Inloggen
MARTINA JOHANNA - ID 4124


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1891-04-28 / 1905-10-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1891
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Nat. Official Number: 2644 ROTT 1891
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Steel
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: J. & K. Smit's Scheepswerven, Krimpen aan de Lek, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 435
Launch Date: 1891-03-07
Delivery Date: 1891-04-00
Technical Data

Gross Tonnage: 1408.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 1360.00 Net tonnage
Deadweight: 2100.00 tons deadweight (1016 kg)
 
Length 1: 222.7 Feet (British) Registered
Beam: 37.1 Feet (British) Registered
Depth: 23.5 Feet (British) Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1891
Datum agenda: 1891-04-28
Register nr: 0
Scheepsnaam: MARTINA JOHANNA
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Vroege & de Weijs
Plaats: Rotterdam
Opmerkingen: ja
1891-04-28, uitgvoering76-

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1891-04-00 MARTINA JOHANNA
Manager: Pieter van der Hoog, Krimpen aan de Lek, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Krimpen aan de Lek, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Krimpen aan de Lek / Netherlands
Callsign: PLMV
Additional info: bijlbrief d.d.03.04.1891

Date/Name Ship 1905-10-00 ELLEN
Manager: P. Paulsen, Vejle, Denmark
Eigenaar: Vejle Seilskibsrederi, Vejle, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Vejle / Denmark

Date/Name Ship 1910-00-00 ELLEN
Manager: F. Hansen, Vejle, Denmark
Eigenaar: F. Hansen, Vejle, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Vejle / Denmark

Ship Events Data

1891-03-08: NRC 080391
Krimpen aan de Lek, 7 maart. Heden werd alhier met het beste gevolg te water gelaten het stalen barkschip, genaamd MARTINA JOHANNA, groot 2100 ton, opgenomen in de eerste klasse van Veritas met de ster en in de hoogste klasse van de Nederlandsche Vereeniging van assuradeuren. Dit schip zal gevoerd worden door kapt. R. Bleeker, onder boekhouderschap van P. van der Hoog, alhier, zijnde dit reeds het vijfde zeilschip voor deze rederij. Terstond daarna is de kiel gelegd voor een stalen viermastschip, groot 3400 ton, zijnde het grootste schip dat op één van de Nederlandse werven gebouwd is.
1905-10-14: PGC 171005
Hamburg, 14 oktober. De stalen Nederlandse bark MARTINA JOHANNA van de rederij P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek, in 1891 te Krimpen aan de Lek gebouwd, groot bruto 1408 en netto 1360 Reg. ton, is voor 90.000 Kronen naar Vejle verkocht.
1911-03-00: Final Fate:
Op 13 maart 1911 werd te ELLEN te Lissabon binnengebracht, beschadigd door een explosie. Het schip werd aldaar afgekeurd. Verder lot onbekend (opm: gesloopt of als hulk gebruikt). De ELLEN was op reis van Port Talbot naar Caleta Calosa.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Onderweg van de USA naar Het Kanaal, werd op 8 Maart 1890, in 46o15’N.Br en 31o12”W.L. aan boord van de “Anna Aleida”voorspoedig geboren Reina, dochter van de 46-jarige Kapt.Rein Bleeker en zijn 37-jarige vrouw Aletta Helena Eisma052.

 

Kapitein Rein Bleeker was in 1844 te Harlingen geboren. “Hij was als 13-jarige jongen gaan varen op de Oostzeevaart en had in de winter 1859-’60 de Zeevaartschool te Harlingen bezocht en was beide keren “weer naar zee gegaan als ligtmatroos”, in het Register van die school staat hij te boek als een leerling met een “levendig en werkzaam gedrag”en met een “zeer vlugge vatbaarheid”, kortom het kapiteinschap wenkte aan zijn horizon; van het halen van diploma’s wordt verder niet gerept; wellicht was hij een der genen die ook zonder diploma’s stuurman en kapitein op grote schepen werden; en in dit geval een heel goede ook. Wanneer hij stuurman werd, weten we niet, maar in 1877 moet hij eerste stuurman op de 703 tons houten bark “Amstelstroom” zijn geweest, want in dat jaar verving hij op dit schip Kapt.J.Appel … In 1879 wordt Bleeker kapitein op de, 34 jaar oude, Harlinger 180 tons brik “Zuiderzee”. Met dit schip leed hij op 2 September 1880 schipbreuk in de Barentszee; Komende van Archangel met een lading teer en pek voor Harlingen, zonk (oorzaak?) het schip beNW Hammerfest. Kapt. Bleeker, zijn vrouw Aletta Helena Eisma, hun 1½-jarige zoontje Douwe Rein en de zes man equipage werden gered door het Engelsche schip “Margret”, Capt. Parsons, en 4 October te Newcastle on Tyne aan land gebracht. Waarschijnlijk is hij daarna 1ste stuurman geworden op de 915 tons Amsterdamsche clipperbark “Thorbecke III”, want in 1881 zien we hem vermeld als waarnemend gezagvoerder op dat schip. Tenslotte komt hij in dienst bij reeder van der Hoog en voert diens barken “Anna Aleida” (1887-’91; zijn dochter Reina werd in 1890 aan boord van de “Anna Aleida” op de Atlantische Oceaan geboren in 46’15 N.B. en 31’12 W.L.) en Martina Johanna” ((1891-’92) om dan vanaf de nieuwbouw in 1893 tot 1902 (toen hij in New York werd afgelost door Kapt.H.Duit Dzn.), het gezag op Nederlandsch grootste zeilschip, de viermastbark “Jeannette Francoise” te voeren. Kapt. Bleeker had zijn leven lang in Harlingen gewoond …Het gezin verhuisde 1 Mei 1899 naar Haarlem en 5 November 1900 naar Amsterdam (beide malen toen Kapt. Bleeker op zee was). Bij zijn terugkomst uit New York in September 1902 schijnt hij bij W.Bus’ Stoomboot Maatschappij in dienst te zijn getreden. Of hij daar minder goed functioneerde, dan wel niet met de oude heer Bus overweg kon, vermeldt de historie niet. Om de heer Bus (in 1907) als directeur op te volgen, zal wel niet in de bedoeling hebben gelegen; daarvoor was Kapt. Bleekr met 58 jaar al te oud. Om bij die maatschappij de hem wel bekende, maar zoveel jongere, Kapt. Pronker boven zich te zien komen, moet voor Rein Bleeker moeilijk zijn geweest. Echter … vertrok Bleeker al spoedig nadat Kapt. Pronker bij Bus tot tweede directeur benoemd was.   “.52

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.Bleeker werd per mei 1879 met vlagnummer H86 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Zuiderzee”, boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Aletta Helena Eisma. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind.

Hij was van 1879-1912 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In augustus 1906 werd vanuit “Zeemansvoorzorg” aan R.Bleeker toegestaan ¦500,- te ontvangen in 10 halfjaarlijkse termijnen 028-fol.160.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein R.Bleeker was in 1886 de eerste kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, (1102 ton), gebouwd op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Hij was ook de eerste gezagvoerder van de 4/mast bark “Jeanette Françoise” (2231 ton), gebouwd op werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. “Zijnde het grootste schip waarvoor tot op dien datum op een Nederlandsche werf de kiel is gelegd”026(39/312).

 

Lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036

vlagnummer     periode                type       naam van het schip             boekhouder/reder

        H86              1880                  brik         Zuiderzee                              Zeilmaker & Co, Harlingen

                                                            op 71o NB gezonken op reis van Archangel naar Harlingen

                            1881-1883            cl.bark     Thorbecke III                      A.H.Meursing, Amsterdam

                            1887-1890            bark(ijz)  Anna Aleida                         P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1891                    bark(ijz)  Martina Johanna                 P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1893-1902            4/m staal Jeannette Francoise            P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1917-1919                              ss           Flores                                     Stoomv.Maatsch.Nederl., Amsterdam

 

R.Bleeker was in 1877 korte tijd de vervanger van J.Appel als gezagvoerder van de bark “Amstelstroom”, in 1857 gebouwd als houten fregat wellicht in St.John, N.Br., 701 ton, onder de naam “Acadia” en varend voor de reder F.A.Jas te Amsterdam052

R.Bleeker was van 1877-1880 (moet waarschijnlijk zijn vanaf 1879) kapitein op de houten brik “Zuiderzee”, in 1845 gebouwd door D.& L.Alta te Harlingen, 180/200 tom, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in de Barentszee op 71on.Br., 22o o.l. gezonken waarbij de bemanning werd gered052.

R.Bleeker was van 1881-1882 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

R.Bleeker was van 1887-1891 kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886/87 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de IJssel, laadvermogen c. 1700 ton, varend voor reder P.van der Hoog te Krimpen aan de IJssel052.

R.Bleeker was van 1891-1892 kapitein van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt, , varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052.

Hij was van 1893-1896 en 1898-1901 kapitein van de stalen 4-mast bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1891/93 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 3250 ton, varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052

 

Bouma025 vermeldt R.Bleeker als gezagvoerder gedurende:

*       1878 van het fregat “Amstelstroom” ex Acadia, gebouwd in 1857 te St.John, 724 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpestein te Krommenie;

*       1875 t/m 1879 van de brik “Zuiderzee”, gebouwd in 1845 te Harlingen, 196 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is gezonken op weg van Archangel naar Harlingen;

*       1882 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam;

*       1887 t/m 1891 van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886 te Krimpen aan de IJssel, 1100 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1892 van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1891 te Krimpen aan de Lek, 1360 ton n.m., varend voor P. v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1893 t/m 1896 van de 4/m bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1893 te Krimpen aan de Lek, 2250 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1899 en later op hetzelfde schip en voor dezlefde reeder. Bouma gaat niet verder dan 1900!

 

 

Overige bijzonderheden

In “Bron Privaat” 102 staat op p. 045/048 een brief dd november 1894 vanuit Banjo Wangi van kapitein Bron aan zijn vrouw, waarin de passage:

“De 22 November na 3 volle dagen voor straat Balie op de loods gewacht te hebben, zijn wij hier aangekomen. Van der Laag is hier niet geweest, heeft zeker Lombok gekozen om de kogels te horen fluiten. Van de loods verneem ik dat Bleeker een 116 dagen reis had, dus ook niet vrij bijzonder. … “

In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker te Vlieland een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Het laatste schip dat hij behandelde was de “Jeannette Françoise”, een stalen viermastbark, in 1893 voltooid op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Reeder tot 1906 was P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek, daana C.J.Lels, Rotterdam en vanaf 1910 J.A.Vroege. Bij 2231 netto register ton had zij een laadvermogen van 3250 ton. Haar Nederlandsche kapiteins waren R.Bleeker (1893-1896 en 1898-1901), R.H.Vil (1897), H.Duit Dz (1902-1903), G.Visser (1904-1910) en J.Bosma (1910-1913).

De 4-mast bark “jeanette Francoise” onder kapitein R.Bleeker vertrok op 19 oktober 1899 te Sydney en werd vermeld op 28 januari 1900 op 01o105’Z/03oW. Het schip was op 17 maart te Londen “(a 5-months voyage but departure from Sydney still suggests route via Cape Horn and so does position on 18/1”)

Zelfde schip en kapitein op 03 januari 1902 te Sydney. “departure from e-coast suggests via Cape Horn”. Schip was op 12 mei te Falmouth

“Hoe het ook zij V.d.Hoog zou als apotheose van zijn carriére een daad stellen waarmee hij niet alleen de geschiedenis van Krimpen zou verrijken, hij zou bovendien een unica in de maritieme historie van Nederland worden. Want in 1891 gaf hij de opdracht tot de bouw van een stalen viermastbark welke een draagvermogen zou krijgen van 3250 ton en een bruto registertonnemaat van 2231. Op dat moment zou het niet alleen de enige viermaster van ons land worden, het werd tevens het grootste schip. Op 30 november 1892 werd de bark “Jeannette Françoise” gedoopt en te water gelaten. In 1893 kwam zij in de vaart onder gezag van kapitein Bleeker.

Willem Eerland “Rederijen A. van Santen en P.v/d/Hoog te Krimpen a.d. Lek. Van 1863 tot 1906”. Spiegel der Zeilvaart 10, december 1986 , p.8-12

Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096 Uitgegaan:

“Passaroeang 11 Jan. Amstelstroom, R.Bleeker, Amsterdam.”

In het boek van E.W.Petrejus “Het schip vaart uit”, De Boer Maritiem, 1975, p,101 staat een afbeelding van de tewaterlating van de “Jeannette Francoise” in 1893 bij P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek met de vlag van het Harlinger College “Zeemansvoorzorg” met nummer H86.

 

Datum vanaf: 1891
Kapitein: Bleeker, Rein
College: Zeemans-Voorzorg, Harlingen
Vlagnummer: 86
Overige informatie: *1844 te Harlingen

Familiegegevens en opleiding

Leendert Leendertsz Kruyt werd geboren te Katwijk op 02 mei 1844 als zoon van Leendert Cornelisz Kruyt en Maartje Cornelisd. de Best.

Hij trouwde te Katwijk in 1871 met Dirkje Maartensd. Schaap. 054-079.

Hij overleed op 25 augustus 1892 te Soerabaya als kapitein van de bark “Martina Johanna”052.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein Kruijt was van 1891-1892 gezagvoerder van de ijzeren bark “Krimpen aan de Lek”, gebouwd in 1884/85 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, varend voor reder P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052.

 

Kapitein L.Kruijt was in 1892 gezagvoerder op de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/1891 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt., varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek. Hij overleed op 25 augustus 1892 te Soerabaya op de tweede reis van het schip naar Indië. De eerste stuurman J.J.van der Laag heeft het schip toen als kapitein naar Nederland gevoerd052.

 

Bouma025 vermeldt L.Kruyt als gezagvoerder gedurende:

*    1891 t/m 1892 op de ijzeren bark “Krimpen aan de Lek”, gebouwd in 1885 te Krimpen aan de Lek, 1078 ton o.m., varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek;

      Hij vermeldt J.v/d Laag als gezagvoerder van:

*    1893-1905 op de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1891 te Krimpen aan de Lek, 1360 ton o.m., varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek. (maar zie hierboven bij ref. 052)

 

Overige bijzonderheden

De bark “Krimpen aan de Lek” onder kapitein L.Kruyt vertrok op 17 oktober 1890 van Gefl, werd vervolgens te Newcastle NSW geregistreerd en kwam op 26 maart 1891 te Valparaiso. Via Pisagua en Kaap Hoorn arriveerde het schip op 27 december te Falmouth en op 10 januari 1892 te Hamburg.121

 

 

Datum vanaf: 1892
Kapitein: Kruijt, Leendert Leendertsz

Familiegegevens en opleiding

Jan Jacob van der Laag werd geboren op 08 oktober 1851 te Hollum op Ameland als zoon van Jacob Douwes van der Laag en Remkje Jans Ynsen. Hij was getrouwd met Gelske W. de Boer “Hij was als jongen naar zee gegaan en deed op 26-27 November 1875 examen voor de Commissie van Bestuur van de Inrigting tot het Examineeren van Varenslieden te Amsterdam … en slaagde als 24-jarige voor 2de stuurman Groote Vaart. Twee jaar later , op 22 December 1877, slaagde hij voor dezelfde Commissie voor zijn diploma Eerste Stuurman Groote Vaart; op beide diploma’s, die zowel de woorden Zeilvaart als Stoomvaart bevatten, is Stoomvaart doorgestreept en blijkt dat hij in de daarvoor benodigde vakken geen examen deed …. Voordat Van der Laag als 1ste stuurman op de “Martina Johanna”voer, was hij rond 1889 ook al 1ste stuurman geweest op … de clipperbark “Thorbecke III” onder Kapt. Foeke Koster van Ballum op Ameland. Kapt Van der Laag was lid van het in 1878 op Ameland opgerichte Zeemanscollege “Zeemanstroost” en had als lid nummer 91. Of dit college voor de kapiteins-leden ook een eigen vlag had en of Kapt.Van der Laag zo’n vlag met het nummer 91 ook voerde is niet gebleken. Het College “Zeemanstroost” bleef tot 1917 bestaan”

Kapitein was gezagvoerder op de stalen bark “Martina Johanna” ( gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te krimpen aan de IJssel, 1360 ton, varend voor reder P.van der Hoog te Krimpen aan de IJssel) van 1892-1904. Pronker052 geeft een dagboek van stuurmansleerling H.W.A.Celosse betreffende een reis naar Indiëvan juli 1893 - april 1895 op de “Martina Johanna” onder kapitein van der Laag. Voorts gaat Pronker uitgebreid in op andere reizen van dit schip onder kapitein van der Laag. De lezer wordt naar het boek van Pronker verwezen.

Na de “Martina Johanna” heeft van der Laag toezicht gehouden op de bouw van de viermastbark “Geertruida Gerarda”, eveneens voor P.van der Hoog. Maar vanwege gezondheidsproblemen heeft hij nimmer het commando over dit schip vervoerd. Hij trok zich terug in zijn geboortedorp Hollum op Ameland. Hij was nog lid van de Kerkeraad van de Doopsgezinde Kerk en van 1905-1909 directeur van het college “Zeemanstroost”. Hij stierf op 10 juni 1909. Zijn vrouw Gelske stierf, eveneens te Hollum in 1933, 81 jaar oud. Hun graf is nog aanwezig op het kerkhof van Hollum

Er zijn portretten van van der Laag en zijn vrouw, de “Martina Johanna” en de grafsteen te Hollum052.

Kapitein van der Laag “laat zich wat relativerend uit over de ambities van leerlingen” (uit het dagboek van Celosse) 052.

 

Tresoar geeft het volgende:

Jan van der Laag werd geboren op 08 oktober 1851 op Ameland als zoon van Jacob Douwes van der Laag en Rimkje Jans Ynsen.

Hij trouwde te Hollum op 25 augustus 1880 met Gelske de Boer, geboren te Hollum  op als dochter van Willem Willems de Boer en Trijntje Douwes Hennes. Zij overleed te Hollum op 25 december 1933, oud 81 jaar

Jan overleed te Hollum op 10 juni 1909, oud 57 jaar.

 

Van beide echtelieden zijn de grafstenen nog aanwezig op het kerkhof van Hollum met de volgende teksten:

Hier rust het stoffelijk overschot van  JAN J.van der LAAG geliefde echtgenoot van GELSKE W. de BOER

                            in leven oudgezagvoerder ter Koopvaardij, overleden 10 Juni 1909 in den ouderdom van 57 jaar.

Openb. 21 vs.7

Die overwint, zal alles beërven,

En Ik zal hem een God zijn,

en hij zal Mij een zoon zijn.

en

                            Hier rust het stoffelijk overschot van GELSKE de BOER echtgenoote van JAN van der LAAG

                            OVERLEDEN 25 December 1933 in den ouderdom van 81 jaar

  1. Tim. 4 vs 7

Ik heb den goeden strijd gestreden.

Ik heb den loop geëindigd.

Ik heb het geloof behouden.

 

De schepen van de kapitein

J.van der Laag was in 1891 de eerste gezagvoerder van de stalen bark "Martina Johanna" (1360 ton), gebouwd op de werf J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek026(39/312).

J.J.van der Laag was van 1891-1904 kapitein van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt, , varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052.

 

Bouma025 vermeldt J. v/d Laag als gezagvoerder gedurende:

*    1893 t/m 1905 van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1891 te Krimpen aan de Lek, 1360 ton n.m., varend voor P. v/d Hoog te Krimpen aan de Lek. Het schip werd in 1905 verkocht naar Denemarken.

 

Overige bijzonderheden

In “Bron Privaat” 102 staat op p. 037/038 een brief dd 04 november 1894 vanuit Semarang van kapitein Bron aan zijn vrouw, waarin de passage:

“Maar ’t loopt anderen ook niet altijd mee. Duit van de Geertruida Geerarda verblijft reeds langer in Indië dan ik en is nog niet eens gelost, en van der Laag ligt of liever zit te Soerabya op de bank vast, moet of weer gedeeltelijk lossen of wachten tot volgende springtij, hetgeen nog een dag of tien duurt. Heeft er reeds twee maal een dure stoomboot voor gehad, maar ook tevergeefs. … “

In “Bron Privaat” 102 staat op p. 045/048 een brief dd november 1894 vanuit Banjo Wangi van kapitein Bron aan zijn vrouw, waarin de passage:

“De 22 November na 3 volle dagen voor straat Balie op de loods gewacht te hebben, zijn wij hier aangekomen. Van der Laag is hier niet geweest, heeft zeker Lombok gekozen om de kogels te horen fluiten. Van de loods verneem ik dat Bleeker een 116 dagen reis had, dus ook niet vrij bijzonder. … “

p.336/338, Amsterdam 7 augustus 1896,

“Beste Vriend v.d.Laag.

Zeer aangenaam was het mij weer enig schrijven van je te ontvangen en je gezondheid te vernemen. Ik begrijp dat gij ook graag een groot uitvoerig verslag van mij verlangt, maar dat krijgt gij niet, want daarvoor heeft Brontje het veel te druk.” Volgt een verslag van de laatste reis van kapitein Bron vanuit Chili. Kennelijk bestond een vriendschappelijke verhouding tussen deze twee gezagvoerders.

p.460/467, Soerabaja, 06 mei 1897, brief van Bron aan vrouw en kinderen:

“Van der Laag is nog niet hier, heeft nu bijna 7 maanden gereisd van New York, wat zal de man blij zijn wanneer hij weer aan land is. Ik denk dat hij heden wel hier zal komen, tenminste volgens de berichten die wij hoorden.”

p.476/477, Soerabaja, 16 mei 1897, brief aan vrouw en kinderen:

“Ik was mee aan boord bij v.d. Laag, die hier als goede vriend naast mij logeert.”

p.481, Soerabaja, 21 mei 1897, “Waarde Albrandt”:

“Van der Laag is hier en laat je groeten, hij moet met slepen naar één der drie plaatsen Port Elisabeth, Durban of Delagoa.”

 

De bark “Martina Johanna” onder kapitein J.J. van derr Laag was op 28 maart te Adelaide en op 21 augustus te Falmouth. “5-months voyage suggests via Good Hope”, dus niet via Kaap Hoorn.121

 

 

Datum vanaf: 1893
Kapitein: Laag, Jan Jacob van der
Overige informatie: 0

Burgerlijke Stand gegevens

Klaas Mulder weerd geboren te Nieuwe Pekela op 23 september 1853 als zoon van de koopvaardijkapitein Gerrit Mulder en Antje de Boer

Klaas trouwde op 04 november 1880 te Oude Pekela als zeeman met Meiltje Scherpbier, geboren te Oude Pekela op 08 juni 1855 als dochter van de schipper Albert Potje wijd Scherpbier en Jetje Wijchers.

Meiltje zou zijn overleden te Laren op 16 december 1933.

Klaas zou zijn overleden te Utrecht op 14 december 1928. http://www.dewijk.org/genealogie/Scherpbier.html

 

In Burgerlijke Stand gegevens in de provincie Groningen wordt Klaas Mulder vermeld als zeeman in 1880, 1881, 1883.

In een huwelijksakte van dochter Jeltje op 28 april 1904 te Amsterdam wordt vader Klaas Mulder vermeld als scheepskapitein.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.G.Mulder was effectief lid van het zeemanscollege “Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 45 in de periode 1881 t/m 1883.

 

K.G.Mulder was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 99 in de periode 1882 t/m 1920.(en wellicht later).

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In 1888 kwam van de werf het stalen clipper-fregat "Nil Desperandum" van reder A.Hendrichs & Co en F.F.Groen en werd gevoerd door kapitein K.G.Mulder026(39/119).

 

K.G.Mulder was van 1887-1888 gezagvoerder op het ijzeren fregat “Kinderdijk”, gebouwd in 1876 aan de Kinderdijk door J.& K.Smit, 948 ton, varend voor Murk Lels te Kinderdijk052.

K.G.Mulder was van 1888-1902 kapitein van de stalen bark “Nil Desperandum”, gebouwd in 1888 door F.F.(H.F.)Groen, varend voor rederij A.Hendrichs & Co te Amsterdam. In 1902 werd het schip verkocht naar Emden052.

K.G.Mulder was in 1905 kapitein van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt, , varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek. Het schip werd in 1905 verkocht naar Velje, Denemarken en herdoopt in “Ellen”052.

 

Bouma025 vermeldt K.G.Mulder als gezagvoerder gedurende:

*    1881 t/m 1884 van de brik “Jan & Antoon” ex Cornelis Pieter, gebouwd in 1861 te Harlingen, 205 ton o.m., varend voor N.Kranenborg te Oostwold;

*    1887 t/m 1888 van het fregat “Kinderdijk”, gebouwd in 1876 te Kinderdijk, 1040 ton n.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam;

*    1889 t/m 1902 van de stalen bark “Nil Desperandum”, gebouwd in 1889 te Amsterdam, 1164 ton n.m., varend voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip is in 1902 verkocht naar Emden.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Schepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

21 september 1883, brik “Jan en Antoon”, kapitein Klaas G.Mulder, 29 jaar uit Nieuwe Pekela.

 

Krantenberichten

NRC 03 december 1886114

Alblasserdam, 1 december. Volgens bij de reder ontvangen telegram vertrok het barkschip KINDERDIJK, kapt. Mulder, heden na volbrachte reparatie van Kaapstad naar Java.

 

NRC 31 januari 1887114

Alblasserdam, 29 januari. Volgens bij de rederij ontvangen telegram is het Nederlandse barkschip KINDERDIJK, kapt. Mulder, heden te Batavia aangekomen.

 

NRC 23 maart 1887114

Rotterdam, 22 maart. Het Nederlandse schip KINDERDIJK, kapt. Mulder, is volgens alhier ontvangen telegram bevracht van Java naar Melbourne met een volle lading suiker tegen Sh.22/6.

 

NRC 09 april 1887114

Soerabaja, 5 maart. Een commissie is door de rechtbank benoemd om de beschadigde lading van het schip KINDERDIJK na te zien en de schade op te maken. De KINDERDIJK vertrok op 3 maart van hier naar Batavia.

 

NRC 02 juni 1887114

Soerabaja, 27 april. Het barkschip KINDERDIJK vertrok gisteren van hier naar Probolingo om aldaar suiker te laden naar Melbourne.

 

NRC 15 juli 1887114

Alblasserdam, 14 juli. Volgens heden ontvangen telegram bij de rederij arriveerde het schip KINDERDIJK, kapt. Mulder, 13 dezer te Melbourne.

 

NRC18 augustus 1887114

Alblasserdam, 16 augustus. Volgens bij de rederij ontvangen telegrafisch bericht is het barkschip KINDERDIJK, kapt. Mulder, bevracht met steenkolen van Newcastle (NZW) naar Java.

 

NRC 24 augustus 1887114

Rotterdam, 23 augustus. Volgens bij de rederij ontvangen telegram van Melbourne d.d. heden is het Nederlandse schip KINDERDIJK van Melbourne vertrokken naar Newcastle (N.Z.W.)

 

NRC 06 september 1887114

Alblasserdam, 4 september. Volgens bij de rederij ontvangen telegram is het Nederlandse schip KINDERDIJK, kapt. Mulder, de 3e september te New Castle (N.S.W.) van Melbourne aangekomen.

 

NRC 07 deccember 1887114

Alblasserdam, 5 december. Volgens bij de rederij ontvangen bericht is het barkschip KINDERDIJK, kapt. Mulder, thans te Soerabaja, suiker ladende naar het Kanaal voor order.

 

NRC 29 april 1888114

Rotterdam, 29 april. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram arriveerden de Nederlandse schepen KINDERDIJK en BERTHA, beiden van Java, de eerste naar het Kanaal en de laatste naar Amsterdam voor 16 april te St. Helena.

 

NRC 01 juni 1888114

Rotterdam, 31 mei. Het Nederlandse schip KINDERDIJK, kapt. Mulder, van Passaroeang, is volgens door ons ontvangen bericht uit Londen, de 31e mei te Falmouth aangekomen.

 

NRC 15 juni 1888114

Rotterdam, 14 juni. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram vertrok het Nederlandse schip CATHARINA, kapt. Bona, laatst van Wallaroo, de 14e juni van Falmouth naar Bordeaux en het Nederlandse schip KINDERDIJK, laatst van Passaroean, de 14e juni van Falmouth naar Londen.

 

NRC 19 juni 1888114

Rotterdam, 18 juni. Volgens telegram uit Londen is het Nederlandse schip KINDERDIJK, kapt. Mulder, 17 juni te Londen aangekomen van Passaroeang, laatst van Falmouth.

 

NRC 17 juli 1888114

Rotterdam, 16 juli. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram vertrok het Nederlandse schip KINDERDIJK, kapt. Mulder, van Londen via Newcastle naar Java, 15 juli van Gravesend.

 

NRC 07 augustus 1888114

Rotterdam, 6 augustus. Het barkschip KINDERDIJK vertrok 6 augustus van Shields naar Java.

 

NRC 04 december 1888114

Alblasserdam, 3 december. Volgens bij de reders ontvangen telegram passeerde het barkschip KINDERDIJK, kapt. Ouwehand, van Shields naar Batavia, de 1e december Anjer.

 

Provinciale Groninger Courant 19 december 1888114

Alblasserdam, 17 december. Volgens heden bij de reders ontvangen telegram werd het barkschip KINDERDIJK, kapt. Ouwehand, van Java bevracht met een volle lading koffie naar Middelburg tot NLG 47 per last.

 

Provinciale Groninger Courant 20 juni 1890114

Rotterdam, 18 juni. Volgens telegram uit Londen vertrok het schip (opm: bark) NIL DESPERANDUM, kapt. K.G. Mulder, heden van Liverpool naar New-York, om daar een lading petroleum in te nemen voor Java.

 

Provinciale Groninger Courant 11 september 1891114

Falmouth, 7 september. Het schip NIL DESPERANDUM, kapt. K.G. Mulder, de 14e augustus van Samarang hier aangekomen, heeft order bekomen voor Liverpool.

 

NRC 23 maart 1892114

Londen, 22 maart. Het Nederlandse schip NIL DESPERANDUM, kapt. K.G. Mulder, van New York naar Bangkok, is met schade aan de verschansing te Rio de Janeiro binnengelopen.

 

NRC 06 april 1892114

Amsterdam, 05 april. Volgens door de reder ontvangen telegram van kapt. Mulder, voerende het Nederlandse schip NIL DESPERANDUM, op de reis van New York naar Bangkok, met schade aan de verschansing te Rio binnengelopen, was de gezondheidstoestand aan boord uitstekend.

 

Provinciale Groninger Courant 22 april 1892114

Amsterdam, 20 April. Kapt. K.G. Mulder, gezagvoerder van het Nederlandse schip NIL DESPERANDUM, rapporteert uit Rio Janeiro: wij vertrokken de 1e februari 1892 van New-York naar Bangkok en werden de 6e februari daaraanvolgende op 36º30’ N.B. en 52’ W.L. belopen door hevig stormweder, dat tot een orkaan toenam. Het schip werd over bakboord plat op zijde geworpen en bleef zo liggen ongelet alle zeilen werden vastgemaakt en de ra’s vierkant gebrast, waarna de nokken der grote en fokkera’s ter lengte van ongeveer 15 voet door het water sleepten. De zee joeg vreselijk over het schip heen. Aan dek sloeg alles stuk en los en spoelde over boord en ’s avonds 10 uur begaf zich de bakboords stalen verschansing, die toen over ongeveer 40 voet lengte met 10 ijzeren stutten afscheurde. Ook een paar puttingijzers van het groot want braken af en de bovenste scheepsplaat van het vaste werk werd zwaar verbogen en beschadigd. De volgende dag, toen de orkaanvlagen iets minder waren, werd getracht het schip voor de wind te krijgen, hetgeen echter mislukte en nog het verlies van zeildoek kostte. De daaraanvolgende dag werd het weder handzamer, doch het schip bleek zodanig slagzijde te hebben gekregen, dat de bakboordzijde steeds met het dek onder water lag, zodat met stuurboordshalzen geen zeil kon worden gevoerd. In gehouden scheepsraad werd toen besloten een gedeelte der lading, plm. 800 kisten, petroleum van bakboordzijde op te breken, over boord te werpen en tot herstel der schade af te houden naar Rio Janeiro, alwaar het schip de 20e maart aankwam.

 

http://newspapers.nl.sg/Digitised/Article/stweekly18920824.2.81.1.aspx

In Straits Times Weekly Issue 24 augustus 1892

ANJER Passed Sunda Straits or arrived for orders.

Nederlandse bark Nil Desperandum onder kapitein Mulder zeilde op 25 mei van Rio de Janeiro naar Bangkok

 

Provinciale Groninger Courant 12 oktober 1892114

Amsterdam, 10 oktober. Het schip NIL DESPERANDUM, kapt. K.G. Mulder, is bevracht van Bangkok met rijst naar Falmouth.

 

Provinciale Groninger Courant 15 december 1892114

Bangkok, 10 november. Het barkschip NIL DESPERANDUM, kapt. K.G. Mulder, werd op de buitenrede, ten anker liggend om lading in te nemen naar Europa, door een inlands vaartuig aangevaren, waardoor een plaat en balkweger ingebogen en enige klinksels ontzet werden. Men heeft de schade weder hersteld. (Red: de NIL DESPERANDUM vertrok 19 november van Bangkok naar Het Kanaal.)

 

NRC 12 februari 1893114

Amsterdam, 11 februari. Het Nederlandse schip NIL DESPERANDUM, kapt. Mulder, van Bangkok naar het Kanaal, is 31 december te Banjoewangi aangekomen en zou de volgende dag de reis voortzetten.

 

Algemeen Handelsblad 18 juli 1894114

Rotterdam, 17 juli. Het zich te Java bevindende Nederlandse schip (opm: bark) NIL DESPERANDUM, kapt. K.G. Mulder, is bevracht met een lading suiker in krandjangs (opm: gevlochten mand van bamboe als verpakking voor suiker) van Java naar het Kanaal voor orders, tot sh. 25 aan het adres van de firma A. van Hoboken & Co alhier.

 

NRC 03 januati 1896114

Rotterdam, 1 januari. Het Nederlandse schip NIL DESPERANDUM, 22 november 1895 na een reis van vier maanden van hier te Batavia aangekomen, heeft gedurende de reis slecht weer gehad en schade aan tuig en zeilen geleden. Het stuurkompas werd weggeslagen en één van de reddingboten werd totaal verbrijzeld.

 

NRC 13 juni 1897114

Londen, 12 juni Het Nederlands schip NIL DESPERANDUM, kapt. Mulder, van Cardiff naar Batavia, is te Rio Janeiro binnengelopen met verlies van grote steng, grote bramsteng, en alles wat daaraan vast zat.

 

Provinciale Groninger Courant 28 september 1897114

Amsterdam, 25 september. De lading kolen van het Nederlandse schip NIL DESPERANDUM, kapt. Mulder, dat de 12e juni op reis van Cardiff naar Batavia te Rio Janeiro is binnengelopen, is in laatstgenoemde haven verkocht en het schip is, nadat het tuig de nodige reparatiën had ondergaan, gisteren naar Sabine Pass (opm: Texas) vertrokken, om aldaar te laden voor Europa.

 

NRC 18 juni 1902114

Rotterdam, 17 juni. Naar men verneemt is de stalen clipperbark NIL DESPERANDUM van de firma A. Hendrichs & Co te Amsterdam, laatst gevoerd door kapt. K.G. Mulder, voor GBP 6300 verkocht aan de heer Hemmes te Emden. De NIL DESPERANDUM werd in 1889 gebouwd en was 1165 ton groot.

 

Dagblad Scheepvaart 07 juli 1902114

Heden is de bark NIL DESPERANDUM onder Duitse vlag in ballast vertrokken van Amsterdam naar Hernösand.

 

 

Datum vanaf: 1904
Kapitein: Mulder, Klaas Gerritz

Afbeeldingen


Omschrijving: MARTINA JOHANNA bij de stapelloop op 7 maart 1891
Collectie: Zijlma, Ron
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Tewaterlating

Omschrijving: MARTINA JOHANNA liggend voor de werf te Krimpen aan de Lek. Kapitein R. Bleeker (vlagnummer H86)
Collectie: Belder, A., Alblasserdam
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Werf

Omschrijving: MARTINA JOHANNA
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: MARTINA JOHANNA, liggende in het East Dock te London. Scan van afdruk van een origineel glasplaatnegatief, in bezit geweest van Ricjard Cookson, al lang geleden overleden.
Collectie: Bos, Ron van den
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: Het schip als Deense bark ELLEN
Collectie: Zijlma, Ron
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Kade

Omschrijving: Nog een foto van het schip als ELLEN
Collectie: Lous, C.
Vervaardiger: Onbekend
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk