smit Janszoon, Nieuw Lekkerland     3/32e part
Bernardus Boogaerdt, Krimpen aan de Lek     3/32e part
Jacob Jans Prange, Oude Pekela     2/32e part
Cornelis Gijsbertus van der Lee, Alblasserdam     2/32e part 
Franz Harms von Lindern, Alblasserdam     1/32e part
Johan Hendrik Coert, Hendrik Ido  Ambacht     1/32e part
Reinier Hendrik van der Waijfort, Ridderkerk     1/32e part
Johannes Roos Rooszoon, Ridderkerk     1/32e part
Franciscus Gijsbertus Gotte, Streefkerk     1/32e part
Pieter Carst Janszoon, Amsterdam     1/32e part 
Gerrit Lelsz, Amsterdam     1/32e part 
Pieter en Elisa Horsman, Krimpen aan de Lek     1/32e part
Pieter Cornelis de Moor, Rotterdam     1/32e part 
Ship Events Data

1874-00-00: In de Torres Straat verongelukt.
1874-00-00: Final Fate:
Verslag van de Australische overheid in krant.
Bron: Daily Southern Cross, Volume XXXI, Issue 5417, 2 January 1875, Page 2

Wreck of the barque BATAVIA.
The Rockhampton Bulletin of 1st December has the following: - The missionary cruiser ELLANGOWAN, from New Guinea, reported at Somerset on the 8th October that a barque was stranded on Stephen’s Island, and supplied mr. Aplin with the following extract from the Ellangowan’s log: - “Wednesday, September 23, 1874. Noon, abreast of Stephen’s Island, saw a barque high and dry, with sails loose, on the NE side of the reef, steered towards her, found her to all appearance abandoned. (Signed) J. Thurston, master.”
Mr. Aplin sent coxwain Powell in charge of the Government cutter LIZZIE JARDINE, to the wreck, and on his return to Somerset he furnished a report, from which we make the following extract: - “I took charge of the cutter LIZZIE JARDINE and left this port at midnight on October 8, and anchored for the night under Keet’s Island at 6 pm on the 9th., started at daylight on the 10th and reached the wreck at 8 a.m. Found her to be a large barque, called the BATAVIA of Alblasserdam, appearently of about 600 tons and loaded with coal. She is lying in such a position as makes me suppose that she has been stranded purposely. Apparently she has been leaking very extensively, as all, or nearly all of her wood ends have started, and there are signs of repairs having been attempted in that place, as the copper has been ripped offup and down the stem over the wood ends, and pieces of batten have been nailed thereon. Having boarded her I found that she had been completely gutted of everything in the shape of stores, with the exeption of some 14 tierces and casks of pork, most of which were new and bore the brand of “Playfair, Naval Purveyor, Sydney”, and from that I believe that place or Newcastle to have been her port of departure. The beef cask had been overhauled evidently by the islanders, and most of them had the bung stove in with some heavy iron tool.
I hauled the cutter close alongside in order to get some of the beef or any things of value that might be about and fetch them in here, but I found that she could not lie alongside with safety, and after knocking our main truck off I concluded to give up all idea of saving the beef and so on.
Upon closer examination I found that the whole of her sails had been cut from the yards, and even the jackstays drawn out of the topsailsand topgallant yards: and on deck and down below was one complete scene of destruction. Everything portable had been carried away and every article in the way of furniture, even to waterclosets, had been smashed with axes or tomahawks.
An immense quantity of butter and cheese was lying about, emptied out of kegs and tins, and quantities of green peas and beans were lying about the lower deck aft, damaged also.
I could not find any papers or documents of any kind to enable me to ascertain when she left her port, or when she came on the reef, nor any particulars of the vessel herself, other than her name and port being on the stern. I then went ashore to the chief, and he said she had been there four or five weeks ; that the people belonging to her had left her in their boats; that the captain had his wife and one or two children with him; that they had started away in a westerly direction; and that 10 or 12 vessels had passed down the north-east channel soon after their leaving the vessel.
I have little doubt but that they have been picked up by some of them. I saw some of the sails in the village and other things, such as cabin doors, empty tins, and bedding and most of the islanders had twill and canvas shirts and dugaree trousers; and I expect that they have a great amount of other things hidden away in the bush. As that was all the information I could procure about the ship or barque, I thought the next thing to do was to get back to Somerset. Accordingly I left the island at 3 pm, anchored again that night at Dalrymple Island, weighed at daylight on the 11th, anchored again that night under Middle Bourk Island, started again at daylight on the 12th, and arrived here at a quarter past 6 pm. Mr. E. L. Brown stopped on board the barque BATAVIA, with a view to saving anything it may possible to save, with one white man and two or three blacks. I brought about a dozen tins of butter away with me, as I knew the settlement to be out of meat; and would gladly have brought some of the beef, but it was impossible to put it on board the cutter without danger.

Klik hier om het document te downloaden/openen

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jacob Prange werd geboren te Oude Pekela op 04 december 1819 als zoon van de zeeman Jan Jacobs Prang en Wemelina Kranenborg. Gezien latere akten op naam van Jacob is de familienaam in de akte foutief gespeld als Prang, zonder e op het einde.

Jacob huwde op 20 augustus 1847 te Midwolda als buitenvaarder met Alida Lammerts Tiktak, geboren te Oude Pekela op 02 juli 1821 als dochter van Lammert Klaassens Tiktak en Elijzabeth Klaassens Kuiper. Alida overleed op 11 september 1859 op zee.

Akte van Overlijden: 1860-sl, 13-02-1860 te Oude Pekela

Op heden den 12 mei 1859, aan boord van het Nederlandsche Barkschip Ottolena, zeilende op 2o18’ Noorder Breedte en 21o32’ westerlengte van Hartlepool naar Singapore, compareerden voor mij Jacob Jans Prange, gezagvoerder van genoemden bodem en volgens art. 60 van het Burgerlijk wetboek tot het uitoefenen van Ambtenaar van den Burgerlijke Stand, Arie Elleman, eerste Stuurman, gehuwd, wonende teNieuwediep, Jan We..?, timmerman, gehuwd, wonende te Alblasserdam, en Cornelis van Leeuwen, gehuwd, wonende te Rotterdam, alle schepelingen behoorende tot de Equipage volgens monsterrol van voormelde bodem, welke comparanten verklaren dat op den Elfden Mei achtienhonderden negenenvijftig des morgens drie een tweede ure, aan boord van het Barkschip “Ottolena”, zeilende op 3o19’  NBreedte en 21o39’WLengte is overleden Mejufvrouw Alida Lammerts Tiktak, dochter van wijlen Lammert Tiktak en Elizabeth Klaassens Kuiper, geboren Tweeden Julij achttienhonderdeneenentwintig, in leven wettige huisvrouw van Jacob Jans Prange, gezagvoerder van voormelde bodem, domicilie hebbende  gemeente Oudepekela…..”.

 

Na het overlijden van Alida Tiktak hertrouwde Jacob op 09 november 1860 te Oude Pekela als koopvaardijkapitein met Riena Borgesius, geboren te Oude Pekela op 10 juni 1824 als dochter van de stadsveenmeester Goedhardt Borgesius en Wendeltje Aapkens. Riena  overleed op 10 augustus 1863 op zee, oud 39 jaar en 2 maanden.

Aktenummer: 1863-s15, 24-11-1863 te Oude Pekela

Uit: “Met man en muis. Pekelder scheepsrampen in de 19e eeuw” door Bram Camerlingh (schrijversnaam van Dick Kuil), 2010. Gedrukt bij Unibook, particuliere uitgave.

Navolgende tekst is een wat vrije weergave van de originele overlijdensakte, die via het Ministerie van Marine in het register te Oude Pekela werd opgenomen.

Akte van overlijden. Op Dinsdag 11 aug. 1863 ’s morgens om 11 uur verschenen voor mij, ondergetekende, Jacob Jans Prange, wonende te Oude Pekela, schipper aan boord van het Nederlands te Alblasserdam thuis behorende barkschip “Batavia”, de personen van Aris Kors Liet, 30 jaren, geb. te Texel en wonende aldaar, eerste stuurman en Simon Groen, 48 jaren, geb. te Enkhuizen, wonende te Amsterdam, geneesheer-, heel- en verloskundige, die verklaarden dat op 10 aug. 1863 ’s nachts om half twaalf, in de Dampierstraat (kennelijk te Batavia), is overleden tengevolge van een ontijdige bevalling, de persoon van mejuffrouw Riena Borgesius, 39 jaren en twee maanden, geboren te Oude Pekela en aldaar wonende, gehuwd met Jacob Jans Prange aan boord van genoemd schip “Batavia”. (volgen de diverse handtekeningen gecontroleerd te Batavia).

 

Jacob huwde tenslotte voor een derde maal op 17 april 1866 te Oude Pekela als expert met Alagonda Geertruida Adriani, geboren 10 januari 1835 te Oude Pekela als dochter van de chirurgijn-vroedmeester Pieter Adriani en Albertje Borgesius. Alagonda overleed te Oude Pekela op 14 augustus 1917, 82 jaar, weduwe.

Jacob Prange overleed te Oude Pekela op 06 april 1874, 54 jaar en stond in de akte te boek als wijnhandelaar.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermeldt Jacob Prange als buitenvaarder in 1847, als koopvaardijkapitein/schipper in 1850, 1859, 1860, 1863, als expert in 1866, als grossier in 1867, 1870,

en als wijnhandelaar in 1868, 1872, 1873, 1874

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

I.J.Prange (adres: Kranenborg & Zn) werd met vlagnummer 715 effectief lid van Zeemanshoop per 17 juni 1845 op voordracht van F.D.Sickens. Zijn schip was de "Hendrik Wester". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Prange ongehuwd en 25 jaar. Hij is later (wanneer?) getrouwd met een vrouw van 24002a.

In de Algemene Vergaderingen van 10/17 juni 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacob Jans Prang (sic), oud 25 jaar, voerend de bark “Hendrik Wester”, met als adres Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein F.D.Sickens.023.

Hij kreeg vlagnummer 715 dat bij de hernummering in 1856 werd gewijzigd in 342. Zijn totale lidmaatschapsperriode was 1845 t/m 1863.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 19 juni 1849 en bedankt in 1863003.

 

Jacob J.Prange was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” uit Oude Pekela met vlagnummer 1 in de periode 1861 t/m 1864.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Artikel 55 van het reglement van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat deelname in het Weldadig Zeemans Fonds toe als men met of onder vreemde vlag vaart mits men de verplichte storingen tijdig voldoet. In de Notulen van de Algemene Vergaderingen van het College dd. 02 april 1833 wordt vermeld dat dit artikel van toepassing is op de kapiteins W.Groen, J.C.Willems, D.J.Visser, H. Brandt, G.R.Engelsman en J.J.Prange023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        715                       1845-1846     bark                 Hendrik Wester                                    Kranenborg & Zn

                                      1848-1852     bark                 Rabenhaupt                                          Kranenborg & Zn, Nap & Co

                                           1853           bark                 Ottolina                                                 M.Lelsz te Kinderdijk

        342                       1854-1860     bark                 Ottolina                                                 idem

                                           1861           fregat               Batavia                                                  M.Lelsz te Alblasserdam

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

J.J.Prange                                              Batavia           11 september 1861                              06 juli 1862

 

Bouma025 vermeldt J.J.Prange als gezagvoerder gedurende:

*    1846 t/m 1847 van de bark “Hendrik Wester”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;

*    1849 t/m 1852 van de bark “Rabenhaupt”, gebouwd in 1840 te Groningen, 433 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn & C.M.Nap te Amsterdam;

*    1854 t/m 1860 van de bark “Ottolina”, gebouwdd in 1853 te Kinderdijk, 714 ton o.m., varend voor Murk Lels te Kinderdijk;

*    1861 t/m 1864 van de bark “Batavia”, gebouwd in 1861 te Krimpen aan de Lek, 756 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

26 februari 1838, schip “Hoop”, kapitein Willem Kiers Kok, lichtmatroos Jacob Jans Prange uit Oude Pekela.

 

Krantenberichten

Algemeen Handelsblad 28 deceember 1846114

Advertentie. H.J. Rietveld en P. Blom, makelaars, zullen op maandag de 28e december 1846, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte verkopen:

-    Vier tweeëndertigste aandelen (ieder 1/32 afzonderlijk) in het Nederlands gekoperd tweedeks barkschip KONING WILLEM II, gevoerd door kapt. A. Rocquette, groot volgens meetbrief 382 lasten.

-    Twee tweeëndertigste aandelen (mede ieder afzonderlijk) in het Nederlands gekoperd tweedeks barkschip GEERTRUIDA, laatst gevoerd door kapt. G. Blom, groot volgens meetbrief 242 lasten.

-    Een tweeëndertigste aandeel in het Nederlands barkschip HENDRIK WESTER, gevoerd door kapt. J.J. Praag, groot volgens meetbrief 157 lasten.

-    Een zestiende aandeel in het Nederlands gezinkt schoener kofschip ARJEN BROUWER, gevoerd door kapt. A.J. de Boer, groot volgens meetbrief 111 lasten.

Iemand nader onderricht begerende, spreke met bovengenoemde makelaars.

 

NRC 23 februari 1847114

Konstantinopel, 28 januari. De kapitein Prange van het Nederlandse schip HENDRIK WESTER, hier aangekomen, rapporteert, dat hij in de archipel hevig tegen een schip heeft gestoten, hetwelk hij gelooft dadelijk te zijn gezonken en waarvan twee man op zijn boord zijn overgesprongen. Dit schip was de ARISTOTELES, kapt. Coronelli, van Konstantinopel met een lading tarwe naar Marseille gedestineerd.

 

NRC 02 mei 1850114

Rotterdam, 1 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 37 schepen, als:…..Voor Amsterdam: …. RABENHAUPT, kapt. Prange….

 

Provinciale Groninger Courant 02 juli 1850114

Het schip RABENHAUPT, kapt. Prange, den 16 juni van het Nieuwe Diep naar Batavia vertrokken, bevond zich volgens brief van de gezagvoerder de 20 dito in het Engelse Kanaal bij Bevezier, equipage en passagiers genoten de besten welstand.

 

Dordrechtsche Courant 17 juni 1852114

Mauritius, 23 april. Het Nederlandse barkschip RABENHAUPT, kapt. Prange, van Singapore naar Cowes, is hier de 20e dezer lek met schade aan het tuig binnengelopen, hebbende op 68º O.L. hevige stormen doorgestaan.

Bij het vertrek der post komt er nog een Nederlands schip de haven inwerken, hetwelk men mede veronderstelt dat lek is; verdere bijzonderheden ontbreken nog.

 

NRC 16 oktober 1852114

Batavia, 23 augustus. Het schip JOHAN JACOB is op de reis herwaarts op het Prinsen-eiland totaal verongelukt. De REGINA heeft bij het vertrek van Tjillatjap gestoten, zal moeten lossen en repareren. De FOP SMIT zal gedeeltelijk met nieuw koper moeten worden voorzien. De PRINS VELDMAARSCHALK en de RABENHAUPT hebben zeeschade.

 

NRC 22 maart 1853114

Rotterdam, 21 maart. Door de Nederlandsche Handelmaatschappij zijn bevracht de volgende 25 schepen als:….

Voor Amsterdam: RABENHAUPT, kapt. Prange;….

 

NRC 21 mei 1853114

Kinderdijk, 19 mei. Heden is van de werf van de heren J. & K. Smit alhier met het beste gevolg te water gelaten het barkschip OTTOLINA, groot circa 370 gemeten lasten, voor rekening ener rederij onder directie van de heer Murk Lels te Alblasserdam, zullende worden gevoerd door kapt. J. Pranger…..

 

Algemeen Handelsblad 22 juli 1853114

Amsterdam, donderdag 21 juli. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 14 schepen, als:

Voor Amsterdam: MARGARETHA JOHANNA, kapt. M. Schou; ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuyper; VAN DER WERF, kapt. P.C. Rogier; AMICITIA, kapt. D. Crap Hellingman; OTTOLINA, kapt. J.J. Prange, van Rotterdam; DRIE VRIENDEN, kapt. L.P. Anderson; LUCTOR ET EMERGO, kapt. S. Ouwehand, de beide laatsten van Middelburg…..

 

NRC 29 juni 1854114

Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 43 schepen, als:….Voor Schiedam: ALBLASSERDAM, kapt. P.G. Pott; OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; ZALT-BOMMEL, kapt. C.J. Juta en VREDE, kapt. J.L. ter Bruggen, alle vier van Rotterdam.

 

NRC 17 mei 1856114

Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 31 schepen, als:

Voor Rotterdam: …..OTTOLINA, kapt. J.J. Prange;…..

 

NRC 21 november 1858114

Deal, 18 november. Het Nederlandse schip (opm: bark) OTTOLINA, kapt. J.J. Pranger, van China te Londen aangekomen, heeft GBP 181.8/6 moeten betalen aan de logger die het schip in de morgen van 7 dezer een anker en ketting van Dover aan boord gebracht heeft. Men had GBP 350 gevraagd.

 

NRC 17mei 1859114

Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 30 schepen:

Voor Rotterdam:…. OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; ….

 

NRC 21 maart 1860114

Brouwershaven, 19 maart. Kapt. I.J. Prange, voerende het schip (opm: bark) OTTOLINA, van Java alhier binnen, rapporteert dat hij in de morgen van 16 maart, buiten de Hoofden (opm: Nauw van Calais), N-Voorland (opm: North Foreland) in peiling N.t.W, in aanzeiling is geweest met de Engelse schoener JANE, kapt. Beale, van Londen met guano naar Duinkerken bestemd. Bij deze aanzeiling zijn twee personen bij hem aan boord overgesprongen en alhier aangebracht, zijnde Samuel Marshalsen, stuurman, en Robert den Man, matroos, beiden van Weymouth. Volgens mening van die twee personen en de wachthebbende equipage zal de schoener gezonken zijn. Aan boord bevonden zich nog de kapitein en twee man.

 

Zierikzeesche Courant 21 maart 1860114

Brouwershaven, 20 maart. Binnengekomen de 17e dezer DUIVELAND, kapt. H. Hagers, van Rotterdam naar Batavia, gesleept per stoomboot ZUID-HOLLAND binnendoor van Hellevoetsluis.

De 18e dito OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; PADANG, kapt. M.W. Zwart; BORNEO, kapt. D. van Amerongen qq, de laatsten van Batavia, allen naar Rotterdam.

 

NRC 23 juni 1861114

Krimpen aan de Lek, 22 juni. Heden is van de scheepstimmerwerf van de heren J. en K Smit alhier, met goed gevolg te water gelaten, het fregatschip (opm: bark) genaamd BATAVIA, groot circa 400 gemeten lasten, gebouwd voor rekening van een rederij onder directie van de heer M. Lels te Alblasserdam, bestemd voor de grote vaart en zullende worden gevoerd door kapt. J.J. Prange.

 

NRC 09 oktober 1863114

Batavia, 27 augustus. Vrachten. Door het late binnenkomen van de suikeroogst blijft de behoefte aan scheepsruimte nog beperkt. Bij de nog onbevrachte schepen kwamen enige arrivementen, waardoor de stemming wat verflauwde. Enkele bodems namen iets lagere charters aan, terwijl anderen offertes beneden NLG 100 voor suiker afsloegen. …. Onbevracht blijven nog: MAARTEN VAN ROSSUM, JANNETJE PAULINE CONSTANCE ELIONORE, CHRISTINA EN JEANNETTE, BATAVIA (kapt. Prange) en PRESIDENT PLATE.

 

NRC 30 oktober 1863114

Batavia, 14 september. Vrachten. De flauwere stemming nam toe door het arriveren van meerdere vrachtzoekende bodems, terwijl de langzame afvoer van de suikeroogsten geen dringende behoefte aan scheepsruimte deed ontstaan. Vele schepen prefereerden de huidige veiling van producten af te wachten in de hoop, dat de meerdere hoeveelheid ter afscheep ook wat meer vraag naar scheepsruimte zoude doen ontstaan. Intussen zijn de vrachten er niet op verbeterd. Sedert ons bericht van 27 augustus werd het volgende bevracht: het Nederlandse schip PRESIDENT PLATE laadt op de kust voor Rotterdam NLG 90 voor suiker en NLG 85 voor rijst. De Nederlandse INDIA is voor Rotterdam aangelegd. De Nederlandse DOLFIJN laadt te Soerabaija voor Hongkong tot geheime conditiën (vermoedelijk $ 0,40 voor rijst). De Nederlandse MARIA ADRIANA is voor $ 9000 gecharterd van Soerabaija naar Amoy en terug met 110 ligdagen. De Nederlandse BATAVIA, kapt. Prange, laadt suiker à NLG 90 naar Nederland. Heden is per telegraaf nog gecharterd het Nederlandse schip JOHANNA NLG 80 voor suiker van Samarang naar Rotterdam.

 

Dordrechtsche Courant 08 maart 1864114

Zeetijdingen……

…..Te Texel aangekomen, 5 maart, ZES GEZUSTERS, kapt. Rutgers, en TASMANIA, kapt. Jonker, beiden van Batavia; BATAVIA, kapt. Prange, en ETHA, kapt. Buschman, beiden van Banjoewangie.

 

NRC 12 april 1864114

Rotterdam, 11 april. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 24 schepen, als:

Voor Rotterdam: ….. BATAVIA, kapt. J.J. Prange; ….

 

 

Datum vanaf: 1861
Kapitein: Prange, Jacob Jans
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.K.List was met vlagnummer R91 in de periode 1865 t/m 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor zijn effectief lidmaatschap bedankte maar honorair lid is geworden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.List met vlagnummer R91 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1865 t/m 1867      van het fregat “Ottolina”                              377 last        varend voor M.Lels te Alblasserdam

*    1874                       geen vermelding van schip en reeder

 

Bouma025 vermeldt A.K.List als gezagvoerder gedurende:

*    1865 van de bark “Batavia”, gebouwd in 1861 te Krimpen aan de Lek, 756 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam;

*    1866 t/m 1869 van de bark “Ottolina”, gebouwdd in 1853 te Kinderdijk, 714 ton o.m., varend voor Murk Lels te Kinderdijk. Het schip werd in 1869 verkocht naar Noorwegen;

*    1869 t/m 1875 van de bark “Krimpen aan de Lek”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de Lek, 703 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam.

 

Overige bijzonderheden

De bark "Ottolina" onder kapitein A.K.List "zette op 15 Januari (1867, vermoedelijk te Hellevoetsluis) de zeilen en liep deerlijk gehavend op 25 Maart op de rivier van Paramaribo aan den grond en was daardoor voorloopig voor algeheelen ondergang behoed". Het schip liep op 26 december 1867 weer te Hellevoetsluis binnen026(39/070).

 

 

Datum vanaf: 1865
Kapitein: List, A.K.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Dirk Klaassz Zwanenburg werd geboren te Katwijk op 17 maart 1823 als zoon van Klaas Ameriksz Zwanenburg en Marijtje Dirksd Kuyt.

Hij trouwde in 1850 te Katwijk met Aagje Arrisd. Plokker.

Hij overleed te Katwijk op 25 oktober 1915.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Zwanenburg was met vlagnummer R478 in de periode 1857 t/m 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”058

 

In: W.van der Plas en K.Meijles.Katwijkse Kapiteins en hun schepen.”054-193 staat een foto van het gezin Zwanenburg (vader. moeder, 4 dochters) en de bark “Kinderdijk” welk schip de Rotterdamse collegevlag nr. R289 voert. Dit is de vlag van kapitein A.P.Achenbach.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Op 21 maart 1867 vertrok van Batavia de bark “Batavia” van Murk Lels onder kapitein D.Zwanenburg en arriveerde 13 juli 1867 te Brouwershaven na 113 zeildagen.026 (39/068)

 

In de Jaarverslagen van de “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” staat kapitein D.Zwanenburg met vlagnummer R478 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*      1858, 1859, 1862 t/m 1864        bark Kinderdijk         359 last    M.Lels te Alblasserdam

*      1865 t/m 1867                              bark “Batavia”          400 last    M.Lels te Alblasserdam

*      1874                                               bark “Otto”                373 last    Murk Lels te Alblasserdam

 

Bouma025 vermeldt D.Zwanenburg als gezagvoerder gedurende:

*      1857 t/m 1865 op de bark “Kinderdijk”, gebouwd in 1849 te Kinderdijk, 680 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam;

*      1866 t/m 1874 op de bark “Batavia”, gebouwd in 1861 te Krimpen aan de Lek, 756 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam;

*      1875 van de bark “Ottto”, gebouwd in 1852 te Kinderdijk, 760 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Het schip werd in 1875 verkocht in de Oostzee.

 

Overige bijzonderheden

Zierikzeesche Courant 16 januar 1864

Te Brouwershaven op 12 januari gearrriveerd de “Kinderdijk”, kapitein D.Zwanenburg, van Batavia naar Rotterdam.

 

Datum vanaf: 1866
Kapitein: Zwanenburg, Dirk Klaasz
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jacob Bastiaansz. Verdoes werd geboren te Katwijk op 05 september 1833 als zoon van Bastiaan Dirksz. Verdoes en Marrigje Klaasd. Dubbeldam.

Hij trouwde te Katwijk in 1859 met Aagje Cornelisd. van Duijn

Hij overleed ter plaatse op 13 oktober 1886.

Hij was van 1866-1870 gezagvoerder op de Kinderdijk, van 1871-1873 op de Argo en in 1874 op de bark Batavia. De publicatie geeft een portret van de schoener-bark Argo054-180.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Verdoes was met vlagnummer R12 in de periode 1866 t/m 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

J.Verdoes was permanent commissaris van de Maatschappij van 1839-1842058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J. Verdoes met vlagnummer R12 gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1866, 1867                                    van de bark “Kinderdijk”       359 last  varend voor Murk Lels a/d Kinderdijk

*   1874                                               geen vermelding van schip en reder

 

Bouma025 vermeldt J.Verdoes als gezagvoerder gedurende:

*   1866 t/m 1870 op de bark “Kinderdijk”, gebouwd in 1849 te Kinderdijk, 580 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. In 1870 werd het schip verkocht naar Duitsland;

*   1871-1872 op de 4/msch. “Argo”, gebouwd in 1854 te Rotterdam, 537 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Het schip werd in 1872 verkocht naar het buitenland;

*   in 1874 op de bark “Batavia”, gebouwd in 1861 te Krimpen aan de Lek, 756 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam. Het schip verongelukte in 1874 in de Torresstraat (gezien de overlijdensdatum van de kapitein in 1886 _ zie hierboven - heeft hij dit ongeluk overleefd).

 

Overige bijzonderheden

Op 04 maart 1867 vertrok van Cardiff de bark "Kinderdijk" onder kapitein J.Verdoes en arriveerde op 13 juni 1867 te Batavia na een reis van 101 dagen. "Het schip was goed dichtgebleven" vermeldt de Kapitein "in een reeks van stormen, was de geheele stuurboordverschansing weggeslagen, alsmede het rondhuid, stuurrad, kajuitlantaarns, benevens andere losse boel, waarbij de kippenhokken. De man aan het roer brak tijdens zoo'n ravage een been, en anderen geraakten zwaar gewond"026(39/068).

 

 

Datum vanaf: 1874
Kapitein: Verdoes, Jan Bastiaansz
Overige informatie: 0